Kwakgeschiedenis: Reza Aslan

aslan_zealot

Reza Aslan is een gezegend mens. Een schrijver kan zich geen betere publiciteit wensen dan het spraakmakende interview dat hij cadeau kreeg van de Amerikaanse zender Fox News. Naar aanleiding van zijn boek, Zealot. The Life and Times of Jesus of Nazareth, vroeg zijn interviewster waarom hij, als moslim, de historische waarheid over de christelijke inspiratiebron wilde beschrijven.

Zo bood ze hem de gelegenheid uit te leggen dat hij een wetenschapper is met vier academische titels en een perfecte beheersing van het Grieks, wiens werk bestaat uit onderzoek naar religie. Door het gesprek die kant op te loodsen, zette Aslan de interviewster volkomen voor joker. Het filmpje ging viral, met commentaren van wetenschappers die erop wezen dat Fox niet begreep dat in de wetenschap de persoonlijke opvattingen van de onderzoeker geen rol spelen. Spraakmakend.

Nadat Aslan als verdediger der wetenschap op het schild was geheven, kwam de kritiek. Uit wetenschappelijke kring, wel te verstaan. Zeker, de geïnterviewde had vier titels, maar geen ervan zou voor het onderwerp relevant zijn: hij is geen historicus maar godsdienstsocioloog.

Dit flauwe commentaar zegt vooral veel over academische territoriumdrift, terwijl er serieuzere kritiek mogelijk is. Door met zijn titels te schermen en autoriteit te claimen, en niet in te gaan op de eigenlijke bezorgdheid van de interviewer, bevestigde hij het vooroordeel dat academici de discussie met critici mijden en versterkte Aslan de anti-intellectuele houding van de Fox-kijkers. Het zou beter zijn geweest als hij had erkend dat een historicus – moslim of christen of anders – altijd met vooroordelen aan zijn onderzoek begint en als hij had uitgelegd met welke methoden historici die bias verkleinen.

In Zealot legt Aslan het ook al niet uit, terwijl juist het Jezusonderzoek een duidelijke methode volgt. Goed-gedefinieerde criteria verhinderen dat een onderzoeker onmethodisch selecteert uit het reusachtige informatieaanbod en een Jezus schetst wiens trekken vooral zijn ingegeven door de actualiteit. In plaats van de lezer deelgenoot te maken van het wetenschappelijk proces, geeft Aslan hoog op van zijn twintig jaar onderzoek aan drie universiteiten. Opnieuw een autoriteitsclaim.

Helaas maakt hij de claim niet waar. Hij beheerst de stof niet, zodat het wemelt van de feitelijke onjuistheden: op driekwart van de pagina’s staan kleine en grote vergissingen. Nee, in de tempel werd niet betaald met Hebreeuwse munten, maar met zilverstukken uit Tyrus. Nee, de boeren stonden niet de helft van hun oogst af aan de belastinggaarder. Nee, de vrouw die aandrong op de dood van Johannes de Doper, Salome, was geen zwoele verleidster maar een meisje van een jaar of tien.

Je hoeft geen vier academische titels te hebben om de vergissingen te herkennen. Wie een beetje belangstelling heeft voor het tijdvak, heeft de Joodse historicus Josephus wel eens gelezen, herkent Aslans slordigheid en vraag zich af wat hij nog mag aannemen van een auteur die zelfs simpele feiten niet accuraat presenteert. Zou Aslans uitgever een fact checker in dienst hebben gehad, dan zou een overtuigender boek zijn verschenen.

Aannemelijker is dat het boek helemaal niet zou zijn uitgekomen, aangezien de fact checker zou hebben ontdekt dat Aslans fouten samenhangen met zijn tekortschietende analyse. Die kan worden herleid tot vier stappen. Hij wijst ten eerste op Bijbelpassages waarin staat de Joden het land van Israël als enigen moeten bezitten, meent ten tweede dat deze mentaliteit voldoende was om de Joden de Romeinse bezetter te doen haten en schrijft ten derde dat Judea daardoor extreem onrustig was. Ten vierde zou Jezus de Romeinen hebben willen verdrijven en hebben geijverd voor de Joodse onafhankelijkheid. Alle vier zijn misleidend.

Ten eerste: er zijn inderdaad Bijbelpassages die etnisch exclusivisme voorschrijven, maar Aslan legt niet uit waarom deze representatiever zijn dan aanwijzingen voor het tegendeel. Hij heeft onmethodisch geselecteerd wat hem te pas kwam en is ten prooi gevallen aan de “confirmation bias”: het zoeken van argumenten voor een stelling en het negeren van tegenargumenten.

Ten tweede en derde: Jezus leefde tijdens een detente. Tussen de dood van koning Herodes en de regering van keizer Caligula was Judea voldoende rustig om het gebied met hulptroepen te beveiligen. Dat komt Aslan slecht uit, en dus combineert hij een opstand in 4.Chr. met een kleinere in 6 na Chr., presenteert hij dit als tien jaar aanhoudend geweld en verzint hij de aanwezigheid van zwaarbewapende legioenen in Judea. Omdat hij ook zo niet komt tot de veronderstelde onrust, vermeldt hij nog een handvol opstandelingen, die echter allemaal leefden na Jezus.

Ten vierde: om Jezus te presenteren als een politieke messias, moet Aslan zich in enkele bochten wringen. Dat er ook andere messiaanse verwachtingen waren, zoals de ideale hogepriester en de wijsheidsleraar, komt hem niet goed uit, en dus neemt hij aan dat voor boerenkinkels uit Galilea alle messiaanse theorieën één pot nat waren. Dat is maar de vraag. Ander bewijsmateriaal wordt simpelweg genegeerd – onmethodisch geselecteer – of terzijde geschoven omdat er discussie over bestaat. Alsof dat een argument zou zijn.

Aslans grootste tekortkoming is echter dat hij de omslag in het onderzoek naar de Dode Zee-rollen heeft gemist. Vanaf de jaren vijftig kennen we teksten die duidden op gewelddadig verzet tegen de Romeinen, zoals de Oorlogsrol, maar toen in de jaren negentig de rest van het materiaal vrijkwam, werd duidelijk dat het een breder deel van het spectrum van joodse opvattingen documenteerde dan was aangenomen. Eén conclusie is dat in het jodendom niet het verzet tegen Rome centraal stond, maar dat het ging om zaken als het behoud en herstel van rituele reinheid na contact met niet-joden. Dat suggereert dat men zocht naar een manier om die mensen in het joodse geloofssysteem te integreren. Aslan besteedt er geen woord aan en de door hem gepresenteerde messias lijkt meer op een moderne rebel dan op een antieke jood.

Kortom, Zealot is verouderd; de auteur heeft de publiciteit benut om vooral zichzelf te profileren; kritische collega’s kwamen in hun kritiek niet verder dan dat hij credentials miste. Ze wisten het echte probleem niet te identificeren: dat Aslan de lezers niet overtuigt door te vertellen wat de wetenschappelijke methode is, maar meent dat een autoriteitsclaim volstaat. Op zulke wetenschappers zitten we nu echt te wachten.

[Eerder verschenen in het NRC Handelsblad van 30 augustus 2013.]

Deel dit:

8 gedachtes over “Kwakgeschiedenis: Reza Aslan

  1. Er is geen titel nodig om te denken dat je de wijsheid in pacht hebt.
    Jammer genoeg zullen veel lezers op het verkeerde spoor gezet worden.
    Instemmende groet,

  2. Wederom een goed en interessant stuk! In de slotzin lijkt het woordje ‘niet’ te zijn weggevallen of heb je bewust heel ironisch/sarcastisch willen eindigen (vanwege de zakelijke toon van het artikel verraste me de ironische conclusie)?

  3. mnb0

    “Op zulke wetenschappers zitten we nu echt te wachten.”
    Klinkt als een informaticus die een boek schrijft over de Newton (materie bestaat uit deeltjes) vs. Huygens (materie bestaat uit golven) controverse en daarin partij kiest. Vervolgens bestaat de kritiek alleen maar uit “informatici begrijpen geen natuurkunde” en niemand begint over de dualiteit van materie zoals geponeerd door de Quantummechanica ….

    https://www.britannica.com/biography/Christiaan-Huygens

    Klinkt dat stom? Nou, dat is het ook.

  4. Ik heb het boek lange tijd geleden gelezen (pas nu deze recensie gevonden) en heb mij vrij vaak geërgerd aan het boek, juist door wat je hier beschrijft… Ik wist niet dat Aslan Moslim was trouwens, maar dat verklaart weer veel en het interview van Fox heb ik ook helemaal gemist,… Het is me namelijk al opgevallen dat Moslims het vaak niet zo nauw nemen met geschiedenis en er vaak een “eigen draai” aan geven, dat merk je dan weer vooral in hun eigen geschiedenis natuurlijk, de biografieën van Mohammed staan vol onjuistheden b.v. De Mormonen en Jehovah’s Getuigen doen trouwens soortgelijks als ze het over geschiedenis hebben (Mormonen bij de Amerikaanse geschiedenis en JG bij b.v. de naam van God in het NT en de veroesting van Jeruzalem)… Meer dan “confirmation bias” kan je er niet van maken.

    Verder wel een kleine opmerking, je gebruikt nogal vaak Engelse woorden in je artikel, het zou mooier zijn als je die vervangt (niet allemaal trouwens) door Nederlandse woorden.

Reacties zijn gesloten.