CDA en SGP en de Oudheid

cda_logo

Amerika heeft al gestemd, wij doen het op 15 maart. Volgens de huidige peilingen krijgt de PVV 27 zetels. Deze partij Het enige lid heeft aangekondigd dat er geen geld meer mag naar de kunsten. De VVD gaat ook richting 27 zetels en wil een einde maken aan studierichtingen zonder arbeidsmarktperspectief.

De universiteiten, die bij de vorige verkiezingen de politiek nog adviseerden over de beleidsvoornemens met een boekje Wetenschap is ook maar een mening, zwijgen nu in alle talen. Blijkbaar is er al afscheid genomen van de culturele wetenschappen. Als er een reddingsboei is voor de humaniora, zal die moeten worden toegeworpen door de junior-partners in het komende kabinet. Vandaag kijk ik naar het verkiezingsprogramma van het CDA, met wat aanvullingen vanuit het programma van de SGP, een partij die eerlijk erkent er niet zoveel over te willen zeggen omdat – en dat is mooi bescheiden – “kunst allereerst een zaak is van degenen die er hun levenswerk van maken en ervan genieten”.

Terug naar het CDA. Net als de andere partijen bieden ook de christendemocraten nogal wat kletskoek.

Kunst en cultuur geven kleur aan de samenleving en dragen bij aan saamhorigheid en identiteit in een rijk en gevarieerd verenigingsleven.

Ik denk dat niet iedereen er zo over denkt. Je kunt moeiteloos kunstenaars vinden die het publiek willen provoceren. Niks saamhorigheid. Hier is nog een open deur:

Het behoud van cultureel erfgoed is voor ons van groot belang om waardevolle monumenten, kerken, maar ook kunstwerken, archieven, documenten en boeken voor komende generaties te bewaren.

Let op het ontbreken van het bodemarchief. Wat weer wél goed is, is het voorstel om in elke gemeente een jeugdcultuurfonds in het leven te roepen. Ik kan dit idee, dat in iets andere vorm ook voorkomt in het programma van de ChristenUnie, alleen maar toejuichen. Weliswaar is kinderbelangstelling vluchtig – bij het Romeinenfestival weten ze dat het kind dat vandaag enthousiast is over de Romeinen, straks alles wil weten over dinosaurussen – maar een kind dat vroeg leert dat musea niet eng zijn, zal er, ongeacht een veranderende belangstelling, terug blijven komen.

Over de wetenschap zegt het CDA dat het rendementsdenken moet worden gekeerd – iets waarmee de SGP en alle andere partijen het eens zijn – en wil dat universiteiten “zich weer volledig kunnen richten op hun kernactiviteiten” door ze te ontdoen van onnodige bureaucratische ballast.

Hierdoor kan geld voor onderzoek ook daadwerkelijk aan onderzoek worden besteed.

Een weinig creatieve gedachte. Deze zin had ook kunnen komen uit een advies van pakweg de VSNU, de KNAW, De Jonge Academie of Science in Transition. Als burgers mogen we van een politieke partij echter verwachten dat die ook rekening houdt met andere belangen dan die van de onderzoekers. Met maatschappelijke belangen bijvoorbeeld. Als burger denk ik dat het beter is als het geld niet slechts naar onderzoek gaat, maar ook naar onderwijs en overdracht aan het publiek. Dat zijn namelijk de twee andere kernactiviteiten die de wetgever neerlegt bij de universiteiten.

Het CDA wil dat er ruimte blijft voor kleine studies en specialistische vakgebieden. Dat zou kunnen slaan op de baaierd aan letterenstudies, maar het staat er niet. Het zou evengoed betrekking kunnen hebben op een van de nautische wetenschappen, op een tandheelkundige specialisme of – het CDA zijnde het CDA – theologie. Dan kun je beter stemmen op de SGP:

Gelet op hun belang, moeten de geesteswetenschappen bij het verdelen van onderzoeksgelden vaker in de prijzen vallen.

Overigens moeten we de SGP hier niet aan houden omdat de partij traditioneel met de regering meestemt. Van het CDA verwacht ik ook weinig: de plannen zijn fantasieloos en de partij lijkt niet speciaal de humaniora te willen beschermen. Ik neem aan dat het CDA bij de formatie van een nieuw kabinet geen bezwaar zal maken tegen de opheffing van studierichtingen zonder arbeidsmarktperspectief. Omdat de D66, zoals we eergisteren zagen, het eveneens laat bij gemeenplaatsen, neem ik aan dat ook die partij zich niet zal verzetten. Een kabinet van VVD, CDA en D66, met gedoogsteun van PVV, kan rekenen op 86 zetels.

Kortom, het is alleszins denkbaar dat de oudheidkundige disciplines zullen worden gesloopt. Als archeologie en oude geschiedenis wegens gebrek aan beroepsperspectief eenmaal zijn gesneuveld, zijn de klassieke talen geïsoleerd en eveneens gedoemd. Indien mijn stem uitsluitend zou worden bepaald door oudheidkundige belangen, zou ik geen stem op het CDA overwegen. Nog eerder stem ik SGP, dat de waarde van de geesteswetenschappen tenminste noemt.

Deel dit:

4 gedachtes over “CDA en SGP en de Oudheid

  1. “Het CDA wil dat er ruimte blijft voor kleine studies en specialistische vakgebieden. Dat zou kunnen slaan op de baaierd aan letterenstudies, maar het staat er niet. Het zou evengoed betrekking kunnen hebben op een van de nautische wetenschappen (…).”

    Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Je kunt ook gerede zorgen hebben over sommige andere wetenschappen. Bij mijn weten heeft bijvoorbeeld ook de zuivere wiskunde enorm moeten inleveren t.o.v. meer toegepaste richtingen. Ik vind niet dat een eventueel steuntje in de rug van geesteswetenschappen per se ten koste moet gaan van pogingen om dat probleem op te lossen.

    1. Geband van Joop

      Ja, volgens mij zijn de geesteswetenschappen vooralsnog erg gespaard: verreweg de grootste bezuinigingen zijn gepleegd op de theoretische disciplines binnen de exacte studies. De reden zal deels zijn dat daar het meeste geld heen ging zonder direct ‘in de markt te zetten’ resultaten (zoals de peperdure deeltjesversnellers e.d.). De laatste kabinetten dachten immers erg commercieel (met partijen als D66 en VVD als grote aanhangers): wetenschap is leuk maar het moet wel economisch wat opleveren (hetgeen dan ‘kenniseconomie’ wordt genoemd).

      Nu kost zuivere wiskunde volgens mij helemaal geen geld (anders dan het loon van de medewerkers). Mogelijk wordt erkend dat de Aziatische naties ons hebben voorbijgestreefd in de bollebozerij (wegens meer discipline in het onderwijs en meer aandacht voor talent?) zodat het zinloos wordt geacht om die concurrentiestrijd nog aan te gaan en we beter afwachten wat de nieuwe Einsteinen uit China ons brengen aan nieuwe inzichten (die wij dan kunnen jatten en economisch exploiteren)?

      Toch scoren wij nog helemaal niet zo beroerd in de wetenschap: zie bv. onze eigen Verlinde met z’n nieuwe zwaartekrachttheorie. Maar juist dat fundamenteel denkwerk, waarin we nog steeds meekomen met de top, kost niet echt geld. Je hebt er zelfs niet eens universitair onderzoek voor nodig: nota bene Einstein bedacht zijn geniale theorieën terwijl hij een baantje op een octrooibureau had. Wat dat betreft heeft de SGP ook gewoon gelijk (en wat ik in het vorige bericht hier al uitvoerig had beargumenteerd)in dat “kunst allereerst een zaak is van degenen die er hun levenswerk van maken en ervan genieten” hetgeen ook voor wetenschap geldt.

      1. Nee, de geesteswetenschappen zijn bepaald niet gespaard. In de jaren tachtig werd de zogeheten “tweefasenstructuur” ingevoerd. Doel was hoger onderwijs voor allen. Een volledige studie duurde vier jaar. Daarna kon je een wetenschappelijk specialisme leren in twee jaar. Ongeveer 10% van de studenten zou daarvoor in aanmerking komen.

        Die tweede fase is er nooit gekomen. Dat wil zeggen: de oude promotieplaatsen, waar iemand kon werken aan een proefschrift, werden opgeheven en vervangen door het AiO-stelsel. Vier jaar voor wat vroeger in zes jaar was gebeurd.

        Anders gezegd: waar je vroeger zo’n twaalf jaar deed over je studie en promotie, moest het sinds pakweg 1990 in acht. Het niveau is evenredig gedaald.

  2. Kees

    Dank voor de analyses. De conclusies zijn weinig hoopvol, wat “met de wetenschap van nu” wel te voorspellen was. Het zijn immers geen hoogvliegers die zich vandaag de dag nog voelen aangetrokken tot een politieke partij. De wegen zijn er gebaand en wee je gebeente als je daar buiten gaat. Als het maar politiek correct is, is het al goed.

Reacties zijn gesloten.