Ingewandenschouw

Model van een schapenlever (replica van een voorwerp uit Piacenza)
Model van een schapenlever (replica van een voorwerp uit Piacenza)

Ik behoor tot degenen die de laatste weken vrijwel elke dag even keken op de website Fivethirtyeight. Amerikaanse verkiezingen zijn belangrijk en ik wilde weten wat ons te gebeuren stond. Niet dat zoiets werkelijk uitsluitsel biedt, maar als je vooraf weet dat Trump 35% kans heeft het presidentschap te winnen, sta je niet verbaasd als het ook gebeurt. Kortom, ik snap wel waarom mensen de toekomst willen kennen en ik heb zelfs een boekje geschreven over de methoden van de futurologie. Het is namelijk niet alleen koffiedikkijken in de toekomstvoorspellerij.

Koffiedikkijken was het ook in de Oudheid nooit helemaal. De Babylonische astrologen ontdekten reële verbanden, zoals dat tussen bepaalde sterrenbeelden en de waterstanden. Als u nu zegt “correlatie is geen causaliteit” heeft u volkomen gelijk, want beide verschijnselen zijn het gevolg van de scheve baan van de aarde om de zon. Als je zoiets echter niet weet, is het ontdekken van zo’n verband een hele stap voorwaarts. Al is het maar omdat je de sterren kunt gebruiken om te leren wanneer je de sluizen van de afwateringskanalen moet gaan openen.

Dus nee, ik zal de draak niet steken met de antieke futurologen. Daarvoor herken ik het verlangen de toekomst te kennen net iets te goed, daarvoor is het intellectuele avontuur – hoe slecht gericht ook – net iets te interessant. Dat neemt niet weg dat ik er geen snars van begrijp dat de oude Babyloniërs, Etrusken en Romeinen in volle ernst meenden dat je aan de ingewanden van een offerdier kon zien wat de wil van de goden was.

De haruspex of ingewandenschouwer beoefende echter een serieus vak dat ook serieus werd onderwezen. Hierboven ziet u een bronzen schapenlever, gevonden in Piacenza in Italië en stammend uit de tweede eeuw v.Chr., die werd gebruikt om nieuwe zieners op te leiden. (Het is overigens een replica, die ik ooit fotografeerde in het Rijksmuseum van Oudheden.) Op deze bronzen lever zijn verschillende vakken te zien met daarop de namen van diverse Etruskische goden en (op de rand) zestien sterrenbeelden. Als op een lever op een bepaalde plek iets raars was te zien, wist degene die de ingewanden bestudeerde welke god nog een offer nodig had.

Vóór dit werd gedaan, keek de haruspex of de piramidevormige knobbel links aanwezig was. Die werd aangeduid als caput, het “hoofd”, van de lever. Ontbrak die, dan was er geen noodzaak om nog verder te kijken: de voortekenen waren slecht en de geplande actie moest worden afgeblazen. De volgende dag zou er een nieuw schaap worden geslacht en kon men opnieuw onderzoeken wat de wil was van de onsterfelijke goden.

 [Dit was de 176e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Ingewandenschouw

  1. Geband van Joop

    Zou het te maken kunnen hebben met het geloof dat alles verband houdt met alles, zodat in alle dingen de hele kosmos wordt weerspiegeld? Dat idee van microkosmos=macrokosmos vind je bij alle esoterische leren en bv. ook bij de oude Griekse wijsgeer Anaxagoras. Eigenlijk is dat idee altijd populair geweest of gebleven onder veel filosofen (zie bv. Leibniz’ monadenleer). Het zou me niet verbazen als ook huidige fysici het aanhangen door middel van een bepaalde interpretatie van de quantummechanica.

    Het idee staat ook in een belangwekkend verband met het goddelijke zoals dat wellicht vooral bij de oude Egyptenaren is ontstaan. Alles in de kosmos is relatief: alles wordt bepaald door het andere, door wat het niet is (hetgeen het filosofische basisprincipe van onder meer Spinoza en Hegel is). Het idee dat alles in alles is, is daarvan de meest radicale vorm. Dit principe maakt ook beweging/verandering mogelijk en juist de Egyptenaren waren, omdat ze voor hun succes zeer afhankelijk waren van de seizoenen en veranderingen, zich zeer bewust van de beweging en vergankelijkheid van alles. Het bewustzijn van het relatieve, het veranderlijke en het sterfelijke brengt echter vanzelf een bewustzijn van het tegendeel voort: iets onbeweeglijks, onveranderlijks, onsterfelijks dat precies vanwege dat absolute karakter wel de drager van de kosmos (het geheel van alles wat verandert en al het andere bevat of weerspiegelt) moet zijn. God wordt als het absolute zo transcendent (maar eerst nog slechts onsterfelijk dus onvergankelijk). Dat zou de verklaring kunnen zijn waarom juist of zeker de Egyptenaren (en andere landbouwers) zo geobsedeerd waren door het onvergankelijke en absolute zoals steen (piramides), de sterrenhemel (een eeuwig repeterende beweging is een schaduwbeeld van het onbeweeglijke, leert Plato) en de wiskunde met haar eeuwige, volmaakte vormen en verhoudingen.

  2. Emgert

    Als je je in een nog niet bewoond gebied vestigen wilt, is het geen debiel idee bijvoorbeeld een daar levend hert te schieten en te kijken hoe zijn lever eruit ziet. Is het hert gezond, dan kun je er kennelijk gezond leven.
    Als je een schaap wilt opeten, kun je door het bekijken van de lever voorspellen of je er ziek van zult worden of niet.
    En.. aannemende dat jij niet gelooft in het bestaan en de macht van oude Romeinse goden: wie ben jij om te beweren dat er geen verband is tussen wat die willen en de lever van een offerdier?

Reacties zijn gesloten.