Het niet-tegenstrijdige van wetenschapsvoorlichting

Sinds ik eens een stukje wijdde aan de wijze waarop de Leidse universiteit een van zijn waardevolste medewerkers had geschoffeerd, heb ik die medewerker driemaal gesproken en lees ik met nóg meer plezier de bijna dagelijks blogs van Marc van Oostendorp op Neerlandistiek.nl. Gisteren wierp hij een leuke vraag op die ik gewoon beantwoorden móet.

Hij constateert dat van een wetenschapper enerzijds wordt verwacht dat hij zo objectief mogelijk is. Liefst een beetje saai en zakelijk zelfs, maar

wetenschap heeft nauwelijks zin als de wetenschappelijke stem niet af en toe wordt gehoord in het maatschappelijk debat. En in het maatschappelijk debat komen alleen personen aan bod, mensen met een soort herkenbare eigen stijl, mensen met enige retorische begaafdheid, mensen die niet alleen maar saai en zakelijk zijn.

Niet alle onderzoekers zullen dit herkennen. De medische en technische wetenschappen laten zich wat minder gelden in het maatschappelijk debat en spreken, om zo te zeggen, in de vorm van nieuwe geneesmiddelen en uitvindingen. Daarentegen zal een klimaatwetenschapper als Bart Verheggen Van Oostendorps uitgangspunt dat deelname aan het debat belangrijk is, meteen en ten volle onderschrijven.

Van Oostendorp vervolgt met een beschrijving van wat hij, in zijn rol als deelnemer aan het maatschappelijk debat, het belangrijkste vindt om te vertellen over de wetenschap.

Het belangrijkste is juist de houding, de poging om aan je eigen eigenaardigheden te ontstijgen, om waarheden te vinden die misschien niet objectief zijn maar wel ‘intersubjectief‘ – die andere mensen op dezelfde manier kunnen ervaren, onafhankelijk van hun persoonlijkheid. En precies dat gaat verloren.

Ik denk dat dit probleem verdwijnt als we aannemen dat wetenschapsvoorlichting de naam is van twee verschillende wijzen om wetenschap maatschappelijk in te kaderen. De ene zou je kunnen aanduiden als “populair-wetenschappelijk”: je legt de conclusies uit en probeert mensen enthousiast te maken voor de speurtocht naar het goede, schone en ware. De wetenschap gaat op de hurken zitten. Noem het voor mijn part protreptisch of vulgariserend. Hier speelt Van Oostendorps “herkenbare eigen stijl” een belangrijke rol.

Daarnaast is er een tweede benadering, die we “populair-wetenschappelijk” zouden kunnen noemen. Hierin proberen we het publiek het wetenschappelijk proces van tastend zoeken te tonen, een houding bij te brengen, te laten zien dat wetenschap een methode is om van het aannemelijke naar het waarschijnlijkere te komen. Hier ligt het accent meer op “de poging om aan je eigen eigenaardigheden te ontstijgen”.

De twee benaderingen zijn niet helemaal te scheiden. Van Oostendorp blogt nu eens op de ene manier, bijvoorbeeld als hij een leuk probleem vermeldt (zoals), en dan weer op de andere, bijvoorbeeld  wanneer hij ons wat verder het onderzoek in meeneemt (zoals). Zoals ik het zie, is wetenschappelijke informatie dus een soort trap: op elke trede wordt informatie op een andere wijze gecontextualiseerd, waarbij de wetenschap(p)(svoorlicht)er verschillende rollen kan hebben, afhankelijk van de doelgroep.

In de ideale situatie kan informatie gelaagd worden aangeboden, zodat je mensen op elk niveau bereikt: verschillende soorten publiek én wetenschappers. Het internet brengt dat ideaal dichterbij dan ooit: het is denkbaar een website te bouwen die de bezoeker helpt bij een eerste kennismaking, die hem vertrouwd maakt met het wetenschappelijk bedrijf en die hem in staat stelt de allerlaatste inzichten te vinden. Het verwerkelijken van dit ideaal, nu het binnen handbereik is gekomen, is de grote uitdaging voor zowel wetenschapper als wetenschapsvoorlichter.

Deel dit:

7 gedachtes over “Het niet-tegenstrijdige van wetenschapsvoorlichting

  1. Ben Spaans

    Wetenschapsvoorlichting…soms op je knieën gaan zitten…
    Mijn nichtje heeft een duidelijk standpunt. ‘Wat heb je nou aan geschiedenis! Dat is toch al geweest! Sta je met je mond vol tanden…😂

  2. Ik vind dat idee van een op de behoeften van de gebruiker toe te spitsen website heel aantrekkelijk, en ga daar eens op kauwen.

    Ondertussen: als het waar is dat ‘medische en technische wetenschappen’ zich minder laten gelden in het maatschappelijk debat, hebben ze daar denk ik nu al spijt van.

    Dat geldt vooral voor medicijnen. In de eerste plaats bestaat er natuurlijk hier wel degelijk een traditie van geleerden die zich bezighouden met wetenschapscommunicatie (Smalhout, Borst, Swaab), al heet dat in dit geval soms voorlichting; maar bovendien lijkt me iedereen sinds bijv. de recent opgelaaide ‘discussie’ over inenting wel doordrongen van het belang van goede communicatie.

    Techniek is misschien nog wat heiliger in het publieke denken, maar in strikte zin is natuurlijk de techniek ook nu juist geen wetenschap (geen samenhangende verzameling kennis over de wereld), maar een verzameling fysieke instrumenten om de wereld te veranderen. Daar valt niet ook niet zoveel aan uit te leggen, en dat staat bij mijn weten ook eigenlijk niet ter discussie, in ieder geval niet in de zin waarin wetenschappen (inclusief dus medicijnen) dat staan.

    1. Ja, dat van die medische wetenschappen: het is natuurlijk geen toeval dat uitgerekend dáár veel onderzoek is gedaan naar de wijze waarop mensen omgaan met wetenschappelijke informatie.

    2. Tja, als je technische wetenschappen /techniek ziet als een verzameling instrumenten dan zou je gelijk hebben. Ik zou je toch eens aanraden wat populaire stukjes over die wetenschappen door te nemen alvorens je wat neerkrabbelt

      1. Ik ben al berispt voor die zin – en terecht.

        Ik had eraan moeten denken dat het vooral de technische en medische wetenschappen zijn waar men onderzoek doet naar de wijze waarop wetenschappelijke informatie het beste kan worden overgedragen.

  3. Manfred

    Een hele aardige variant van wetenschapsvoorlichting van de laatste jaren vind ik de Fact Check rubriekjes van diverse media. Als ze hun huidige insteek van ‘is dat nu wel zo?’ kunnen uitbouwen naar ‘maar waarom is dat dan zo?’ dan komen methodieken ook voor het voetlicht.

Reacties zijn gesloten.