NWA: Vroegchristelijke vrouwen

Een vrouw neemt de sluier aan. Priscilla-catacomben, Rome, derde eeuw na Chr.
Een vrouw neemt de sluier aan. Priscilla-catacomben, Rome, derde eeuw na Chr.

Ik blogde gisteren over een vraag uit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) die ik toen maar half heb kunnen bespreken:

Hoe was de waardering van de vrouw in het allereerste christendom direct na de dood van Jezus?

Ik gaf gisteren aan dat ik de vragensteller geen gelijk kan geven in zijn aanname dat Jezus vrouwen even hoog achtte als mannen. Er zijn opvallende passages waaruit blijkt dat hij vrouwen respecteerde, mogelijk zelfs meer dan zijn tijdgenoten, maar als het erop aankwam, zoals bij het samenstellen van de Twaalf, verkoos hij mannen.

Een andere kwestie is de positie van de vrouwen in de vroege kerk. Ik begin met een beroemd citaat van Paulus.

Christus is het hoofd van iedere man, de man is het hoofd van de vrouw, en God is weer het hoofd van Christus. (1 Korintiërs 11.3)

Dit is de inleiding tot een advies aan vrouwen om gesluierd te gaan. De hiërarchie is hiermee duidelijk – en het is een vrij traditionele. Daar staat tegenover dat Paulus óók, nadat hij heeft gezegd dat de Wet aan belang heeft ingeboetdoor de komst van de Messias, het volgende uit zijn pen kon krijgen:

Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij een persoon in Christus Jezus. (Galaten 3.28)

Ik voor mij vermoed dat Paulus, die een jodendom voorstond waarin niet de Wet maar de Messias centraal stond, bang was voor totale normloosheid en dus adviezen gaf over zaken als sluiers. Hard maken kan ik dat niet en wellicht is er iemand die wil reageren.

In de volgende eeuwen vinden we weleens christelijke vrouwen op prominente plaatsen. De Romeinse senator Plinius de Jongere, die als gouverneur van de provincie Bithynië-Pontus werd geconfronteerd met een groep christenen, vermeldt dat onder hen vrouwen waren die diakonessen werden genoemd. Elders lezen we over vrouwen die voldoende opvielen als representanten van hun geloof om zich te mogen verheugen in de belangstelling van de openbaar aanklager, de rechter, de beul en een sadistisch Romeins publiek. Dus ja, vrouwen konden prominent zijn. Omgekeerd kennen we ook een traktaat van Tertullianus (een auteur uit Noord-Afrika) waarin deze adviseert dat niet alleen getrouwde, maar ook ongetrouwde vrouwen een hoofddoek sluier dragen. Dus nog eens ja, ze werden toch geacht ingetogen te zijn en nederig.

Een belangrijk probleem is dat “de” christenen niet bestonden. Pas in de vierde eeuw probeerden de keizer en de bisschoppen middels concilies wat eenheid te scheppen onder de talloze groepjes die Christus vereerden als verlosser. Tot dan toe waren er enorme verschillen. Er moeten groepen zijn geweest die vrouwen grotere vrijheid lieten en groepen die het tegengestelde deden. Beide konden zich beroepen op Paulus en we zien beide zelfpresentaties van christelijke vrouwen terug in de Romeinse catacomben. Het plaatje boven toont een vrouw die de sluier aanneemt, het plaatje hieronder toont een ongesluierde Maria met de baby Jezus. Beide stammen uit de derde eeuw en uit dezelfde catacombe, die van Priscilla. Met en zonder sluier, nederig en zelfverzekerd: het kon allebei.

Maria met kind. Priscilla-catacomben, Rome, derde eeuw na Chr.
Maria met kind. Priscilla-catacomben, Rome, derde eeuw na Chr.

De vragensteller wijst erop dat er vrouwelijke bisschoppen zijn geweest. Ik ken daarvan één voorbeeld: Brigid van Kildare, die u zo rond 500 moet plaatsen in Ierland. Dat is in de marge van het christendom en hoewel er aanwijzingen zijn dat Brigid niet de enige vrouwelijke bisschop is geweest, houd ik het erop dat dit een marginaal verschijnsel is geweest, beperkt tot een gebied waar vrouwen vanouds grotere vrijheden hadden dan in het Middellandse Zee-gebied. Ik acht de afbeeldingen in de catacomben representatiever: toen ik de plaatjes van gesluierde en ongesluierde vrouwen bekeek, zag ik namelijk ook verschillende afbeeldingen van de christelijke gemeenschappelijke maaltijd en het viel me daarbij op dat daar steeds alleen mannen aanlagen.

Al met al vermoed ik dat als de wetenschap dit thema zou oppakken, de einduitkomst weleens zou kunnen zijn dat christelijke vrouwen net zoveel rechten hadden als in hun omgeving: vrij veel in Ierland, wat minder in Noord-Afrika, en van alles wat in grote steden als Rome.

Tot slot: de vragensteller is er eerlijk over waarom dit onderwerp op de Nationale Wetenschapsagenda hoort.

Omdat dan aan iedereen duidelijk wordt dat de vrouw in religieus en spiritueel opzicht volledig gelijkwaardig is aan de man en dat de Kerk hier een verkeerde weg heeft bewandeld.

Dit lijkt me een misverstand. Ik persoonlijk zou juichen als een vrouw tot paus werd gekozen, want vanzelfsprekend zijn vrouwen religieus en anderszins volledig gelijkwaardig aan mannen, maar historici hebben (althans professioneel) over de hedendaagse christelijke kerken geen oordeel. Geschiedkundig onderzoek probeert slechts feiten in het verleden vast te stellen. Zoals het onderzoek naar de historische Jezus, waarover ik zaterdag blogde, het geloof niet ondersteunt of aanvalt, maar alleen duidelijkheid zoekt te krijgen over leven en leer van een timmerman-messias, zo heeft onderzoek naar vroegchristelijke vrouwen geen betekenis voor vrouwen in de hedendaagse kerk. Om het anders te zeggen: we hebben de geschiedenis niet nodig om vrouwen gelijk te behandelen. Zoiets voel je op je klompen aan.

Deel dit:

16 gedachtes over “NWA: Vroegchristelijke vrouwen

  1. Cor

    Het verschil tussen de vrouw met sluier en zonder sluier in de afbeeldingen is misschien dat de ene een scene is waarin de vrouw buitenshuis gaat (immers met mannen erbij), terwijl de vrouw met kind binnenshuis is.

    De één-in-Christustekst van Paulus zou je eschatologisch kunnen lezen. Dat geldt bijv ook voor slaven: slaaf of heer doet er in Christus niet meer toe, maar de slaaf moet in de wereld (die toch snel voorbij zal gaan) zijn positie houden, al mag hij/zij natuurlijk wel vrij komen als de gelegenheid zich voordoet. Dus de gelijkheid tussen man en vrouw is ook in de toekomst gedacht, die nu wel de theologische kijk op de verhouding bepaalt. maar niet de geldende verhoudingen in de wereld op zijn kop zet. Je ziet Paulus dus pragmatisch een lijn uitstippelen: de eenheid/gelijkheid is de geestelijke werkelijkheid, die God ten volle zal bewerkstelligen, maar dan doet je huidige positie er ook niet meer toe en moet je je daarin schikken. Een belangrijk argument voor Paulus is dat mensen buiten de gemeente niet moeten denken dat de christenen een stel knettergekke anarchisten zijn. Of Paulus in zijn adviezen en argumenten hieromtrent helemaal consistent is betwijfel ik trouwens.

  2. Libbe.

    Dit alles is een beetje appels met peren vergelijken. Waar Paulus op doelt is geheel iets anders dan de kerken er van gemaakt hebben want zelfs de “vroege kerk” stond al bol van tradities en andere invloeden. Voor Paulus was het het ene of het andere. Of je draagt lang haar, of je bedekt het (kale) hoofd door middel van een hoofdbedekking. Vergeet niet dat in de dagen van Paulus mensen, dus ook vrouwen, vanuit het heidendom zich tot Christus bekeerden. Op het moment dat deze heidense vrouwen zicht tot Christus bekeerden was hun traditioneel (heidens) kaal geschoren hoofd nog niet gelijk bedekt met (lang) haar. Daarom werden de vrouwen, indien ze nog geen (lang) haar hadden opgeroepen hun (kale) hoofd te bedekken.

  3. O.L.E Jongmans

    In deze aflevering is sprake van vrouwelijke bisschop in Ierland. Misschien is het goed om rekening te houden met het feit dat de bisschop, de “episcopus” als verschijnsel begon als een soort ordebewaker, een toezichthouder over de gemeente, en dat die in de begintijd geen priester was, maar een gerespecteerd lid van de gemeente. Pas later verschoof deze functie naar priesters, die dan meteen een soort opperpriester werden.Alleen deze priester-bisschoppen werden geacht te delen in de volheid van de apostolische opvolging.
    Helaas weet ik alleen dat deze verschuiving optrad in de eerste eeuwen van het christendom, jaartallen weet ik niet. Zou die Ierse vrouwelijk bisschoppen nog zo’n gerespecteerd “lid-niet priester” kunnen zijn geweest?

    Wat de sluier betreft: Paulus sloot aan bij de Stoa om het evangelie duidelijk te maken aan de toenmalige Hellenistische wereld. De Stoa beval een onverschilligheid aan voor aardse zaken, en ten slotte liep dat uit op angst voor en afkeer van het stoffelijke en vooral van het lichamelijke, eindigende in gruwelijke preutsheid en angst voor seks. Zou het kunnen dat in de omringende culturen de hoofddoek en sluier al gewoon waren, uit angst voor ongeremde seksualiteit, waarvan vooral de vrouw werd verdacht, zoals nu nog in de islamitische wereld? En d at deze combinatie van factoren de sluier ook ingang deed vinden onder de christenen?

  4. Robbert

    Ik dacht dat het nieuwe van het christendom toentertijd was, dat iedereen gelijkwaardig was in het licht van het ijkpunt Christus/God. Hoog/laag, meester/slaaf, man/vrouw. En niet alleen eschatologisch/theologisch maar (in en na de eerste verwachtingsvolle jaren) ook in de praktijk van alledag. Een vrijere rol van christelijke vrouwen in hun omgeving. Kennelijk zijn er tav. de verhouding man/vrouw te weinig historische aanknopingspunten: dus wishful thinking mijnerzijds?
    Ik ben het er overigens niet mee eens dat het geen verschil zou uitmaken voor hedendaagse mensen in diverse kerkgemeenschappen als aannemelijk gemaakt zou kunnen worden dat vroegchristelijke mannen en vrouwen veel gelijker optrokken dan toen gebruikelijk, het zou nu nog een voorbeeldfunctie kunnen hebben. Dat kan helpen want dat “je het op je klompen aanvoelt” om vrouwen gelijk te behandelen: dat lijkt me nu echt wishful thinking. Ja, het zou zo moeten zijn, maar veel teveel mensen, vooral mannen, denken daar nog heel anders over, als ik om me heen luister en (vooral) als ik mijn krant lees.

    1. O.L.E Jongmans

      De apostel Paulus, toch echt vroeg-christelijk, schrijft in een van zijn brieven: “Mulier taceat in ecclesia”: “in de christelijke gemeente moet de vrouw zwijgen”. Toch niet echt gelijkwaardig.

  5. Steven

    Kennelijk zijn er geen feministische theologen in de zaal, jammer. Eens overtuigde het werk van Elisabeth Schüssler Fiorenza me ervan dat vrouwen zowel bij Jezus als in de vroegste kerk een veel prominentere positie innamen dan tegenwoordig aangenomen wordt. Wat dan inderdaad ook gevolgen zou dienen te hebben voor de kerk van vandaag… Ik noem het maar even; wie er werk van wil maken moet volgens mij bij haar zijn.

  6. Ik zag net een aflevering van Antoine Bodar’s ‘In de voetsporen van Paulus’. Hij zei daarin dat de tekst uit 1 Korinthe waarin Paulus het heeft over vrouwen, later ingevoegd is door
    anderen.
    E.e.a. zou te maken hebben met het feit dat de verwachte wederkomst van Christus uitbleef en dat als reactie daarop christenen meenden de boodschap van Paulus te moeten aanpassen aan de ‘andere tijden’….

  7. m.zondervan

    Bevreemdend dat de agnosten hier nergens genoemd worden, met een grotere aanhang dan de vroegchristelijke samenlevingen. Zij zijn allemaal vermoord door de christenen.

    1. Ik zou niet goed weten wat agnosten in de Oudheid zijn geweest. Kennis en overtuiging deden doorgaans niet terzake: het ging om de juiste handelingen. Mensen die twijfelden, namen wel degelijk deel aan de diverse culten. Dat hoorde nu eenmaal. Iemand als Caesar, die vrijwel zeker niet geloofde in de goden, was hogepriester. Deze groep nam even later even makkelijk het christendom aan. Lees hiervoor het boek van Cameron maar, The Last Pagans of Rome.

      “Vermoord door de christenen”: dat mochten de rechtlijnigen hebben gewild. Het gebruik van dwang was onder christenen nu net een “hot issue”. Zie de ontwikkelingsgang van Augustinus.

  8. Het vermoeden dat Paulus bang was voor normloosheid (die werd opgewekt door zijn eigen prediking waarin naastenliefde de vervulling is van de wet), lijkt in ieder geval goed in overeenstemming te zijn met het slot van de Romeinenbrief. Daarin schippert Paulus een beetje; hij geeft tips hoe het evangelie in weerbarstige omstandigheden overeind gehouden kan worden: hfdst.13 (eert de overheid), hfdst. 14 (verdraagzaamheid jegens de zwakken in het geloof, geen aanstoot geven), hfdst. 15 (over zwakken en sterken, waarbij de zwakken zich nog aan de bepalingen van de cultus willen houden en de sterken er al los van zijn).

    Die slothoofdstukken klinken naar mijn smaak niet erg geïnspireerd: kalm aan jongens, houd het gezellig, schik je in de omstandigheden, houd goed voor ogen waar het om gaat, denk aan mij en tot horens.

    Mogelijk kun je er nog wel bij aantekenen dat Paulus op twee fronten vocht: hij waarschuwt tegen al te radicale interpretaties van de nieuwe boodschap, en hij waarschuwt tegen de gedachte dat het strikt volgen van wettelijke of cultische bepalingen op zichzelf leidt tot enig heil.

    Voor wat het waard is; ik ben geen theoloog.

Reacties zijn gesloten.