Paarden langs de Zijderoute

Een Han-Chinees en een paard (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Dit is een leuk nieuwtje. Leuk omdat ik niet weet wat ik ermee moet. Het Yin-Shan-gebergte ligt in China en vormt de zuidelijke begrenzing van de Gobi-woestijn. Een van de twee oostelijke takken van de Zijderoute komt erlangs. Het is al tijden bekend dat daar in de Oudheid rotstekeningen zijn gemaakt, waarvan er meer dan 10.000 over zijn.

Nu wordt gemeld dat daar ook afbeeldingen bij zijn van de paardensoort die we Arabieren noemen. Die zijn wat hoogbeniger dan de paarden uit oostelijk Azië, dus je zou je kunnen voorstellen dat er op zo’n rotstekening inderdaad een herkenbaar verschil is. Omgekeerd: het zou ook kunnen gaan om een bepaalde tekenstijl, waarin ledematen wat langer worden weergegeven, en dan wordt voor een Arabier aangezien wat in feite een gewoon Mongools paard is. De enige foto die ik heb gevonden (hierboven) is allesbehalve verhelderend. Ik ga het geloven als op de rotstekeningen twee verschillende soorten paarden zijn afgebeeld.

De ontdekkers van de paardentekeningen claimen, zo lees ik (Google Translate), dat ze zijn gemaakt in 210 v.Chr., toen de Donghu-nomaden (proto-Mongolen die in de Chinese bronnen ook bekend staan als “oostelijke barbaren”) streden tegen een iets verder westelijker levende groep nomaden, de Xiongnu. In het berichtje waarnaar ik in de vorige zin linkte worden die zonder meer gelijkgesteld aan de Hunnen, hoewel dat controversieel is. Hoe dat ook zij, bij die laatste groep had de kroonprins zijn vader vermoord en de Donghu meenden dat ze hun buren nu wel konden onderwerpen, maar werden zelf verslagen.

Chinees beeldje van een ruiter uit Centraal-Azië (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Het bewijs voor de datering ten tijde van deze oorlog overtuigt mij niet, althans niet als het is gebaseerd op dezelfde informatie die wij in het veel te korte artikeltje toegeworpen krijgen: dat er ruiters zijn afgebeeld met wapenrustingen, leren zadels en stijgbeugels. Een oorlogscontext maakt nog niet een oorlogscontext in 210 v.Chr. en dan heb ik het er nog niet over gehad dat de ingebruikname van de stijgbeugel een van de bekendste puzzels uit de oude geschiedenis is. Ik wijs erop dat in datzelfde jaar 210 v.Chr. keizer Qin Shi Huangdi overleed en dat de ruiters van zijn beroemde terracotta-leger geen stijgbeugels hebben.

Maar even aannemend dat het bij de paarden inderdaad gaat om Arabieren, hebben we hier een leuke aanwijzing voor de verspreiding van die dieren, over de Zijderoute richting China. Het is zeker niet uitgesloten. We weten dat een eeuw later keizer Wu Di (r.141-87) zijn generaal Zang Qian naar het land van de Perzen (de “westelijke barbaren”) stuurde om daar de beroemde Niseïsche hengsten te kopen.

Als de rotstekeningen zijn wat wordt beweerd, kwamen er dus al eerder westelijke paarden over de Zijderoute naar het oosten. Die op afbeeldingen gebaseerde conclusie sluit heel mooi aan bij het grotendeels op DNA-bewijs gebaseerde beeld dat de laatste jaren aan het ontstaan is en waarover ik al eens blogde: of het nu gaat om de verspreiding van fruitbomen of mensen, er is meer migratie geweest tussen oost en west dan lang is aangenomen.

Dat gezegd zijnde: afgaande op de karige informatie die we krijgen, zou mijn eerste gok zijn dat de rotstekeningen jonger zijn. Die stijgbeugel lijkt me wel een probleem. Die gok laat echter onverlet dat ook als er later Arabieren over de Pamir naar het Verre Oosten zijn gebracht, er opnieuw een aanwijzing is voor de historische gewoonheid van migratie.

Deel dit:

5 gedachtes over “Paarden langs de Zijderoute

  1. “Het is al tijden bekend dat daar in de Oudheid rotstekeningen hebben gemaakt.”

    In deze zin ontbreekt het onderwerp.

    “Opnieuw een aanwijzing […] voor de historische gewoonheid van migratie.”

    “Gewoonheid” is lelijk Nederlands. Suggesties: “Opnieuw een aanwijzing dat migratie ook in de Oudheid veelvuldig voorkwam” of “een normaal verschijnsel was”.

  2. Thomas: in de betreffende zin ontbrak niet zozeer het onderwerp (wat op zichzelf juist is), maar werd een onjuiste persoonsvorm gebruikt, kennelijk als ‘slip of the pen’. Of het woord ‘gewoonheid’ lelijk Nederlands is, is een kwestie van smaak. Het is een normaal, zij het weinig gebruikt Nederlands woord dat gewoon in het Groene Boekje staat. Jona heeft het hier als een stijlfiguur gebruikt, wat bij mij in ieder geval werkte. Ook schoolmeester ?

    1. Wanneer Jona iets verkeerd schrijft is ’t in alle gevallen een ‘slip of the pen’, in mijn ervaring. Gebruik van “gewoonheid” is een kwestie van smaak (en Jona’s eigen inzicht). Daar zal ik niet over twisten. In het eerste voorbeeld kan “rotstekeningen” ook lijdend voorwerp zijn, wanneer je als onderwerp “mensen” toevoegt. Geen schoolmeester, wel een Pietje Precies. 🙂

  3. john

    Er zijn in Europa nauwelijks oost-Aziatische paarden gevonden, maar in China zijn vele voorbeelden van blanke Europese ‘Scythen’ die paarden leverden. Lees ‘Through the Jade Gate’ van John Hill.

    In dezelfde tijd die Jona noemde leefde in de Ordos, aan de zuidzijde van de Gele Rivier de Wu Sun, een blank Europees volk. Waarom zouden die geen Arabieren geleverd kunnen hebben?

Reacties zijn gesloten.