Gene Cernan

cernan
Ik was veertien of vijftien en sliep op een zolderkamer. Vlakbij mijn nachtkastje hingen de portretten van enkele jeugdhelden. Daaronder was ook Gene Cernan, de vandaag overleden astronaut. De eerste astronaut die vloekte in een openstaande microfoon – niet zo heel erg netjes natuurlijk, maar ook u zou “son of a bitch” schreeuwen als de motor van uw maanlander op het kritische moment niet aanslaat. Dat was tijdens de missie van de Apollo-10. Cernan werd berispt maar het brak zijn carrière niet: hij was commandant van de Apollo-17 en was de laatste mens die rondliep op de maan.

Misschien was hij ook de meest poëtische van de Gemini- en Apollo-astronauten. Waar zijn collega’s nuchtere ingenieurs waren die bezig waren met een technische missie, kon Cernan opmerken dat hij “de radio had willen afzetten om te genieten van de oorverdovende stilte”. Niet dat hij een zwever was, maar de laatste mens op de maan wist zijn verlangen om het onbekende te verkennen te combineren met een verlangen naar sereniteit.

Hij was dus de laatste mens op de maan. Het verlangen het onbekende te verkennen was bij de rest van de mensheid namelijk niet groot genoeg. Er is nog wat gerommeld met ruimtestations maar het is pas nu, een generatie later, dat we de echte exploratie hernemen. En het is niet alleen in de ruimtevaart dat de mensheid het heeft laten afweten. De generatie van Cernan heeft de pokken uitgeroeid, maar onze inspanning om ook het kwaad van malaria en lepra uit te bannen, was halfhartig.

Neil Armstrong, John Glenn, Gene Cernan: ze vertegenwoordigen een generatie die begreep dat het verkennen van het onbekende het beste in ons boven brengt en ons tot betere mensen kan maken.

We choose to go to the moon in this decade and do the other things, not because they are easy, but because they are hard, because that goal will serve to organize and measure the best of our energies and skills.

Als u de woorden niet herkent, en ook als u ze wel herkent, kijk dan nog even hier. Dan ziet u ook nog eens een Amerikaanse president die wél begrijpt dat wetenschap belangrijk is. Dat was een betere generatie, die het potentieel dat alle mensen hebben beter wist te realiseren dan wij. Wat is het toch triest dat van onze generatie niemand heeft rondgelopen op de maan en dat Cernan de laatste was.

Deel dit:

13 gedachtes over “Gene Cernan

  1. Daniël

    “was commandant van de Apollo-17 en was de laatste mens die rondliep op de maan.”

    Ik ben optimistisch. Ik zou aan die zin “voorlopig” willen toevoegen.

  2. Ben Spaans

    Goede kennis van de MB Marcel Hulspas betoogt al jaren dat er geen toekomst is voor de bemande ruimtevaart en geen toekomst voor de mensheid in het heelal. De aandacht voor een bemande reis naar Mars komt voor hem neer op volksverlakkerij…(Hij is van ellende maar islamoloog geworden blijkbaar)

    Ik hoop voor jou dat hij het mis heeft.

  3. MartijnR

    Hulspas heeft gelijk. Het idee van grondstoffen oogsten op de maan of volksverhuizingen vanaf de overvolle aarde naar mars zijn volstrekt onrealistisch. Reizen naar de maan en mars doe je omdat je grenzen wilt verleggen en voor de wetenschap. Het is in die zin misschien wel bijna net zo nutteloos als archeologie (…), maar beide zijn interessant en spannend. (ook ik ben met mijn vader in 1969 opgebleven om de eerste maanlanding live op tv te zien). Bovendien geeft een bijzondere prestatie in de ruimte (zoals – nog steeds – een bemande maanlanding), internationaal prestige. Vandaar dat de eersten die in de komende jaren op de maan gaan rondlopen Chinezen zullen zijn.

  4. Robbert

    Laten we eerst op deze aarde puin gaan ruimen voordat we weer naar het buitenaardse puin
    gaan…Wat is wetenschap waard als ze het menselijk gedrag niet ten goede kan beinvloeden?

  5. Nu ik je stukje opnieuw lees, zie ik dat je het doel van de alphawetenschappen, de mensen geestelijk rijker maken, toepast bij de betawetenschappen. Doe je dat bewust?

Reacties zijn gesloten.