Schaarse data, diepe haat

De Cyruscilinder. Dit is geen mensenrechtendocument.
De Cyruscilinder. Dit is geen mensenrechtendocument.

Ik heb wel vaker verteld: de Oudheid is zo belangrijk niet. We weten er heel weinig van. Welk onderwerp je ook bestudeert, je hebt te weinig informatie. Zelfs de 130.000 kleitabletten in het British Museum (100.000 ongepubliceerd), de bijna duizend Dode Zee-rollen en de archeologische data-explosie van de laatste jaren vullen maar heel weinig lacunes. Als een vraag een beetje complex en dus relevant wordt, staat een oudheidkundige al snel met zijn mond vol tanden.

Het fijne is hierdoor wel dat de Oudheid jouw idee over hoe het ooit is geweest zelden tegenspreekt. Let wel: het is niet altijd subjectief. Verschillende meningen zijn niet altijd “verschil aan inzicht” maar kunnen ook duiden op beter inzicht. Als je methodisch te werk gaat én alle beschikbare data bekijkt, is verbetering van oudheidkundige kennis wel degelijk mogelijk. Dat gaat weliswaar met kleine stapjes, maar we kunnen ze zetten en na verloop van tijd blijken we dan toch een eind te zijn opgeschoten. Dáár zit de vooruitgang in de wetenschap. Niettemin: het is vaak niet meteen te zien waarom een denkbeeld over de oude wereld niet kan kloppen.

Dit wordt problematisch als mensen de Oudheid een plaats geven in hun zelfbeeld. Moderne Grieken beschouwen het antieke Macedonië als Grieks, en hoewel daarvoor overtuigende argumenten bestaan, moeten hiervoor ook wat puzzelstukjes worden weggemoffeld. Het omgekeerde gebeurt in de staat Israël. Die heeft een “claim op het land” die via de Oudheid wordt gedocumenteerd en daarbij worden bepaalde puzzelstukjes overdreven zwaar belicht.

Het probleem gaat echter verder dan dat mensen die de Oudheid voor hun zelfbeeld nodig hebben, de schaarse data ondeskundig gebruiken. Zelfbeelden zitten heel diep en als je mensen erop wijst dat dingen anders in elkaar steken dan ze denken, voelen ze zich al snel persoonlijk aangevallen. Daardoor kunnen discussies escaleren.

Ik heb ooit eens geopperd dat het Babylonische materiaal, waarin de namen van enkele Macedonische leiders staan genoteerd, zou kunnen worden gebruikt om te reconstrueren hoe Macedoniërs het Grieks uitspraken. Dat is, al zeg ik het zelf, geen gekke gedachte. We weten bijvoorbeeld zeker dat de Griekse naam Ferenike door de Macedoniërs werd uitgesproken als Berenike. Door eraan te herinneren dat er een talig verschil was tussen de Macedoniërs en hun zuiderburen, kreeg ik echter het verwijt dat ik een fascist was.

Verder wist degene die me beschuldigde ook zeker dat ik anti-Grieks was en de theorieën steunde dat Alexander de Grote behoorde tot de Slavische bevolking. Het was wonderlijk hoe vaak ik, van verschillende afzenders, steeds weer dezelfde lijst met argumenten kreeg toegemaild dat de Macedoniërs al 3500 jaar Grieks waren. Het idiote is natuurlijk dat “je deelt de Griekse mening over de taal niet” de vervolgstap totaal niet rechtvaardigt dat iemand dus vóór de (rijkelijk stompzinnige) theorieën moet zijn dat er al een millenium vóór de Slavische invallen een proto-Slavische bevolking op de Balkan zou hebben gewoond.

Ander voorbeeld: als je constateert dat de Cyruscilinder (een spijkerschrifttekst waarover ik hier al uitgebreid schreef) géén humaan mensenrechtenbeleid documenteert maar is gerecycled uit oude Assyrische teksten, word je beschouwd anti-Iraans. “Anti-Iraans” betekent hier overigens dat je de officiële propaganda van de laatste sjah niet onderschrijft. Ook hier is een vervolgstap die totaal niet voortkomt uit de oorspronkelijke constatering: omdat ik anti-Iraans zou zijn, moest ik op de loonlijst staan van het regime van de islamitisch republiek.

Grappig is overigens dat de islamitische republiek, die in feite geen standpunt heeft over het voor-islamitische verleden, de ideeën van de sjah over de Cyruscilinder als mensenrechtendocument regelmatig overneemt. Zo heeft het kunnen gebeuren dat ik in een Iraanse uitgave van een paar jaar geleden ben gehekeld als agent-provocateur van de zionistische entiteit in Palestina.

Een derde voorbeeld betreft het DNA-onderzoek dat suggereert – het bewijs is nog niet volledig rond – dat het deel van de mensheid dat zo’n tienduizend jaar geleden in het noordelijke Midden-Oosten de akkerbouw ontwikkelde, daarna zijn pigment verloor. De pigmentlozen, te herkennen aan haplogroep E1b1b, migreerden vervolgens langs de westelijke en zuidelijke mediterrane kust tot aan Marokko. Als dit klopt, bevestigt het de antropologische conclusie dat de Egyptische bevolking blank was (en, naarmate je zuidelijker kwam, donkerder werd), en dat staat haaks op het afrikanistische idee dat de oude Egyptenaren zwart waren. Als ik zoiets met instemming aanhaal, mag je constateren dat ik het afrikanisme niet deel, maar de vervolgstap dat ik dus een hekel heb aan zwarte mensen komt daar niet logisch uit voort. Desondanks word je wel als racist getypeerd.

Voorbeeld vier: als je zegt dat je de evangeliën dient te lezen zoals elke andere antieke bron, wijs je het Jezusmythicisme af. En Jezusmythicisten kunnen vervelend zijn – ik heb bijvoorbeeld een stalker. De vervolgstap van mythicisten is dat je, omdat je het idee afwijst dat Jezus een mythisch persoon is, wel een gelovige christen of jood moet zijn.

“Waarom dit stukje?”, zo vraagt u zich af, want u als vaste lezer van deze kleine blog ziet me niet aan voor racist, fascist, moslim- dan wel christenfundamentalist.

Nou, dat heeft alles te maken met een stukje dat ik in de pen heb voor morgen of overmorgen. Dat stukje begint met de constatering dat er weinig overheden zijn geweest die meer deden om de wetenschap te bevorderen dan de Sovjet-Unie. Omdat ik kan voorspellen dat dat gelijk zal worden uitgelegd als “Lendering reageert op het antiwetenschappelijke beleid van Donald Trump” en dat dan de vervolgstap komt “en Lendering omhelst het communisme”, wilde ik de drogredenering even hebben beschreven.

Het komende stukje, moet u weten, is geïnspireerd door een gesprek dat ik vorige maand in Utrecht heb gehad. Dat ging gewoon over dingen die Nederlandse archeologen en historici zoal bezighouden en de communistische archeologie kwam daarin terloops voorbij. Het leek me aardig erover te schrijven, want het onderwerp sluit mooi aan bij een motief dat de laatste weken wel vaker in deze kleine blog naar voren is gekomen: dat de negentiende eeuw in de oudheidkundige disciplines nog steeds actualiteit bezit.

Daarover dus binnenkort meer.

Deel dit:

19 gedachtes over “Schaarse data, diepe haat

  1. Hans van der Valk

    Met deze blog stem ik volledig in. Men trekt vaak de conclusie, dat je iets ben, omdat je iets anders niet ben. Meestal leidt dat door belachelijke conclusies, omdat de werkelijkheid ingewikkelder is.

  2. Oom Paspasu

    Off-topic:

    U heeft eens eerder over ongepubliceerde kleitabletten geschreven en daar wilde ik nog iets over kwijt. In het verleden zijn kleitabletten in grote hoeveelheden gepubliceerd (voor het British Museum in de CT reeks), maar omdat een groot deel van het materiaal an sich niet zo interessant is, doet men dat niet meer zo. Een assyrioloog gespecialiseerd in een bepaald onderwerp weet vrij goed wat er op dat gebied nog aan ongepubliceerde teksten in de collecties ligt. Als onderdeel van zijn onderzoek publiceert hij relevante teksten.

    Economische teksten zijn talrijk en we kunnen een aardig beeld krijgen van de handel, maar de data zijn te incompleet om die handel te kunnen kwantificeren. Het publiceren van elke tekst heeft dus geen prioriteit. Daarnaast zijn dergelijke teksten het interessantst wanneer ze in archiefverband bestudeerd kunnen worden, wat bij de teksten in westerse musea, die veelal uit oude, slecht gedocumenteerde opgravingen of van de antiekmarkt komen, vaak moeilijk is.

    Desalniettemin is er wel een probleem met publicatierechten waar niets mee gedaan wordt en bijbehorende vriendjespolitiek.

  3. klaas hielkema

    Het is toch wel slecht gesteld met de wereld, als iemand al voordat hij een stukje publiceert, maar vast z’n verdediging tegen valse beschuldigingen, die zeker zullen komen, moet optuigen!

    1. Valt wel mee hoor. Het hoort een beetje bij mijn werk. Veel ergerlijke is dat de universiteiten zo weinig doen om duidelijk te maken dat er kwaliteitsstandaards zijn. Mijn leven zou een stuk makkelijker zijn als er websites waren waarop de methode werd uitgelegd.

      1. Wordt het geen tijd voor een dikke knop bovenaan de website waarmee de bezoeker in één klik naar een pagina over de methode wordt geloodst? Dat kan ook een verzameling zijn van de stukjes die u daaraan heeft gewijd.

        1. Ik zit aan iets soortgelijks te denken. Een reeks “methode op maandag” of zoiets. Eén probleem is dat het het leukst is als het een positieve toon heeft, maar dat het makkelijker leest als ik het ophang aan evidente blunders. Ik ben er nog niet helemaal uit. Eén ding is echter duidelijk, namelijk dat we niet op de universiteit moeten wachten om te onderstrepen dat geschiedenis een wetenschap is. Misschien moet ik de reeks wel “de universiteit heeft geen recht van spreken meer” noemen?

          1. Die laatste titel-suggestie is wellicht niet serieus bedoeld. Mij lijkt dat geen goede titel. Als je wilt dat het grote publiek je informatie weet te vinden, moet de titel helder en eenduidig zijn. Positief i.p.v. negatief. “Hier gaat het om” i.p.v. “hier gaat het niet om”.

            Wat de positieve toon van de stukjes zelf betreft: Methode kan ook worden uitgelegd aan de hand van historische voorbeelden, Uw stuk over Scaliger is een goed voorbeeld: boeiend, positief en verhelderend. Als u zich over recente blunders te kwaad maakt, kunnen blunders uit voorbije eeuwen ook als voorbeeld dienen. Die eeuwige 19e eeuw, bijv.

          2. Willem Kranendonk

            Iets essentieels is weggevallen in: ” Eén ding is echter duidelijk, namelijk dat we [+ niet op] de universiteit moeten wachten om te onderstrepen dat geschiedenis een wetenschap is.”

  4. mnb0

    Ik zeg altijd maar: als je en op de loonlijst van het regime van een bepaalde islamitische republiek staat en een agent provocateur bent van een zionistische entiteit en iedereen kan dat open en bloot lezen, nou, dan doe je iets heel erg goed.
    Er valt wel iets aan te merken op de wetenschappelijke bevordering in de SU. De atoombom verkregen ze door ouderwets landverraad, Trofim Lysenko hielp in opdracht van Stalin de landbouw zowat om zeep en wat ze de atmosfeer in en uit schoten verdiende vaak de naam raket niet.

  5. Manfred

    “Door eraan te herinneren dat er een talig verschil was tussen de Macedoniërs en hun zuiderburen, kreeg ik echter het verwijt dat ik een fascist was.”

    Vroeger moest je om een beetje fascist te kunnen zijn nog een heel dorp een brandende kerk in jagen. Tegenwoordig volstaat daarvoor een zienswijze over uitspraak. Ik bespeur toch enige vooruitgang in de beschaving.

  6. jan kroeze

    Allejezus, een stalker? Dat is echt heel vervelend!!! Daar zul je iets aan moeten doen ljikt me!
    jan kroeze/ velsen-noord

  7. Gijs Grob

    het blijft heel moeilijk voor mensen om wetenschap en ideologie uit elkaar te houden, zo blijkt…

  8. In mijn Griekse tijd (1992-5) heb ik ook veel haat over me heen gekregen. Vooral omdat ik meende dat de staat Macedonië best die naam mocht gebruiken, en omdat ik van Turcofilie werd verdacht, maar ook gewoon omdat ik Nederlander was. Zo werd mij bij voorbeeld verweten dat Erasmus een bepaalde visie had over de uitspraak van het klassiek Grieks.

    1. Nederland had het daar, bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek, ook wel naar gemaakt. Hij had behoren te weten dat de Macedonische kwestie gevoelig lag in Griekenland. De eerste bankbiljetten van de FYROM, met daarop de Witte Toren van Thessaloniki, en een wapen met de “zon van Vergina”, die de Grieken net voor zichzelf aan het claimen waren, hadden de verhoudingen op het zuidelijke Balkanschiereiland behoorlijk op scherp gezet en Van den Broek liep als een olifant door de porseleinkast.

Reacties zijn gesloten.