Communistische archeologie (1)

Zomaar eens een foto van een archeologische stratigrafie
Zomaar eens een foto van een archeologische stratigrafie

Er zijn – zie mijn voorbehoud gisteren – maar weinig overheden geweest die méér hebben gedaan om de wetenschap te bevorderen dan de Sovjet-Unie. Logisch, want het communisme is er, net als het liberalisme en het socialisme, van overtuigd dat de mens van nature goed en creatief is, en dat vooruitgang mogelijk is als mensen deze eigenschappen kunnen ontplooien. Hoewel liberalen daarbij geloven dat de dynamiek zit bij het individu, terwijl de marxistische traditie de motor van de vooruitgang zoekt in de spanningen tussen de diverse klassen, delen deze stromingen een optimistisch mensbeeld.

De grote triomf van de negentiende-eeuwse archeologie was dat ze bewees dat die vooruitgang ook werkelijk heeft bestaan. Anders geformuleerd: de menselijke geest kreeg steeds meer vat op de natuur. Dat vinden wij vanzelfsprekend, maar daar is weleens anders over gedacht: aan het begin van de negentiende eeuw verklaarde men de verschillen tussen de diverse culturen nog met de aanname dat niet alle mensen na het vertrek uit de Hof van Eden even ver waren gedegenereerd. De Patagoniërs waren bijvoorbeeld zo primitief omdat ze zo ver weg waren getrokken. De negentiende-eeuwse archeologen hebben dit op de Bijbel teruggaande beeld echter weerlegd en ik heb er al eens op gewezen dat dit een Halbe Zijlstra, die als staatssecretaris van cultuur niet wist wat hij moest met “musea vol opgegraven potten en pannen”, toch zou hebben moeten interesseren: empirisch bewijs voor een belangrijke liberale aanname.

In de twintigste eeuw kwam de discussie over de “motor” achter de vooruitgang op gang en dat gebeurde niet toevallig in de Sovjet-Unie. En niet alleen omdat dat een communistisch land was. In de voorgaande eeuw had Rusland een grote aristocratie gehad die enkele rechten had die westerse aristocraten niet bezaten, zoals het eigendom van alles wat op hun landerijen werd gevonden. Menig grootgrondbezitter was geïnteresseerd in archeologie, want als hij in bijvoorbeeld een grafheuvel op zijn land wat gouden voorwerpen vond, mocht hij ze houden. De aristocratische oudhedencollecties waren daardoor vrij groot. Voor zover de grootgrondbezitters hun verzamelingen niet zelf nalieten aan het Hermitage-museum, eindigden ze daar wel na de Russische Revolutie.

Een gevolg was dat de Sovjet-archeologen beschikten over een enorme schatkamer vol Skythische voorwerpen die niet zomaar viel te interpreteren door er een Griekse of Romeinse tekst op los te laten. Veel meer dan uitgebreide beschrijvingen van de vondsten en vondsttypen konden de oudheidkundigen niet geven, maar zo wisten ze wel te komen tot een op de materiële cultuur gebaseerde oude geschiedenis. In feite vulden de Russische archeologen Oscar Montelius aan, over wie ik al eens eerder blogde: de vader van de Europese prehistorie. Daar kwam nu dus een Centraal-Aziatische prehistorie bij.

En laat nu net de prehistorie in het oeuvre van Karl Marx vrijwel onontgonnen terrein zijn. Hij had wat vage noties over een Aziatische productiewijze die ooit lang geleden in het Midden-Oosten zou hebben bestaan, maar had die nauwelijks uitgewerkt. Zijn belangstelling gold immers vooral de overgang van de feodale naar de kapitalistische wereld. Wel had zijn vriend en naaste medewerker Friedrich Engels gekeken naar de studies van de antropoloog Lewis Morgan, maar heel solide waren die niet. De communistische archeologie i/o had dus een mooi veld voor zich waar ze een bijdrage konden leveren aan het dialectisch materialisme: de reconstructie van de vroegste productiewijzen.

Een communistische archeologie was des te aantrekkelijker omdat het aansloot bij een slimme hint die Marx in Das Kapital had gegeven: oude voorwerpen waren niet alleen artistiek te interpreteren, maar waren ook te beschouwen als uiting van de productiekrachten in de samenleving die ze had voorgebracht. Dit spreekt nu natuurlijk vanzelf, maar was ooit een nieuw denkbeeld. Het is de tragiek van klassiek geworden gedachten dat niemand zich later herinnert hoe revolutionair ze ooit zijn geweest. (Nu ik dit schrijf vraag ik me af of Marx, die Das Kapital schreef in de bibliotheek van het British Museum, misschien op het genoemde idee kwam doordat de antieke voorwerpen daar destijds vooral werden gepresenteerd in een kunsthistorische context, zonder veel verdere duiding.)

Zo lagen de kaarten dus toen Vladislav Ravdonikas in 1929 een lezing hield waarin hij de archeologie hekelde als een bourgeois-wetenschap: in “Voor een Sovjet-geschiedenis van de materiële cultuur” eiste hij een communistische archeologie. Dat klinkt als academische newspeak, maar dit was meer dan hol gepraat.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

11 gedachtes over “Communistische archeologie (1)

  1. mnb0

    “het communisme is er, net als het liberalisme en het socialisme, van overtuigd dat de mens van nature goed en creatief is”
    Nee. Het communisme is er van overtuigd dat de mens van nature geheel en al wordt bepaald door zijn economische omstandigheden. Het combineert dat met historische noodzakelijkheid a la Hegel en leidt daar een voorspelling uit af: na de Verelendung de proletarische revolutie en daarna via de dictatuur van het proletariaat de klasseloze maatschappij. Vooruitgang is dus net zo onafwendbaar als het vollopen van je wasbak als je de kraan opendoet.
    Omdat die voorspelling gebaseerd is op een bepaalde interpretatie van de menselijke geschiedenis had de SU zoveel belangstelling voor archeologie. Friedrich Engels schreef al een analyse van een laat-Middeleeuwse boerenopstand in Engeland. Marx moest bevestigd worden.

      1. Ik evenmin maar Marx’ antropologie is voor mijn stukje gelukkig niet zo heel erg belangrijk.

        Mijn zakenpartner en ik zijn het er overigens over eens dat een marxististisch metriekstelsel beter zou zijn geweest dan het huidige. Niemand heeft het immers ooit over een femtogram of een zeptojoule. Het is toch veel leuker om een grouchometer, een harpovolt, een chiconewton, een gummoseconde en een zeppokelvin te hebben?

  2. Manfred

    “Menig grootgrondbezitter was geïnteresseerd in archeologie, want als hij in bijvoorbeeld een grafheuvel op zijn land wat gouden voorwerpen vond, mocht hij ze houden.”

    Dat riekt meer naar schatgraverij dan archeologie. Ik kan me voorstellen dat hiermee veel context is weggegraven.

    1. Ja, dat is zo. Je kunt het die tsaristische Russen niet kwalijk nemen: het gebeurde destijds overal. En bedenk dat context ook tegenwoordig nog niet in ieders hoofd staat gegrift.

  3. Roger van Bever

    Ik sluit niet uit dat je gelijk hebt met het feit dat de Sovjet-Unie veel gedaan heeft voor de archeologie en de drijfveren die daarvoor verantwoordelijk waren vóór 1929. Daarvoor ben ik niet deskundig genoeg. Ik ben wel benieuwd naar het vervolg van je blog.

    De Sovjet-Unie heeft veel bijgedragen aan allerlei uitvindingen (denk aan ruimtevaart), maar in andere wetenschappen viel dat enorm tegen, namelijk omdat de partij voortdurend dicteerde welke kant het op moest gaan. Zo werd de kwakwetenschappers als Lysenko jarenlang ondanks zijn absurde theorieën over genetica en biologie de hand boven het hoofd gehouden.
    Het darwinisme werd als een bourgeoistheorie beschouwd.

    In dat verband is het leuk om een interview met twee Gentse professoren over de wetenschappelijke prestaties of liever het gebrek eraan (wetenschap met een sovjetgezicht).
    Er werden wel uitvindingen gedaan tot meerdere eer van de Sovjet-Unie, maar het geld voor toepassingen ontbrak.

    http://steentijd.schamper.be/547/wetenschap-met-een-sovjetgezicht

    Ik wil ook nog herinneren aan het feit dat Russische psychiaters jarenlang van buitenlandse congressen geweerd zijn vanwege hun medewerking aan het repressieve stalinistische regime.

    Wellicht geldt dit allemaal niet voor archeologie, maar ik ben wel benieuwd naar het vervolg van je verhaal.

    Wat de rest van de wetenschap en je kunt er ook nog de literatuur en de kunst bij noemen moest het allemaal wel aan de Sovjet-ideologie beantwoorden en er zijn dan ook heel wat wetenschappers naar de kampen verdwenen of in ieder geval wel buiten het zicht van de pers gehouden. Denk aan Sacharov vanwege zijn terechte kritiek op de grove schending van de mensenrechten.

  4. eduard

    Halbe Zijlstra is helemaal geen liberaal, hij is een onversneden reactionair. Hij heeft dus geen optimistisch maar een inktzwart mensbeeld. Het trivialiseren van de wetenschap (musea vol potten en pannen), het aanwakkeren van de cultuurstrijd (moord op Zwarte Piet), het kwaadspreken van mensen die aan onze genade overgeleverd zijn (ze willen gratis borstvergroting of zo), ze passen allemaal in de denkwijze van een politicus die een gecultiveerde rancune en onwetendheid van de kiezers van het allerhoogste belang acht voor het voorbestaan van zijn politieke carrière en zijn partij, want als het fatsoenlijke en goedwillende mensen waren, zo vreest hij, zou hij een vak moeten gaan leren. Hij heeft ongelijk, ook fatsoenlijke en goedwillende mensen stemmen op de VVD (ik niet, maar daar gaat het niet om).

  5. Godfried

    Een zijstraat, maar mooi genoeg om even op in te gaan. “Het communisme is er, net als het liberalisme en het socialisme, van overtuigd dat de mens van nature goed en creatief is”.
    Altijd gedacht dat ‘van ieder naar zijn vermogen, aan ieder naar zijn behoefte’ van Marx kwam, maar google weet dat het van Saint Simon was. Waarop de kritiek van Marx dus niet was dat het niet klopte, maar dat het ‘utopisch’ in plaats van ‘wetenschappelijk’ zou zijn. Gelukkig had hij het historisch materialisme om daar iets aan te doen. Ondertussen zie ik dat heel het spectrum van anarchisten tot troskisten het claimt. Zou grappig zijn als het niet zo schadelijk was geweest.
    Daartegenover Johannes Paulus II, ‘de fundamentele fout van het socialisme is van anthropologische aard’ –de mensvisie zo men wil.
    Goed, ik ben benieuwd naar de prestaties van de communistische archeologie.

  6. Kees

    De wetenschappelijke vooruitgang en de belangstelling voor archeologische diepgraverij in de Sovjet-Unie hebben weinig gemeen met de communistische opvattingen over de mens als een “van nature goed en creatief wezen”.
    De bezetenheid van Marx om te polemiseren en ‘afvalligen’ keihard aan te vallen, getuigt niet van enig begrip van de menselijke psyche. Het is hem niet eens echt kwalijk te nemen, want de wetenschap van de psychologie kwam pas tot ontwikkeling ná Marx.
    De communistische strijd om ‘de juiste lijn’ was altijd keihard. Royementen en scheuringen in de beweging leken ‘van nature’ bij het communisme te horen. Bij Stalin en Mao deden mensenlevens er weinig toe. Mensen waren eerder ‘van nature niet te vertrouwen’.

Reacties zijn gesloten.