Koningen van Nubië

Standbeelden van enkele koningen uit Nubië, gevonden in Dukki Gel (Museum van Kerma)

Wie schrijft over de Oudheid heeft nogal wat clichés om te vermijden. In de tekst die ik momenteel lees is sprake van de “geoliede Romeinse oorlogsmachine” en samenpakkende “oorlogswolken”. Romeinen zijn immers altijd agressief, militaristisch en imperialistisch. Grieken zijn daarentegen altijd weer geniaal en erotisch. “Romeinen komen van Mars, Grieken van Venus”, zoals de vooroordelen een tijdje geleden werden uitgevent. Ondertussen vinden archeologen voortdurend “schatten”, identificeren ze “verloren beschavingen” en lossen ze “raadsels” op. Geen wonder dat mensen de oudheidkunde niet langer serieus nemen. En dit stukje gaat over, jawel, “zwarte farao’s”.

Nubië en Egypte

Ten zuiden van Egypte lag Nubië of Kush, waar in de loop der eeuwen diverse koninkrijken hebben bestaan. Eén daarvan, weleens aangeduid als Napata, slaagde er in de late achtste eeuw v.Chr. in Egypte te onderwerpen, waar de Nubische heersers bekendstaan als de Vijfentwintigste Dynastie. Het voortaan verenigde koninkrijk bleek kwetsbaar voor aanvallen vanuit het noorden, aanvallen die onvermijdelijk werden toen de Assyriërs Syrië en de Fenicische steden hadden onderworpen. Het kleine tempelstaatje Jeruzalem wist maar nauwelijks buiten het Assyrische rijk te blijven.

In 673 v.Chr., toen de Kushieten al zo’n halve eeuw over Egypte hadden geregeerd, was het zover: de Assyriër Esarhaddon viel Egypte binnen. Hij werd aanvankelijk verslagen en kreeg zelfs nog te maken met opstanden in het achterland, maar in 671 waren de Assyriërs terug en rukten ze op tot aan Memfis. Eén van de overwinningsmonumenten is te zien aan de Nahr al-Kalb, waar Esarhaddon een reliëf liet aanbrengen tegenover een ouder reliëf van Ramses II. Het moest duidelijk zijn hoe de verhoudingen waren omgekeerd.

Of toch niet? Er waren opstanden in Tyrus en Ashkelon, die de Assyrische koning weliswaar wist te onderdrukken, maar die ook een kans boden aan farao Taharqo om terug te komen (669 v.Chr.). Esarhaddons opvolger Aššurbanipal hield nog één keer verwoestend huis in Egypte maar begreep dat het land te ver was om effectief te besturen en wees een onderkoning aan, Necho. De nieuwe heerser versloeg Taharqo’s opvolger Tanwetamani toen deze omstreeks 664 probeerde terug te keren. De afstammelingen van Necho, de Zesentwintigste Dynastie, zouden Egypte later onafhankelijk maken van Assyrië en nog ruim een eeuw heersen.

Nubische koningen

De Kushitische vorst Tanwetamani bleef heersen in Napata en werd daar opgevolgd door Atlanersa. Daarop volgden Senkamanisken, Anlamani en Aspelta. De beeldengroep hierboven toont dit laatste drietal, samen met Taharqo en Tanwetamani en twee niet-geïdentificeerde koningen. Eén daarvan zal Atlanersa wel zijn geweest, wat betekent dat het laatste beeld een afbeelding zal zijn geweest van Taharqo’s voorganger Shebitqo.

De beelden zijn in 2004 gevonden naast een tempel in Dukki Gel, een fort dat de Kushitische stad Kerma beschermde. Ze zijn te zien in het museum van Kerma. Het opmerkelijke is dat de beelden zorgvuldig en met enkele kostbaarheden van goud en lapis lazuli zijn begraven nadat ze door iemand met een bronzen beitel waren ontsierd. Blijkbaar is er dus een vernieler geweest en blijkbaar waren er na diens vandalisme nog mensen die de kostbare beelden eervol aan het zicht konden onttrekken.

De meest waarschijnlijke verklaring is dat de vernieler een soldaat is geweest uit het leger van farao Psamtek II, een achterkleinzoon van de zojuist genoemde Necho. Rond 593 v.Chr. rukte Psamtek langs de Nijl op naar het zuiden, waar hij grote verwoestingen aanrichtte. Koning Aspelta van Kush zou echter nog twintig jaar regeren en had dus alle gelegenheid om in Kerma en Dukki Gel reparaties uit te voeren.

Niet veel later werd Napata als hoofdstad van Kush ingeruild voor Meroë, dat verder stroomopwaarts lag. Er is wel geopperd dat dit samenhing met het succes van de Egyptische aanval van 593, maar in feite weten we te weinig over het Nubië van deze tijd om met zekerheid uitspraken te doen.

[Dit was de 198e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit: