Klassieke literatuur (5d): geschiedschrijving

Kleio, de muze van de geschiedschrijving (Archeologisch museum van Sousse)

[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich werkelijk in de klassieke letteren wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit aanschuiven bij een collegereeks. Voor de Latijnse literatuur kun je verder Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus lezen, maar voor de Griekse en christelijke literatuur bestaat zo’n boek niet.]

Na stukjes over Herodotos en Thoukydides, de hellenistische en republikeinse geschiedschrijving en enkele auteurs van de vroege keizertijd, komen we nu bij de Late Oudheid.

De christenen namen het genre van de geschiedschrijving over. Net als de joodse auteurs van de boeken der Makkabeeën en Flavius Josephus hadden ze de gewoonte om in hun verslagen oudere documenten te citeren om zo de betrouwbaarheid van hun verhaal te bewijzen. Dat geeft aan zulke teksten een heel eigen karakter, maar roept wel de vraag op hoe betrouwbaar de citaten zijn. Omdat we de originelen soms kennen mogen we concluderen dat de christelijke auteurs de kluit niet belazerden, maar we hebben soms wel de indruk dat ze wat al te goedgelovig zijn geweest. In elk geval is Eusebios’ Kerkgeschiedenis boeiende lectuur: schrijvend nadat het christendom werd toegestaan maar voordat het zijn dogmatieke eenheid had gevonden, biedt hij rijke documentatie over de eerste eeuwen van het christendom. Er is een Nederlandse vertaling van Chr. Fahner, die ik niet heb gelezen.

Ik noem ook Prokopios, die fascinerende en belangrijke boeken heeft geschreven over de oorlogen van keizer Justinianus (midden zesde eeuw). Helaas zijn ze nooit in het Nederlands vertaald en is de Loeb-vertaling maar op weinig plaatsen te krijgen. Ik geloof dat ’ie online alleen op een betaalsite ligt.

Wat wél toegankelijk is, zijn de Verzwegen verhalen, waarin Prokopios alles oplepelt dat negatief is over Justinianus, zijn echtgenote, zijn generaal Belisarius en diens echtgenote. Het gaat dus om informatie die Prokopios blijkbaar wel had maar niet wilde of kon publiceren in zijn eigenlijke werken. Dat klinkt leuk, een roddelkroniek, maar ik beken dat de eindeloze opsomming van laster en smaad mij nooit lang kon boeien. Ik heb het boek daarom beetje bij beetje gelezen. Dat ligt niet aan de vertaling van Hein van Dolen, die mooi genoeg is, maar aan het feit dat Prokopios domweg nooit iets positiefs zegt en nooit verrast. Het is een beetje zoals GeenStijl: na een paar negatieve stukjes heb je wel door hoe het volgende zal zijn, verrast het niet meer en gaat het vervelen.

Ik nader het einde van deze reeks over antieke geschiedschrijvers. Ik heb drie auteurs overgeslagen: Josephus, Appianus en Ammianus Marcellinus. De eerste twee komen nog aan bod. De laatste, de auteur van een overtuigende en eerlijke krijgsgeschiedenis van de late vierde eeuw, noem ik omdat de vertaling (a) goed is en (b) toch enkele problemen illustreert. Vertaler Daan den Hengst weet werkelijk alles over Ammianus en is medewerker aan het belangrijke wetenschappelijke commentaar op deze tekst. Hier had dus echt iets prachtigs kunnen ontstaan, maar de vertaling had evengoed in de jaren tachtig kunnen zijn gepubliceerd: ze leest prettig en is inhoudelijk goed becommentarieerd, maar de ambitie heeft ontbroken een eigentijdse norm te halen.

Dit bedoel ik niet als een persoonlijke aanval op de vertaler en zijn uitgever, die het goed bedoelen, maar wat geldt voor Ammianus – gerenommeerde auteur met een boeiend verhaal, gerenommeerde vertaler met toegang tot de fondsen voor wetenschapsvoorlichting, gerenommeerde uitgever met een groot bereik, maar desondanks niet wat we redelijkerwijs mogen verwachten – geldt voor zoveel vertalingen van antieke historiografie. Er is geen reden deze teksten, die behoren tot het toegankelijkste en boeiendste materiaal uit de oude wereld, niet op een eigentijdse wijze te presenteren aan het grote publiek. Dit zijn teksten waarmee we kunnen tonen dat de klassieken het verdienen gehoord te worden in het maatschappelijk debat. Maar het ontbreekt aan ambitie.

En dat is bizar. De klassieken zijn, welhaast per definitie, een aansporing het beter te gaan doen. De Romeinen hadden er geen bezwaar tegen te erkennen dat de Grieken standaards hadden neergezet en streefden ernaar zich daaraan op te trekken. De middeleeuwers zagen de Grieken en Romeinen als de reuzen op wier schouders zij zaten. In de Nieuwe Tijd zag men in de ouden voorbeelden die men wilde imiteren of zelfs overtreffen. Maar onze generatie, onze generatie beperkt zich ertoe de klassieken te lezen. Van Dolens Herodotos en De Vries’ Pogrom in Alexandrië niet te na gesproken tonen veel vertalingen dat we de klassieken niet langer beschouwen als aansporing onszelf te verbeteren of onze cultuur te verrijken. De ambitie ontbreekt om de klassieken nog maatschappelijk betekenis te laten hebben.

Deel dit:

5 gedachtes over “Klassieke literatuur (5d): geschiedschrijving

  1. Berend Vink

    Aanvulling: Engelse vertalingen van Prokopios’ teksten zijn gratis te downloaden van http://www.gutenberg.org/catalog/ Dat betreft “History of the Wars, Book I ,II, III and IV” en “The Secret History of the Court of Justinian”. Vul als zoekterm Procopius in.

  2. Rutgerius44

    …. Hier had dus echt iets prachtigs kunnen ontstaan, maar de vertaling had evengoed in de jaren tachtig kunnen zijn gepubliceerd: ze leest prettig en is inhoudelijk goed becommentarieerd, maar de ambitie heeft ontbroken een eigentijdse norm te halen…..

    Jona, ik veronderstel dat je dus ook bent voor een zgn. ‘doelvertaling’ i. p. v. een ‘bronvertaling’.Ik heb ook een rijksdiploma Tolk-Vertaler Frans behaald na mijn beroepsleven als arts, maar heb nooit literaire teksten vertaald, behalve soms in mijn opleiding. M.i. zijn de criteria voor een goede vertaling: respecteer de inhoud, maar volg de brontekst niet op de voet. Lever een vertaling die voor een moderne lezer in de doeltekst dus, vlot leesbaar is, in hedendaags Nederlands, met uiteraard vermijding van anachronismen. De lezer moet niet merken dat het een vertaling is. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan.
    Toen ik op de humaniora zat, had ik de twee deeltjes van J. Van Ijzeren uit de Prismareeks. Die heb ik stukgelezen, maar destijds (eind jaren vijftig, begin jaren zestig) had je als scholier er geen idee van of wat over sommige schrijvers gezegd werd ook allemaal klopte. Ik had ook het boek van Bartelink, maar vond dit maar een erg droge opsomming.

    Dat de ideeën over vertalen wat betreft het kwetsen van tere zieltjes in de jaren negentig nog niet ‘helemaal’ veranderd waren, is te lezen in dit artikel:

    http://www.tijdschrift-filter.nl/jaargangen/1994/12/ongelikte-po%C3%ABzie-de-priapea-50-55.aspx

    Ik heb inmiddels al veel gehad aan Gerbrandy, maar ook aan het boekje van Pfeiffer.

    In mijn Latijnse leesclub vertalen we momenteel Livius, helemaal kapot ben ik er niet van.
    Ik heb echt veel aan deze stukken van jou. Ik vind het ook goed dat je een uitgesproken mening hebt over schrijvers. Momenteel lees ik een Franse vertaling van Florus’ Epitome. Ik kocht het als e-book bij Amazon voor een habbekrats. Op Livius.org vond ik vooral negatieve kritiek over hem, maar toch ook een lichtpunt, met name over de ‘gaten’ die hij opvult uit de lacunes in het werk van Livius. Het heeft in ieder geval de verdienste dat het overzichtelijk is.
    Vraag: ik mis Plutarchus of heb ik er over heen gelezen. Het zijn weliswaar biografieën, maar toch had ik graag jouw mening over hem gehoord.

  3. Erik Hofmans

    Ik zou graag een nadere toelichting willen lezen op je kritiek op de vertaling van Den Hengst.

    1. Er staat een uitgebreider stuk op mijn blog. Ik kan van mijn telefoon niet linken, maar er is een zoekmachine rechtsboven.

      Bottom line is dat de Baskerville-reeks geen Landmark-reeks is en de ambitie in ons land ontbreekt om met de tijd mee te gaan. Terwijl de universiteiten het geld hebben via de eerste geldstroom.

  4. John

    De Loeb classics van Procopius (met c & u) zijn gewoon op de Amerikaanse Amazon.com verkrijgbaar. Inclusief de Secret History en On Buildings. Het kan zijn dat u genoegen moet nemen met een 2e hands exemplaar, maar daar zie ik geen nadeel in, immers die is goedkoper en nog steeds zoals alle Loebs onverslijtbaar.

    Er is ook een ‘revised edition’ van DeWing’s vertaling verkrijgbaar. Dat is dus de gereviseerde Loeb, gemaakt door dè Procopius-specialist Kaldelis.

    Kaldelis heeft bovendien de Secret History opnieuw vertaald en geannoteerd. Dit is inmiddels dè standaard versie voor de academische wereld voor zover ik weet.

Reacties zijn gesloten.