Thee met Olaf Kaper

tithoes_sII_kmkg
Toetoe (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik woorden als “doorbraak” of “Nobelprijs” hoor, haak ik al vrij snel af. Dat wetenschap door de revolutionaire, onverwachte inzichten van geniale onderzoekers zou voortschrijden, is een romantische mythe en zegt weinig over wat onderzoek nou echt is. Dat heeft meer te maken met een gestage aanwas van data. Niet dat er nooit iets nieuws gebeurt. De oudheidkunde krijgt er momenteel toch maar mooi het DNA-onderzoek bij. Het wil ook niet zeggen dat er nooit een fundamenteel probleem wordt opgelost. Over de Bronstijdchronologie heb ik onlangs geblogd.

Het is echter verkeerd dat de berichtgeving over de wetenschap vaak wordt bepaald door dit soort romantische frames. Onderzoek is meestal tastend zoeken. Stapje voor stapje verder komen, zoals met de puzzel van de Bronstijdchronologie. Het is vooral aarzelen en de conclusie in twijfel trekken die je het liefst zou trekken. De rubriek “Ware wetenschap” die De Volkskrant ooit had, bracht vooral dat aspect in beeld. En ik ben een tijdje geleden thee gaan drinken met egyptoloog Olaf Kaper van de Leidse universiteit.

Die trok een paar jaar geleden mijn aandacht toen hij betoogde dat Herodotos’ verhaal over de Perzische koning Kambyses, die rond 525 v.Chr. een leger verspeelde in een zandstorm in de westelijke woestijn, weleens kon zijn bedoeld om te verbloemen dat het in feite was verslagen door een plaatselijke vorst in de Dakhla-oase, Petubastis. Dat onderwerp trof me: leuk dat er eens een egyptoloog was die zich niet beperkte tot de dagen waarin Egypte onafhankelijk was maar die zich tevens bezighield met de Late Tijd, toen Egypte te maken kreeg met buitenlandse heersers.

We hebben het bij de thee nauwelijks over Petubastis gehad. Wel kwam Kapers aanstaande bezoek aan de Verenigde Staten ter sprake, waar hij een tijdje kan verblijven in het Getty Research Institute – om na te denken.

Kaper heeft in Kellis in de Dakhla-oase de tempel onderzocht van de god Toetoe, die in de Ptolemaïsche en Romeinse tijd vrij populair is geweest als beschermer tegen demonen. Het heiligdom dateert uit de tijd van keizer Hadrianus (r.117-138) en de vraag waarmee Kaper naar Amerika afreist is waarom er geen afbeelding van deze vorst, en van geen enkele andere vorst, is te zien in die tempel. Geen reliëf, geen wandschildering.

Dat is vreemd. Egyptische tempels werden gebouwd door farao’s die zich daar ook lieten vereeuwigen. De goden werden immers gediend door de mensheid, die in de decoratie werd vertegenwoordigd door de vorst. Als in de decoratie te Kellis de koning ontbreekt, moeten de goden hun zaken zelf regelen – en dat duidt op een ongebruikelijke visie op het goddelijke.

Zou het kunnen zijn dat de afwezigheid van een nationale vorst, nu Egypte deel uitmaakte van een wereldrijk, de verklaring was voor de afwezigheid van het beeld? Dat is toch wat onwaarschijnlijk, aangezien van allerlei Romeinse keizers wél afbeeldingen bestaan. Nog ruim een eeuw na Hadrianus, ten tijde van keizer Decius, werden afbeeldingen van keizers gemaakt in Egyptische tempels. Des te vreemder is het ontbreken van een afbeelding van de heerser in Kellis.

Kaper kende één parallel: de tempel van Isis in Rome, die ooit verrees ter hoogte van de huidige Sant’ Ignazio en de Santa Maria sopra Minerva. Eén van de grootste heiligdommen in Italië. Ook daar lijkt een afbeelding van de vorst te hebben ontbroken, maar of die tempel een verhelderende parallel is, dat wist Kaper niet. Er zijn overigens nog wat andere verschijnselen in Romeins Egypte die misschien relevant zijn: in sommige woningen zijn schilderingen gevonden van de goden, en ook daar eveneens zonder cultus. Daar ging Kaper in Amerika over nadenken.

U verwacht misschien een conclusie, maar die is er vandaag niet. Dit was gewoon een momentopname uit het onderzoek. Tastend zoeken. Stapje voor stapje verder komen. Aarzelen. Hardop denken. En wie weet, ooit, nieuw licht op een religieuze verandering in de Romeinse tijd.

Deel dit:

3 gedachtes over “Thee met Olaf Kaper

  1. henktjong

    Soms komt er ook geen conclusie. Dan moet je het doen met wat anderen eerder hebben bedacht en dat presenteren, waarna je tot de conclusie komt dat je daar zelf geen conclusie uit zou durven trekken. Maar dat inmiddels wel allerlei lieden, onder wie wetenschappers, behoorlijk ver gaande beweringen over hebben gedaan. Had ik laatst zelf aan de hand in http://apudthuredrech.nl/?p=801

  2. Theo Joppe

    Ik weet het natuurlijk ook niet, maar was het in de tweede eeuw AD dan een vereiste om de keizer in een tempel af te beelden? Het lijkt me methodologisch sowieso knap lastig om aan te tonen waarom er iets *niet* was… In ieder geval lijkt het er bij Hadrianus op dat hij liever niet op de voorgrond trad bij tempels die hij zelf had laten bouwen — kijk maar naar het Pantheon, waar iedereen eeuwen heeft gedacht dat Agrippa de bouwer was. In ieder geval is het reuze interessant onderzoek.

Reacties zijn gesloten.