Opgeruimd staat netjes

Gevelsteen (Egelantiersstraat, Amsterdam)

Praten over cultuur is moeilijk. Ik heb het nu niet over cultuur in de algemene zin (“al het menselijke gedrag voor zover het niet is aangeboren”) maar in de beperkte zin van cultuur-met-een-hoofdletter-c: de podiumkunsten, de beeldende kunsten, de letteren, wetenschap, de humaniora. Het probleem daarmee is: je geniet méér als je begrijpt wat er gebeurt, maar dit veronderstelt voorkennis en wie voorkennis uitlegt, komt al snel pedant over. Het lijkt dan een reeks vormpjes om de vormpjes.

Dat is wat ik tegen heb op het Groot Dictee. Het heeft helemaal niets, maar dan ook werkelijk he-le-maal niets, te maken met cultuur. Het stelt de vormpjes, de rare regeltjes centraal en pretendeert dat díe iets zeggen over taal en cultuur. Maar het gaat om de grote ideeën. In de cultuur van Noordwest-Europa gaat het bijvoorbeeld om vrijheid, waarheidsliefde, Verlichting en gemeenschapszin. Voor Nederland mag je er botte onbevangenheid aan toevoegen en voor Vlaanderen hoffelijke onoprechtheid. Ik weet niet meteen of die generaliseringen kloppen, maar de culturele discussie zou dáár over moeten gaan. En niet over het minutieus gekalligrafeerde epistel dat de witteboordencrimineel coûte que coûte moest schrijven over kasuarissen.

Het Groot Dictee is net zoiets als mensen uitleggen wat de Dorische, Ionische en Korinthische bouwordes zijn en ze een Griekse tragedie laten zien, en vervolgens claimen dat dat een klassieke vorming is. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Een klassieke vorming is het inzicht dat anderen, die eerder leefden, op een bepaalde manier groter waren. Het is een denkwijze waarin je eigen onwetendheid centraal staat. Het is in laatste instantie karaktervorming. Ook over de geldigheid van de in de voorgaande zinnen gegeven generaliseringen valt  te discussiëren maar dát is dan een discussie van een beter kaliber dan het kinderachtige geneuzel over het kinderachtige potjeslatijn van de kinderachtige Thierry Baudet.

Wie spreekt over cultuur en zich concentreert op de uiterlijke vormen, zet zichzelf vooral voor joker. Daarom ben ik verschrikkelijk blij dat het Groot Dictee nu wordt afgeschaft. Het droeg vooral bij aan het beeld dat het bij de cultuurdames en -heren meer ging om de vorm dan de inhoud.

Weinig programma’s hebben méér gedaan om de culturele sector irrelevant te doen lijken dan het Groot Dictee. Opgeruimd staat netjes.

Deel dit:

23 gedachtes over “Opgeruimd staat netjes

      1. Er is nog een andere mogelijkheid: het is geen vooroordeel. Cultuur is echt niet meer dan een bekrompen verzameling uiterlijke vormpjes.

        Dat gevoel bekruipt me steeds vaker. De zelftrivialisering van de humanoria, die zichzelf hebben gereduceerd tot geesteswetenschappen en hun pedagogische essentie hebben laten varen, lijkt me voldoende gedocumenteerd. Dat zou ook bij de andere cultuurgebieden kunnen gelden.

      2. Ja, zo zou ik het ook zien. Ik ben daarom ook altijd wat huiverig voor humor. Als mensen niet weten wat er wordt geparodieerd, blijft het ridicule hangen. Een Vincent Icke kan de draak steken met zijn eigen vak, een Govert Schilling kan een één-april-grap uithalen. Ik zou het graag willen, maar als ik aan een “spit battle” zou meedoen (ik ben wel eens uitgenodigd) is het effect averechts.

  1. mnb0

    “de podiumkunsten, de beeldende kunsten, de letteren, wetenschap, de humaniora”
    Het is opmerkelijk dat muziek zo vaak in dit rijtje wordt weggelaten ….
    Ik zal het Groot Dictee evenmin missen; ik heb nooit gekeken.

      1. mnb0

        Lang niet altijd en ook niet van oorsprong. Maar als jij muziek schaart onder de podiumkunsten vind ik dat helemaal niet erg – anders verzeilen we weer in zinloze semantiek. Belangrijker voor mij is dat je muziek blijkbaar toch niet was vergeten.

  2. Het feit dat de inhoud het allerbelangrijkst is, wil nog niet automatisch zeggen dat de vorm dan onbelangrijk is. Gezien de enorme taalverloedering, ook in het wetenschappelijk deel van onze samenleving, is het goed dat er nog ergens iemand één keer per jaar aandacht vraagt voor correct taalgebruik. Nu was dat dictee wel wat verworden tot een taalkundige hindernisbaan, maar geheel onnuttig is/was het niet. Men zocht helaas de uitdaging het zo moeilijk te maken dat een normale sterveling het niet foutloos kon maken in plaats van te kiezen voor een format waarin velen (deelnemers en kijkers) met nul fouten kunnen eindigen.

    1. fbikker

      Muis, helemaal met je eens. Ook de vorm behoort tot de cultuur. En zolang iemand nog gedeeltelijk beoordeeld wordt n.a.v. zijn stijl en spelling bij de schriftelijke communicatie lijkt mij het niet onbelangrijk.

    2. mnb0

      “Gezien de enorme taalverloedering”
      Bah. Taal is altijd verloederd geweest. Dat komt omdat er altijd mensen zijn geweest die taal hebben gebruikt om zich superieur te voelen van het gemene volk. Taalverloedering is slechts de keerzijde van snobisme en andere vormen van elitair denken.
      Ik ben een metasnob – ik kijk neer op snobs, bv. als ze piepen over taalverloedering. Uiteindelijk zijn ze niet meer dan klojo’s.

  3. Weer helemaal met je eens, Jona. Blij dat het Groot Dictee wordt afgeschaft. We hebben genoeg przewalskipaarden voorbij zien draven. De uitspraak moet trouwens volgens Wikipedia : “psjewalskipaard” zijn. Maar ik zou graag willen weten wat je bedoelt met de ‘hoffelijke onoprechtheid’ van de Vlamingen!

    1. Eigenlijk bedoel ik er niet zo heel erg veel mee. Ik zocht een tegenpool voor de tactloze oprechtheid van Hollanders. Zo gauw ik bezuiden de grote rivieren ben merk ik dat mensen beleefder en hoffelijker zijn. Dat vind ik prettig. Tegelijk merk ik dat ze iets minder het achterste van de tong laten zien en dat dingen die ik meende dat afgesproken waren, toch niet helemaal zo waren afgesproken als ik dacht. Men trekt zijn eigen plan.

      Of dat een juiste analyse is van de Vlaamse of roomse mentaliteit, dáárover is een leuke discussie mogelijk. Ik wilde uitleggen dat ik zo’n debat zinvoller zou vinden dan een Groot Dictee, dat is alles.

  4. PG

    Onbevangen botheid, hoffelijke onoprechtheid. Of hoe vier goedgekozen woorden een groot deel van de werkelijkheid kunnen vangen. Trek je het open naar andere landen, dan is Nederland de outlier 😉

    Ik vrees dat we met het derde van de vier woorden te veel eer krijgen. Face-to-face gaat het nog wel met de hoffelijkheid, maar verlies het oogcontact en het loopt behoorlijk fout: on-line, vanuit de auto…

    Dit blog is een rots in de branding!

  5. jacob krekel

    ja, het groot dictee was een onding, en dat vooral omdat er zoveel (of zo veel?) geneuzel in zat over wel of niet aaneenschrijven van woorden (al dan niet gescheiden door een streepje), trema’s, apostroffen, tussen-ennen, zaken die zo onbelangrijk zijn dat zelfs de beste spellers ze niet beheersen. Zo werd het dictee een monument voor het onvermogen een goed leerbare spelling van onze taal tot stand te brengen, Zo bezien is het jammer dat het afgeschaft wordt.

    Jammer dat door deze opstap de reacties niet meer gaan over de hoofdgedachte van dit blog, dat er zoiets is als een cultuur van Noord-West Europa, en dat je daarvan kenmerken kunt benoemen. Ik vond het eigenlijk helemaal geen slechte opsomming van de positieve kenmerken. Het zijn zaken waarvan je mag hopen dat we dat klaar spelen.
    (in deze alinea staan twee spelfouten. Zie u welke?)

    jacob krekel

    1. Die spelfouten zullen wel de onjuiste scheidings-streepjes en/of de onjuiste hoofdlettters zijn. Inderdaad het enige waarover de opstellers van wat een educatief dictee horde te zijn konden gniffelen

    2. Theo van Dijk

      Het zijn zaken waarvan je mag hopen dat we DAT klaarspelen. Waar slaat dat op terug? Voor zover ik dit nu kan beoordelen, is deze zin niet mogelijk. Ik heb in mijn beroepsleven heel wat vertalingen moeten nalezen, en trof daarin steeds tal van grammaticale fouten aan. Misschien moet er eens een nationale grammaticatest worden uitgevonden; eens zien wie het dan klaar( )speelt een foutloze test af te leveren.

  6. Dirk

    Botte onbevangenheid…daar moest ik ook met een grijns aan denken toen ik je stukje las over de Friezen in Rome. Eerste debacle van de Nederlandse diplomatie of eerste voorbeeld van de Hollander op vakantie?

Reacties zijn gesloten.