Stilte

Zo rustig kan het ook (de Biesbosch).

Terwijl ik dit schrijf – gistermorgen, als u dit leest op woensdag – zijn in de achtertuin van de achterburen twee tuiniers bezig. Een ervan heeft een motorzeis die voldoende lawaai maakt om de muziek in mijn kamer te overstemmen. Ik kan mijn koptelefoon opzetten, die het geluid wat dempt, maar dat is de oplossing niet. Het probleem met geluidsoverlast zit namelijk niet in de decibellen.

Het zijn, als ik het wel heb, twee problemen tegelijk. Eén ervan is dat je er geen invloed op hebt. Ik kan niets doen aan de tuiniers. Evenmin kan ik verhinderen dat Schiphol op regenachtige dagen vliegtuigen over Amsterdam laat binnenkomen. Ook kan ik niets uitrichten tegen gesprekken in de trein. Mensen aanspreken in de stiltecoupé is theoretisch mogelijk, maar het levert je meestal een gesprek op met een welbewust onbeschoft persoon. Mensen die in de stiltecoupé zitten te praten, weten namelijk doorgaans heel erg goed waar ze zijn en “elkaar aanspreken” – zoals de Nederlandse Spoorwegen ons adviseren – haalt niks uit. Dat beschavingsoffensief is mislukt.

Het tweede probleem ligt in het verlengde van het vorige. Het geluid waar je geen vat op hebt, is niet alleen niet af te zetten, het kan ook een confrontatie zijn met informatie die je niet wil hebben. Maandag in de trein moest ik meeluisteren naar een gesprek over de verlenging van een contract.

Nu zal ik het belang van het arbeidsrecht niet loochenen, maar ik ben er vrij zeker van dat als je mensen vraagt waaraan ze denken op hun sterfbed, ze waardevollere zaken weten te noemen dan arbeidsrecht. De simpele waarheid dat je leven prettiger wordt door je ook vóór je dood al bezig te houden met die waardevollere zaken, leek me echter aan mijn pratende medereizigers niet besteed. Ze hadden het kantoor geïnternaliseerd en namen het mee op weg naar huis, tot verdriet van hun medereizigers. Dat is probleem twee: informatie die je wél wil hebben, zoals die in het boek dat je leest, wordt overschreeuwd door informatie die je niet wil hebben.

Ik vrees dat geluidsoverlast een steeds ernstiger probleem zal worden. Werk verplaatst zich namelijk. Eerst was het op het platteland. Na de Industriële Revolutie vond het plaats in de fabrieken. Met de opkomst van de postindustriële samenleving verplaatste het zich naar kantoren. En dankzij het internet verplaatst het werk zich nu naar uw huis. Dat betekent dat de aloude bouwverordeningen, waarin bijvoorbeeld stond dat heipalen niet voor half acht de grond in mochten worden gedreund, zullen moeten worden vervangen door scherpere maatregelen, die u in staat stellen in rust uw werk te doen.

Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de kantoorloze flexwerker die zit te werken in de trein. Die heeft stilte nodig en stoort zich mateloos aan het geklets van het kantoorpersoneel dat de trein alleen ziet als een vervoermiddel nadat het werk is gedaan. Er zijn steeds meer kantoorlozen en die  willen dat de NS hun regels eindelijk eens gaan handhaven.

Wat ik maar zeggen wil: de arbeidsmarkt verandert en als het komende kabinet het beste voor heeft met de toekomst van Nederland, zoekt het wegen om wat meer stilte te garanderen. Stilte is welbegrepen economisch eigenbelang.

Deel dit:

10 gedachtes over “Stilte

  1. Als mensen gaan praten of bellen zie je meestal dat medepassagiers in hun schulp kruipen. Meeluisteren is tenslotte onbeleefd, dus iedereen doet alsof ze niets meekrijgen, zetten geluiddempende middelen in etc. Maar waarom eigenlijk? Wat voor effect zou het hebben als je overduidelijk gaat zitten meeluisteren? Misschien andere, net zo geërgerde, passagiers erbij betrekken en zelfs de stoute schoenen aantrekken en de praters commentaar leveren? Natuurlijk zal je dat niet in dank worden afgenomen, maar (net zoals met luide bellers), ZIJ zijn degenen die ongevraagd (en dus ongeoorloofd) jullie privésfeer plat drukken door die van hun breed te maken.
    Dat geldt net zo voor buren die in hun huis/tuin hard geluid maken (bij muziek heb ik dat zelf vooral, gesprekken kan ik negeren) en dus hun ‘genotsbeleving’ jouw tuin in duwen. Ik trek vaak de deur dicht om niet ‘mee te hoeven genieten’, geërgerd en wel. Die buren realiseren zich dat vaak niet, en een buurman had ooit een reactie van ‘het is een stad hier dus niet klagen’, terwijl mijn reactie het omgekeerde was: ‘het is een stad hier dus hoe wat meer rekening met je buren – er zitten er hier een stuk meer op elkaars lip’.
    Voor de trein gaat dat helemaal op – jouw privésfeer gaat bijna altijd ten koste van die van je medereiziger. Dus waarom die ‘privésfeer’ niet schenden en duidelijk laten merken dat je alles hoort?

  2. Manfred

    Die tuiniers houden ook niet van het lawaai van die motorzeis. Als het goed is hebben zij ook gehoorbescherming op. Zij zouden liever een stiller apparaat hebben. Dat lawaai is overigens energieverlies, afval.

    Door overlastgevers aan te spreken kun je iets van jouw frustratie en ergernis op hen overdragen. dat werkt alleen als jij je daar zelf beter door gaat voelen. Een licht sadistisch trekje is dus vereist.

    Ik denk niet dat mensen zich op hun sterfbed bezighouden met waardevolle gedachten die hun ‘leven’ prettiger maken. Daarvoor liggen ze te zwaar onder verdoving, vervelen ze zich te veel, liggen ze te slecht, komt de hulp of verpleging te laat, enzovoort. En ze hopen op bezoek maar maar niet op de pijnlijke stiltes en het onzekere wegkijken.

    Het werk verplaatste zich na de Industriële Revolutie van het platteland naar de steden? De hele middeleeuwen met z’n gildes is aan JL voorbijgegaan 🙂

    En als laatste: kantoorwerk is meer communicatie dan typgeiterij. Waarom zou dat voor kantoorloze flexwerkers anders zijn? Die flexwerkers vercommuniceren net zoveel lawaaierige overlast als het reizende kantoorpersoneel. De coupé is het kantoor geworden. Stilte is alleen mogelijk als de zitplek kan worden afgesloten.

    1. mnb0

      “Dat lawaai is overigens energieverlies, afval.”
      Klopt, maar als je dat gaat uitrekenen blijkt het verwaarloosbaar weinig te zijn – het kost meer energie om dat verlies te beperken dan dat het oplevert.

  3. @Aanklacht

    Het beste verzet is mee gaan doen.
    Ongevraagd advies geven in zo’n stiltecoupé gesprek bijvoorbeeld.
    Werkt ook als iemand hinderlijk hard aan het bellen is. Ik vroeg laatst om de luidspreker aan te zetten omdat ik geen wijs kon worden uit een half gesprek 😀
    Als je dat als uitdaging kan zien heb je er nog lol aan ook.

    Probleem is alleen dat het niet gaat als de irritatie al groot is. Dus niet treuzelen en direct handelen. #Tip

  4. Het is triest! Wij zijn twee weken in Frankrijk geweest in een vakantiehuisje. Het was midden in een bebouwde buurt. Wij hadden desalniettemin het heerlijke gevoel mentaal uitgerust te zijn toen we vorig weekend weer thuis waren. Dat effect is alweer verdwenen na drie dagen. Volgens de meeste mensen zouden we heerlijk rustig wonen in ons dorp op de Veluwe
    Rustig? De hele dag grasmaaien, kloppen, boren, zagen, gegil van kinderen en overal verbouwingen. Daar komt inderdaad ook nog de trein bij en de restaurants, waar je alle privé- gesprekken kunt volgen, en zo kan ik nog lang doorgaan.
    Nederland = Lawaailand. Teveel mensen op een te klein territorium? Hufterigheid of ronduit asociaal gedrag en gebrek aan respect voor de medemens? Hangt het samen met de volksaard? Wie het weet mag het zeggen.
    Wij voelen ons machteloos! Wij voelen met je mee, Jona

  5. Dirk

    Terwijl ik dit schrijf, klinkt Rome op de achtergrond. Hoewel, achtergrond…geluidsoverlast is hier hors categorie. Auto’s zijn toeters op wielen en bestratingswerken gebeuren bij voorkeur na 22 uur. Ik leerde hier een Indisch koppel kennen op mini-Grand Tour. De vrouw kon moeilijk aarden in Europa: veel te stil voor iemand die New Delhi gewoon is.

    1. En daarmee heb je ook weer de spijker op z’n kop geslagen: hoewel NL druk en vol lijkt te zijn, is het eigenlijk peanuts vergeleken bij andere delen van de wereld.

  6. Knotwilg

    Twee jaar geleden beging ik de vergissing te gaan wonen langs een drukke weg. In het weekend ontsnap ik, of doe ik pogingen daartoe:
    – wandelen in het Drongengoedbos, waar helaas de hele middag vliegtuigen van het naburige vliegveld Ursel de lucht verpesten
    – fietsen langs de vaart, waar bij mooi weer de jetski’s en andere pleziervaartuigen hun ronkende vrijheid opeisen ten koste van de mijne
    – zwemmend in het recreatiedomein, waar de jonge massa hun plezier steeds vaker van een bonkende soundtrack voorziet, en niet eens unisono
    De mens past zich aan, dat merk ik. Jongeren die in dit kabaal zijn groot geworden, begrijpen mijn probleem niet. Maar ook zij zullen geconfronteerd worden met “future shock”.

Reacties zijn gesloten.