MoM | Wat betekent dat woord?

Ik gaf in het vorige stukje het woord aan Alexander Smarius, die uitlegde dat er taalkundig geen bezwaren zijn om de openingsregel van het Evangelie van Johannes (“In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God”) te vertalen als “het Woord was een god”. Het Grieks kent namelijk geen onbepaald lidwoord, dus “een god” is als vertaling in principe mogelijk. Voor Jehovah’s Getuigen maakt dat veel uit, omdat zij bezwaren hebben tegen het idee van een Drie-eenheid, waarin God de Vader en God de Zoon (ofwel het Woord ofwel Jezus Christus) één in wezen zijn. Jehovah’s Getuigen gaan ervan uit dat het Woord een god onder God is.

Als ik het wel heb, noemen theologen deze opvatting “subordinationisme”. Dat staat niet meteen op uw mentale landkaart, maar wellicht helpt het als ik u eraan herinner dat de heilige Nikolaas van Myra, zoals wij allen geloven en belijden, dermate in pastorale woede is ontstoken over deze zijns inziens perverse dwaalleer dat hij tijdens het Concilie van Nikaia in 325 de heresiarch tegen de vlakte heeft gemept.

Jehovah’s Getuigen baseren hun uitleg van de proloog van het Johannesevangelie, zoals in het vorige stukje gedemonstreerd, uitsluitend op die ene tekst. Ze verklaren, om zo te zeggen, Johannes vanuit Johannes. Zo’n beperking wordt wel aangeduid als syntagmatische tekstuitleg. Je probeert de betekenis van een passage te onderzoeken door te kijken naar het gebruik van dezelfde woorden in de directe omgeving.

De materie kwam het afgelopen weekend ook aan de orde in het Nederlands Dagblad en daaruit werd duidelijk dat “het Woord was een god” geen weerklank vindt bij de door de krant om commentaar gevraagde specialisten. Toevallig weet ik dat er nog een wetenschappelijk artikel aan zit te komen, dus voor hier en nu beschouw ik het als een open kwestie. Mij gaat het erom dat er nog een tweede en derde manier zijn om teksten uit te leggen.

De tweede staat bekend als paradigmatische uitleg en houdt in dat je gaat kijken naar de wijdere, talige context. Als we met behulp van het Johannesevangelie niet kunnen vaststellen of theos moet worden vertaald als “God” of “een god”, kunnen we kijken in andere teksten. Dat kunnen andere teksten zijn uit het Nieuwe Testament of de Griekse vertaling van de joodse Bijbel (de Septuaginta), maar ook geheel andere teksten.

Dan blijkt dat theos, “god”, maar al te vaak een individuele goddelijke persoon aanduidt. In de vertaling/interpretatie “het Woord was God” wordt ervan uitgegaan dat theos eigenlijk zoiets betekent als “God zijn”. Wie paradigmatisch leest – wie het wat breder ziet, in gewoon Nederlands – komt zo bij de vraag of dat geen geforceerde vertaling is. Wat je in feite doet bij een paradigmatische uitleg is onderzoeken hoe een tekst op tijdgenoten moet zijn overgekomen.

We gaan verder naar de derde interpretatiewijze: de culturele uitleg. Dan kijken we naar andere dingen dan de taal alleen en in dit geval is de vraag of het denkbeeld dat er een lagere god was naast de ene God waaraan een jood offerde, überhaupt bestond in de wereld van het jodendom. Het antwoord is ja, al vindt u het niet in de joodse Bijbel: dat is namelijk een selectie uit de joodse religieuze literatuur, gemaakt door rabbijnen die een eerder door de farizeeën opgestelde canon overnamen. Andere joodse groepen aanvaardden andere teksten als geïnspireerd, zoals de Henochitische literatuur. Daarin duikt wel degelijk een lagere god op, die Gods naam en regalia krijgt uitgereikt en namens hem het bestuur voert over de kosmos. Vergelijk het met de Romeinse keizer en zijn praetoriaanse prefect.

Nu is over Henoch het laatste woord nog niet gezegd, maar mij gaat het vandaag niet om subordinationisme – u leest het maar na in Israël verdeeld – maar om de drie soorten uitleg. Die veronderstellen elkaar en we passen ze in feite de hele dag toe. U herkende hierboven moeiteloos de ironie van mijn opmerking over Sint Nikolaas en u mag, bij wijze van huiswerk, voor uzelf vaststellen of uw correcte uitleg syntagmatisch, paradigmatisch dan wel cultureel was.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

9 gedachtes over “MoM | Wat betekent dat woord?

  1. Cor

    “In de vertaling/interpretatie “het Woord was God” wordt ervan uitgegaan dat theos eigenlijk zoiets betekent als “God zijn”.”

    Niet per se. Er valt het e.e.a. te zeggen voor de opvatting dat theos in Joh 1:1c een kwalitatief predikaat is, dus dan betekent het iets als ‘met de functie en kwaliteiten van God’.

    Of je met god of God vertaalt, is een kwestie van Nederlands waar je in het Grieks geen last van hebt. Het lijkt mij geen bezwaar om ook in 1:1c een eerbiedkapitaal te gebruiken, immers, dat gebeurt ook vaak met Logos/Woord. De juiste betekenis van theos in 1:1c ligt immers niet in het woord theos op zichzelf, maar in hoe deze woorden zich aansluiten bij 1:1a-b. Dit levert een paradox op, die in de rest van het evangelie verder wordt ontvouwd.

  2. Ab R.C. Dabra

    Het Woord Gods is misschien wel in de allereerste plaats de daad van het Scheppen:
    “En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.”

  3. Het is meer dan een halve eeuw geleden dat ik Grieks leerde op het gymnasium. Ιk was me er niet van bewust dat het Grieks geen onbepaald lidwoord kent. Ik moest dit even opzoeken, en inderdaad, het klassieke Grieks en het Koine kent geen onbepaald lidwoord, hoewel τίς (een zekere) daarvoor wel eens gebruikt wordt. Het Nieuw-Grieks heeft wel een onbepaald lidwoord: ένας, μία, ένα. Het zou interessant zijn om te weten wanneer dat gangbaar werd.

      1. Zeer hartelijk dank! Ik heb altijd een fascinatie gehouden voor Grieks hoewel ik er niet echt goed in was (een 5 op de eindlijst…). Om iets over de ontwikkeling van het Grieks na de klassieke tijd te weten te komen las ik onlangs “Medieval & Modern Greek” door Robert Browning. Bijna niet doorheen te komen. Ben benieuwd naar dit boek!

  4. Kees

    Ik heb ook deze uitleg gehoord: het begin, het ontstaan van de wereld, de goddelijke schepping, was een klank.
    Vrij vertaald: “Het begin was (een) klank, de klank was goddelijk”.

      1. Muziek zegt soms meer dan woorden. ‘ Die Schöpfung van Joseph Haydn’ vind ik ook erg mooi. Toevallig hadden we het vandaag in mijn Latijnse leeskring nog over hoe moeilijk het is om (of je gelovig bent of niet) een begrip als de Heilige Drieeenheid te bevatten. Bijna zo moeilijk als om de relativiteitstheorie te begrijpen. Maar laten we dat maar aan de theologen onder ons over.
        Ik heb wel nog een paar vragen. 1. Wat weten we over het Johannesevangelie? Als ik op Wikipedia kijk zijn er veel vraagtekens over de auteur en over het tijdstip waarop het geschreven is.
        zie: https://www.wikiwand.com/nl/Evangelie_volgens_Johannes
        2. het woord Logos. Hoe goed zijn we op de hoogte van de betekenis ervan in het koinè. Het lemma bij Liddle en Scott beslaat meerdere A4-tjes.
        In de filosofie zie je dat er vanaf de presocratici tot de stoa veel verschillende betekenissen aan gegeven worden. Kun je hier nog methodologie op loslaten?
        3. En wat doen we met de Heilige Geest?

  5. Cor

    Ik waag een poging.
    1. Over de inleidingsvragen kun je elke wetenschappelijke inleiding op het NT raadplegen.
    2. Daar is een flinke berg onderzoek naar gedaan. Meestal ziet men verwantschap tussen het vierde evangelie en de Judese wijsheidstraditie (Spreuken, Sirach, Wijsheid), Philo, middelplatonisme, en soms de rabbijnse traditie m.b.t. het memrabegrip (maar dat is omstreden want latere bronnen). Het evangelie beweegt zich ergens in deze matrix.
    3. Wat je zelf wilt.

Reacties zijn gesloten.