Cyrus, Harpagos en Astyages

Het terras van de citadel van Pasargadai, Cyrus’ residentie.

[Tweede deel van het oosterse sprookje over de ondergang van de Medische koning Astyages en de opkomst van de Perzische heerser Cyrus. Ik ga het niet samenvatten. U moet het eerste deel maar lezen – het begint hier.]

Alles leek goed te zijn gekomen en die avond was het feestmaal, waarbij Harpagos, die toch ’s konings bevelen niet had opgevolgd, van Astyages een ereplaats kreeg. Wat hij niet wist, was dat de koning in de tussentijd Harpagos’ zoon had laten doden, braden en serveren. Anders gezegd, hij had zijn eigen kind opgegeten. En met deze excessieve straf riep Astyages zijn ondergang over zich af.

Astyages stuurde Cyrus naar zijn echte ouders, Kambyses en Mandane. Terwijl de jongeman in Perzië opgroeide, zon Harpagos op wraak. Zelf kon hij de rekening niet vereffenen, maar met hulp van de populaire Cyrus zag het er anders uit.

Harpagos had al een eerste stap gedaan door de Medische edelen tegen hun vorst op te zetten. Op elke belangrijke Mediër praatte hij in dat het alleen maar gunstig voor ze was als Cyrus de macht zou krijgen in plaats van Astyages, die zijn volk wreed behandelde.

Vervolgens legde Harpagos contact met Cyrus en schreef hem dat deze, als hij in opstand zou komen, kon vertrouwen op steun in het Medische opperbevel. Daarop riep Cyrus de Perzen samen. Ze moesten tuingereedschap meenemen. Volgt er weer een typisch sprookjesmotief en opdat u ook iets van zijn taalgebruik proeft, laat ik Herodotos dit keer wat langer aan het woord.

Op de dag dat alle manschappen met het door Cyrus verlangde gereedschap op het appel verschenen, gaf hij ze een nieuwe opdracht. Je moet weten dat er in Perzië een stuk grond vol met doornstruiken was. … Nu moesten ze van hem het hele terrein in één enkele dag wieden.

Nauwelijks hadden de Perzen dit zware karwei gedaan of Cyrus kwam alweer met een volgende order. Dit keer moesten zij zich de volgende dag op hun paasbest presenteren. In de tussentijd dreef hij alle geiten, schapen en runderen van zijn vader op één plaats samen om ze te slachten en te bereiden voor een offermaal waarmee hij zijn leger opwachtte. Bovendien had hij de beste wijn en het lekkerste brood dat hij kon krijgen laten aanrukken. De volgende ochtend meldden de Perzen zich en op verzoek van Cyrus gingen ze in het gras zitten om zich aan al dat eten te goed te doen.

Na de maaltijd stelde hij ze een vraag: “Wat heeft jullie voorkeur: dat gezwoeg van gisteren of deze feestmaaltijd?” Zij antwoordden dat er een hemelsbreed verschil was. De vorige dag was het een en al ellende geweest, terwijl ze het nu reuze naar hun zin hadden gehad.

Dit was precies het antwoord dat Cyrus wilde horen. Hij haakte er meteen op in en legde al zijn plannen bloot: “Landgenoten, let goed op! Als jullie naar mij willen luisteren, staat jullie voortaan een leven van eindeloos veel plezier te wachten, waarvoor je je nooit in het zweet hoeft te werken. Wanneer jullie echter niet met mij in zee gaan, kun je op een ellendig bestaan rekenen waarvan het getob van gisteren nog maar een voorproefje is. Komaan, sluit de rijen en werp het slavenjuk af! Het goddelijk lot heeft mij aangewezen om deze taak op me te nemen, dat kan niet anders, en ik ben ervan overtuigd dat jullie in alle opzichten, maar vooral op het slagveld, de Meden de baas kunnen. Dit is zo zeker als een huis. Elk uitstel is uit den boze. Weg met Astyages!”

Zowel het tuinmanswerk als het lekkere eten verraden de Iraanse herkomst van het verhaal. Door tuinen aan te leggen, presenteerden de vorsten in Perzië zich als degenen die de woeste natuur naar de menselijke maat zetten (een motief dat iranologen, met een knipoogje naar Leopold II, de “roi-jardinier” noemen). En in Persepolis vinden we afbeeldingen van dienaren die alle benodigdheden voor een feestmaal aandragen.

U vermoedt al hoe het verder gaat. Toen Astyages hoorde dat Cyrus in opstand was gekomen, mobiliseerde hij zijn leger. De Medische troepen lieten hun vorst in de steek en erkenden Cyrus als hun koning. Dit wordt bevestigd door de Naboniduskroniek, een contemporaine bron uit Babylonië, die vermeldt dat

Ištu’egu (d.w.z. Astyages) een leger verzamelde en oprukte tegen Cyrus, de koning van Anšan, om slag met hem te leveren. Het leger van Ištu’egu kwam tegen hem in opstand en leverde hem in boeien uit aan Cyrus. Cyrus rukte op naar het land Ekbatana (d.w.z., Hamadan, de hoofdstad van Medië). Hij bezette de koninklijke residentie en nam zilver, goud en andere kostbaarheden uit het land van Ekbatana als buit mee naar Anšan.

Het is wat minder romantisch en wat meer beknopt dan Herodotos. Het is echter voldoende om vast te stellen dat het sprookje een historische kern bevat. De Perzen verenigden Iran door de Meden te verslaan en vermoedelijk gebeurde dat doordat er onder de Medische elite onvrede was over een koning die zich tiranniek was gaan gedragen.

Deel dit:

8 gedachtes over “Cyrus, Harpagos en Astyages

  1. Ben Spaans

    En met deze excessieve straf riep Harpagos zijn ondergang over zich af – hier bedoel je Astyages, denk ik.

      1. Manfred

        – presenteerden de vorsten in Perzië [presenteerden] zich

        In het vorige stuk:
        – waarmee Herodotos verklaart hoe de macht over Iran in het tweede kwart van de zesde eeuw v.Chr. van de Meden naar de Perzen [overging] (Historiën 1.107-130).
        – Niet[s] staat een goede afloop nog in de weg.

  2. Jona, ik heb de verhalen over de Meden bij Herodotos gelezen. Wat mij een beetje in de war brengt is het volgende: Enerzijds lees ik dat over de de Medische taal (Westiraans) tamelijk weinig bekend zou zijn en dat lees ik op verschillende plaatsen, maar anderzijds zeg in je Livius.org lemma over de Meden dat de namen van de vier heersers duidelijk wijzen op een Medische (taal) oorsprong. Hier en daar in de literatuur wordt ook het verband met de Koerden (taalkundig zowel als etnisch) en zelfs met de Koerdische taal gelegd, en wordt er tamelijk vaag gedaan alsof het niet geheel zeker is dat er ooit een Medisch rijk geweest zou zijn. Wat vind je ervan? Toevallig kocht een paar weken geleden het boek van Cline. Moet ik gauw gaan lezen.

    1. Erik Bouwknegt

      Koerden is in dit verband een lastig begrip, want de verschillende talen die worden gesproken door hen die zichzelf rekenen tot de etnische groep ‘Koerden’ vallen niet per se samen als taalkundige eenheid. Afgaande op The Iranian Languages (Routledge, 2009) zou het Medisch dichter bij het Avestisch dan bij het Oud-Perzisch hebben gestaan, en onder de huidige Iraanse talen zouden tot die subgroep ook het Zazaki en het Gorani horen, twee van die Koerdische talen. Maar de taal die meestal wordt bedoeld als er over Koerdisch zonder meer wordt gesproken is het Kurmanji, en als het Irak betreft ook wel het Sorani, die binnen de Iraanse talen dan weer iets dichter bij het Perzisch zouden staan. Al moet daarbij gezegd worden dat de precieze indeling van vooral de West-Iraanse talen ook hier van allerlei kanttekeningen wordt voorzien.

      Over de overlevering van het Medisch wordt in datzelfde boek nog vermeld dat die voornamelijk ‘onomastic’ is, namen dus. Elders wordt nog gemeld dat in Oud-Perzische teksten vaak woorden voorkomen in vormen die eerder een Medische dan een Perzische vorm hebben, bijvoorbeeld ‘aspa-‘ (paard i.p.v. het Oud-Perzische ‘asa-‘ en dat de Elamitische transcriptie van namen vaak een ‘Perside’ vorm laat zien, terwijl de Akkadische transcriptie een meer Medische vorm laat zien.

Reacties zijn gesloten.