MoM | Wat stelt dat voorwerp voor?

Typemachine

Het is een bekend grapje: als iets kwaakt als eend, loopt als een eend en eruitziet als een eend, zal het wel een eend zijn. Dat heet gezond verstand. Maar kijk eens naar hierboven. Het ziet eruit als een typemachine, dus zal het wel een typema-… nou nee. Het is een plaquette van Nubische scarabee uit het museum in Khartoum, gevonden in Wad Ban Naga. Het plaatje is afkomstig uit een Frans boek waarvan ik de titelgegevens niet heb.

Nu ratelt dit ding niet als een typemachine en gaat er ook geen lade heen en weer zoals in een typemachine, dus de overeenkomst is niet zo groot als bij opgemelde eend, maar de vraag is hopelijk voldoende duidelijk: wanneer is iets eigenlijk hetzelfde? Het oeuvre van Von Däniken, die beweerde dat de goden kosmonauten waren geweest, biedt voldoende voorbeelden: als een antiek reliëf lijkt op een astronaut, dan stelt het bij Von Däniken ook een astronaut voor. Van deze redenatiewijze zijn meer voorbeelden en daarvoor hoef je niet te kijken bij pseudowetenschappers.

Neem de Sala delle Dieci Ragazze in Piazza Armerina. Daar zijn mozaïeken gevonden van – zoals de naam aangeeft – tien jonge vrouwen, die ook wel worden aangeduid als de “bikinimeisjes”.

Piazza Armerina, de “bikinimeisjes”

Wij associëren deze kleding met een bikini, een kledingstuk dat nog niet zo heel erg lang geleden is ontstaan en een badcultuur op het strand veronderstelt die in weinig lijkt op de badhuiscultuur van de Romeinse wereld. De vraag is daarom weleens gesteld: zijn dit wel meisjes? Zijn het geen jongens?

Toevallig weten we dat er een antiek kledingstuk is dat een beetje lijkt op het bovenstuk van een bikini, en ik denk eerlijk gezegd dat je ook té genuanceerd en té sceptisch kunt zijn. De figuur linksonder lijkt me zeker een vrouw. Het is echter een goede vraag. Wat op elkaar lijkt, hoeft niet per se hetzelfde te zijn.

Deze voorbeelden waren simpel in de zin dat er, om zo te zeggen, een goed antwoord bestond. Het is géén typemachine en het zijn géén jongens. Iets complexer is de interpretatie van het onderstaande beeldje.

Bronzen beeldje van Juno met de trekken van keizerin Domitia Longina, gevonden in Krangeweer (Gronings Museum).

Dit bronzen beeldje is gevonden in Krangeweer, een wierde (voor de Friezen onder u: een terp) vijftien kilometer ten noordoosten van Groningen. De pose maakt meteen duidelijk dat we te maken hebben met de Romeinse godin Juno. Op andere plaatsen in het Nederlandse kustlandschap zijn soortgelijke bronzen beeldjes gevonden van Isis en het is logisch dat ze in de museale collecties worden aangeduid als Juno of Isis. Ze zien er immers uit als Juno of Isis en zijn gemaakt door een smid die dacht aan Juno of Isis. Het is echter weinig aannemelijk dat de bewoners van de kuststreek, Chauken of Friezen of Cananefaten, hebben gedacht aan die Romeinse godinnen. Ze moeten er iets anders in hebben herkend. Was het een van hun eigen godheden? Dat de rest van de wereld er iets anders bij dacht, zal de terpenbewoners weinig hebben kunnen schelen. In dit geval zijn er op de vraag wat het beeldje voorstelt, diverse antwoorden mogelijk die allemaal goed zijn.

Hoe complex het kan zijn, illustreer ik met een voorbeeld uit onze eigen tijd: de hoofddoekjes die zo’n opvallend grote rol spelen in de discussie over de islam. Vraag aan een moslima in het Midden-Oosten waarom ze die draagt, en ze zou kunnen antwoorden dat het is om zich te bedekken, vergelijkbaar met andere kledingstukken. Vraag het een moslima in Europa, en ze zal antwoorden dat het is om herkenbaar te zijn als moslima. Dat zijn dus binnen dezelfde denkwereld twee interpretaties.

Vraag het een islamofoob, en je zou als antwoord kunnen krijgen dat het hoofddoekje staat voor onderwerping van de vrouw aan de man. Als je tegenwerpt dat moslima’s dat zelf lang niet altijd  zo zien, dan kan worden beweerd dat moslima’s een onderdrukkende norm hebben geïnternaliseerd. De gemiddelde moslima zal daarop weer antwoorden dat ze prima in staat is diverse interpretaties te onderscheiden.

Het gaat me er nu vanzelfsprekend niet om wat hier de juiste interpretatie is. Die bestaat niet. Het gaat me erom dat hetzelfde voorwerp binnen dezelfde cultuurkring al verschillende betekenissen kan hebben. Het gaat me er tevens om dat het denkbaar is dat sommige interpretaties van de – vergeef me de jargonterm – symbolische werkelijkheid andere interpretaties kunnen verdringen. Het is een open deur dat machtsrelaties daarbij een rol spelen. Daarover een andere keer misschien nog eens meer. Voor het moment constateer ik dat archeologische interpretatie complexer kan zijn dan valt samen te vatten op de bordjes in het museum.

[Als u aandrang voelt een mening over de islam te geven: laat maar zitten. Net zo saai als de verabsolutering van de betekenis van de al dan niet racistische Zwarte Piet. Uw mening over de ambiguïteit brengt de discussie daarentegen wél verder en wordt gewaardeerd.

Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

15 gedachtes over “MoM | Wat stelt dat voorwerp voor?

  1. mnb0

    Sinds ik in Suriname gezien heb hoe moslima’s van hun hoofddoekjes een hele modeshow maken kan ik die “onderdrukkende norm” niet erg serieus meer nemen. Het is wel weer zo dat daarbij vergeleken hoofddoekjes van Nederlandse moslima’s erg saai zijn. Maar ja, Nederlanders (zoals ik) staan internationaal niet bekend om hun goede kledingsmaak.

  2. Ab R.C. Dabra

    Nou ben je zelf altijd zo kritisch op pseudo- en kwakwetenschap… Maar nu doe je het zelf ook: je gaat in de stoel van de psychiater zitten. ‘Fobie’ is een term uit de geneeskunde, meer specifiek de psychiatrie; daar moet je voor gestudeerd hebben om dat woord legitiem te mogen gebruiken. En met ‘gestudeerd hebben’ in dit verband bedoel ik niet ‘geschiedenis gestudeerd hebben’. (…)
    Foei!

    1. mnb0

      Ja, en om de woorden energie en kracht legitiem te mogen gebruiken moet je natuurkunde, meer specifiek de quantummechanica, gestudeerd hebben.
      Foei!
      Voor uw drogreden, uiteraard.

  3. Heel leuk. Symbolische werkelijkheid en het belang van machtsrelaties brengen me terug naar de tijd dat ik denkers als Foucault en Lacan nog min of meer serieus nam. Spraken die trouwens niet van een symbolische orde? Symbolische werkelijkheid lijkt me nogal een raadselachtig begrip, sprekende over interpretaties.

  4. Marcel Meijer Hof

    Nou heb ik geen theologie gestudeerd, maar heeft iemand ooit een Maria-afbeelding gezien zònder hoofddoek ? Natuurlijk de uitzondering bevestigd de regel maar U begrijpt waar ik heen wil. De hoofddoekjes van Jaqueline Kennedy-Lee Bouvier werden een stijlvoorbeeld iets meer dan vijftig jaar geleden.

    1. Ab R.C. Dabra

      Het gaat er natuurlijk om dat steeds meer mensen in Nederland, Europa, ja zelfs wereldwijd onderkennen dat de islam een groot gevaar in zich draagt: fundamentalisme. Fundamentalisten die de koran naar de letter nemen draaien hun hand er niet voor om, om op grote schaal te onderdrukken, geweld te gebruiken en te moorden. Om mensen die zich er oprecht zorgen om maken dat overheden in NL, EU, VS, etc. steeds maar meer islamieten binnen hun grenzen laten en die de hoofddoek zien als symbool van die potentieel gevaarlijke, onderdrukkende islam, weg te zetten als geesteszieken, is simpelweg niet kies. Punt!

      1. Ik wil met nadruk géén discussie over de islam.

        “Methode op Maandag” gaat over methode en dat is veel interessanter dan een discussie waarover de standpunten al enige tijd zijn vastgeroest.

        1. Discussies gaan tegenwoordig, zo lijkt het wel, uitsluitend over islam en de opwarming van de aarde. Wil je daarover geen discussie op je blog, dan kun je die termen beter niet laten vallen, want ze zetten automatisch een lawine aan reacties in werking 😉

  5. henktjong

    je zou bijna gaan denken dat ook gestudeerde mensen moeite hebben met lezen. Of denken dat die waarschuwing niet voor hen geldt.

  6. Hoofddoekjes maken sommige mensen blind.
    Je voorlaatste cursieve alinea is dan blijkbaar niet meer leesbaar.

    Terwijl ik de typemachine juist zo’n mooi voorbeeld van deze blogpost.

    Deze MOM is weer zeer lezenswaardig.
    Waarbij de reacties een beetje achter blijven ….

    Vriendelijke groet,

  7. jacob krekel

    Al dat gezeur over hoofddoekjes wijst er op dat de vraag naar ambiguïteit kennelijk te moeilijk is. Ik heb er over lopen nadenken (ik maak ’s middags meestal een lange wandeling met mijn hond en denk dan veel na), maar ik heb ook niets zinnigs weten te verzinnen. Hoogstens dat we alleen kunnen zien waar we al een voorstelling van hebben (zoals een bikini of een typemachine), maar dat wisten we al. Net zoals dat oninterpreteerbare voorwerpen of voorstellingen uit de oude steentijd altijd worden aangezien voor cultisch voorwerp. Ik heb nog nagedacht over de steen uit de putrand (?) van een vorige aflevering maar kon ook daar geen alternatieve verklaring voor vinden.
    Wat zou iemand die nooit een schroef heeft gezien denken dat een schroevendraaier is? Een symbool van mannelijke vruchtbaarheid?

    jacob krekel

  8. Klaas

    Een aardige uitdaging wat betreft ‘Wat stelt dat voorwerp voor?’ is het ‘ Antikythera mechanisme’. Von Däniken zal er wel weg mee hebben geweten…

  9. dirk

    Ik las onlangs dat de uitvinder van de moderne bikini de mosterd had gehaald bij die bewuste muurschildering. Hij zag er een bikini in voor die zelfs maar bestond.

  10. Peter J.I.

    ‘(…) sommige interpretaties van de symbolische werkelijkheid’: maken interpretaties juist niet samen die symbolische orde uit?

    En gezien vanuit althans een literair en literatuurwetenschappelijk perspectief is er het nodige af te dingen op je gebruik van het woord ‘ambiguïteit’ dat je in het cursieve eindnootje zo te zien als noemer voor de eerder genoemde (verschillende) interpretaties inzet. Het lijkt erop dat je het vanuit een talig, c.q. literair speelveld overhevelt naar andere domeinen waardoor de term ‘ambiguïteit’ welbeschouwd een metafoor wordt.
    In de literatuur is dubbelzinnigheid oogmerk of opzet, in de woorden van Nijhoff (de meester ervan in onze literatuur, vandaar de vele interpretaties van met name zijn grote gedichten ‘Awater’ en Het uur u’): Wie meer licht heeft in zichzelf, ziet ook vanzelf meer. Deugt een gedicht eenmaal, dan is zijn uitlegging in zekere zin onuitputtelijk’. En daarom (in ‘Awater’): ‘De schrijfmachine mijmert gekkepraat’ / Lees maar, er staat niet wat er staat. (…).
    En daarmee beginnen de problemen pas echt of voor wie schik heeft in literatuur: wordt het nu smullen want die ambiguïteit is er in soorten en maten. Zie daarvoor de in 1949 verschenen en intussen klassieke studie van Empson: ‘Seven Types of Ambiguity’ (overigens simpelweg te downloaden), een aanrader met de kanttekening dat Empson zijn typen illustreert via voorbeelden uit de oudere Engelse poëzie.

    De christelijke interpretatie van Genesis 1-3 die de drieslag ‘schepping-zondeval-verlossing’ inleest in dit verhaal lijkt me een goed voorbeeld van verdringing van met name (een) joodse interpretatie(s) waarin geen sprake is van zonde.

Reacties zijn gesloten.