Herlevingswonderen

O.L.V. Sterre der Zee, Maastricht

Eén van de wetenschapsjournalisten met wie ik vrijdag in Maastricht werd rondgeleid, was Herman Clerinx, wiens boek Een paleis voor de doden ik een maand of twee geleden heb gelezen. Het was een leuk toeval kennis met hem te kunnen maken, zo kort nadat ik zijn boek had besproken in het NRC Handelsblad. Hij vertelde me dat hij nu bezig was met een boek over de Kelten en attendeerde me op een andere publicatie van zijn hand, een artikel over “herlevingswonderen”.

Daar had ik nog nooit van gehoord, maar het gaat om een intens-menselijk stukje van de rooms-katholieke traditie. In de voorindustriële tijd, toen gezonde voeding en goede hygiëne niet vanzelfsprekend waren, was de zuigelingensterfte immens – ik zal er binnenkort over bloggen – en werden ook veel kinderen dood geboren. Was dat al verschrikkelijk voor de ouders, het werd nog erger doordat de kerk verbood ongedoopte kinderen te begraven in gewijde aarde. De baby werd dan bijgezet te midden van moordenaars en andere mensen die hun plaats in het Koninkrijk hadden verspeeld. Niet bepaald troostrijk.

Aangezien we het hebben over het katholicisme, waarin gelovigen zich niet overmatig bekreunen om het calvinistische devies dat verboden serieus dienen te worden genomen, werden er vanzelfsprekend omwegen gevonden. Zo stond er op een begraafplaats weleens een spade klaar zodat de ouders op een onbewaakt moment het doodgeboren kind in gewijde aarde konden begraven. De grafdelver en de pastoor wisten genoeg om te weten dat ze niet méér moesten weten. Maar eerlijk is eerlijk: het bestaan van dit soort sluiproutes duidt erop dat ook de kerk met de kwestie in de maag zat. Het duurde echter tot in de twintigste eeuw tot ze doodgeboren kinderen een normale uitvaart gunde.

Zo ver was het in de veertiende eeuw echter nog niet en de herlevingswonderen vormden een andere manier om de scherpte van de regels af te zwakken. Er waren voldoende christelijke verhalen over mensen die op een of andere manier de dood hadden overleefd, zoals de anekdote over Eutychos, een jongen uit Alexandrië in Troas die tijdens een preek van de apostel Paulus uit een raam viel en stierf maar door de apostel uit de dood werd opgewekt (Handelingen 20.8-20). In het middeleeuwse wereldbeeld lag het dus binnen de grenzen van het mogelijke dat iemand herleefde. En als het met Eutychos kon, dan kon God zijn genade ook aan anderen tonen.

En zo geschiedde. Vanaf de veertiende eeuw kwam het voor dat de ouders van een doodgeboren of jonggestorven baby met hun overleden kind naar een bedevaartplaats gingen om het aan te bieden in de hoop op een wonder. Doorgaans was het heiligdom gewijd aan Maria, die als moeder het leed van de ouders het beste begreep en onmogelijk geen voorspraak zou doen. De baby kon dan tot leven komen, worden gedoopt, voor de tweede keer sterven en alsnog een christelijke begrafenis krijgen. Alleen iemand zonder hart zal dit als uitsluitend bizar uitleggen.

Vanzelfsprekend komen dode kinderen niet zomaar opnieuw tot leven. Wat er werkelijk gebeurde, is echter de verkeerde vraag, ingegeven door het feit dat wij onderscheid maken tussen datgene wat volgens de natuurwetten kan en niet kan. Dat onderscheid bestond destijds niet. Voor de betrokkenen was het mogelijk dat een baby herleefde en welke aanwijzingen ze creëerden om te kunnen geloven wat ze wilden geloven, dat is eigenlijk niet zo heel belangrijk. De crux is niet de doop van de herleefde baby, maar dat de ouders werden getroost.

Clerinx vertelde me dat het beeld van Onze Lieve Vrouwe Sterre der Zee, dat hierboven is afgebeeld en waarover ik al eens eerder heb geblogd, een van de plaatsen was waar pelgrims naartoe kwamen. Hieraan kwam echter een einde toen Maastricht tijdens de Tachtigjarige Oorlog in handen kwam van de Republiek. Hoewel de protestantse bestuurders de godsdienstvrijheid in de tweeherige stad erkenden, waren ze niet gelukkig met de pelgrimage: ze verboden het aanbieden van overleden baby’s in de hoop van een wonder. Clerinx attendeerde me op het schilderij van een uit Maastricht afkomstige baby die in 1750 in Vreren (onder Tongeren) was herleefd en weer overleden.

Ex-voto uit Vreren namens de familie Cerexhe-Polis uit Maastricht (© Herman Clerinx).

Je kunt alleen maar hopen dat de ouders er troost aan hebben ontleend, maar ik denk dat het verdriet om een dood kind nooit zal wennen. Je kunt alleen maar dankbaar zijn dat de geneeskunde de kindersterfte in Europa sterk heeft weten terug te dringen.

[Clerinx’ artikel over herlevingswonderen is te vinden in Hans Geybels (red.), Heiligen en tradities in Vlaanderen. Lente en zomer (2017).]

Deel dit:

13 gedachtes over “Herlevingswonderen

  1. hans van den broek

    Goede morgen Jona
    ik kreeg via een vriendin je blog onder ogen. Als arts heb ik een boek geschreven over de medische achtergronden van wonderen [wonderen in het zonlicht] Dit verschijnsel van het aanbieden van een dood pasgeboren kind in een kapel of op een altaar kwam ik ook een heel enkele keer tegen in inmiddels 3000 door mij bekeken wonderverhalen. In Limburg heet het daar ‘sanctuaire a repit’.
    Als ik die verhalen bekijk lijkt het er zeer sterk op dat elk verschijnsel dat men waarnam als teken van leven werd beschouwd en een reden om het kind acuut te dopen zodat het alsnog naar de hemel kon gaan. De meeste verschijnselen lijken te berusten op het vergaan van het dode lichaampje ofwel rotting, met name gasbelletjes [met bewegende darmen] en geknisper.
    vriendelijke groet
    Hans van den Broek Deurne

  2. mnb0

    “ik denk dat het verdriet om een dood kind nooit zal wennen”
    Ook jij denkt als een lid van de post-industriele samenleving. Met de grote gezinnen die destijds gangbaar waren hadden de ouders de tijd niet om zich er lang mee bezig te houden – er waren nog zoveel levende kinderen die verzorging nodig hadden. Dit heb ik zowel van mijn vader, in wiens dorpse jeugd grote gezinnen nog heel normaal waren en van mijn ex-schoonouders, die twee kinderen heel jong hebben verloren. Herlevingswonderen zijn mi vooral een uiting van verantwoordelijkheids- en rechtvaardigheidsgevoel.

    1. Maurits de Groot

      Precies. Mijn Brabantse grootmoeder kreeg maar liefst twintig kinderen, waarvan er vier als zuigeling stierven. Met zestien overblijvende kinderen was er niet eens tijd om daar langer dan een paar dagen bij stil te staan. De gestorven kinderen werden nooit genoemd, niet door mijn grootouders en niet door mijn ooms en tantes (en mijn vader). Ik kwam er bij toeval achter. Ik ben zelf nog één van zeven kinderen. Nu is dat al vrijwel ondenkbaar. Als je maar twee kinderen hebt, zoals gebruikelijk vandaag, is het verlies van een kind uiteraard een heel ander verhaal.

  3. Maurits de Groot

    Overigens, wat een grappig toeval dat je Clerinx nu tegenkwam. Ik geniet erg van zijn boek en ben van plan ook zijn eerdere boek aan te schaffen. Het artikel ga ik nu even opzoeken.

  4. Ben Spaans

    Alleen iemand zonder hart zal dit als uitsluitend bizar uitleggen – weer tot leven laten komen en dan alsnog laten doodgaan?! Hoe bizar wil je het hebben… Dan ben ik maar harteloos.

    1. Goed lezen: er staat “alleen iemand zonder hart zal dit als uitsluitend bizar uitleggen”.

      Ik schijf dus dat ik het harteloos alleen maar te denken dat het bizar is. Dat impliceert dat ik ervan uitga dat iedereen het bizar zal vinden. Het gaat me erom wat er daarnaast wordt gevonden. Eendimensionele gevoelens zijn doorgaans te simpel.

      1. Ben Spaans

        Het probleem ligt misschien bij een gedachtesysteem dat mensen dwong tot het ontwikkelen van wanhoopstrategieën.

        Trouwens, heeft de Kerk dit ooit officieel erkend?

        Iets(uitsluitend) bizar noemen, hoeft niet te betekenen dat er geen oog is voor emoties en complexe gevoelens en gedachten die mensen daar omheen kunnen hebben. Ook over mensen uit het verleden.

        Ik heb me in de eerste instantie door mijn eigen emoties laten meeslepen. Dit is zware kost.

  5. In de medische opleiding die ik gekregen heb in de jaren vijftig/zestig van de vorige eeuw, werden sommige zaken niet ex kathedra doorgegeven, maar je had ze van horen zeggen. Zo wist ik, dat je als leek en atheïst een kind dat tijdens of kort na de geboorte sterft kunt dopen (In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest) en dat de katholieke kerk dit als doopsel accepteert. Ook een manier om begraven in ongewijde aarde te voorkomen.

  6. Manfred

    “Alleen iemand zonder hart zal dit als uitsluitend bizar uitleggen.”

    Alleen iemand zonder hersens gelooft dat gevoel, medemenselijkheid, ethiek en moraal zich in het hart bevinden.

  7. Martijn

    @ Henk Ras. Inderdaad zo werd het ons als kinderen op de katholieke lagere school al geleerd. In nood mag iedereen dopen, ook met ongewijd water en ook door niet-katholieken. Er werd benadrukt dat dat heel belangrijk was, vanwege de erfzonde en het begraven in ongewijde grond. Uiteraard besef je als kind niet de achtergronden en het verdriet van ouders wiens kind niet op het kerkhof begraven mocht worden. Tegenwoordig worden op veel kerkhoven monumentjes geplaatst voor de ongedoopte kinderen.

  8. …Aangezien we het hebben over het katholicisme, waarin gelovigen zich niet overmatig bekreunen om het calvinistische devies dat verboden serieus dienen te worden genomen, werden er vanzelfsprekend omwegen gevonden…
    Doorgaans heb je hiermee gelijk, Jona, maar ook onder katholieken zijn er gradaties van het zich houden aan de wet, in dit geval de leer van de top-down organisatie die ‘Rome’ is. De RKK iser ook altijd op uit geweest om de mensen een schuldgevoel aan te praten en dat is ze in veel gevallen ook goed gelukt. Wat hierboven door jou beschreven wordt noopt mij tot het lezen van Clerinx’ artikel. De RKK heeft ook begrippen als het vagevuur en het voorgeborchte uitgevonden om de gelovigen behoorlijk angst in te peperen. Je zou het in deze tijd misschien kunnen vergelijken het het asielbeleid. Je werd niet zomaar toegelaten tot de hemel. Het vagevuur en het voorgeborchte zouden vooral door Augustinus en paus Gregorius de Grote gepropageerd zijn.
    Benedictus XVI heeft het in 2007 ‘afgeschaft’, d.w.z. dat hij het voor achterhaald hield en een document van theologen die zich over de kwestie gebogen heeft ondertekend heeft. ‘Afschaffen’ is niet op zijn plaats hier, aangezien het nooit een officieel dogma of artikel van de RKK-leer geweest is. Zie:
    http://www.standaard.be/cnt/dmf20042007_114
    https://www.trouw.nl/home/paus-schaft-voorgeborchte-ongedoopte-kinderen-af~ae4960ff/

    Verreweg de meeste protestanten geloven niet in het voorgeborchte of het vagevuur. Daarin zijn ze slimmer dan de katholieken.
    Je artikel is weer leerzaam, maar het stelt ook een schrijnende toestand aan de kaak. Het niet begraven worden in gewijde grond sloeg trouwens ook op mensen die niet gedoopt waren, socialisten, zelfmoordenaars, etc… De naam van de overlevende werd ook genoemd, dus ‘naming and shaming”.

    Ik weet niet of het nu definitief afgeschaft is, ik vermoed van wel.
    Een goede inkijk in het leed dat deze praktijken veroorzaakt hebben vooral is te vinden in de filmpje met transcriptie van een uitzending van ‘Andere Tijden’:

    https://anderetijden.nl/aflevering/572/Ongewijde-aard

Reacties zijn gesloten.