Fietsen

Veerpont bij Loevestein

Ergens rond mijn zeventiende of zo kreeg ik de geest: fietsen is leuk. Vanuit Apeldoorn, waar ik opgroeide, reed ik naar Amersfoort of Utrecht, naar de Athenaeumbibliotheek in Deventer, naar Arnhem en Nijmegen. En dan later op dezelfde dag weer terug. Dat ging destijds makkelijker dan nu. Er waren minder Vinexwijken en verkeersdrempels, je kon gewoon lekker over je stuur hangen, in een bepaald ritme komen en een bijna verslavende cadans opbouwen. Nu lukt dat, geloof ik, alleen nog op de Afsluitdijk, waar ik inmiddels, nu ik mijn hobby heb hernomen, alweer tweemaal overheen ben gegaan.

In december 2013 ben ik er dus opnieuw mee begonnen. Een tocht van Amsterdam naar Apeldoorn was de eerste grote rit. Meteen een goede les: het stuk tot Amersfoort is niet langer geschikt om door te donderen. Zoals gezegd: Vinexwijken en verkeersdrempels. Voorbij Amersfoort bleek het die dag wel weer te kunnen: bijna blindelings kon ik over Leusden, Barneveld, Kootwijkerbroek, Kootwijk en Assel naar Apeldoorn rijden. Eén van mijn oude favoriete routes was nog nauwelijks veranderd en ik zat al snel weer lekker in de cadans.

Sindsdien heb ik honderden kilometers gereden. Vaak ook ’s nachts, want ik heb een slaapstoornis en krijg vaak rond een uur of elf de kriebels. Ik heb een paar keer een late trein naar Den Haag of Alkmaar genomen om dan terug naar Amsterdam te fietsen. Als het een bekende route is, is het heerlijk rijden. Het is minder leuk als je de route niet uit je hoofd kent, want er wordt nogal eens aan de weg gewerkt en het is altijd wat onprettig als je in het donker moet uitzoeken hoe je verder rijdt.

Maar grosso modo is fietsen nog altijd heerlijk. Het rivierenlandschap blijft, ondanks de dijkverzwaringen, erg mooi. Ik houd van de ruimte. Ik houd van de kleine stadjes in ons land: van Woudrichem bijvoorbeeld, met zijn prachtige kerktoren. Van vestingsteden als Naarden, Dokkum, Goes, Steenwijk, Doesburg, Alkmaar en Willemstad. Van de Drentse hunebedden, van de “Oude Postweg” over de heide bij Hilversum, van de Deltawerken, van het nieuwe land. Van het prachtige fietspad tussen Zwolle en Kampen. Van de Drentse Hoofdvaart, de Weesper Trekvaart en het Van Starkenborghkanaal.

Van de vele pontjes over de rivieren. Van het kapsonesloze café De Steenen Man in Zurich, waar een punt appelgebak je beloning is als je vanaf Wieringen de Afsluitdijk over bent gekomen. Van het Fries waarmee ze je begroeten als je verder rijdt in Friesland. Van de vliegende mieren die tijdens de schemering in je ogen komen. Van de windmolens om de Schermer. Van de Rotterdamse havens. Van Rotterdam in het algemeen. Van het café aan de voet van de Martinitoren. Van museum Dorestad in Wijk bij Duurstede, het Torenmuseum van Cuijk en het Fries Museum in Leeuwarden. Van de sluizen bij IJmuiden. Van restaurant Darya in Hilversum. Van een ijsje in mijn geboortedorp Beneden-Leeuwen. Van de mensen, die op een zomerdag zo vriendelijk zijn.

Ik merk dat mijn conditie verbetert, ook nadat die door een operatie afgelopen winter even heel slecht was. Toen was het stukje Veenendaal-Amersfoort bijna teveel. Inmiddels rijd ik van Anna Paulowna naar Groningen. De dag erna ben ik geen stuiver waard, maar er zit schot in de zaak. Ik begin weer te denken aan een herhaling van de grote fietstocht die ik in mei en juni 1992 maakte naar Griekenland. Misschien nog niet volgend jaar, maar dan het jaar erop. Daarover zal ik de komende tijd eens schrijven.

[Zondag de eerste aflevering van het narcistische zomerfeuilleton “Op de fiets naar Thessaloniki“.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Fietsen

  1. fbikker

    Succes met je “fietsvirus” . Vooral die cadans herken ik . Lekker met je onderarmen op een leunstuur.

  2. roepers

    Geweldig dat je ook zo van fietsen houdt en geniet van de dingen die je dan onderweg tegenkomt. Ik ben inmiddels dit jaar alweer twee keer over de afsluitdijk gereden, maar stop toch nog ergens halverwege om een boterham te eten. De brandstof is dan namelijk op. Overigens is het fietspad buitendijks op Wieringen mooier dan de Afsluitdijk. Ik hoop dat ooit het fietspad op de Afsluitdijk ooit ook eens buitendijks komt te liggen, zodat je kan genieten van de Waddenzee en minder last hebt van de snelweg.

  3. Ik heb ook heel wat afgefietst door Nederland, en later door Duitsland. Een tijdlang fietste ik van mijn woonplaats Leiden naar mijn werk in Buitenveldert. Later vond ik het erg hoe overal bomen werden omgehakt, industrieterreinen verrezen, en Vinexwijkjes inderdaad. Ik fietste er toen niet meer zomaar op los maar ontwierp met behulp van gedetailleerde kaarten routes die me zo min mogelijk leed zouden bezorgen. De Randstad Holland heb ik echter al jaren geleden als fietsgebied opgegeven.
    Na mijn knieoperatie kan ik nog steeds niet fietsen, maar ik ga het volgende week proberen, met hulp en in een beschutte omgeving.

Reacties zijn gesloten.