Fietsen naar Thessaloniki: de Pindos

De trots van Griekenland: de kloosters van Metéora

In dit zomerfeuilleton, waarvan u de eerste aflevering hier kon lezen, neem ik u deze zondag mee naar Igoumenitsa in Griekenland, waar ik op een druilerige ochtend eind mei 1992 met mijn RIH de veerpont af kwam wandelen.

De Pindos, deel één

Een wonderlijk levendige herinnering: toen ik mijn lires wilde wisselen in drachmes, ontdekte ik dat ik nog maar weinig Italiaans geld bij me had, hoewel ik een paar dagen daarvoor nog een groot bedrag had opgenomen. Ik was voor zeker 150 gulden aan valuta kwijt. Ik moest me ertoe zetten me er niet door uit het veld te laten slaan.

Voor me lag de Pindos, het gebergte dat Albanië en het noordwesten van Giekenland scheidde van zuidelijk Joegoslavië en noordoostelijk Griekenland. Het einddoel van deze dag was Ioannina, dat ik alleen kende van verhalen (en een subplot uit De graaf van Monte Cristo) en een rustige klim beloofde naar een hoogte van ongeveer 500 meter. Tegenwoordig ligt er een snelweg, maar die was er destijds nog niet.

Hoewel het van tijd tot tijd regende en ik geen bergrijder was, had ik een goede dag. Vooral mooi was het moment dat ik een wolk over een berg zag rollen. Even mooi was het toen ik, wat later, door diezelfde wolk heen reed: een vochtig geheel, met niet meer zicht dan een meter of twintig, en geen andere geluiden dan mijn hijgende ademhaling en het geruststellende geratel van mijn fietsketting.

Zo reed ik gedurende 95 kilometer en ik was drijfnat toen ik in Ioannina aankwam, waar ik een hotel vond. Ik prees me gelukkig dat ik deze dag geen last had gehad van de schrik van Griekenland: de honden. Ik ben er in Nederland niet bang voor, maar ik had in Griekenland al eens beesten meegemaakt die beren en wolven moesten afschrikken en heus niet bang waren voor een Hollander. Maar deze dag was ik lekker door alle eventuele moeilijkheden heen gerold: de berg op, de regen door en zonder een hond te zien.

Ioannina en Dodona

De volgende dag gaf ik mijn kleren af bij een wasserette en bezocht ik de kapper. Ik zou in Thessalië bij een Griekse familie logeren en wilde er niet al te shabby uitzien. Dat de kapper, afgaande op de bidprentjes rond de spiegel, meende steun van hogerhand nodig te hebben, gaf me een wonderlijk gevoel niet in goede handen te zijn.

Daarna bekeek ik de oude stad met de moskee en vervolgens fietste ik naar Dodona, de oud-Griekse orakelstad. Ik was er moederziel alleen en voelde me intens gelukkig. Bovenaan het theater zag ik een adder, maar ik heb het niet gemeld bij de bewakers omdat die het dier gegarandeerd zouden hebben opgespoord en gedood. Zoals ik doodsbang ben voor herdershonden, zijn Grieken, heb ik de indruk, panisch voor slangen.

De Pindos, deel twee

De weg naar Trikala aan de andere kant van de Pindos viel me erg mee, zelfs al moest ik 1200 meter klimmen tot de Katarapas. Nu ik dit schrijf bedenk ik dat de bergpassen die ik over ging, die weken in volgorde van afnemende moeilijkheid zijn geweest. De weg van Epirus naar Thessalië kronkelde prachtig en zeker de terugblik over het meer van Ioannina staat me in het geheugen gegrift. De onvermijdelijke hond liep bovendien minder snel dan ik bergop kon trappen.

De afdaling – in totaal 1600 meter vanaf de pas tot Trikala – verliep makkelijk, al reed ik bij de Metéora-kloosters voor de tweede keer tijdens deze reis lek. De band was gelukkig snel geplakt en zo kwam ik, zij het na zonsondergang, aan in Trikala, waar ik niet meer zocht naar een camping en opnieuw een hotel nam. Het geld ging er met al die hotelovernachtingen wel snel doorheen maar na 160 kilometer had ik dat wel verdiend.

’s Avonds flaneerde ik wat door de straten van het stadje en zocht ik wat simpels te eten. Net als in Ioannina trouwens. Misschien is het eten wel Griekenlands grootste charme: het is eenvoudig en daardoor goed. Ik ken eigenlijk geen land waar ik zo smakelijk eet, met de mogelijke uitzondering van Libanon.

Thessalië

En verder ging het: dwars door Thessalië, van west naar oost. Uiteraard een keer achterna gezeten door een hond, maar in wezen zonder problemen. Ik passeerde het slagveld van Farsalos, waar Julius Caesar in 48 v.Chr. de troepen van Pompeius versloeg, en kwam uiteindelijk, 120 kilometer verder, aan in Nea Anchialos, gelegen aan de Pagasitische Golf. Dat is de baai binnen die grappige apenstaart die ten halverwege Thessaloniki en Athene uitloopt in de Egeïsche Zee.

In 2010 zou ik stomtoevallig belanden in hetzelfde hotel als in mei 1992. Ik kon mijn medereizigers toen adviseren vroeg op te staan en de opkomende zon te bewonderen. Nergens ter wereld is de rozenvingerige dageraad mooier dan aan de oostkust van Thessalië.

[Het zomerfeuilleton, waarvan het eerste deel hier is te vinden, blijft vervolgd worden. Als u er een landkaartje bij zoekt, dan is dat hier.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Fietsen naar Thessaloniki: de Pindos

  1. Wim Van den Berghe

    Ik heb die omgeving verkend toen ik met met de motorfiets vanuit België tot beneden aan de Peloponnesos gereden ben, nu een jaar of 12 geleden.
    We (samen met m’n huidige vrouw) kwamen aan in Igoumenitsa toen het nog donker was, en zijn na ontbijt ook naar Ioaninna gereden. En de dag nadien naar Meteora. Later bezochten we ook nog Delphi, en een heel eind verder naar het zuiden, onder andere Pylos (aanrader!).

    Het Griekse eten is inderdaad eenvoudig maar erg lekker, en helemaal niet duur.
    Het was (tot nu toe) de mooiste reis van m’n leven.

    1. Wim Van den Berghe

      Nu ik er aan denk, we waren toen ook helemaal alleen in Dodona. Het was kort na de middag, en meer dan 40°C! Die Grieken moeten wel gedacht hebben dat we gek waren om daar bij die temperatuur te gaan rondwandelen.

  2. Benno Dijkstra

    Goedemorgen Jona,
    Aan het eind van je mooie verhaal is je pen wellicht wat uitgeschoten?
    Een ‘n’ teveel bij de dageraad die roze kleurt maar ineens in een roos verandert?
    Groet!
    Benno

  3. John

    Je gaat net zo snel door het verhaal als je indertijd blijkbaar gefietst hebt! Kan het niet wat langzamer, zou jammer zijn als het snel weer afgelopen was. Deze opmerking is dus een combinatie van kritiek (10%) en compliment (de rest).

Reacties zijn gesloten.