Kindermoord

Grafsteen van Julia Restuta (Nationaal Archeologisch Museum, Zagreb)

Het Archeologische Museum van Zagreb is een van de mooiste musea die ik ooit heb bezocht. Het heeft een interessante afdeling Prehistorie, die in Kroatië doorloopt tot aan de komst van de Romeinen; er is een schitterende Romeinse afdeling; daarop volgt een degelijk overzicht van de Late Oudheid en Vroege Middeleeuwen; er is een verzameling inscripties in de tuin, waar je ook koffie kunt drinken. Alle uitleg is in zowel het Kroatisch als het Engels en het museum heeft – en hier word ik echt blij van – geen geheimzinnig donkere vertrekken waarin de voorwerpen mysterieus liggen te zijn.

Dat geldt weer wél voor de Egyptische afdeling, maar een papyrus kun je nu eenmaal niet in het volle daglicht leggen: dat beschadigt de toch al bleek wordende inkt. Op deze afdeling is ook het (althans bij vakidioten) wereldberoemde Liber Linteus Zagrabiensis te zien, “het linnen boek uit Zagreb”. Dit is de langste Etruskische tekst die we kennen, gevonden op de windsels van een mummie, die op hun beurt afkomstig waren uit een Etruskisch boek met een religieuze inhoud. Daar schrijf ik nog eens een keer over, voor vandaag had ik van de museumstukken de bovenstaande hartverscheurende inscriptie in gedachten.

Kindermoord

D M
IUL RES
TUTAE IN
FELICISSI
MAE INTER
FECTAE
ANNOR
X CAUS OR
NAMENTOR JUL
RESTUT ET
STATIA PUDEN
TILL PARENT

Steenhouwers en bewerkte stenen waren duur en dus staat zo’n Romeinse inscriptie vol afkortingen. Als we die volledig uitschrijven, lezen we

Dis Manibus
Juliae Res-
tutae in-
felicissi-
mae inter-
fectae
annorum
X causa or-
namentorum Julius
Restutus et
Statia Puden-
tilla parentes

De eerste twee woorden betekenen dat we te maken hebben met een wijding aan de geesten van een overledene. Die heette, zo lezen we in de volgende regel, Julia Restuta. Verder staat er dat de steen is opgericht door Julius Restutus en Statua Pudentilla, de ouders van het diep ongelukkige meisje, dat werd vermoord toen ze tien was, causa ornamentorum, omwille van haar sieraden.

Getuige de vindplaats heeft dit drama plaatsgevonden in Salona, het huidige Solin in Kroatië, en getuige het schrifttype hebben we te maken met een misdrijf uit de tweede of derde eeuw na Chr.

[Dit was de 237e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

8 gedachtes over “Kindermoord

  1. gmknepper

    De ouders van Julia waren stellig diep ongelukkig. Maar op de inscriptie slaat dat woord (infelicissimae) op Julia zelf.
    Een minder waarschijnlijke mogelijkheid is, dat de tekstschrijver bedoelde dat Julia ‘op uiterst ongelukkige wijze’ gedood was, al had er dan eigenlijk ‘infeliciter’ moeten staan.

      1. gmknepper

        Ik had gehoopt dat niemand dat zou opvallen, maar u hebt helemaal gelijk. Ik heb me overigens wel afgevraagd of er niet eigenlijk ‘infelicissime’ staat, of althans moet staan. Weliswaar zie ik tussen de m en de e een klein streepje dat de letter a zou moeten aanduiden, maar kijk eens naar de manier waarop verder in de inscriptie -ae wordt genoteerd: met forse, afzonderlijke a en e’s. Best mogelijk dat de degene die de inscriptie maakte zich heeft vergist; dan moet er dus eigenlijk staan, dat Julia op ‘buitengewoon ongelukkige wijze’ is omgebracht.
        Het blijft overigens een naar geval.

        1. Spelfouten zijn niet ongebruikelijk – zie de Batavos ipv Batavus in het grafschrift van Imerix.

          Eigenlijk is het woord “spelfouten” ook wat misleidend, want dat veronderstelt een duidelijke norm, die er destijds in feite niet was. Ik vind het zelf altijd leuk te zien hoe de afwijkingen van de klassieke norm de uitspraak documenteren: het wegvallen van de slot-m in “novem” in een vijfde-eeuwse inscriptie uit het RIjnland toont bijvoorbeeld hoe we bij “neuf” zijn aanbeland. Immerix’ grafsteen suggereert dat de Illyriërs het verschil tussen /u/en /o/ niet herkenden. We weten ook zeker dat de Romeinen moeite hadden met de gutturalen van de mensen in wat nu de Lage Landen zijn.

          1. gmknepper

            Wat betreft die ontbrekende slot-m: we weten dat die al in het klassieke Latijn niet (meer) werd uitgesproken, maar wel zorgde voor nasalisering van de voorafgaande klinker.
            En in de klassieke poëzie telt een slot-m niet mee als medeklinker.

            (Ik ben er overigens wel geïnteresseerd in de bron van de mededeling dat ‘de mensen in wat nu de Lage Landen zijn’ er gutturalen op na hielden.)

            1. Er zijn verschillende aanwijzingen. Eén daarvan is de inconsistente spelling van woorden als “cananefaten”. Soms gaat dat met de /c/ uit het Latijnse alfabet, die een /k/ weergeeft, maar in sommige inscripties lezen we /hianna-…/ (bijv. op een votiefsteen in het museum in Keulen). Blijkbaar spraken de mensen in de Lage Landen een zachte keelklank uit die niet in het Latijn viel weer te geven, zodat de Romeinen aarzelden tussen een hardere en een zachtere variant.

              Een ander voorbeeld – al is het iets hypothetischer – is de stam die in het Grieks “kauchoi” wordt genoemd en in het Latijn de “Chauci”. Dat zijn de bewoners van de wierden en terpen en hun naam is (m.i. plausibel) herleid tot een oud-Germaans woord dat bestaat uit de woorden voor “hoog” en “woonplaats”. Zeg maar “hooghemers”. Blijkbaar is de beginklank sterker dan een /h/, want dan zouden de Grieken er geen kappa voor hebben gebruikt.

              ik weet eerlijk gezegd niet of we het nu hebben over gutturalen of een sterke vorm van aspiratie, maar ik hoop dat het punt duidelijk is.

  2. Er zijn gelukkig ook wat vrolijkere grafschriften te vinden. Een mooie hangt in de voorhal van de Santa Maria in Trastevere te Rome. Ene Marcus Cocceius (de overledene) verklaart 45 jaar en 11 dagen getrouwd te zijn geweest met dezelfde vrouw SINE VLLA QVEREL(A) – zonder enige klacht. Misschien wel het gelukkigste huwelijk uit de Oudheid.

    Intrigerend vind ik een grafsteen in de Oude Kerk in Delft. Die is van ene Hermanus Kamphuizen, geboren in 1670, gestorven in 1770. Kamphuizen werd dus niet alleen 100 jaar oud in een tijd waarin dat tamelijk uitzonderlijk was, de grafsteen meldt ook nog dat hij als vaandrig ‘werd gekwetst in den slag bij Malplaquet’ (of woorden van gelijke strekking). Dat was een vreselijke slachtpartij in 1709, dus het is een klein mirakel dat de vaandrig niet alleen de slag overleefde en herstelde, maar ook nog eens 61 jaar langer op aarde doorbracht. Helaas heb ik nooit meer informatie over de man kunnen vinden.

Reacties zijn gesloten.