Het proactieve Asterix-stukje

Over een week, op 19 oktober, verschijnt de nieuwe Asterix. Ik heb daar wat gemengde gevoelens bij. Dat is niet omdat ik niet van de stripverhalen houd, maar omdat ik nu al kan uittekenen dat ik benaderd zal gaan worden door journalisten die me vragen wat ik er als oudhistoricus van denk. Nu is het altijd leuk om op de radio te komen – deze pagina gaat terug op een radiocommentaar dat ik insprak vanaf een hotelkamer in Isfahan – en bovendien is het contact met journalisten altijd prettig ontspannen, maar ik vind het jammer dat elke Asterix aanleiding is tot vragen over de Oudheid. Daarmee doen we de strip tekort.

Zoals de Flintstones vooral een Amerikaanse familie zijn uit de jaren zestig, zo is Asterix een strip over de twintigste en eenentwintigste eeuw. Als Obelix in Asterix in Hispania aan het dorpshoofd vraagt “u wil dus óók weten waarom we vechten”, is de verwijzing naar de Vietnam-oorlog. Als de Galliërs in Asterix en het ijzeren schild voorwenden niet te weten waar Alesia ligt, is dat geen grap over Galliërs die niet willen weten dat ze zijn verslagen, maar over Vichy, waar dit album zich afspeelt. Asterix is gewoon veel geestiger als je de antieke achtergrond negeert en kijkt naar de eigen tijd.

Kortom, de stripliefhebber in mij heeft het liever niet over de Oudheid. De reeks verdient beter. En nu ik dat punt heb gemaakt, wil ik ook wijzen op een schadelijk aspect. Vooraf, proactief, om desinformatie te verhinderen.

***

Bij het lezen van een boek is er een stilzwijgende afspraak tussen de auteur en de lezer dat we niet moeilijk doen over wat ik “de achtergrond” zal noemen. The Lord of the Rings gaat over de avonturen van Frodo en in diens wereld zijn draken, tovenaars en dwergen reëel. Tolkien heeft die achtergrond voor zijn verhaal nodig en de lezer gunt ze hem, zelfs als hij weet dat draken, tovenaars en dwergen er in het echt nooit zijn geweest. In de Odyssee aanvaarden we sirenen en cyclopen, in de Völsunga Saga accepteren we het optreden van Odin en in Harry Potter doen we niet moeilijk over vliegende bezemstelen. Niemand van ons zal denken dat de Griekse mythologische wezens, Germaanse goden en heksenbezems werkelijk bestaan. Dit is de common ground tussen lezer en auteur.

Om een of andere reden denken mensen dat de achtergrond van Asterix wél echt is. Ik weet dat ik humorloos overkom, maar ik ervaar dit als een probleem, aangezien voor veel mensen Asterix hun enige kennismaking is met de oude wereld. Dan is de achtergrondinformatie die je aanvaardt uit Asterix meteen al je informatie over de Oudheid. Dan blijf je denken dat roeiers in schepen met de zweep kregen. Of dat standbeelden wit waren. Of dat alle Romeinse soldaten dezelfde harnassen droegen. Of dat mensen zich in de Romeinse tijd ergerden aan de stank van leerlooierijen. Dat de druïden de wijzen van een stam waren. Dat legionairs zich identificeerden als leden van genummerde legioenen, cohorten, manipels en centuries. Dat de locatie van Alesia onbekend is. Weinig publicaties hebben zóveel desinformatie over de Oudheid de wereld ingepompt als Asterix.

Het bizarre is dat ook mensen die het zouden moeten herkennen, grappen uit het stripverhaal serieus nemen. Ergens in de jaren negentig werkte ik mee aan een vertaling van Titus Livius en tot mijn verbazing zag ik dat op de flaptekst Rome werd aangeduid als “stad der steden”. Het is een grap uit De lauwerkans van Caesar, waarin zowel Parijs als Rome die titel krijgen. Het semitisme maakt wel duidelijk dat de titel nooit op die steden betrekking kan hebben gehad – de uitdrukking wordt wél gebruikt om Jeruzalem te typeren – maar op de uitgeverij had niemand in de gaten gehad dat ze een grap uit Asterix letterlijk hadden genomen.

Dit alles is op zich geen catastrofe. Bij de uitgeverij horen de mensen wel dat het anders zit. Maar zoals gezegd: voor veel mensen is Asterix de enige kennismaking met de oude wereld. Het is geen opstapje naar een betere kennismaking, er is geen correcte informatie die hun langs een andere kanaal bereikt, er is voor de meeste mensen gewoon helemaal niks. Slechte informatie bereikt ze wél, terwijl wetenschappelijke inzichten niet aankomen. Als je (zoals ik) denkt dat de klassieken waardevol zijn, raak je door deze gang van zaken toch wat aangeslagen.

***

Het bovenstaande samenvattend: Asterix is leuk, maar laten we ophouden te doen alsof die strip gaat over de Oudheid. En dames en heren journalisten: hoe leuk ik het ook vind jullie te helpen, het is verhelderender en dus boeiender als jullie dit keer geen oudhistoricus vragen maar iemand die veel weet van het hedendaagse Frankrijk.

***

Waarom dit stukje? Het zit zo: niemand kan alles weten. Niemand kan alle informatie controleren. We accepteren informatie daarom omdat we haar kunnen plaatsen in een breder kader en we weten niet goed wat we aanmoeten met gegevens die we niet meteen kunnen plaatsen. Bij de bestrijding van desinformatie geldt daarom dat je mensen ervoor kunt immuniseren door ze, vóór ze de eigenlijke informatie krijgen, alvast kennis te laten maken met wat goede informatie is. Een professionele voorlichting anticipeert daarom op wat gaat gebeuren. Vandaar dit stukje. We kunnen niet passief afwachten tot de desinformatie er eenmaal is, want als de tandpasta eenmaal uit de tube is, kun je haar niet terugstoppen. U moet nú weten dat de achtergrond van Asterix net zo fictief is als het verhaal op de voorgrond.

Ik weet dat ik met dit stukje wat zwaar op de hand lijk, want iedereen denkt dat Asterix onschuldig is. Wie dat zegt, zegt ook dat het niet erg is dat mensen over de oude wereld makkelijker desinformatie krijgen dan betrouwbare informatie. Dan zeg je in feite dat de Oudheid niet belangrijk genoeg is om mensen adequaat te informeren. Ik beschouw de klassieken daarentegen wél als waardevol.

Losdaarvan: humor werkt in de wetenschapscommunicatie alleen als mensen weten waar de grap zit. Als mensen geen andere informatie krijgen dan Asterix, zien mensen niet waar de humor eindigt en de desinformatie begint. Vandaar: laat Asterix maar uitgelegd worden door een contemporanist en niet door een oudheidkundige.

Deel dit:

22 gedachtes over “Het proactieve Asterix-stukje

  1. Ik heb ook nooit begrepen waarom René van Rooijen vooral uitlegde wat in Asterix klopte over de Oudheid en nauwelijks wees op de twintigste eeuw.

    1. Jansen

      Van rooijen probeerde vlgs mij alleen aan te tonen of een aantal voorstellingen in asterix klopte met de kennis over die periode (rond het jaar 0 zeg maar).
      Waarom zou hij de 20ste eeuw er dan bij moeten halen?
      Die hedendaagse verwijzingen zijn er, maar om die mee te nemen dan zou van rooyen een heel ander boek moeten schrijven.

      1. Dat is inderdaad wat hij beoogde, maar dat is niet hoe het – getuige de journalistenvragen die er elke keer weer zijn – is gelezen.

        Ben ik te serieus? Ik zag de constatering aankomen maar ik denk vooral: de klassieken zijn belangrijk. Ik denk daarom dat het erg is als betrouwbare informatie steeds weer wordt weggeconcurreerd door diverse soorten slechte informatie. Dat kan op verschillende manieren gebeuren en als “achtergrondinformatie” bij een fictief verhaal gebeurt dat het subtielst en het gevaarlijkst, omdat het niet wordt herkend.

  2. Martijn

    Het is dus net als met Science-Fiction (en in het bijzonder een serie als StarTrek): het gaat niet (of nauwelijks) over de toekomst maar vooral heel erg over de tijd waarin de serie is gemaakt.
    Overigens opmerkelijk dat dit bij Asterix niet wordt (h)erkend maar bijvoorbeeld bij Kuifje juist wel (en bij die laatste als kwaliteit wordt gezien).

  3. Wat ik wel eens zou willen weten, Jona, is wat je denkt over (literaire) non-fictie over de Oudheid.
    Zo vond ik de trilogie van Robert Harris over Cicero zeer goed en boeiend, evenals de twee boeken van Robert Graves over Claudius. Daar zou ik nog Adelheid van Beuningen’s ‘Terentia’ aan toe willen voegen en Allan Massie’s ‘Tiberius’.
    Valerio Massimo schijnt ook goed te zijn, maar van hem heb ik nog niets gelezen. Zijn Alexander-trilogie heb ik wel al een tijdje in huis. Daar moet jij ook een mening over hebben, denk ik, gezien jouw interessante Alexander-biografie.
    Het gekke is dat, hoewel het fictie is, er soms meer van blijft hangen dan van alle wetenschappelijke inleidingen of officiële biografieën. Een paar jaar geleden lazen we in onze Latijnse leeskring de brieven van Cicero en het beeld dat ik van de man uit de begeleidende inleiding klopte aardig met wat ik mij nog herinnerde van Van Beuningen’s roman. Ik denk dat een fictiewerk met een goede balans tussen het fictieve en een goede documentatie voor een geïnteresseerde leek veel kennis kan opleveren.

        1. Toevoeging: Ik moet je blog destijds gemist hebben. ‘Les mémoires d’Hadrien’ van mijn (halve) landgenote Marguerite Cleenewerck de Crayencour, heb ik twee keer gelezen. Fantastisch! Erudiete vrouw, helleniste, eerste vrouwelijke Académicienne, heeft ze ook Kavafis vertaald en aan hem essays gewijd. Zeer de moeite waard.

          Aan te bevelen: haar biografie door Josyane Savigneau. Zie: https://www.nrc.nl/nieuws/1990/11/23/het-leven-van-marguerite-yourcenar-lange-winters-op-6948016-a970204

          Ik denk dat een roman over de Oudheid misschien minder genietbaar is, naarmate je eigen kennis van het onderwerp groter is.
          Ik ben ik wel helemaal met je kritiek op Graves eens. Ik heb de boeken gelezen en heb ook de BBC-serie film twee keer gezien en vind dat Claudius als een karikatuur van zichzelf wordt uitgebeeld. Is Claudius onderschat? Zijn geschiedeniswerk is verloren gegaan.
          Als acteur in de film vond ik hem (Derek Jacobi) geweldig! Maar nu ben ik wel al heel ver van Asterix afgedwaald!

  4. fbikker

    Ach , die hele Asterix zag ik vroeger als opstapje voor kinderen om ze echt iets over de Romeinen te vertellen en als er dan een paar kinderen plotseling met boeken op school kwamen waarin plaatjes en echte info over dit onderwerp stonden, dan hadden ze voor mij hun functie gehad. Zelfs kinderen weten dat strips niet serieus zijn.

      1. fbikker

        En als dat volwassenen zijn, placht ik die dombo’s te noemen. Je hebt nu eenmaal altijd mensen die stom zijn en dat willen blijven. 😋😜

  5. Ben Spaans

    Naar mijn mening had na het veel te lang uitgestelde pensioen van Uderzo de stekker er uit getrokken had moeten. Maar nee, uitmelken maar. Net als het voortzetten van Storm na Don Lawrence – waarom?

  6. [Weinig publicaties hebben zóveel desinformatie over de Oudheid de wereld ingepompt als Asterix.]

    Arme Asterix. Bij zo’n zware beschuldiging denk ik toch eerder aan ‘Macht zonder grenzen’…

    Los daarvan vind ik in dit stukje geen onderbouwing voor de stelling dat voor veel mensen Asterix de enige kennismaking met de oude wereld is. Wat te denken van films, series en games? De Oudheid mag de laatste jaren niet klagen over belangstelling van filmmakers: Gladiator, Alexander, Troy, The Eagle, Centurion. Qua series denk ik bijvoorbeeld aan het erg goede Rome van HBO/BBC/RAI. Films en series zijn nog laagdrempeliger dan strips en dat ze vol desinformatie kunnen zitten, al was het alleen al omdat informeren geen primair doel is, hoef ik hier niet uit te leggen. (terzijde, de DVD-boxen van Rome bevatten veel goede achtergrondinformatie, maar die serie had dan ook een uitstekende historical consultant, Jonathan Stamp. Ridley Scott had voor Gladiator ook een goede consultant, maar hij luisterde er niet naar. De historical consultant voor Alexander kan hier onbesproken blijven).

    En dan games. Er zijn tientallen computerspellen over de oude wereld: van Age of Empires tot Praetorians, van Caesar tot Rome: Total War en zijn opvolger. Van bijvoorbeeld dat laatste spel zijn miljoenen exemplaren verkocht, en anders dan een stripalbum, blijf je zo’n spel spelen. Tot diep in de nacht (ik spreek uit ervaring). Een spel als Rome: Total War blinkt niet uit door historische accuratesse en realisme, maar omdat vrijwel alles door handige programmeurs aan te passen is (het spel is ‘moddable’ zoals dat heet) zijn er ‘mods’ verschenen waaraan professionele historici en archeologen hebben meegewerkt. Europa Barbarorum, gratis down te loaden, is in dit opzicht echt een pareltje.

    Overigens ben ik het natuurlijk zeer eens met de stelling dat Asterix níet over de Oudheid gaat.

  7. Jansen

    Lendering benadert dit veel te serieus. Het zijn gewoon vermakelijke stripverhalen, die mensen zouden kunnen interesseren voor de romeinse oudheid, wees blij. Het is vlgs mij nooit verkocht als geschiedenisboekje. Overdrijven mag toch? Zeker in dit genre. Of alles 100% klopt doet er niet toe. Voor ‘gewone’ mensen moeten we niet vast zitten in starre wetenschappelijke opvattingen. Zeker speelt in asterisk de huidige (80ger jaren)politiek in frankrijk een rol, maar die wordt door Lendering m.i. erg overdreven. Maw buiten frankrijk merkt niemand dat, de meesten vermaken zich kostelijk en steken er toch wel wat van op. Niet alles in die strips is onzin toch?
    Al met al voor mij een somber stukje met bijna neerkijken op mensen met minder ‘wetenschappelijke’ kennis.

Reacties zijn gesloten.