Een geprivilegieerd mens

Het is niet anders, vandaag word ik drieënvijftig. Meestal doe ik niet aan verjaardagen maar omdat mijn vriendinnetje E (bijna zes) me vorig jaar verwijtend vroeg waarom ik haar niet had uitgenodigd voor mijn feestje, ga ik vandaag naar de dierentuin met de kinderen die in mijn omgeving opgroeien – en met hun ouders, al zullen de kids wel alle aandacht vragen. Dit jaar dus een klassieke verjaardag, inclusief kleuterfeestje. En een zeker gevoel van dankbaarheid.

Mensen die, zoals ik, werden geboren in 1964 hadden een gemiddelde levensduurverwachting van ongeveer drieënvijftig jaar. In rijke landen, zoals Nederland destijds ook was, was het natuurlijk meer, in arme landen minder. Mijn ouders hebben me er altijd aan herinnerd hoe bevoorrecht ik was. Met een tante die in Brazilië en een oom die in Chili ontwikkelingswerk deed, was het trouwens moeilijk daar géén besef van te hebben. De baby’s die vandaag worden geboren, zullen – atoomoorlogen daargelaten – vermoedelijk meer dan zeventig jaar oud worden. Nederlandse baby’s ruim tachtig. Zo bezien leven we in mooie tijden en ben ik een bevoorrecht mens.

In mijn geboortejaar zou 55% van de mensen nooit leren lezen en schrijven. Dat is nu iets minder dan 13%. Een percentage dat overigens in 1750 al was gehaald in Nederland, het enige land waar de ambitie van de Verlichting dat iedereen ooit geletterd zou zijn, al was verwezenlijk vóór de Verlichting deze ambitie agendeerde. Het is trouwens wonderlijk hoe snel geletterdheid zich verspreidt: in het Midden-Oosten is analfabetisme in één generatie zo goed als weggewerkt. In één generatie.

In het verlengde hiervan: het is pas betrekkelijk laat bij me ingezonken hoe goed mijn middelbare school (het Veluws College in Apeldoorn) eigenlijk was. Een politiek ietwat progressieve school met een ietwat conservatieve visie op onderwijs. De toekomst zou beter zijn maar je moest je huiswerk wel maken. Niet dat ik alles heb onthouden wat mijn docenten ons hebben meegegeven, maar de wiskundeleraar die ik onlangs tegen het lijf liep, heeft me wél getoond dat wiskunde mooi was. De aardige leraar Nederlands, die me soms mailt als hij mijn naam in de krant heeft gezien, heeft een paar hoeken uit de Nederlandse literatuur voor me opgelicht die mijn vader (ook leraar Nederlands) niet aan me heeft getoond. Twee geschiedenisdocenten zijn bepalend geweest voor mijn beroepskeuze.

Nog even terug naar mijn geboortejaar. 1964 was zo ongeveer het dieptepunt van de Koude Oorlog. De Cuba-crisis was net achter de rug; de Praagse Lente behoort tot mijn jeugdherinneringen (omdat “Tsjechoslowakije” een moeilijk woord was). Ik heb echter nooit oorlog hoeven meemaken en heb er ook nooit werkelijk bang voor hoeven zijn. Tegen de tijd dat ik oud genoeg was om ongeveer te begrijpen wat in de krant stond, wist iedereen dat de Russen niet zouden komen. Het jaar dat ik verspilde in militaire dienst was precies dat: een verspild jaar. Een lage prijs voor vrede.

Nog wat andere gegevens. In de afgelopen drieënvijftig jaar is pokken uitgeroeid en polio vrijwel uitgeroeid. Ik heb voor mijn reis naar Pakistan nog malaria-pillen geslikt maar de ziekte is op zijn retour. Ondanks mediageniek tegengestribbel, dat in een welvarend land als het onze overigens gênant genoeg is, is vaccinatie wereldwijd vooral heel erg normaal geworden. Ondervoeding neemt gestaag af. De guineaworm, die een nare ziekte overdraagt, is inmiddels een bedreigde diersoort.

Technologische innovaties verspreiden zich steeds sneller. Tussen de eerste televisie-uitzending in 1926 en het moment waarop de helft van de huishoudens een tv had, verstreken decennia. De verspreiding van mobiele telefoons en internet is een kwestie geweest van jaren. In mijn geboortejaar leefde 40% van de mensen in extreme armoede (destijds gedefinieerd als “minder dan $1 per dag”); tegenwoordig 9% (“minder dan $1,90 per dag”). Kinderarbeid is een geducht probleem – ik heb in Libanon Syrische vluchtelingenkinderen op boerderijen aan het werk gezien – maar neemt wel af.

Uitgaven aan defensie fluctueren, maar nemen wereldwijd en grosso modo af. VN-vredesoperaties zijn lang niet altijd succesvol maar ze zijn er tenminste en dat is nog niet heel lang zo. Ik denk dat zulke ingrepen in feite dé grote verandering zijn geweest in de afgelopen drieënvijftig jaar. Ze zullen altijd te laat zijn en het blijft triest dat ze nodig zijn, maar toch.

We zijn bevoorrechte mensen. Natuurlijk, ik maak me ook zorgen. Vaak zelfs. De trouwe lezers van deze inmiddels niet meer zo kleine blog zullen dit stukje enigszins ongebruikelijk vinden omdat ik meestal wat pessimistischer ben. En daar is ook reden voor.

Ik maak me zorgen om de planeet die mijn generatie straks nalaat aan de kleuters waarmee ik vandaag naar Artis ga – de woorden hierboven over de gemiddelde levensduurverwachting heb ik aarzelend geschreven. En ja, ik ben er getuige van geweest hoe de humaniora, die ooit de samenleving enig inzicht verschaften, zichzelf hebben verschraald tot eenkennige geesteswetenschappen zonder visie op hun belangrijke maatschappelijke rol. De gevolgen kent u: door de terugtrekking van de geesteswetenschappen uit het maatschappelijke debat is dit overgelaten aan hysterische politici die niet langer met kennis van zaken worden tegengesproken. Dat zijn redenen voor pessimisme. Diep pessimisme.

Toch is er ook reden, niet eens tegen beter weten in, om het niet al te somber te zien: vriendschap. Ik ben lid van een vennootschap, waardoor ik financieel drijvend blijf en een zekere onafhankelijkheid kan bewaren. Rijk zal ik nooit zijn, maar dankzij mijn zakenpartner en beste vriend hoef ik nooit bang te zijn voor de toekomst. Misschien nog wel belangrijker: ik heb dankzij hem de kans mensen te tonen hoe mooi de humaniora zijn. Ik ben een geprivilegieerd mens, niet alleen door de tweede helft van de twintigste eeuw en het begin van de eenentwintigste mee te maken, maar ook privé.

De vennootschap Livius steunt niet alleen op mijn partner maar ook op een team van vrijwilligers, die het mogelijk maken dat ik cursussen verzorg over onderwerpen waaraan ik zelf misschien nog het meeste plezier beleef. Zoals alle oudheidkundigen volg ik bijvoorbeeld het DNA-onderzoek op de voet, want het verandert werkelijk álles, maar ik ben dankzij de vrijwilligers ook in staat het groeiende inzicht te delen.

Het is burgerplicht verontwaardigd te zijn en daartoe is ook alle aanleiding. En we zijn niet machteloos. Ik heb zelf mogen profiteren van de vriendschap van anderen en hoop als vriend en vrijwilliger anderen te kunnen steunen. En ik durf eigenlijk wel te stellen dat als de planeet een toekomst heeft, dat komt doordat mensen in staat zijn tot empathie en wederzijdse hulp.

Deel dit:

17 gedachtes over “Een geprivilegieerd mens

  1. jw

    Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag! Maak er een mooie dag van – ondanks de ouders 🙂 Mocht je naar Tunis willen komen, dan heb ik een kamer voor je vrij op 3km van Carthage. Nogmaals Proficiat!

  2. Beste Jona,

    Van harte en nog vele (gezonde) jaren! Heb een mooie dag met kinderen, hier is het zonnig, maar de weerprofeten voorspellen in Amsterdam slechter weer.
    Groet,
    Jan Oberndorff

  3. Van harte gefeliciteerd.
    Heb je werk nog maar net ontdekt maar smul ervan (site, 3 boeken) en deel je zorgen en hoop.
    Je artikelen werken aanstekelijk en je motivatie en visie op het leven zijn bewonderenswaardig!

    …en dan tracteer je op je verjaardag ook nog eens op mooie bijdrage die juist de aandacht vestigt op anderen; de niet-vanzelfsprekendheid van alle verworvenheden en dus het privilege tov de daarvan uitgeslotenen.

    Bedankt voor de tractatie en heel veel plezier!

  4. We zijn zeker geprivilegieerde mensen, hier op dit deel van de aardbol, op dit moment van de geschiedenis. Ik vermoed dat van alle mensen die ooit geleefd hebben en die nu leven niet meer dan 1% het objectief materieel beter heeft gemaakt dan wij. Helaas zijn er maar weinigen die van dat privilege wat weten te maken. Wat dat betreft ben je een voorbeeld en inspiratie!

  5. Hans Koster

    Van harte gefeliciteerd en nog vele lekker appeltaarten toegewenst. Wees een beetje voorzichtig in Artis, want misschien krijgen de dieren wat later eten vanwege de tijdswisseling en hebben ze extra zin in een stukje sapiens.

  6. henktjong

    Van harte, Jona. En houd het goede werk gaande, ik beloof te blijven lezen en af en toe een flauwe opmerking te blijven plaatsen.

  7. Ook ik wens jou vandaag een vrolijke dag.

    Pessimisme of negativisme?

    De kleine mensjes in Artis zullen jou laten zien dat er wel degelijk een mooie toekomst mogelijk is.
    Zolang jij daarbij doorgaat met ons te vertellen wat wij kunnen leren uit het verleden.

    Vriendelijke groet,

  8. Rob van Dam

    Toen ik onlangs een HOVO-cursus van Henk Slingor over Herodotus volgde, ontdekte ik uw blog. Wat heb ik sindsdien veel geleerd!
    U verricht bewonderenswaardig werk. Binnenkort hoop ik een lezingenreeks van u te kunnen bijwonen.
    Als eersteklasser op de middelbare school was ik geboeid door de verhalen over het oude Griekenland van mijn geschiedenisleraar meneer Henny. Nu is mede dankzij u mijn belangstelling opnieuw ontbrand. Hartelijk dank daarvoor!

  9. fbikker

    “Apies kijken” met kleine kinderen blijft altijd leuk. Je zult vanavond wel bekaf zijn met al die ukkies, maar toch wel een voldaan gevoel hebben.😀😌

  10. jacob krekel

    Hartelijke gefeliciteerd! Ik heb helaas geen cadeautje bij de hand, maar ik verwacht van de jarige wel dat hij ook het komend jaar tracteert op lezenswaardige stukjes. Mooi om een opsomming te lezen van alles wat er beter is dan in de slechte oude tijd. “het was voorjaar, de tijd waarin de koningen uittrekken om oorlog te voeren”, zo lezen we in de bijbel en dat was zo. Maar nu niet meer.

    jacob krekel

  11. Marcel Meijer Hof

    Dag Jona,

    Gefeliciteerd, drie-en-vijftig is een mooie leeftijd – het ligt alweer negen jaar achter mij.
    Natura Artis Magistra, of zoals men hier in Twente zegt, Natura Docet.

    Kom, ik doe ook ‘ns een kritische noot. In de rij wereldwijde rampen mis ik de AIDS-epidemie wel een beetje. Heden ten dage is dat in rijke landen wat naar de achtergrond gedrongen dankzij dure medicatie, maar her en der in de wereld is er nog steeds fors tegenwerking bij de indamming door ontkenning, onwetendheid, onwil en onbegrip. Okay, het scheelt wat in de bevolkingstoename. Evenwel heb ik het meegemaakt, dat rond 1990 driekwart van de mensen in mijn telefoonlijstje voortijdig was overleden. Er is een groot contingent intelligente & creatieve mensen verloren gegaan. Men hoort daar echter niet veel over, vandaar deze kanttekening.

    Eind van deze week hoop ik mijn geboortedag te memoreren, Deo volente. Kritisch of niet, dankjewel voor alle kennis,ervaring en methodiek die je met ons wilt delen – ook de sporadische kleine dagelijkse vreugden en ongemakken. Je hebt een aangename stijl van schrijven.

    Groet, Marcel

  12. Nogmaals gefeliciteerd Jona.

    Als ‘mede 64-er’ deel ik veel van de zaken die je (weer eens) zo mooi hebt opgeschreven.
    Vandaag kreeg een (verplichte) training die tot doel had mij en mijn collega’s gezonder te leren werken en leven. vast met een hoger pensioen in het vooruitzicht. 😉
    Maar bij een kort filmpje over de gevaren van de huidige maatschappij viel het mij op hoe luxe onze samenleving is geworden terwijl dit eigenlijk nauwelijks beseffen. Verslaving aan een mobiele telefoon? Er op letten dat onze ‘dromen niet vervagen als gevolg van te hard werken’? Mijn grootouders zouden hier denk ik helemaal niets van begrepen hebben. Werken deed je voor de kost, niet voor de vervulling van je sociale wensen.

    Maar ik miste nog iets, wat ik ook in je stukje niet tegen kwam, en dat is een benauwd gevoel over automatisering en robotisering. Niet elk van ons heeft er (al) mee te maken, maar als uitoefenaar van een snel uitstervend beroep (archiefbeheerder) denk ik wel eens aan die snelle veranderingen die je schetste, en die onze samenleving heel ingrijpend gaan veranderen. En alle mooie woorden van ons nieuwe kabinet stellen mij daar niet gerust.

Reacties zijn gesloten.