Wat is een Romein? (3)

De Romein Augustinus doceert welsprekendheid in Rome (de stad is zichtbaar door het raam rechts; fresco van Benozzo Gozzoli)

Ik heb gisteren en vanmorgen vroeg geblogd over de vraag wat een Romein nou eigenlijk is (1, 2). Ik wees erop dat een scherpe definitie niet te geven valt. Gelukkig is een definitie voor de dagelijkse conversatie ook niet werkelijk nodig. Ik denk dat in 999 van de 1000 gesprekken die wij voeren over de Romeinen, het niet gaat over de ongeletterde boeren en de doorgaans ook niet heel geletterde slaven. Evenmin gaat het over de periode vóór 200 v.Chr. Als in de hedendaagse media wordt gesproken over “de” Romeinen gaat het bijna altijd over mensen die konden lezen en schrijven of om mensen die (als bijvoorbeeld soldaat of ingenieur) de belangen dienden van deze geletterde elite. En het gaat bijna altijd over de Late Republiek en Keizertijd, met groeiende belangstelling voor de Late Oudheid.

We brengen de discussie verder door het te hebben over wat een geletterde Romein is: iemand die deel had aan het culturele programma dat aan de toenmalige scholen werd onderwezen. De veelal mondelinge communicatie van die tijd bracht met zich mee dat wie een rol wilde spelen in het openbare leven, overtuigend moest kunnen spreken. Daarop was het antieke schoolsysteem dan ook ingericht, maar het bood veel meer. Het onderricht bood een algemene culturele vorming die de leerling in staat zou stellen te handelen als waardevol lid van zijn gemeenschap, waarbij de leerling ook vernam welke auteurs hij gelezen behoorde te hebben, welke wetenschappelijke inzichten er waren en hoe hij zich netjes kleedde.

Dit van oorsprong Griekse culturele programma was van Arabië tot Brittannië, van de Atlantische Oceaan tot de Zwarte Zee en van de tweede eeuw v.Chr. tot eind vierde eeuw na Chr. op hoofdlijnen hetzelfde. De volmaakte Romein, zo zei men, was een integere man die geroutineerd sprak (vir bonus dicendi peritus). Deze cultuur, weleens aangeduid met het Griekse paideia, is wat een Cicero verbindt met een Augustinus en een Libanios van Antiochië met een Seneca van Córdoba.

Het is ook wat ons verbindt met de Romeinen, want sinds de Renaissance zijn enkele kerngedachten uit dit programma bij ons gebleven. Dan spreken we van “de klassieken”, wat in feite een deftige manier is om te zeggen dat je een voorbeeld neemt aan eerdere generaties. Dit was tot de doorbraak van het modernisme zo rond de Eerste Wereldoorlog een heel normale ambitie.

De enkeling niet te na gesproken die het heeft over Romeinse slaven: als in de kranten wordt geschreven over het Romeinse Rijk, als mensen het op TV hebben over de architectuur van de Romeinen, als men het in het onderwijs heeft over de ideeën van de Romeinen, dan is dit vrijwel altijd de gebruikte definitie.

***

Maar, zo zult u tegenwerpen, waarom zou je een Romein eigenlijk willen definiëren? Neem een ander volk uit de Oudheid: de Joden. Ook zo’n begrip dat zich niet laat omschrijven. Het begint met een geadopteerd verleden van de Hebreeën, vervolgens zijn het de bewoners van het IJzertijdstaatje Juda, daarna de bewoners van het gebied waar ooit de voormalige koninkrijken Juda én Israël waren geweest, vervolgens wordt het begrip verbreed tot een religie, en sindsdien is het nu eens een religie (jood met een kleine letter) en dan weer een volk (met een hoofdletter).

Daarin lijken de Joden op de Armeniërs, die ook begonnen als koninkrijk en doorgingen als religie. De Armeens-Apostolische kerk bewaarde de identiteit en er zijn maar weinig Armeniërs, ook seculier, die deze erfenis niet als de hunne erkennen. Alle identiteiten zijn voortdurend aan verandering onderhevig en ze zijn lastig te definiëren. Een Griek kan iemand uit Hellas zijn, maar ook iemand die Grieks sprak in de hellenistische koninkrijken of het Romeinse Rijk, of een niet-christen. Of juist wel een christen, na de Oudheid althans, al werd zo iemand dan niet zelden Romaios genoemd.

Nog zo een: een Arabier was oorspronkelijk een nomade. Later werd het woord gebruikt voor alle bewoners van het Arabische Schiereiland, hoewel de stedelingen van het huidige Jemen zich daardoor in een eerdere fase diep beledigd zouden hebben gevoeld. Inmiddels is Arabier zo’n beetje synoniem met moslim. Hoewel je ook Arabieren hebt die christelijk zijn of druzisch. De Franken, Friezen en Saksen zijn al net zo ondefinieerbaar: steeds opnieuw betekende het woord iets anders.

Als je het zo bekijkt, is de vraag vooral: waarom maak je er bij de Romeinen een probleem van dat het woord zich slecht laat definiëren?

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

6 gedachtes over “Wat is een Romein? (3)

  1. Definiëring van het begrip ‘Romeinen’ doodt hen als het ware. Door ‘de Romein/Romeinen’ te karakteriseren, zoals in deze blog gebeurt, maakt van hem/hen (een) boeiende levende wezen(s). ‘Definiëren’ past naar mijn gevoel niet zo bij een geesteswetenschap als geschiedenis; ‘karakteriseren’ (van alle kanten beschrijven, vanuit zoveel mogelijk gezichtspunten belichten) leent zich daar beter voor, maar dan wel zo exact mogelijk. En dat gebeurt hier. Chapeau!

  2. Robbert

    Wat ik ook interessant vind: wie was een “echte” Romein?
    In de bloeitijd van het Romeinse Rijk.
    Welke deugden moest die hebben (Jona noemt er al enkele), al of niet stammend uit de begintijd.
    En of die deugden werden nageleefd…

  3. Roger Van Bever

    Eén ding is duidelijk volgens mij: dat het heel ingewikkeld is en dat je niet zomaar een pasklaar antwoord kunt geven op de gestelde vraag: er is een diachronische en een synchronische variabiliteit in de definitie van het ‘Romeinschap’, maar ook met de burgerrechten die die status met zich meebracht. Vooral in het principaat had je een vermenging van juridisch recht en het ‘keizerrecht’. Denk aan Vespasianus’ toekenning van het ‘en bloc’ toekennen van het Romeins burgerschap aan de toenmalige provincia Hispania, waarschijnlijk ter bevordering van een versnelde ‘romanisatie’ van dat deel van het keizerrijk en het al eerder vermelde voorbeeld van Caracalla van de toekenning van de status van Romein aan alle (vrije) inwoners van het Romeinse Rijk, waarschijnlijk of bijna zeker om belastingen te genereren voor de door oorlogvoeren lege schatkist. Een Romein was in ieder geval een belastingbetaler. De rechten en plichten waren ook heel divers: ik heb in allerlei boeken over Romeins recht zitten zoeken, maar kreeg de indruk dat de wetten wel bestonden, maar dat vooral tijdens het principaat er een soort ‘keizerrecht’ kwam waardoor de juridische kant vaak het soms aflegde tegen de politieke afwegingen. Desalniettemin vind ik je blogs over dit probleem heel interessant!

  4. Hallo Robbert,
    Ik begrijp wat je bedoelt, maar als je het tweede gedeelte van diezelfde zin bekijkt, dan zie je dat ik eraan toevoeg: …zolang je je maar realiseert dat die er in werkelijkheid niet is. Helaas weet ik niet hoe ik een afbeelding in mijn reacties kan invoegen. Ik stel het mij zo voor (net zoals jij het je voorstelt, denk ik). In een cirkel bevinden zich een aantal deelverzamelingen van Romeinen die kleinere of grotere familiegelijkenissen vertonen. Dat is het netwerk waarvan we redelijkerwijze kunnen aannemen dat ze aan onze ‘definitie’ van Romeinen beantwoorden. Zodra een deelverzameling over de rand valt van die ‘fictieve’ grens beantwoorden ze niet meer aan de overeengekomen ‘criteria’. Ik ben eigenlijk zo uitgebreid op Wittgenstein doorgegaan, omdat Jona zelf er een deel van zijn blog aan wijdt. Ik ben het natuurlijk met jullie eens dat we zijn theorie strikt genomen niet nodig hebben. En dat we met ons gezond verstand even ver komen. Als Vespasianus een groot deel van de provincia Hispania het burgerschap verleent met alleen politieke bijbedoelingen, dan is de vraag: kunnen we die mensen dan ook als Romeinen beschouwen? In de blog vóór deze MoM van gisteren heb ik in mijn reactie gezegd dat er zowel diachroon als synchroon grote verschillen bestonden tussen de rechten van de Romeinen en dat een Romein in de juridische zin definiëren extreem moeilijk is. Toch is het kennelijk zo dat als we het over een Romein hebben, we weten waarover we het hebben. ‘Mijn’ conclusie is dat het weinig zin heeft om naar de ‘definitie’ van een Romein te zoeken. Als ik verwarring bij jou veroorzaakt heb, bied ik jou mijn excuses aan.
    Hartelijke groet,
    Roger

Reacties zijn gesloten.