De wolken achterna

De Stroese Heide voor Kootwijk

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, werk ik momenteel aan een boek over het visioen van Constantijn – doe mijn uitgever en mijn boekhandelaar een lol en bestel het alvast met deze link – en de tekst daarvan is grotendeels klaar. Ik ben nu in de fase waarin ik allerlei details controleer en ik meelezers vraag mijn werk te controleren. Gisteren, woensdag dus, kwam de correctie binnen van mijn coauteur, Vincent Hunink, en een deel van zijn aantekeningen deed me lachen. Ik had het manuscript al laten nakijken door een oud-leraar, die altijd komma’s bijplaatst; Vincent haalde die nu allemaal weer weg.

Om een uur of een had ik een tekst af die ik aan meelezers kon uitdelen. Een bescheiden mijlpaal en ik besloot de boel de boel te laten en een fietstochtje te gaan maken, de wolken achterna, waarheen de wind me maar zou blazen.

Zo gezegd, zo gedaan.

Eerst naar de oostelijke eilanden, waar ik nog een boek moest afgeven, en daarna langs het Amsterdam-Rijnkanaal naar Weesp. Daarvandaan door naar Graveland en Hilversum. Even een broodje gegeten en verder gefietst naar Baarn, waar ik ook nog iets had af te geven, en verder via Soest naar Amersfoort.

In Amersfoort verlies je altijd veel tijd. De stad heeft een ringweg rond het centrum en een wat wijdere ringweg noord-, oost- en zuid-om, en altijd heb je als fietser rood licht. Ik weet niet wie het zo heeft verzonnen maar het moet een ambtenaar zijn geweest met een bloedhekel aan fietsers. Ik koos ervoor de noordelijke en oostelijke ring te nemen en vervolgde mijn weg naar Achterveld.

Daar kocht ik in de supermarkt wat jus d’orange en chocolade en viel mijn oog op de krantenkop van De Telegraaf, die opende met een stuk waarin historicus Emmer en geschiedtheoreticus Ankersmit zich keren tegen het weghalen van standbeelden, wat activisten nogal schijnen te eisen. Ik heb eerlijk gezegd het idee dat de achterliggende problematiek, ontstaan doordat geschiedtheorie gemarginaliseerd is geraakt, belangrijker is dan de standbeelden.

Het stoort me echter dat we Emmer en Ankersmit pas nu horen. Nooit een vergelijkbare klacht over het gebrek aan historische professionaliteit waarmee we tegen de limes zijn aangelopen, nooit een banvloek over zotte ideeën om het Paleis voor Volksvlijt te herstellen, nooit een jeremiade over de plannen op het Valkhof een donjon te zetten, nooit een stuk over het stompzinnige plan een beeld voor Willem van Oranje te plaatsen in Dordrecht. Ik ben daarom niet overtuigd van de oprechtheid van de bezorgdheid van Emmer en Ankersmit.

Anyhow.

Ik kwam door Barneveld. Ik kon er bij vrienden aanwaaien, maar zou onaangekondigd aankomen rond etenstijd. Ik kon er wachten tot ik weer met de trein mee kon (je mag tussen vier en zes geen fiets in de trein meenemen). Ik kon verder fietsen, de Veluwe over. Ik besloot het laatste te doen, omdat ik de route over Kootwijkerbroek en de heide zo verschrikkelijk mooi vind. Zie de foto hierboven.

Ik heb dat stuk wel vaker gereden. Veel vaker. In het laatste jaar van mijn middelbare school, toen vrienden al in Utrecht studeerden, ging ik ze weleens opzoeken en reed ik van Apeldoorn naar de Domstad en terug. Over Kootwijk dus. Sindsdien zijn er her en der mega-stallen bij gekomen maar het gebied houdt iets ontspannens. De bomen zijn trouwens ook vijfendertig jaar ouder en groter.

Het was donker toen ik van Kootwijk verder fietste naar Assel, waaraan ik ook veel gelukkige herinneringen heb. Een auto kwam me met groot licht tegemoet, waardoor ik verblind raakte en niet in de gaten had dat ik aan het einde van een fietspad kwam, zodat ik even later languit in het rulle Veluwse zand lag. De automobilist stapte uit om bezorgd te vragen of alles oké was, maar behalve veel zand was er niets mis. Al snel reed ik verder over de Asselse Heide, waar ik nog moest uitwijken voor een schaduw van wat weleens een wild zwijn kan zijn geweest.

Ik houd van dit stuk, zeker in het donker. Het is moeilijk uit te leggen maar het is bijna mystiek sereen.

Vanaf de Asselse heide ging ik naar Hoog-Soeren, altijd een pittig klimmetje, en daarna wachtte de comfortabele afdaling naar Apeldoorn, waar mijn moeder inmiddels een bord erwtensoep klaar had staan. Mijn broer bleek er ook te zijn, wat wel zo prettig was.

Al met al 105 kilometer in zo’n vijf-en-half uur. Het zou sneller hebben gekund als ze in Amersfoort de stoplichten wat handiger zouden hebben afgesteld. Vanmorgen ontdekte ik toch nog een complicatie van mijn zanderige valpartij: er zit zand in het contactje waarmee ik mijn mobiele telefoon moet opladen. Maar het was een mooie middag gisteren.

Deel dit:

25 gedachtes over “De wolken achterna

  1. Ondertussen heb je natuurlijk ook trouw de Trouw gelezen, met deze keer een onnavolgbaar betoog van ene Peter-Ben Smit over het geslacht van Jezus (https://www.trouw.nl/opinie/was-jezus-gewoon-mannelijk-dat-is-maar-zeer-de-vraag-~a3ea60fe/). De argumentatie voor de stelling dat het ware geslacht van Jezus nog niet zo simpel is, beperkt zich tot “toch was het zo”, en een modern begrip als ‘queer’ wordt naar de eerste eeuw geteleporteerd.

    Ik dacht altijd dat Queen Boudica, een bijna-tijdgenoot van Jezus, een vrouw was. Na lezing van het artikel van Smit ben ik daar niet zo zeker meer van. Ze had natuurlijk kinderen gebaard, maar ook nogal wat – volgens Smit – mannelijk eigenschappen: dapperheid, eer, autonomie. We moeten haar dus maar Queer Boudica gaan noemen.

      1. henktjong

        Had’ie maar meer moeten pesten, was’ie misschien nog cool geweest. Nog zo’n gek onderzoek in Trouw.

  2. Kees

    Wat is dat toch met al die diversiteit.
    Linkse dominees gaan vol op de gendertoer. Trouw geeft nu Peter-Ben Smit alle ruimte om te fantaseren over wanneer je vrouw of man bent en dat Jezus geen man geweest kan zijn: af en toe te zachtaardig. Niet je geslachtelijke eigenschappen, maar je gedrag en je zelfbeeld zijn bepalend. Als je niet precies zegt wat je bedoelt met man/vrouw, krijg je “misverstanden of nog erger: discriminatie”. Discriminatie!
    De racistische antiracistische beeldenstorm waait opmerkelijk genoeg alleen rond figuren die in hun heldendom niet vies waren van zwarte slaven. Terecht dat Emmer en Ankersmit en anderen die beeldenstormers aan de kaak stellen.
    Hadden onze voorvaderlijke helden andere (blanke) slaven, horigen of lijfeigenen, waren ze niet vies van moord en doodslag in hun strijd om meer macht en heerschappij, maar kenden ze geen zwarten als slaaf, dan blijven het helden.
    Of krijgen we nog meer zuiveringen en zal dan bijvoorbeeld Nijmegen zijn Keizer Karel-trots gaan verliezen?

    1. mnb0

      “racistische antiracistische beeldenstorm”
      Een uitstekend voorbeeld van “signaalwoord” – deze woorden signaleren onmiddellijk dat er een hoop domrechtse nonsens volgt. En jawel.

  3. jacob krekel

    Ik heb dat stuk bij Assel ook vaak gefietst, onderweg van Amsterdam naar Ugchelen. Op de foto mis ik de zendmasten van radio Kootwijk. Deze memento’s van ons koloniale verleden zijn al lang geleden weggehaald. Is er nog iemand anders die ze mist?

    1. Op deze foto zouden die masten sowieso niet te zien zijn geweest: foto is gemaakt aan de kant van Kootwijkerbroek, dus nog een paar kilometer vóór Kootwijk, laat staan Radio Kootwijk…

  4. jacob krekel

    Dat weet ik ook wel. Het ging mij uiteraard om de verkrampte manier waarop velen reageren op het feit dat er een keerzijde van ons “heldentijdperk” blijkt te bestaan.
    Gelukkig hebben mijn kinderen niet meer de “vaderlandse geschiedenis”, zoals bedacht in de 19e eeuw, gehad, waarmee mijn generatie is geïndoctrineerd.

    1. Kees Claassen

      Ter aanbeveling: “Land en Zee – een wereldhistorische beschouwing” van Carl Schmitt (1942). Nuchter gechreven over helden alom, helden die tegelijkertijd vooruitgang voor de mensheid brachten en vaak ook niet bang waren voor moord en doodslag.
      Met die (in de media populaire) verkrampte reacties en moralistische oordelen, veroordelingen, worden slechts dwaalsporen uitgezet.

  5. Rob Duijf

    Zo’n vijfig jaar geleden werd in Krommenie een geheel nieuwe wijk uit de grond gestampt. Geheel naar de tijdsgeest kregen de straten er namen van helden uit het ruimtevaarttijdperk. Een van die straten werd genoemd naar Wernher von Braun, de ‘vader’ van de Amerikaanse verovering van de maan met de Apollomissie.
    Vijfentwintig jaar later realiseerde men zich dat Von Braun in Nazi-Duitsland ook SS-Sturmbahnführer was geweest en bedenker van V2, het ‘Vergeltungswaffe’ dat ondermeer in Antwerpen en Londen duizenden slachtoffers maakte, nog afgezien van de 12.000 dwangarbeiders die bij de productie om jet leven kwamen. Een man met bloed aan zijn handen dus. Als laatste stad in Nederland besloot Zaanstad zijn naam te schrappen en de naar hem vernoemde straat te veranderen in Ruimtevaartlaan.
    Merkwaardig dat we zoveel moeite hebben met het onderkennen van foute Nederlandse (en buitenlandse) helden met een bedenkelijke status…

    Overigens hebben ze in Amersfoort, waar ik regelmatig kom en ook een paar jaar heb gewerkt, nog nooit van de Groen Golf gehoord, Jona.

    1. mnb0

      “Vijfentwintig jaar later realiseerde men zich”
      Sommige Zaankanters – ik was er één van beseften dat al vijftien jaar later of minder. Er is nog eens het ludieke voorstel gedaan om de straat Raketweg te noemen.

  6. Ben Spaans

    J.P. Coen – standbeeld Hoorn, Piet Hein -standbeeld Delfshaven, Michiel de Ruyter – standbeeld Vlissingen, J.B. Van Heutsz – een monument in Amsterdam

    Daarmee heb je de meest omstreden fysieke gedenktekens wel gehad (denk ik- overigens staat er bij het Haags Gemeentemuseum een borstbeeld van Jozef Stalin in een oude telefooncel, zal wel een ‘knipoog’ zijn). Het veronderstelde ‘probleem’ ligt vooral bij straatnamen en openbare gebouwen.

    1. Manfred

      Ik stoor me bij straatnamen meer aan de straten die naar politici zijn vernoemd. Dezelfden dus die ook besluiten over die naamgeving. Veren in eigen reet.

      En die Ankersmit stond op de lijst van FvD. En op de site van de telegraaf stond onder het betreffende stukkie ook nog een video van Wierd Duk. Weet je genoeg.

      1. Als je wil lachen: Ankersmit is de belichaming van het postmodernisme in Nederland, maar postmodern denken geldt nu als links. Het FvD is dus nu ook al een linkse partij.

      2. Ben Spaans

        Historicus Han van der Horst heeft in zijn ‘Onze premiers 1901-2002. Hun weg naar de top’, (Amsterdam 2007) gewezen op de hiërarchie bij straatnamen: de brede straten, de fraaie singels, de boulevards met de tram in midden zijn naar de grote ideologische leiders (van weleer) genoemd. Troelstra, Thorbecke, Schaepman, De Savornin Lohman, Kuyper. Premiers en ministers moeten het doen met zijstraten en woonerven. Vergeefs zoekt men naar de Willem Dreesboulevard of een Joop den Uyllaan. (Van der Horst, pag. 428).

        1. Een zeer lezenswaardig boek, maar de bewering die je hier weergeeft is wel aanvechtbaar. Zo hebben Leiden, Schiedam en Veendam gewoon een Joop den Uyllaan. Er is ook geen scherp onderscheid te maken tussen ideologische leiders enerzijds en premiers en ministers anderzijds. Kuyper was immers tussen 1901 en 1905 premier, en Van der Horst noemt hem zelfs de eerste premier van Nederland omdat hij als eerste fungeerde als vaste voorzitter van de ministerraad. Daarvoor werd het voorzitterschap bij toerbeurt uitgeoefend, bijvoorbeeld door een Thorbecke, die de facto drie kabinetten leidde. Thorbeckes ideologische nalatenschap betreft voornamelijk het staatsrecht; bij mijn weten heeft hij geen grote beschouwingen nagelaten over zijn eigen stroming, het liberalisme.

          1. Ben Spaans

            Dacht ik een aardigheidje te brengen, alleen maar om vast te stellen dat Van der Horst hier totale kletspraat verkoopt. Zijn eigen Schiedam alleen al gewoon een Den Uyllaan. Sorry.

    2. In Amsterdam staat nog een beeld van Peter Stuyvesant op de binnenplaats van het West-Indisch Huis. Zo’n beeld staat ook in Wolvega.

      Ik heb geen problemen met herwaardering van historische helden, maar vind het wel curieus dat bijvoorbeeld Coen en De Ruyter op één hoop worden gegooid (zie NOS-journaalitem van gisteren). Coen was een meedogenloos expansionistisch koloniaal bestuurder die al in zijn eigen tijd weerstand opriep. Bij De Ruyter kom je niet veel verder dan dat hij Oostindiëvaarders heeft geëscorteerd en tijdens de oorlog met de Engelsen in 1664-1665 wat forten in Afrika heeft veroverd. In Indië heeft hij nooit een voet gezet. Of moeten we De Ruyter gaan afserveren omdat hij tamelijk lang walvisjager is geweest?

  7. jacob krekel

    Laat maar rustig staan die beelden, maar vertel er het hele verhaal bij. Er zijn ook geweldige dingen verricht, die het aanzien van de wereld hebben veranderd. En het is heel goed dat je beseft wat daar allemaal bij is komen.

    1. mnb0

      Mijn idee. Vergeten lijkt mij evenzeer onwenselijk. Maak van de standbeelden van Coen een monument ter herdenking van de Bandanese genocide.

    2. henktjong

      Iedereen weet dat het woord ‘verhaal’ fictie inhoudt en dus is gemanipuleerd. Als je daarom het gedrag van een foute held moet uitleggen, schrijf dan zijn geschiedenis voor zover die te achterhalen is uit betrouwbare bronnen, vat die voor mijn part samen in een begrijpelijk stuk tekst, maar maak er niet ‘zijn verhaal’ van want dan weet je dat je belazerd wordt.

  8. In Amersfoort kun je de verkeerslichten wel vermijden, wanneer je langs het station niet rechtsaf de stadsring opgaat maar rechtdoor de Molenstraat in, en dan via Westersingel of Zuidersingel naar Kamp, en vanaf Kamp over de Lageweg richting Hoevelaken, en wanneer je over Achterveld wilt op tijd rechtsaf. ’s Morgens tot 11 uur (of 10 uur?) mag je trouwens ook dwars door het voetgangersgebied langs de Joriskerk fietsen.

Reacties zijn gesloten.