Straatsburg

Het slagveld bij Straatsburg

Vandaag een nieuwe aflevering in het winterfeuilleton “op reis in Gallia Belgica”. Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, bezochten mijn zakenpartner en ik onlangs Bastogne, de Titelberg, Trier en Hermeskeil. Onze volgende bestemming was Straatsburg, waar we een beetje met een omweg naartoe reden omdat we eerst het slagveld wilden zien waar de Romeinse generaal Julianus in 357 na Chr. de Alamannen versloeg.

Die waren Gallië binnengevallen terwijl het Romeinse Rijk in een crisis verkeerde: in 350 was keizer Constans vermoord en opgevolgd door Magnentius, die meteen verstrikt zat in een burgeroorlog tegen Constans’ broer Constantius. Er waren allerlei troepenbewegingen, de Rijngrens lag onbewaakt en de Alamannen plunderden de Elzas. Ook nadat Constantius in 353 zijn rivaal had verslagen, duurde het even voordat de Romeinen hun gezag konden herstellen.

In 357 rukte generaal Julianus op naar Straatsburg. Hij trok over een Romeinse weg die er nog altijd ligt, ook al is ze nu geasfalteerd. Een paar kilometer ten westen van de stad stuitten ze op het leger van de Alamannen, die numeriek in de meerderheid waren maar veel lichter bewapend. Dat gold ook voor de cavalerie. In een ruitergevecht zouden de Romeinse ruiters hun vijanden verslaan en de Alamannen in de rug kunnen aanvallen.

De Germaanse leider, Chnodomar, hield er rekening mee dat hij zich zou moeten terugtrekken langs een beboste heuvel (op de foto hierboven helemaal links achteraan). Daar verborg hij zijn reserve, die de Romeinse linkerflank in de rug kon aanvallen als deze de Alamannen richting Straatsburg zou terugdrijven. Julianus’ staf lijkt met Chnodomars strijdplan rekening te hebben gehouden, want de Romeinse linkervleugel was versterkt en de overige troepen stonden opgesteld in een dubbele linie, zodat de achterhoede betrekkelijk makkelijk naar een bedreigd punt kon oprukken.

De Romeinse zege was zwaarbevochten maar reëel en de Rijngrens werd hersteld. Julianus hield aan de overwinning voldoende zelfvertrouwen over om korte tijd later een gooi te doen naar de alleenheerschappij. Constantius overleed voor het tot een echte burgeroorlog kwam. U leest het maar na in de stripverhalen van Ken Broeders.

Julianus herstelde in deze jaren  ook de noordelijke Rijngrens, waarbij hij Franken vestigde in de Kempen. Ik heb al eens geblogd over de Chamaafse leider Nebisgast – u leest het stuk hier.

Wat betreft ons bezoek aan Straatsburg: het was een marktdag en het was erg druk. We hebben echter de archeologische collectie van het Palais Rohan kunnen bekijken. Een erg mooi museum dat ik u kan aanraden. Het is echt een omweg waard. De kathedraal kon ons iets minder bekoren: er waren domweg teveel mensen en het beroemde astronomische uurwerk viel eigenlijk een beetje tegen. Ik zou desondanks nog weleens terug willen naar Straatsburg. Druk als het was smaakte het toch naar meer.

Deel dit:

21 gedachtes over “Straatsburg

  1. “In een ruitergevecht zouden de Romeinse ruiters hun vijanden verslaan en de Alamannen in de rug kunnen aanvallen.”

    Dat was het plan, maar het mislukte. De Romeinse cavalerie werd teruggedreven en de overwinning moest door de infanterie worden behaald. De versterking van de Romeinse linkervleugel, en vooral het niet verder laten oprukken daarvan langs de weg naar Argentoratum, kunnen inderdaad gezien geïnterpreteerd als het doorzien van het Germaanse strijdplan. Opstellen in meerdere linies was echter een gebruikelijke Romeinse strijdwijze, al eeuwenlang.

  2. Dirk

    Ik reed vorige week van Tongeren door de vallei van de Jeker naar het plateau van Caestert. In mijn verbeelding probeerde ik een plausibel Atuatuca en slagveld terug te vinden. Wat jammer dat we daar niet dezelfde zekerheid hebben als in Straatsburg.

  3. jacob krekel

    Heeft dit verschil in visie op de uitslag van het ruitergevecht te maken met verschillende bronnen? Of maakt een van de twee gewoon een fout?

    1. Robert Vermaat

      De Romeinse zware ruiterij (cataphracten) raakten in paniek toen hun aanvoerder gewond raakte. Paniek leidde tot vlucht en ze werden later gestraft door wegname van hun militaire riem (statussymbool). De vlucht werd gestopt maar het was de infanterie die de flank herstelde en de Alamannen daar stopte. Van de ruiterij horen we verder niets meer, waarschijnlijk hebben ze alleen tijdens de achtervolging van de verslagen Germanen nog hun klassieke rol gespeeld.

      1. Robert, is ‘wegname van hun militaire riem’ toevallig jouw interpretatie van de merkwaardige claim van Zosimus dat ze vrouwenkleren moesten dragen? Het lijkt me in elk geval een plausibele interpretatie, omdat een tunica zonder gordel in wezen neerkomt op een jurk, een ‘vrouwenkleed’ dus.

        1. Messalla,
          Van mij en andere historici. Idd is een ‘vrouwenkleed’ niets anders qua snit dan een ‘mannenkleed’, en tunica gedragen zonder riem. En die riem, cingulum militare’ was een zeer rijk versierde brede riem (in die tijd tussen de 10 en zelfs 20 cm), beslagen met zilver en rijkversierde gespen, en een voorrecht dat alleen aan de ‘militare’ (soldaten en ambtenaren) was voorbehouden.

      2. Hallo Robert,

        Ik heb een 8-tal jaar geleden een cursus gevolgd over Ammianus Marcellinus (de belangrijkste historische bron over deze periode) o.l.v. de oudhistoricus Wim Jurg, schrijver van o.a. ‘De vierde eeuw’, Bij mijn weten bieden zijn Res Gestae de enige beschrijving van de slag bij Argentoratum. Ik ben het helemaal eens met wat u schrijft, maar wou er nog iets aan toevoegen, nl. dat de Romeinen in dit geval een smadelijke nederlaag hebben kunnen afwenden vooral door de inzet van de verschrikkelijk krijgshaftige auxilia, bestaande uit de Cornuti en de Brac(c)hiati, Germaanse auxilia van de Romeinen. In zijn Res Gestae, boek XVI, 12 beschrijft Ammianus in detail hoe Julianus deze infanterietroepen in de strijd gooide om het gat te dichten op de linkerflank ontstaan door de vlucht van de ruiterij en met succes: grote verliezen bij de tegenstander,minimale verliezen bij de Romeinen.

        Toch nog een aantekening hierbij. De vraag is of Ammianus die de strijd meegemaakt is op alle punten zo betrouwbaar is (Hij wordt trouwens als zeer betrouwbaar beschouwd, ook bv. door Gibbon).

        Een voorbeeld is uit ditzelfde Boek XII (vertaling van Aart Blom) :
        38…Julianus zag van een afstand dat de ruiterij vluchtte, gaf zijn paard de sporen en posteerde zich onverbiddelijk op hun weg. 39.De tribuun van een van de eskadrons herkende zijn figuur aan de purperen drakenvaan die aan de spits van een lange lans woei met een staart als een afgeworpen slangenhuid, hield in en reed lijkbleek van schrik terug om de strijd te hervatten. 40.En zoals gewoonlijk in panieksituaties sprak de caesar zijn mannen afkeurend en verwijtend toe: ‘Waar gaat dat heen, flinke kerels?! Vluchten? Weten jullie niet dat vluchten niet helpt en hoogstens de stommiteit van zo’n hopeloze poging bewijst!

        Hier worden Julianus wel heel grote eigenschappen toegeschreven. In Boek XVI, 5 schetst hij een bijna hagiografisch beeld van Julianus.
        Dit kan te maken hebben met het feit dat hij Julianus sympathieker vond dan Constantius en graag in zijn gezelschap verkeerde.
        Met vriendelijke groet,
        Roger van Bever

        1. Roger,
          Het was de rechterflank maar verder zijn we het eens. De reserve deed hun werk goed – een paar infanterie-eenheden van hoge kwaliteit zijn trouwens sowieso superieur aan een aanval van gemixte eenheden zonder eenzelfde discipline, die eigenlijk tegen een muur aanlopen. De echte overwinning werd echter wel niet op de flank maar in het centrum behaald toen de Alamannen hun edelen (plus entourage) inzetten die, na een korte doorbraak, werden verslagen door de Romeinse infanterie.

          Ook over de rol van Julianus, die wel heel erg geprezen wordt door Ammianus. Het blijft interpreteren, maar het vermoeden bestaat dat niet Julianus maar iemand anders de vlucht tot staan bracht – in elk geval vermoed ik dat de woorden van de caesar iets minder zachtaardig zullen zijn geweest!

          1. Hartelijk dank, Robert, voor deze correctie! In mijn vroegere beroep werd ook altijd gezegd dat de meest gemaakte vergissing die was tussen rechts en links.
            Ik vond een zeer uitgebreide beschrijving op de Engelse Wikipedia. Het tekeningetje van het strijdtoneel was heel verduidelijkend en de beschrijving van het verloop van de slag is heel duidelijk. Ik moet helaas nog een fout rechtzetten die ik heb gemaakt. Volgens de Engelse Wikipedia was Ammianus Marcellinus (AM) er niet bij, i.t.t tot wat ik beweerde. Ik had mij vooral geconcentreerd op dat beeld dat Julianus op de door AM beschreven manier zo zijn cavalerie probeerde terug te sturen om te vechten. Dat was blijven hangen, omdat het bij mij de indruk wekte van ‘allomtegenwoordigheid’ van Julianus. Nu blijkt niet alleen dat AM niet bij de strijd was, maar dat hij het pas veertig jaar later op papier heeft gezet. Libanius sprak de lijkrede uit voor de dode keizer uit en vermeldt dingen die we bij Ammianus niet vinden. Zosimus voegt weinig toe aan AM in zijn geschiedenis van ca. 500.

            Ik vond nog een leuk stuk gevonden over de toespraak van Julianus voor de strijd:
            http://journals.openedition.org/etudesanciennes/573

            Robert, ik heb de indruk dat jij er heel veel van weet, daarom heb ik nog een paar vraagjes:
            – Weet je waar AM zich wel bevond toen de slag bij Argentoratum plaatsvond?
            – de infanterie hadden alleen als protectie een soort maliënkolder, een helm met neusstuk en een schild, maar wat droeg de cavalerie? De Engelsen hebben het over ‘armoured’, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat die te vergelijken waren met de ME’se ridderharnassen. Weet jij hier iets meer over?
            – Tenslotte: heeft het feit dat de Alemannische infanterie Chnodomar en zijn 7 collega’s onder morele druk zetten om van hun paard te stappen en te voet mee te strijden, waardoor ze overzicht misten, zou dat nog de negatieve uitkomst van de slag beïnvloed kunnen hebben?
            Alvast dank voor je reactie!
            Roger

  4. Robert Vermaat

    Julianus was al twee jaar caesar, dus co-regent (in naam dan), dus de titel ‘generaal’ is niet terecht.

    Ook de omschrijving ‘de Rijngrens lag onbeschermd’ is eerder romantisch dan accuraat. Er waren eenheden bij de verdediging weggehaald maar er waren zeker nog grenstroepen (limitanei) achtergebleven. Onvoldoende, maar dat is wat anders dan ‘onbeschermd’ vind ik.

  5. De stad Straatsburg is heel mooi en heeft een ongelooflijk boeiende geschiedenis, ook in de moderne tijd. De kathedraal viel ons niet tegen, integendeel! De westgevel is buitengewoon mooi. Er is een iconoclasme geweest maar dan door de Franse revolutionairen. We waren er vorig jaar eind van de zomer met een temperatuur van 35 graden. Wel totaal eens dat op het plein voor de kerk (en dit geldt) ook als je vóór het astronomisch uurwerk in de kerk staat: verschrikkelijk druk en rumoerig was. Je krijgt er nauwelijks adem door de volle busladingen Japanners en Chinezen die uitgespuugd worden en die overal voor gaan staan om selfies of foto’s van elkaar te nemen.
    We waren zo moe dat we die dag niet aan het Palais Rohan zijn toegekomen.

  6. A. Minis

    Ik lees op dit moment The Inheritance of Rome en ziedaar: Stilicho plukte ook soldaten weg van de Rijngrens omdat hij hen nodig had vanwege zijn gesteggel met de Visigothen. Toen vielen in 406 ”barbaren olv.de Vandalen de Rijngrens over. (p.80).
    Ik vraag me ook af hoe die ”barbaren” wisten dat ze hun kans hadden. Liepen er misschien overal in het Rijk verspieders rond?
    Overigens: prachig boek van Chris Wickham. Ook al omdat ik zo vaak weer Ammianus Marcellinus tegen kom, ik las een paar jaar geleden de vertaling van Den Hengst.
    Een vraag: Chris Wickham schreef nog een boek over de Vroege Middeleeuwen. Misschien met wat meer up to date, maar is het de aanschaf waard als je The Inheritance al hebT?

    1. mnb0

      “Ik vraag me ook af ….”
      Dat is toch niet zo moeilijk?
      1. Handelaars die de grens oversteken;
      2. Contacten met plaatselijke burgers, die antipathie tegen de Romeinen koesteren;
      3. Militaire verkenners.

      We moeten af van het vooroordeel dat Barbaren impulsieve dommies waren. In plaats daarvan moeten we aannemen dat ze hun hersens wisten te gebruiken en in staat waren te leren, net als de rest van de mensheid. Voor zover ik weet deden ze in de Oudheid niet veel aan militaire geheimhouding. De bezettingsgraad van legerkampen geheim houden moet gezien hun opzet voor de Romeinen onmogelijk zijn geweest.

  7. eduard

    Ik denk dat Ammianus’ beeld van Julianus erg geflatteerd is. Vóór de veldslag bij Argentoratum/Straatsburg had Julianus samen met een gehate collega-bevelhebber de Alamannen in de tang moeten nemen in een gezamenlijk offensief, maar Julianus verbeuzelde zijn tijd terwijl de andere bevelhebber reeds met de opmars was begonnen. De Alamannen grepen de mogelijkheid aan om hun troepen op één tegenstander te concentreren en ze overvielen Julianus’ collega en vernietigden zijn leger. Zou Julianus zo’n hekel aan zijn collega hebben gehad dat hij diens leger opzettelijk liet creperen door met zijn eigen leger aan de Rijn te blijven wachten? Was hij zo eerzuchtig dat hij een Romeins leger opofferde om op die manier later zelf bij Straatsburg de eer van de overwinning op te kunnen eisen? Als we Ammianus moeten geloven waren dit soort overwegingen in die tijd heel gewoon, maar dan wel bij de vijanden van zijn held. Ik vermoed dat Julianus gewoon een strategische onbenul was die door onkunde een Romeins leger verloren liet gaan, en dat bij Straatburg met meer geluk dan wijsheid (en vooral dankzij de superieure bewapening en professionaliteit van het Romeinse leger) Gallië gered en Julianus’ reputatie als houwdegen gevestigd werd. Later zou Julianus nog een keer, toen hij Perzië binnenviel, zo’n halfbakken tangbeweging proberen, met catastrofale gevolgen.

Reacties zijn gesloten.