Reims

Altaar voor de Gallische god Cernunnos, te midden van Apollo en Mercurius (Musée Saint-Remi, Reims)

Eigenlijk had ik u vandaag het eerste van drie stukjes willen aanbieden over museumvoorwerpen uit Grand, maar ik reisde dinsdag weer eens met de trein en ook al zit ik dan in de stiltecoupé en draag ik een koptelefoon, ik kan me domweg niet concentreren als er mensen zitten te praten. Dus schrijf ik maar een stukje dat wat minder concentratie vergt, namelijk over het reisje waarover ik ook gisteren schreef: hoe mijn zakenpartner en ik Bastenaken, de Titelberg, Trier, Hermeskeil, Straatsburg en Grand bezochten en tot slot Reims, het antieke Durocortorum.

Reims is voor mij een speciale plek. Toen ik in 1992 naar Griekenland fietste, was mijn aankomst hier een soort mijlpaal: de eerste grote bestemming die ik bereikte. Ik heb sindsdien elke maand wel een keer dezelfde droom over hoe ik er kom aanfietsen, met een moeiteloosheid die me in mijn droom doet herinneren dat ik over deze situatie weleens heb gedroomd maar dat het in de werkelijkheid dus ook al zo gemakkelijk gaat. Soms houd ik dat gevoel nog even vast maar het eindigt er altijd mee dat ik wakker word in een wereld waarin alles moeite kost. Van mijn fietstocht herinner ik me verder dat ik een bezoek heb gebracht aan de kathedraal en het Musée Saint-Remi, maar ik kan me geen concrete voorwerpen voor de geest halen.

Het museum is gevestigd in een voormalige abdij die ooit gewijd is geweest aan de heilige Remigius, de bisschop die aan het begin van de zesde eeuw de Frankische leider Clovis zou hebben gedoopt. (Er is twijfel aan dit beroemde verhaal, maar dat terzijde.) Een foeilelijk standbeeld naast de abdijkerk herinnert aan de gebeurtenis. De oudheidkundige collectie in het museum zelf is aardig genoeg, maar niet speciaal: een stuk of wat goede mozaïeken, wat sculptuur, een mooie maquette van Romeins Reims, een paar interessante inscripties en een bronzen beeldje van Mercurius dat zonder uitleg onecht stond te zijn. De vergelijking met het Palais Rohan in Straatsburg is interessant: de ene stad heeft een militair karakter, de andere is meer burgerlijk.

Het beste deel was de collectie voorwerpen uit de Frankische tijd, die naadloos overging in de kunst uit de Volle en Late Middeleeuwen die je kunt verwachten in een stad met een van ’s werelds beroemdste gotische kathedralen. Een afdeling schilderkunst hebben we gelaten wat ze was: in verbouwing. Ook in verbouwing was de Romeinse poort in Reims, die dus in de steigers stond.

Vanuit Reims reden we naar het noordwesten. De huidige D944 volgt ruwweg het tracé van een oeroude weg, die er al lag voordat de Romeinen in 57 v.Chr. de Remi, zoals de toenmalige bewoners van dit gebied heetten, maakten tot hun bondgenoten en oprukten tegen een coalitie van Belgen. Die wachtten de Romeinen op aan de rivier de Aisne. Caesars kamp is – als ik me dat hier in de trein goed herinner – op luchtfoto’s te herkennen en we wilden het gebied eens gezien hebben. We waren verrast een monument te vinden voor de eerste inzet van Franse tanks tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het slagveld aan de Aisne

En dat was het wel zo’n beetje. Zonder ons werkelijk te haasten reden we terug naar Nederland. Op de terugweg hadden we nog de wonderlijke ervaring dat we de Maas overstaken, niet ver van de monding, terwijl we nog maar kort daarvoor bij de bronnen waren geweest.

IJs en weder dienende vanaf morgen enkele museumstukken uit Grand.

Het slagveld aan de Aisne
Deel dit:

22 gedachtes over “Reims

  1. Marcel Meijer Hof

    Slip of the pen: ‘Eis en weder dienende’. De zegswijze is juridisch van aard, niet fysiologisch of meteorologisch, noch culinair.

  2. jacob krekel

    Als ik lees “gallische god”, dan vraag ik me meteen af wat de Galliërs voor godsbegrip hadden en hoe een altaar daarin paste. Na wat zoeken kom ik er op dat Cernunnos (meestal met 3 ennen) een soort Keltische bosgod was, – volgens sommigen betekent het de gehoornde, met zijn gewei, volgens anderen klopt de klinker “e” daar niet mee – iets met vruchtbaarheid had en ook met materiële welvaart (associatie met Mercurius). Een associatie met Apollo heb ik niet gevonden,en ook over de functie van het altaar ben ik niets iets wijzer geworden.

    1. Roger Van Bever

      Beste Jacob,

      1. Een goed overzicht van de Gallo-Romeinse godsdienst in het algemeen en vooral hoe die zich ontwikkelde haal ik uit meest recente editie van de Encyclopédie Universalis 2018.

      Ik vertaal dit en vat het tevens kort samen (wat tussen haakjes staat zijn mijn toevoegingen). De rest is voor de verantwoordelijkheid van bovengenoemde bron.

      [De religie van de Galliërs, toen ze nog onafhankelijk waren, was praktisch dezelfde als die der Kelten (polytheïstisch) (Caesar had het in zijn inleiding van DBG ook al over de Kelten, zoals je weet: … qui ipsorum lingua Celti, nostra Galli appellantur…)

      De Gallo-Romeinse godsdienst heeft een heel ander karakter dat niet los gezien kan worden van de context van drie breuken:

      Een politieke breuk: De Galliërs adopteerden uit eigen wil of daartoe gedwongen het Romeinse administratief en bestuurlijk systeem.

      Een taalkundige breuk: in de loop van de tijd verdwijnt de Keltische/ Gallische taal als cultuurtaal en als taal in de administratie volledig (thans resten nog enkele stammen ervan in bepaalde woorden, vooral in plaatsnamen en familienamen)

      Een religieuze breuk: De druïden verliezen hun gezag en verdwijnen na verloop van tijd volledig. Er ontwikkelt zich wel een overvloedige iconografie die Romeinse modellen of prototypes imiteert, waarbij de epigrafie volledig Latijns is en er worden ook tempels en andere religieuze gebouwen uit steen gebouwd. Een en ander wordt ook officieel door de algemene overname van de cultus van de keizer, hetgeen geconcretiseerd wordt door inscripties waarin vaak de formule ‘in honorem domus divinae’ voorkomt. Karakteristiek in dat opzicht is dat een belangrijk auteur als Ausonius aan het eind van de IVe eeuw AD, in een tijd dat het Gallisch nog een gesproken taal was, iedere keer dat hij over godsdienst spreekt refereert aan de klassieke Grieks-Romeinse mythologie en hoogst zelden vage allusies maakt op de Keltische, druïdische cultus.
      De romanisering was al begonnen in het zuiden van Gallië in de IIe eeuw BCE in de Provincia Narbonensa en had een diepgaand hellenistisch karakter qua cultuur. Uiteraard duurde deze romanisering een tijd en was niet volledig. De Gallische taal overleefde nog een tijd in de epigrafie vooral in toponiemen, patroniemen en namen van goden. Dat de oude Gallische godsdienstige concepten nog een tijd stand hielden wordt bewezen door het naast elkaar blijven bestaan van godennamen in het Gallisch en in de officiële Latijnse taal. Er bestaat dus een duidelijk achterlopen in de tijd tussen de Gallische volkscultus en de officiële Romeinse cultus. Deze verschillen zijn soms moeilijk te bepalen in plaats en tijd, gezien de enige basis van onze kennis daaromtrent de iconografie en de epigrafie is. Daardoor ontwikkelt er zich in Gallië in de religieuze sculptuur een soort kunst die op termijn qua regels en esthetische canon aanzienlijk afwijkt van de Romeinse voorbeelden. Soms gebeurt het dat een Gallisch/ Keltisch religieus concept motief door een Romeinse vormgeving wordt weergegeven: bv. in het geval van Epona, vaak de ‘godin van de paarden’ genoemd door de Romeinen zelf, terwijl de naam uit het Gallisch komt (epos=paard), maar waar de iconografie een hellenistisch of mediterraan karakter heeft]

      2. Dit sluit aan bij je eigenlijke vraag: op deze site vind je een hele boel ook de Gallische goden ook over Cernunnos (inderdaad 3 x n).
      Vriendelijke groet,

      Roger van Bever

      1. Jona, een heel leuk stuk over een van de mooiste steden van Frankrijk.
        Nog een paar opmerkingen: Reims is ook de stad waar op 3 à 4 na alle Franse koningen gezalfd en gekroond zijn. Niet dat ik denk dat je dat niet weet, maar wat dat betreft is het altijd een zeer bijzondere stad geweest. Wat de kathedraal betreft, die heb ik al minstens 5 à 6 keer uitvoerig bekeken. Maar ik moet helaas zeggen dat ik al een paar honderd kerken in Frankrijk grondig bekeken heb en dat het op den duur een grote brij wordt. Maar ja, het geheugen!
        Ik denk trouwens dat Gregorius van Tours over Clovis veel onzin de wereld in geholpen heeft. Hij was een interessant auteur, omdat we over die periode vrij weinig hebben, maar hij had zo zijn sympathieën en antipathieën!
        Over dat altaar heb ik het onderschrift gelezen: ik moet zeggen dat ik ook mijn twijfels heb over Apollo, Mercurius lijkt mij duidelijk. En het is inderdaad Cernunnos.
        verder, dank dat je Reims in het zonnetje zet!
        Zie ook: mijn antwoord aan Jacob Krekel.

      2. jacob krekel

        Hartelijk dank Roger van Bever.
        De informatie op de bedoelde site is opmerkelijk stellig. Deed me een beetje denken aan de bestseller Sapiens die ook bol staat van de stellige uitspraken over zaken waar vooral onzekerheid over bestaat.
        Met mijn vraag bedoelde ik vooral naar voren te brengen dat wij impliciete aannames hebben over wat een god is, en dat we die ook leggen op goden uit andere culturen waar ze totaal niet bij passen. Zo heb ik vandaag b.v. gelezen dat de Kelten zich goden niet antropomorf voorstelden maar veeleer als natuurkrachten, en daar klopt zo’n plaatje als boven dit artikel niet mee. De (offer)cultus was ook niet aan vaste (gebouwde) plaatsen gebonden, maar werd in de vrije natuur uitgeoefend. Hoezo altaar?
        In uw reactie beschrijft u een overgang van Keltisch naar Gallo-Romaans, die best zo gebeurd kan zijn, maar – zoals altijd – niet aan de hand van bronnen te documenteren valt, en zeker niet zo klip en klaar was. Het is vast wel mogelijk een pendant van Ausonius te vinden op grond waarvan men in het jaar 4000 kan concluderen dat in Nederland in 2018 hoofdzakelijk Engels werd gesproken.
        Zou bovenstaand altaar iets geweest kunnen zijn van een maatschappelijke bovenlaag, waar de gewone boerenbevolking nooit aan toe gekomen is?

  3. Otto Cox

    Jullie zijn op de terugweg vanuit Reims hopelijk toch niet een van de mooiste steden van Frankrijk zonder te stoppen voorbij gereden? (Ik bedoel Laon)

  4. HansR

    Caesars kamp is – als ik me dat hier in de trein goed herinner – op luchtfoto’s te herkennen

    Heb je ook coördinaten (Google maps – earth/kmz-bestand oid – NB/OL)?

      1. HansR

        OK. Dank. Ik zie dat je nu ook de satellietopname van het veld er bij hebt geplaatst (of had ik die gemist?).

        Opvallend vind ik, dat het slagveld aan de noordzijde van de Aisne wordt geplaatst in een vragen opwerpende bosstrook ten noorden van de rivier. Het vierkante kamp lijkt op de satellietopname ook net ten noorden van de rivier te liggen, het belgenkamp moet bij het vliegveld hebben gelegen.

        Idd een bezoekje waard, merci.

        1. Landkaartje heb ik voor je gemaakt. Hoe het beekje heet tussen de twee legers, die ik in geel en rood heb aangegeven, weet ik niet. De Aisne is de rivier ten zuidoosten van het Romeinse kamp. Als je goed kijkt, zie je het woord “Aisne” staan aan de onderkant van het plaatje.

          1. HansR

            Ja. Dank! Heeft me de gelegenheid gegeven wat verder te zoeken (Ik kende de slag eigenlijk niet) maar ben dichtbij ooit langs gelopen). Het tweede riviertje heet de Miette (volgens de – overigens niet slechte – Franse wiki over die slag; voor wat het waard is).

  5. Roger Van Bever

    Beste Jacob Krekel, ik heb waarschijnlijk de verkeerde aanname gemaakt dat u het over de goden als zodanig had. Nu dringt het tot me door bij herlezing van uw reactie dat u het had over het ‘godsbegrip’. Maar daar daar zou ik ook niet een, twee, drie een goed antwoord op weten.

    Jan de Vries, die de Edda’s vertaald heeft, heeft in 1963 een boek over de Keltische godsdienst geschreven. hierover geschreven, ik heb alleen de gegevens van pag. 7, wellicht uit de inleiding van het boek.

    […Écrire un livre sur la religion des Celtes est une entreprise fort hasardeuse. Qu’y a-t-il à dire en fin de compte ? Cent pages suffiraient à présenter au lecteur ce que nous possédons comme sources littéraires et comme monuments. Le moyen le plus commode de s’acquitter de cette tâche serait de donner un rapide aperçu de ce que nous savons.
    Mais le lecteur veut plus que ces faits nus, qui au fond ne signifient rien par eux-mêmes et ne satisfont pas. Il veut savoir quelles étaient les croyances des Celtes, comment ils se représentaient leurs dieux, ce qu’ils en attendaient, quel culte ils leur rendaient. Or, pour répondre dans une certaine mesure à ces questions, il faudrait un livre de six cent pages au moins. À propos de cette religion, en effet, presque chaque détail pose un problème et ces problèmes risquent de s’enchevêtrer à l’infini ; il faut donc d’une part examiner à fond les explications déjà données par d’autres auteurs, d’autre part appuyer ses propres opinions sur une démonstration serrée. […] ]

    De Vries, Jan (1963 [1961]). La religion des Celtes, trad. de l’allemand Laurent Jospin, Paris, Payot, coll. « Bibliothèque historique — Les religions de l’humanité », p. 7.

    Zie vooral de laatste paragraaf, waarin dezelfde vraag geformuleerd wordt als de uwe.
    Ik heb gezocht of dat boek nog verkrijgbaar is. Ik vond het wel nog op Amazon in het Duits en het Frans, maar behoorlijk prijzig, zo veel heb ik er niet voor over. Op bol.com werd het niet vermeld.
    Ik heb al een redelijk aantal boeken over de Kelten. Ik ben het met u eens dat de Kelten hun goden niet antropomorf voorstelden, maar als natuurkrachten.
    Wat dat altaar betreft, zou het niet zo kunnen zijn dat na de verovering door JC in de evolutie van de Galliërs, deze van at ze van een ‘open lucht’ polytheïstische godsdienst met het druïdisme, met zelfs enkele animistische elementen (ze aanbaden ook stenen, wouden, etc.) en brachten ook mensenoffers, o.i.v. de romanisering en later van het christendom, zoals ik in mijn vorige reactie zei, toch hun godsdienst en rituelen meer zijn gaan afstemmen op de Romeinen en later op het christendom, ja dat het tot een echte kerstening kwam? Maar ik geef toe dat ik er ook geen sluitend antwoord daarop weet. Te weinig bronnen, zoals u zegt. En dat het misschien uit de hogere kringen kwam, daarin zoudt u best gelijk kunnen hebben.
    Een benadering van hoe de Keltische godsdienst in elkaar zal en wat voor ‘godsbegrip’ ze hadden staat in de uitgebreide inleiding van Patricia Monaghan: The Encyclopedia of Celtic Mythology and Folklore – Facts on File, 2014. Ik heb het boek, maar ook daar weer het het bekende euvel van erge stelligheid.
    Een leuk boek is ook: Frank Delaney, De Kelten, het boek dat bij de Teleaccursus van 1992 hoorde. Hij wijdt een vrij lang hoofstuk aan de religie, maar ook hier vooral beschrijving, maar geen duidelijke uitspraak over het ‘godsbegrip’.
    Vriendelijke groet,
    Roger
    P.S. Ik verwijs Jona naar deze reactie, misschien weet hij nog iets toe te voegen.

  6. jacob krekel

    Saskia,
    goed dat u deze zithouding juist benoemt. Ik ben ook nog tegengekomen dat C zit als een Boeddha (dwz lotuszit, wat iets anders is dan kleermakerszit) Ik zal een ieder verder besparen tot welke bespiegelingen de auteur door deze “overeenkomst” werd verleid.

    Roger van Bever, hartelijk dank voor uw uitgebreide reacties. Dat er geen duidelijk antwoord te geven is vermoedde ik al, maar ik vond de vraag belangrijker genoeg om hem te stellen

    1. Beste Jacob Krekel, ik ken de bespiegelingen en de conclusies over de Aziatische invloed die in Cernunnos tot uiting zou komen, maar daar ging het me niet om. Het ging me om de voor-Romeinse iconografie, die op het altaar nog zichtbaar is. Ik vind dat interessant, dat is alles.

Reacties zijn gesloten.