Tayma

Inscriptie uit Tayma: “Geplaatst door Sasag, de zoon van Abdosiris, de zoon van Qursan”.

De Tayma-oase ligt in het noordwesten van het huidige Saoedi-Arabië, langs de handelsroute die ooit van Yathrib (Medina) en Khaibar leidde naar de Duma-oase en Mesopotamië. Oeroude qanats (ondergrondse waterleidingen) en de stenen die ooit de velden afbakenden, duiden op een landbouweconomie die vrij complex was.

Archeologen vonden ook “Qurayya painted ware”, een type aardewerk dat in het laatste kwart van het tweede millennium v.Chr. is vervaardigd. Het wijst op handelscontacten die reikten tot in de Araba, de vallei op de grens van Jordanië en Israël tussen de Dode Zee en de Rode Zee. De Taymanieten hebben misschien dadels, aluin en steenzout verkocht en zullen daarvoor wel koper terug hebben gekregen. Een inscriptie met de naam van koning Ramses III (r.1184-1152) bewijst dat ook Egyptische kooplieden Tayma wisten te vinden

De eerste onomstreden verwijzing naar Tayma is te vinden in de Suhu-annalen, die vertellen hoe de Assyrische gouverneur Ninurta-Kudurri-Usur een karavaan uit Tayma en het koninkrijk Saba (in het moderne Jemen) onderschept. Een andere Assyrische tekst vermeldt eerst hoe de Assyrische vorst Tiglath-Pileser III rond 734 v.Chr. de Arabische koningin Samsi versloeg. Hoewel ze haar positie behield, achtten andere Arabische leiders het verstandig de Assyrische vorst tribuut te betalen. Onder hen was ook de vorst van Tayma:

De inwoners van Massa en van Tayma; de inwoners van Saba, Haiappa, Badana en Hatti; de stam Idiba’il, waarvan de landen zijn in het verre westen – zij allen hoorden van mijn roemrijke heerschappij en brachten gezamenlijk een eerbetoon: goud, zilver, mannelijke en vrouwelijke dromedarissen en allerlei soorten specerijen. Ze kusten mijn voeten.

Een derde Assyrisch getuigenis is de naam van een stadspoort: toen koning Sanherib de stad Nineveh stichtte (na 700 v.Chr.), noemde hij een van de westelijke poorten “de geschenken van Sumu’a en Tayma komen hierdoorheen”.

In deze tijd werd de Wierookroute, waarover ik nog eens zal bloggen, steeds belangrijker. Beginnend in het huidige Jemen leidde deze door het westelijke deel van het Arabische Schiereiland naar Yathrib, waarvandaan de ene, noordwestelijke tak via de Dedan-oase (het huidige Al-‘Ula) naar de Middellandse Zee leidde, terwijl de noordoostelijke tak, zoals ik al schreef, leidde naar Tayma, Duma en Mesopotamië. De rijkdom van Tayma was bekend aan de joodse profeet Jeremia, die een van zijn profetieën richtte tegen de oase.

Tayma’s welvaart maakte een stadsmuur onvermijdelijk en die mogen we met recht enorm noemen. Ze was ongeveer zes meter hoog en omgaf oorspronkelijk een gebied van slechts twintig hectare, maar werd in de loop van het eerste millennium keer op keer uitgebreid totdat ze uiteindelijk een gebied van bijna een tien vierkante kilometer omsloot. Duitse archeologen hebben er de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan.

Na de ondergang van Assyrië, waarover ik al eens blogde, was Babylonië de nieuwe macht in het Nabije Oosten. Koning Nabonidus (r.556-539) bleek speciale belangstelling te hebben voor Tayma. Volgens de Naboniduskroniek leefde hij zelfs een paar jaar in de oase en verwaarloosde hij zijn religieuze verplichtingen in de Esagila-tempel in Babylon. Het is mogelijk dat het Taymanitische heiligdom dat nu bekend staat als Qasr al-Hamra in deze tijd (of een beetje later) is gebouwd. Een inscriptie in het Lihyanitisch (d.w.z. het dialect van de Dedan-oase) vermeldt Nbnd mlk Bbl ofwel “Nabend malik Babel” ofwel “Nabonidus, koning van Babylon”. Ook is een beschadigde stèle bekend, die ik ooit heb gezien in het Louvre, die een koning toont met de symbolen van de Zon, Maan en Venus. Dat kan alleen Nabonidus zijn.

In Tayma zijn inscripties gevonden in het Aramees en in diverse Arabische dialecten, zoals het al genoemde Lihyanitisch, het Thamudisch (d.w.z. Noord-Arabisch) en het Nabatees. De veelvoud aan talen bewijst hoe kosmopolitisch het handelscentrum was. Het is interessant dat een van de belangrijkste goden van Tayma, Ashima, ook werd vereerd in Hama in het verre Syrië, 900 kilometer naar het noorden. De inscriptie die bekendstaat als de “Al-Hamra-kubus” combineert een Egyptische Apis-stier met Babylonische invloeden. De Arabische persoonsnaam “Abdosiris”, die te lezen is op de hierboven afgebeelde inscriptie, bewijst dat ook de Egyptische god Osiris werd vereerd. Zoals gezegd: kosmopolitisch.

Tayma lijkt buiten het Perzische Rijk te zijn gebleven, maar uit inscripties weten we van verschillende conflicten met Dedan: twee steden op concurrerende takken van dezelfde handelsroute, vechtend om marktaandeel. Tayma zou deze oorlog verliezen en eerst deel uitmaken van het koninkrijk Dedan. Later behoorden beide oases bij het Nabatese rijk. U weet wel, de hoofdstad was Petra. Al die tijd werd gehandeld in wierook.

Het is goed mogelijk dat overlevenden van de Joodse Oorlog (66-70) het Romeinse Rijk hebben verlaten en zich hebben gevestigd in steden als Tayma. Lange tijd zou dit niet meer zijn geweest dan een vermoeden, maar de Saoedische archeologen beginnen steeds meer belangstelling te krijgen voor het joodse verleden van het Arabische Schiereiland en ik verwacht dat we hierover de komende tijd meer zullen gaan horen. Joodse eigennamen zijn gedocumenteerd in Tayma vanaf het begin van de derde eeuw. Het is ook zeker dat in de eerste helft van de zesde eeuw een lokale leider met de naam Samuel ibn Adiya, joods was.

Ik ben nooit in Tayma geweest, maar ik zou er graag eens heen willen.

[De inscriptie hierboven, te zien in het Louvre, was de 267e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

18 gedachtes over “Tayma

  1. Het is een detail, maar laten we de Eerste Joodse Oorlog tegenwoordig al in 70 eindigen? Met Herodeion, Machairous en natuurlijk Masada nog in handen van opstandelingen?

    1. Ja, ik laat het daar eindigen. In elk geval Masada was “an unnecessary war”. Josephus heeft het uitroken van een groep bandieten nodig om in de vorm van een slotredevoering zijn boodschap te herhalen, en de Romeinen hadden Masada nodig om het imago van onoverwinnelijkheid te herstellen. Maar militair was het overbodig. (Mooi beschreven door Luttwak.) Dat geldt eigenlijk ook voor de twee andere.

        1. mnb0

          Dan was WO-2 ook nog niet afgelopen op 9 mei 1945 voor wat betreft Europa of zelfs Nederland.

            1. mnb0

              Ik wist niet dat Indië in Europa lag. Maar maakt u zich geen zorgen – volgens uw redenering was WO-2 evenmin op 15 augustus 1945 afgelopen.

            1. mnb0

              Uiteraard – plus nog een heleboel andere Europese gebieden. Voormalige Oekraïense bondgenoten van de nazi’s vochten nog een paar jaar door, bv.

  2. jacob krekel

    “…de Arabische koningin Samsi versloeg. Hoewel ze haar positie behield,..”
    Een koningin in een land waar vrouwen net mogen autorijden. Ook het land van de koningin van Sjeba (Saba?), van het handelshuis Khadidja. (waar de jonge Mohammed in dienst trad; wie als islamiet de profeet wil navolgen starte zijn carrière in een door een vrouw geleide onderneming). Opmerkelijk. Is iets meer bekend over de positie van de vrouw in het oude Arabië?

    1. Toevallig hadden we in onze culturele kring eergisteren een lezing over de filosofie en de Islam. De spreker begon met een kort overzicht van het ontstaan en de snelle opkomst van de Islam. Khadidja, de dochter van Choewailid, was van adellijke afkomst (de Qoereisj familie). Hoewel Mohammed eveneens van de vooraanstaande Qoereisj-stam kwam, was zijn familie nogal arm en was hij al jong wees. Maar hij stond algemeen bekend als een talentvolle, zeer betrouwbare koopman. Daarom werd hij ten huwelijk gevraagd door Khadidja. Zij schijnt een mooie, intelligente, onafhankelijke vrouw geweest te zijn, die bovendien ook nog schatrijk was. Zij had namelijk veel geërfd van haar vader en haar vorige man. Ze beheerde haar eigen goedlopend handelsbedrijf. Velen van de Qoeraisj vroegen haar ten huwelijk, maar werden vriendelijk doch beslist afgewezen. Toen ze Mohammed ontmoette, bleek hij de juiste voor haar te zijn. Zij zouden 25 jaar een zeer goed huwelijk gehad hebben. Uw terechte vraag is: wat zegt dat over de positie van de vrouw ten tijde van Mohammed? Persoonlijk denk ik: heel weinig.
      Veel kom ik er niet over te weten.
      Een interessant artikel is: http://www.arabhumanists.org/arab-women-pre-islam/
      Door de Islam en de sharia is de Arabische vrouw er op sommige punten op vooruit gegaan in vergelijking met het pre-islamitische tijdperk. Wel is duidelijk dat er nogal een groot verschil bestaat tussen de fundamentalistische islam en de meer liberale richtingen. maar dat wisten we al. Toch is het een boeiend probleem dat u aanraakt. Wij mogen er natuurlijk niet met een 21e eeuwse bril naar kijken, maar globaal genomen zou je toch een verbetering van de positie van de vrouw verwachten in de loop der tijden.
      Wel krijg ik de indruk als ik dat artikel lees (ik heb het voorlopig zeer diagonaal gelezen) dat de moslim-vrouwen er nu zelf de schouders willen onderzetten.

      1. Sympathiek, maar bedenk dat je reconstructie van het leven van Mohammed teruggaat op de marxistische oriëntalist Maxime Rodinson. Die nam de bronnen letterlijk, liet alleen de wonderen weg en presenteerde Mohammed las een sociale hervormer.

        Ik zou het geen geschiedwetenschap noemen willen.

    1. Een chiffre. We weten geheel niets over haar. Wat geromantiseerde opmerkingen uit bronnen en een hoop negentiende-eeuws oriëntalistische fantasie.

      Maar dat is hoe geschiedenis vaak werkt…

  3. Maar dat zegt de schrijver toch ook hier en daar dat de commentatoren hier en daar de Koran naar hun hand zetten om de imbalance tussen man en vrouw. Tegelijkertijd heb ik na grondiger lezing van het artikel gezien dat het nogal pamfletair van karakter is, dus per definitie oppassen geblazen voor overstatements die niet bewezen zijn. Ik heb destijds (80-er jaren geloof ik van hem de bio van Mohammed gelezen in het Nederlands en in zo’n blauwe Pelican ‘The Arabs’. Ik heb waarschijnlijk te weinig kennis van de Islam om achter dit artikel de ideologie van Maxime Rodinson te herkennen. Wel is uit de conclusie van de de schrijver, waarvan ik niet weet of het een vrouw of een man is, af te leiden, dat ze door aan te tonen dat de positie van de vrouw voor Mohammed in bepaalde opzichten beter was dan erna wil aantonen dat de achterstand van de vrouw nog slechter geworden is heden ten dage. Wat ik wel een goed argument van haar vind is is dat het steeds mannen waren die over de positie van de vrouw praatten. Maar ik geloof je op je woord! Ik vraag mij alleen af of bij Maxime Rodinson, die zoals je weet joods was, dat nog een rol heeft gespeeld in wat je zegt over hem.
    Trouwens, de spreker was een vrij jonge man, had theologie gestudeerd en filosofie van de Islam,
    gespecialiseerd in de middeleeuwen. In de pauze discussieerden een paar mensen, waaronder ikzelf, over de vraag of de snelle uitbreiding van de Islam nu primair een militaire expansie of een verovering uit zendingsdrang. Ik ben geneigd te geloven in de eerste mogelijkheid, het geloof komt dan vaak vanzelf mee. Hij was ook niet bekend met de slag bij Poitiers en de Reconquista.
    Ook niet met Boabdil (Mohammed Abu Abdallah) de laatste Arabische vorst in Granada en dat verwonderde mij toch een beetje.

  4. Frans

    Geen zorgen, Roger, het was duidelijk. Een islamkenner die niets weet over het Moorse Spanje vind ik toch een tikkeltje dubieus. In Cordoba bloeide toch juist de islam en de filosofie?
    En wat Zenobia betreft, inderdaad, dat verhaal staat bol van de romantiek, maar dat vind ik er juist aantrekkelijk aan. Maar wat is een chiffre?

Reacties zijn gesloten.