Het Oera Linda Boek

De eerste pagina van het Oera Linda Boek (Tresoar, Leeuwarden)

Ik zat bij Tresoar, waar ik momenteel werk, te praten met een juriste toen iemand de kamer in kwam lopen en iets uit de kast haalde. Door de opengeschoven kastdeur zag ik het daar ineens staan: het Oera Linda Boek. Sinds ik als puber in Kijk een artikel daarover las, wil ik daar meer over weten. Hier was mijn kans!

Ons verhaal begint in 1867, toen een onderwijzer uit Harlingen, Jan Frederik Jansen, de Friese archivaris Eelco Verwijs attendeerde op de familiestukken van Cornelis over de Linden, een timmerman uit Den Helder. Verwijs reisde de Zuiderzee over om Over de Linden te spreken en was enthousiast, want deze tekst beschreef de alleroudste geschiedenis van de Friezen. De Grieken hadden een Ilias, de Indiërs een Mahabharata, de Ieren de gedichten van Ossian en de Duitsers een Nibelungenlied – en de Friezen hadden nu het Oera Linda Boek. Je zou verwachten dat Verwijs door roeien en ruiten zou gaan om het uit te geven, maar hij deed niets en droeg het over aan Johan Winkler (een later beroemd geworden dialectoloog). Die vond het maar verdacht en zijn oordeel is verrassend actueel: een oudheidkundige vondst zonder geldige provenance kan een vervalsing zijn en verdient geen aandacht. Hierbij had het kunnen blijven. Helaas bleef het er niet bij. Er zou nog een dode vallen door het Oera Linda Boek.

Na Winkler kreeg namelijk classicus Jan Gerhardus Ottema de tekst in handen en hij was al snel overtuigd van de waarde van het Oera Linda Boek. Dat er geen geldige provenance was, was slechts een trivialiteit. De inhoud was dan ook verblindend mooi. Vele eeuwen geleden hadden de Friezen een verrassend ruimdenkende samenleving gekend en deze energieke mensen hadden zich verspreid over de halve antieke wereld en daar allerlei culturele innovaties geïntroduceerd. Niet Babylonië, niet Egypte was de bakermat van de beschaving, maar Friesland.

Provenance

Het was onzin, maar ter verontschuldiging van Ottema moet worden gezegd dat in de negentiende eeuw verschillende theorieën waren – en ze waren niet helemáál onzinnig – dat er belangrijke culturele impulsen waren uitgegaan van de Noordduitse Laagvlakte. Dat de Griekse cultuur verwant was aan de Germaanse, werd in brede kringen geloofd. Ook zou Ottema niet de laatste oudheidkundige zijn die zich door een mooie tekst laat verblinden, het belang van een geldige provenance negeert en daardoor nat gaat. De hoax rond het Evangelie van de Vrouw van Jezus is een recent voorbeeld.

Ottema verzorgde de eerste wetenschappelijke editie van het Oera Linda boek en omdat hij ervan overtuigd was dat het een authentieke tekst was, zocht hij naar parallellen met wat bekend was uit de oude geschiedenis om zo de authenticiteit ook voor anderen aannemelijk te maken: de beruchte confirmation bias. Hij keek dus nauwelijks naar de literaire kant van de tekst, die hem vermoedelijk enkele dubbele bodems zou hebben kunnen doen herkennen. De beschreven strijd tussen de Fryas en de Fínnen is bijvoorbeeld een allegorie van de toenmalige kerkelijke richtingenstrijd tussen de “vrijen” en de “fijnen”. Een verwijzing naar het Suezkanaal zou hem ook de schellen van de ogen hebben kunnen doen vallen. Of de ronduit bizarre etymologieën: Neptunus zou zijn afgeleid van Neef Teunis, Atlantis van Oudland, en zo voort.

In 1876 de bewees de taalkundige Jan Beckering Vinckers dat het Oera Linda Boek vals was. Drie jaar later zag ook Ottema het in. Hij verhing zichzelf.

Whodunnit

Hierbij had het kunnen blijven. Gelukkig bleef het er niet bij. In de meest romantische traditie kreeg de zaak een nieuwe wending door de bekentenis van een stervende. Johan Winkler, de dialectoloog die had geconcludeerd dat de provenance te vaag was om wetenschappelijk onderzoek te rechtvaardigen, liet een verzegeld kistje na met daarin een verklaring dat de auteur van het Oera Linda Boek niemand anders was geweest dan François HaverSchmidt, van beroep predikant maar beter bekend als de dichter Piet Paaltjens.

Hoewel Winkler dit lijkt te hebben vernomen van een familielid van timmerman Over de Linden, trok de nagelaten bekentenis weinig aandacht. Wel werd Verwijs, de archivaris die het Oera Linda Boek aangeboden had gekregen en er niets mee had gedaan, aangewezen als vervalser. Wat ook weer werd tegengesproken. Maar niemand keek om naar de bekentenis van Winkler.

In 2004 pikte Goffe Jensma, de huidige hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de Groningse universiteit, de handschoen op in zijn proefschrift De gemaskerde god. Als u een verwoed niet-proefschriftenlezer bent, kan ik u Het Oera Linda-boek. Facsimile – Transcriptie – Vertaling aanraden, een prachtig boek waarin Jensma precies uit de doeken doet hoe alles in zijn werk is gegaan.

Samengevat komt het erop neer dat het Oera Linda Boek, als allegorie van de strijd tussen de vrijen en de fijnen, HaverSchmidts “vrijzinnige aanklacht tegen het christelijk fundamentalisme” is. Hij heeft er al rond 1860 (zeven jaar voordat de tekst opdook) aan gewerkt en de tekst is later, met hulp van Over de Linden (de Helderse timmerman) én archivaris Verwijs uitgebreid en omgewerkt. De opzet was om de tekst te laten ontdekken door Jan Frederik Jansen, de Harlingse onderwijzer, die zichzelf zo voor joker zou zetten – en daarmee zou Verwijs een rekening hebben vereffend. Omdat Jansen de ontdekking keurig rapporteerde bij de erfgoedinstanties, mislukte deze opzet – met gruwelijke gevolgen.

Ik merk nog op dat het handschrift in Leeuwarden ligt bij Tresoar. Daar is het normaal gesproken ook te zien, maar momenteel is Leeuwarden de Culturele Hoofdstad van Europa en daarom zult u er – zo is me verteld – voor naar het Fries Museum moeten. U kunt natuurlijk ook kijken op de officiële website.

Deel dit:

34 gedachtes over “Het Oera Linda Boek

  1. Marcel Meijer Hof

    Ik kwam het Oera Linda in de jaren ‘zeventig op het spoor toen ik twee uitgaven dienaangaande aantrof bij het bekende antiquariaat dat enkele jaren geleden ter ziele ging. En omdat mijn moeders meisjesnaam Grijpma luidt kon ik de verleiding niet weerstaan …

    Inmiddels zou ik in de opslag moeten graven: Zolder-archeologie.

    François Haverschmidt cultiveerde een prettig soort van ironie. Zijn ‘Snikken en Grimlachjes’ kan ik blindelings uit de boekenkast plukken.

    Vandaag mag iedereen een ijsje !

  2. FrankB

    “de laatste oudheidkundige zijn die zich door een mooie tekst laat verblinden”
    Open deur: Hitler’s dagboeken.

    “Hij verhing zichzelf.”
    Dat is triest. Confirmation bias is maar al te menselijk. Fred Hoyle, die bespot wordt elke keer dat iemand de woorden Big Bang gebruikt, leed er nog in veel sterkere mate aan leed. Jammer dat Ottema zichzelf niet kon vergeven en er een positieve draai aan geven: zijn fout illustreert de waarde van wetenschappelijk skepticisme.
    Het OLB ga ik nog eens op mijn gemak lezen, als ik wakker ben bv. De inleiding – opdracht aan zoon Okke – is al leuker dan Haverschmidt’s beroemde maar nogal oubollige liefdesparodie.

  3. Wilfried Dierick

    Ik weet niet of dit er de juiste plaats voor is, maar ik wil de kennelijk onvermoeibare Hoofdredacteur complimenteren voor zijn altijd weer verrassende ‘krant’. Het ene moment zit je met hem in een stilte-coupé, op het andere ben je met hem bij een archeologische opgraving in het ‘vooroorlogse’ Irak!

    1. FrankB

      Voor complimenten is het altijd de juiste plaats, vooral voor verdiende complimenten als de uwe.

      1. Roger van Bever

        Ik sluit mij aan bij de drie vorige participanten! Jona is een uomo universale!

        1. Oké, zo kan ‘ie wel weer. Kom nog eens terug als ik slimme dingen schrijf over klassieke muziek, over engineering, over kinderopvoeding, over thermodynamica – er is zoveel dat ik niet weet.

          1. Misschien schuilt daar wel de kracht van de universele mens in, namelijk dat hij veel weet, maar terzelfdertijd ook weet dat er nog veel meer te weten is!

  4. Hoe rijm ik citaat 1,2 3 en 4?
    1 ´…toen een onderwijzer uit Harlingen, Jan Frederik Jansen, de Friese archivaris Eelco Verwijs attendeerde op de familiestukken van Cornelis over de Linden, een timmerman uit Den Helder. Verwijs reisde de Zuiderzee over om Over de Linden te spreken en was enthousiast, want deze tekst beschreef de alleroudste geschiedenis van de Friezen.´´
    2 ´De opzet was om de tekst te laten ontdekken door Jan Frederik Jansen, de Harlingse onderwijzer, die zichzelf zo voor joker zou zetten – en daarmee zou Verwijs een rekening hebben vereffend. Omdat Jansen de ontdekking keurig rapporteerde bij de erfgoedinstanties, mislukte deze opzet´
    3 ´Omdat Jansen de ontdekking keurig rapporteerde bij de erfgoedinstanties, mislukte deze opzet…´
    4 ´(Verwijs) …deed niets en droeg het over aan Johan Winkler…´
    Wie nu precies wat deed ontgaat me enigszins. Enfin, het beste Goffe Jensma zelf maar lezen.

    1. FrankB

      Punt 3 is juist essentieel.
      Haverschmidt schreef een parodie en wilde die voor echt laten doorgaan – vergelijk de roemruchte Sokal hoax.
      Hij wilde Jansen voor joker zetten.
      Jansen kwam niet voor joker te staan, want ipv zelf het fantastische nieuws van de daken te schreeuwen (waarna Haverschmidt “sliep uit” had willen roepen) schakelde hij de deskundige Verwijs in.
      Verwijs maakte ook al geen stampij en droeg de boel over aan Winkler.
      Winkler vertrouwde het niet.
      Ottema legde er in 1872 de hand op en trapte er wel in, met fatale gevolgen.

      Je zou dus kunnen zeggen dat de opzet wel slaagde, maar met het verkeerde slachtoffer. We kunnen ons afvragen waarom vanaf 1872 zowel Haverschmidt als Winkler, die konden bewijzen dat de tekst een hoax was, hun mond hielden.

  5. Henk Smout

    “Ottema stierf niet lang na de affaire” volgens de Nederlandse Wikipedia van 10 januari 2018.
    Geen woord over zelfmoord.

        1. Die kende ik niet, maar dat is smullen! Vooral de discussie hierna o.a. de reactie van Kristeva: Desinformatie… een intellectueel en politiek onbetekenend product. Een stelling die door de betekenisloze Trump op alle mogelijke manieren inmiddels onderuit geschopt is!

  6. Interessante Vlaamse parallel: La République des Champs Elysées van ene 18de -eeuwse De Graeve.Heb de trilogie ooit kunnen inkijken bij een historicus in Lissegem, deelgemeente van De Haan( Coq-sur-Mer in het Belgisch)

    De Graeve situeert Atlantis in Zeeuws-Vlaanderen, heel serieus bedoeld.

    Geen hoax.

    Ook hij beroept zich op onwetenschappelijke etymologie: Zierikzee is de zee van Kirkè, Lisseghem is uiteraard Ulysseghem…

    De verguisde Hubert Lampo heeft er een charmant boekje over gepleegd: Toen Herakles spitte en Circe spon.

    Als onnozele zestienjarige vond ik dat fel interessant.

    Dank zij de Manier Beobachter ben ik minder idioot geworden.

    Allez, dat denk ik toch.

    Belgische groeten

    1. 1. Als Vlaming met twee diploma’s Frans (leraardiploma en Rijksgediplomeerd Tolk-Vertaler Frans) vind ik het raar dat u het nodig vindt De Haan-aan-zee in het Frans te vertalen.
      2. Het Belgisch is een niet bestaande taal!
      Verder vind ik uw mededeling interessant.

      1. Coq-sur-Mer vind ik een grappige naam evenals Roger trouwens : het was bedoeld als grapje.

        Ook “in het Belgisch”: dat is om Nederlandse lezers op te vrolijken.

        Als licentiaat Germaanse talen( ik heb ook twee diploma’s, hèhè) moet ik er U op wijzen dat

        Belgisch wel degelijk een (weliswaar uitgestorven)taal is: een mengsel van Keltisch en

        Germaans.

        1. Roger van Bever

          Beste Walter,

          Bedankt voor uw reactie. Uw naam komt mij bekend voor.
          Excuus dat ik de ironie niet ingezien heb in uw reactie. Ik dacht dat u misschien tot de Franstalige Vlaamse bourgeoisie behoorde. Dat je mijn naam grappig vind, vind ik nou zelf weer grappig, of is alles wat u schrijft grappig bedoeld. Mijn voornaam werd in de tijd dat ik geboren ben (1944) veel gegeven. De naam zou van Keltische oorsprong zijn. https://www.wikiwand.com/fr/Roger. Nu loop ik niet meer rond met een speer.

          Ik heb in Leuven geneeskunde gestudeerd en daar kwam de naam ook redelijk vaak voor in mijn jaar. In Frankrijk komt de naam als voornaam, maar ook als familienaam voor. Mijn naam wordt hier vaak verhaspeld tot Rogier.

          Wat dat Belgisch betreft, geloof ik u op uw woord. Als germanist zult u er meer van weten dan ik. Volgens de Wikipedia echter is het bestaan van die taal omstreden is en zoals u zelf zegt, het is een dode taal. Ik probeer, als Nederlanders zeggen dit of dat in het Belgisch zus of zo genoemd wordt, hun altijd diets te maken dat het Belgisch niet bestaat, maar dat er in Vlaanderen Nederlands (of een variant daarvan, Vlaams, gesproken wordt). Help mij in mijn strijd. En dit bedoel ik niet grappig.

          Met vriendelijke groet!
          Hrodhgari

          1. Bedankt voor uw vriendelijke reactie.

            Uit eenTV- interview 40 jaar geleden met Plastic Bertrand: waarom gekozen voor zo’n banaal pseudoniem?

            Ik heet eigenlijk Roger Bertrand , dat is erger.

            En ik steun U in uw strijd: woonachtig in Frankrijk leg ik steeds geduldig uit que la langue officièlle en Flandres est le néerlandais, pas le flamand, le flamand est autre chose et que la langue belge n’existe plus.

            No jokes this time.

            No hard feelings.

            1. Roger van Bever

              Cher Roger,

              Merci de votre sympathique réponse. C’est bien marrant que nous avons le même prénom!
              La semaine prochaîne, ma femme et moi partirons pour le Languedoc-Roussillon, où, si France Météo va avoir raison, ce que je n’espère pas les températures avoisineront 40 degrés.
              Mais continuons dans la langue de Gezelle et de Claus:

              Ik hoop dat u het daar naar de zin heeft in Frankrijk en wens u veel succes!
              Vriendelijke groet!
              Roger

              1. Cher Roger

                Je ne m’apelle pas Roger.

                Ni suis je Plastic Bertrand.

                Mais je vous souhaite de belles vacances.

                Ce matin j’ai vu des touristes belges au marché. Ils aboyant le flamand.

                Quel bonheur de ne plus vivre en Belgique!

                Dit is om je een beetje te sarren, hoor.

    2. Luc Vanbrabant

      Lissegem bestaat niet. Het moet Vlissegem zijn. Het dorp heeft overigens een heel interessante geschiedenis

  7. Frans

    Okay, bedankt! Ik had natuurlijk ook zelf kunnen googlen, maar het leuke aan zo’n blog is dat er dan weer andere reacties komen. Die van de odyssee in Zeeland kende ik, zo schijnt ook Julius Caesar Jezus te zijn en Karel de Grote heeft nooit bestaan…

  8. … De hoax rond het Evangelie van de Vrouw van Jezus is een recent voorbeeld….

    Een iets ouder voorbeeld is de hoax rond de Dagboeken van Hitler: De Hitler-expert Hugh Trevor-Roper verklaarde de dagboeken op een persconferentie op 25 april 1983 authentiek. De expert verklaarde dat op basis van dit dagboek de geschiedenis op een aantal punten herschreven diende te worden. Achteraf bleek het te gaan over een vervalsing. Reputatie van Trevor-Rope voor een groot deel weg!

    Andere bekende hoax:
    In 1988 publiceerde het wetenschappelijk tijdschrift Nature een onderzoek van de Franse wetenschapper Jacques Benveniste van het prestigieuze instituut Franse Nationaal Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek (INSERM) waarin Benveniste vaststelde dat hoge verdunningen van stoffen in water een ‘geheugeneffect’ in dat water vertoonden. Het tijdschrift vermeldde dat deze uitkomsten onwaarschijnlijk waren. Het kostte hem zijn reputatie en zijn baan.
    Ik vraag mij af waarom een zeer goed wetenschapper ineens zo kan afdwalen.
    Ik denk dat het psychologisch is: vooral geleerden hebben de neiging zich steeds meer achter hun verschansing terug te trekken, naarmate ze aangevallen worden.

  9. Frans

    Dat verklaart waarschijnlijk ook waarom mevrouw King en Havard er zo’n moeite mee hadden te erkennen dat ze fout zaten met die vrouw van Jezus affaire. Ineens is je hele reputatie naar de Filistijnse vaantjes!

Reacties zijn gesloten.