MoM | Zijn we te laat?

We kunnen wel wat extra regen gebruiken. (Muurschildering uit Teheran)

[Vandaag een gastbijdrage van Rob Duijf.]

Nederland zucht onder extreem hoge temperaturen. Sinds de hittegolven van 1975 en 1976 is het in ons land niet meer zo warm geweest. Eén ding is zeker: wie de zon aanbidt, hoeft dezer dagen geen verre oorden op te zoeken om lui-lurkend aan een zomercocktail een kleurtje op te doen en vitamine-D bij te tanken.

Al dat zonnegenot heeft echter ook keerzijden. De natuur verdroogt en op de Veluwe creperen de zwijnen. De zeugen hebben te weinig melk voor hun biggen en omdat de beuken en eiken geen nootjes en eikels maken, wordt het een slecht “mastjaar” voor de dieren. Ónder de grond – en dus buiten ons blikveld – lijkt zich tevens een ramp van andere aard te voltrekken: door de lage grondwaterstand dreigt ons archeologisch bodemarchief te verdrogen. Water heeft immers een conserverende werking; het voorkomt dat organische resten (zoals hout, dierlijk en menselijk botmateriaal) aan de lucht worden blootgesteld.

Het regen- en onweersfront dat de afgelopen dagen over het land trok, heeft onvoldoende water geproduceerd om het tekort aan grondwater aan te vullen, zeker in een dorstige natuur en onder omstandigheden waar ook economische belangen meespelen. Het ziet er bovendien naar uit dat de komende dagen de temperaturen weer zullen stijgen en dat deed archeoloog Yftinus van Popta onlangs voor NOS Nieuwsuur verzuchten: “Misschien moeten we een keer een regendans doen”. Van Popta is projectleider van de opgraving van een Engels koopvaardijschip in de Noordoostpolder en wordt nu met de neus op de klimatologische feiten gedrukt: het oude hout verpulvert in zijn handen. Dit is echter alleen nog maar het meest tastbare gevolg van de droogte.

Verdrag van Malta

Wat duizenden jaren in de grond heeft gezeten, kan in principe nog wel duizenden jaren in de grond zitten. Archeologen zullen niet snel gaan graven: het is immers duur, je kunt het maar één keer doen en als je het uitstelt, kun je nieuwe technieken op de vondsten loslaten, zoals satellietwaarneming en grondradar. Of het DNA- en het isotopenonderzoek dat tegenwoordig de aandacht trekt. Om die redenen graven archeologen liever niet op, tenzij de omstandigheden, zoals ruimtelijke ordeningsprojecten, een noodopgraving noodzakelijk maken. Dat was de gedachte achter het Verdrag van Malta uit 1992, dat de basis vormt voor de Europese archeologie.

Oudheidkundigen proberen archeologische waarden – dit is een jargonterm voor nederzettingen, grafvelden, gebruiksvoorwerpen en wat dies meer zij – dus in situ te bewaren. Als opgraving niet per se nodig is, laat het dan maar in de grond zitten, zo bepaalt artikel 4 van het verdrag, want de bodem is de beste garantie voor een goede conservering van archeologische resten.

Waar in de Maltawetgeving geen rekening werd (of kon worden) gehouden, zijn periodes van extreme droogte, zoals we nu doormaken. Het bodemarchief, dat juist onder natte omstandigheden het best kan worden geconserveerd, dreigt nu uit te drogen. Het is dramatisch, zeker wanneer je bedenkt dat klimaatwetenschappers nu al aangeven dat in de (wellicht heel) nabije toekomst meer van dit soort droogteperiodes zullen voorkomen. Dus in hoeverre is behoud van het bodemarchief nog gewaarborgd?

Ontkenning

Er zijn mensen die (nog steeds!) geloven dat de aarde plat is en dat er nooit astronauten op de maan hebben rond gehupst. Er zijn ook mensen die ontkennen dat de huidige klimaatverandering is te wijten aan menselijk handelen, een gedachte die vooral in populistische kringen aanhang geniet. Hier kunt u aan de hand van twee temperatuurplaatjes zien, wat het verschil is tussen de hittegolven van 1976 en nu.

Wellicht kan het project van Van Popta nog worden gered met een beregeningssysteem, maar daar zal de overheid dan wel onmiddellijk toe moeten besluiten. Bidden of een regendans zullen weinig zoden aan de dijk zetten. Volgens Earl Goetheer, chemisch technoloog en hoogleraar Proces & Energy aan de TU Delft, zijn we

te laat voor anderhalve graad (…) tenzij we iets heel grootschaligs weten te implementeren voor 2021 of 2022. En dat gaat gewoon niet gebeuren.

Kortom

Wat voor consequenties heeft deze ontwikkeling voor de implementatie van het Verdrag van Malta? Dat schiet, wat de uitvoering onder extreme klimaatomstandigheden betreft, nu al te kort. De Nederlandse rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden zullen onmiddellijk met drastische maatregelen moeten komen en het beleid op de korte termijn moeten aanpassen, want anders zijn we ons archeologisch en botanisch bodemarchief binnenkort voorgoed kwijt.

[Rob Duijf is lid van de Archeologische Werkgroep Zaanstreek-Waterland.

Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

23 gedachtes over “MoM | Zijn we te laat?

  1. Een hogere grondwaterstand is mogelijk. Nu was alles gericht tegen wateroverlast.

    Wij zijn en blijven de waterbouwmeesters. Dus ook deze nieuwe opgave moet ons lukken.

    Droge groet,

    1. Rob Duijf

      De grondwaterstand wordt voor een groot deel bepaald door het polderpeil. Dit fluctueert onder normale seizoensomstandigheden, afhankelijk van de hoeveel neerslag en kwelwater uit rivieren en grote waterlopen. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het polderpeil, door te spuien of juist water in te laten. Ten gevolge van klimaatveranderingen worden we echter steeds vaker en indringender geconfronteerd met extreem weer: extreme neerslag dan wel extreme droogte. Dat zijn geen incidenten meer te noemen, maar het is problematiek die om structurele maatregelen vraagt.

      Uit de situatie van de afgelopen weken – maar ook als we wat verder terug in de tijd kijken – blijkt dat ons watersysteem onvoldoende klimaatbestendig is, met als gevolg extreme wateroverlast, dan wel extreme uitdroging van de bodem. Vooral dat laatste is het pijnpunt voor ons kwetsbare bodemarchief.

      Aan de hand van de hand van de archeologische inventarisatie- en risicokaarten kan worden bepaald welke lokaties door uitdroging direct gevaar lopen, zodat daar maatregelen op maat voor kunnen genomen. Die kaarten zijn er immers en ze zijn er niet voor niets! Extreme omstandigheden zoals we die nu meemaken, kunnen aanleiding zijn voor noodopgravingen. Hier wringt m.i. de schoen, omdat een van de bepalingen van het Verdrag van Malta stelt, dat de ‘verstoorder’ (in dit geval de overheden dus…) betaalt voor archeologisch onderzoek en documentatie, als een site niet ‘in situ’ behouden kan blijven (Artikel 6).

      Ik ben het met je eens dat Nederlanders bekend staan als ‘waterbouwmeesters’. De overheden zullen echter geld vrij moeten maken om de benodigde maatregelen te nemen. Dat betekent dat men in gemeente- en provinciehuizen en in de Staten Generaal ervan doordrongen moet zijn, wat er hier op het spel staat…

  2. Marcel Meijer Hof

    Bijkomend nadeel: Paalrot. Wordt de grondwaterstand niet naar een gezonder niveau gebracht, dan kunnen de Oude Nederlandse binnensteden – inclusief gevelstenen natuurlijk – wel worden afgeschreven.

    Ondertussen proberen wijzelf ons in versneld tempo aan te passen aan deze omstandigheden. Musea zouden nu goed kunnen werven met hun gereguleerd klimaat.

    1. Rob Duijf

      Uhhh… ‘Elk nadeel hep se voordeel’?

      Inderdaad: paalrot is onder de gegeven omstandigheden in wezen hetzelfde probleem, waarbij houten funderingspalen door een schimmel worden aangetast.

      Niet te verwarren met palenpest, want die wordt veroorzaakt door de pseudomonasbacterie. Deze bacterie leeft anaeroob, wat wil zeggen dat deze geen zuurstof uit de lucht nodig heeft en dus ook onder water kan voortbestaan. Overigens is pseudomonas ook een gevreesde, resistente ziekenhuisbacterie. Weet ik inmiddels uit eigen ervaring…

      1. Jeff

        Ja Rob … elk nadeel hep ook se voordeel

        Zie MoM van 14 dagen geleden: ‘Crop marks’
        https://mainzerbeobachter.com/2018/07/16/mom-crop-marks/

        En de link naar een bericht van NOS dat je daar zelf inbracht:
        ‘Droogte helpt archeologen – maar nauwelijks in Nederland’
        https://nos.nl/artikel/2241925

        De Rijksdienst voor Cutureel Erfgoed heeft dan kennelijk geen plannen om ‘in de lucht’ te gaan, maar hoe zit dat met de ‘amateurs’?
        Je bent zelf lid van de Archeologische Werkgroep Zaanstreek-Waterland … iets bekend over activiteiten binnen de AWN?

        Groet,

        1. Rob Duijf

          Ik weet niet of er amateurs zijn die met drones luchtobservaties uitvoeren, maar het zou me eigenlijk verbazen als ze er niet zouden zijn, Jeff. In Nederland is het vliegen met drones wel aan strikte veiligheidsregels gebonden. Desalniettemin is het een handig hulpmiddel bij het doen van inventarisaties en dat komt nu van pas…

      2. Roger van Bever

        Interessante blog en observatie, Rob.

        … Weet ik inmiddels uit eigen ervaring…

        Vanuit mijn vroegere vak weet ik dat voor een ziekenhuis en voor de patiënt zelf is de aanwezigheid van de Pseudomonas aeruginosa een gesel. Er valt heel veel te zeggen over dit rotbeest. Het is een nosocomiale opportunistische pathogeen, die soms op schimmels parasiteert, bovendien gemakkelijk overdraagbaar is. Het is een moeilijk weg te krijgen bacterie, die vooral bij immuungecomprommiteerde patïenten grote schade kan aanrichten en snel kan muteren. Deze bacterie kan zowel onder anaërobe als aërobe omstandigheden leven. Bovendien is ze ondertussen resistent geworden aan praktisch alle antibiotica. Er blijven nog een drietal antibiotica over, waarop we zuinig moeten zijn. Men heeft nu de hoop gevestigd op fagentherapie, maar die staat ook nog in de kinderschoenen.

        …Niet te verwarren met palenpest, want die wordt veroorzaakt door de pseudomonasbacterie…

        Ze zit in het water en in de bodem. Van dit probleem zul je meer weten dan ik, Rob. Tot nu toe dacht men dat alleen grenenhout aangetast kon worden door de Pseudomonas, maar ik las onderzoeken die aantonen dat ook andere soorten hout (wortels) aangetast kunnen worden.
        In 2000 las ik dit artikel al in de VK:
        https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/palenpest-is-over-heel-nederland-verspreid~b90c8ad3/
        Maar zie ook:
        https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC316311/

  3. Vladimir Stissi

    Dit is paniekvoetbal, en op zijn best een interessante hypothese — wat mij betreft een weinig aannemelijke. De huidige zomer is nauwelijks droger dan die van 1976. De klimaatverandering zal voor meer droge zomers zorgen, maar dat zorgt niet per se voor meer schade.

    Ten eerste omdat als pieken het probleem zijn (wat ik niet helemaal zeker weet, maar wel in ieder geval deels aannemelijk lijkt), meer pieken niet meer schade veroorzaken — ofwel wat in 1976 (of in 18zoveel) al verdwenen is kan niet nog een keer verdwijnen.

    Ten tweede omdat de grondwaterstand in het grootste deel van Nederland (eigenlijk het hele deel dat telt) zoals hierboven al aangegeven heel strak gereguleerd is, en ook in droge jaren nauwelijks lager is dan gewoonlijk (en zeker niet lager dan het was in de tijd dat dingen nog natuurlijker waren). Rob, kun je voorbeelden van extreme uitdroging en lage peilen noemen buiten de zandgronden?

    En dat is eigenlijk ook meteen ten derde: het verlagen van de grondwaterstand door menselijk ingrijpen heeft al veel meer schade aangericht (en zal nog veel meer schade aanrichten) dan klimaatverandering. Om nog maar te zwijgen over andere ingrepen.

    1. Rob Duijf

      ‘Dit is paniekvoetbal’

      Die stelling laat ik maar even voor jouw rekening Vladimir. Regeren is vooruitzien. Daar gaat het om.

      Dit zijn de feiten:

      Volgens het KNMI zijn er in de vorige eeuw vijf drogere jaren geweest dan 2018, namelijk 1911, 1921, 1947, 1959 en 1976. In dat laatste jaar was er tegen eind augustus een neerslagtekort van 350 millimeter. Een week geleden (!) was dat 256 millimeter. Aangezien er in de zomer gemiddeld 5 millimeter per dag verdampt, zonder dat er noemenswaardige neerslag valt, kan 2018 het neerslagtekort van 1976 gaan evenaren. Mocht per 1 augustus het tekort even groot zijn als in 1976 op die datum, dan is dat een situatie die gemiddeld eens in de honderd jaar voorkomt. Aangezien ook deze week nog warm zal verlopen, kan het neerslagtekort nog verder gaan oplopen. Pas eind augustus kan daar met zekerheid iets over worden gezegd.

      Is er sprake van een trend in klimaatverandering? Volgens het KNMI is de huidige droogte niet het resultaat van klimaatverandering, maar van een stabiel hogedrukgebied boven het zuidelijke deel van Sardinië. Het instituut hanteert vier klimaatmodellen. Die voorspellen dat we in de toekomst steeds vaker met langdurige droogte te maken zullen gaan krijgen. De droogte waarmee we nu worden geconfronteerd is daar alvast een voorproefje van…

      De grondwaterstand hangt mede af van regenval en de temperatuur. Hoe warmer het is, des te meer grondwater er verdampt, direct of via de bomen. Het onderstaande actuele kaartje geeft een overzicht van het neerslagoverschot cq neerslagtekort.

      https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/geografische-overzichten/neerslagoverschot

      Je kunt zien dat de droogte zich niet beperkt tot de zandgronden, maar zich over het hele land uitstrekt. Ik mag graag wandelen in de natuur en ik word er hier elke dag mee geconfronteerd…

      In de gemeente Zaanstad is door de aanhoudende droogte het grondwaterpeil sinds het voorjaar 20 tot 30 centimeter gezakt en lager dan andere zomers. Dat betekent dat het kritieke punt waarop funderingspalen bloot komen te liggen is bereikt en op sommige plaatsen zelfs al wordt overschreden. Ik denk dat dat beeld niet veel zal afwijken van andere gemeenten in de lagergelegen delen van het land, al hoewel de waterschappen voortdurend bezig zijn met het op peil houden van het oppervlaktewater.

      ‘(…) het verlagen van de grondwaterstand door menselijk ingrijpen heeft al veel meer schade aangericht (…).

      Dat ben ik met je eens. Het betekent dat we bijvoorbeeld ook met andere ogen zullen moeten gaan kijken naar natuur en landschap, veeteelt, en land- en tuinbouw. Als we daar op termijn ook nog eens de gevolgen van klimaatverandering overheen krijgen, kon dat wel eens de druppel zijn. In negatieve zin dan…

      1. FrankB

        “is de huidige droogte niet het resultaat van klimaatverandering”
        Probabilistisch denken schijnt moeilijk te zijn. Terwijl het toch simpel is. Men dient zich (en ik denk niet speciaal aan u) over het aangeboren rechtstreekse, rechtlijnige oorzaak-gevolg schema heen te zetten.
        De opwarming van de aardse atmosfeer doet de kans op droge zomers zoals we die tot nu toe meemaken aanzienlijk toenemen. Uit mijn hoofd, want ik heb even geen zin om het op te zoeken: we kunnen dit gemiddeld minstens één keer in de twintig jaar verwachten ipv vijftig. Ook al gaat het de hele maand augustus regenen dan verandert daar nog niets aan.

        1. Rob Duijf

          ‘Ook al gaat het de hele maand augustus regenen dan verandert daar nog niets aan.’

          Inderdaad! Voor statistieken moet ik spieken, Frank. Dus als u die cijfers nog ergens paraat hebt, houd ik mij aanbevolen!

          Volgens de leer van het probilisme kan waarheid nooit volledig kan worden gekend, doch door het voortschrijden van kennis wel steeds beter worden benaderd.

          Welnu: een recente nieuwe studie op basis van een fijnmaziger klimaatmodel wijst er volgens het KNMI op dat de kans op droge zomers sterker toeneemt dan tot nu toe werd gedacht. De resultaten van deze studie wijzen op meer uitdroging in de lente en zomer.

          https://www.hydrol-earth-syst-sci-discuss.net/hess-2018-226

          Een belangrijke oorzaak hiervan is een verandering in het luchtdrukpatroon in het voorjaar. Dat zorgt voor meer zon en hogere temperaturen, waardoor meer water kan verdampen. Daarnaast valt er in het nieuwe model minder neerslag, wat zorgt voor een meer continentaal klimaat. Resultaat is een toename van de droogte gedurende de hele zomer; droge zomers worden in de toekomst mogelijk nog droger.

          Het KNMI is als ‘Koninklijk Instituut’ buitengewoon voorzichtig met het doen van klimaatvoorspellingen. Het instituut gaat de resultaten van de nieuwe studie implementeren in lopend onderzoek naar nieuwe klimaatscenario’s. De verwachting is, dat die in 2021 worden gepubliceerd.

          Moeten we in afwachting daarvan dan maar met de billen op de handen blijven zitten? Nee, natuurlijk niet! ‘Een gewaarschuuwd mens telt voor twee’ staat op een bekend Delftsblauw tegeltje…

  4. fiederels

    Zorgelijk! De droogte zal bij beleidsmakers wel op de agenda staan, maar ik vermoed dat het behoud van het archeologisch erfgoed daar nog niet veel meer dan een voetnoot bij is. Zijn er vanuit het archeologische veld ook ideeën voor specifieke beschermende maatregelen? Ik kan me voorstellen dat bepaalde vindplaatsen een status krijgen waardoor het lokaal verhogen van de grondwaterspiegel prioriteit krijgt.

    1. Rob Duijf

      ‘Ik kan me voorstellen dat bepaalde vindplaatsen een status krijgen waardoor het lokaal verhogen van de grondwaterspiegel prioriteit krijgt.’

      Dat zou inderdaad een goede maatregel kunnen zijn, net als het aanleggen van infiltratieleidingen. Dat is echter een kostbare zaak. Niettemin heeft Nederland met het ondertekenen van het Verdrag van Malta zich gecommitteerd aan de Europese regelgeving. Dus als het bodemarchief wordt bedreigd, dienen de overheden maatregelen te nemen. Daar kan men op worden afgerekend.

      https://www.bodemambities.nl/themas/archeologie-en-cultuurhistorie

      1. fiederels

        Ja, een heel dure maatregel. Maar ik kan me wel voorstellen dat er bepaalde vindplaatsen zijn die daarvoor in aanmerking zouden moeten komen. Wanneer die noodzaak er is, zijn toch deskundige archeologen degenen die dat moeten aanbevelen. De vraag is vervolgens of de politiek / overheid er geld voor overheeft. Niet aankaarten betekent in elk geval dat volledig wordt meegelift op het totale beleid om verdroging tegen te gaan, m.n. ten behoeve van landbouw, natuurdoelen e.d.. Ik zou pleiten voor het inbrengen van archeologie in dit beleid om verdroging tegen te gaan.

        1. Rob Duijf

          ‘Wanneer die noodzaak er is, zijn toch deskundige archeologen degenen die dat moeten aanbevelen.’

          Daar heeft u zeker een punt! Er zijn archeologische inventarisatie- en risicokaarten. Daarop staat precies aangegeven, wat waar in de grond zit of verwacht kan worden. Aan de hand van die kaarten kan het grondwaterpeil worden gecontroleerd en gemonitord. In sommige gevallen gebeurt die monitoring al.
          Er zouden grondboringen kunnen worden uitgevoerd. Dat zijn intensieve klussen, maar er kan een beroep worden gedaan op assistentie van amateurarcheologen. Die mogen er echter niet op eigen houtje op uitgaan. Ook dat is in het Verdrag van Malta vastgelegd. Ze kunnen worden aangestuurd door de ‘officiële archeologie’ en decervaring leert, dat dat ook gebeurt. Gemeentelijke en provinciale archeologen kunnen op basis daarvan rapporteren aan hun respectievelijke overheden en advies uitbrengen over te nemen maatregelen.
          Uiteindelijk ligt de bal (en het zeer!) bij de overheid en dus bij de politiek. Daar zal men er van overtuigd moeten zijn, dan wel worden, dat maatregelen om ons bodemarchief te beschermen, prioriteit heeft.

          Nu zijn we wellicht te laat – ambtelijke molens draaien nu eenmaal traag – maar we kunnen op zijn minst de volgende droogteperiode een slag voor zijn, door die molens nu al in beweging te zetten.

      2. Otto Cox

        Er is in het beleid zeker aandacht voor de gevolgen van droogte. Zo ben ik betrokken bij het project “waterbeschikbaarheid”dat de gevolgen van droogte op langere termijn in kaart wil brengen en tot maatregelen en afspraken te komen. Daarbij worden ook belangengroepen betrokken zoals uit natuur, scheepvaart etc. Ik vermoed dat het archeologisch belang hierbij nog onvoldoende in beeld is. Ik ben nu op vakantie, maar wil er na die vakantie graag op terugkomen.

        1. Rob Duijf

          ‘Ik vermoed dat het archeologisch belang hierbij nog onvoldoende in beeld is.’

          Ik ben bijzonder benieuwd naar het project ‘Waterbeschikbaarheid’, Otto! Het lijkt mij heel goed dat daar multidisciplinair en multifunctioneel naar wordt gekeken, al vrees ik met u dat de economische belangen de verhoudingen scheef zullen trekken, ten nadele van het archeologisch erfgoed. Desalniettemin heeft de overheid in het kader van het Verdrag van Malta een Europese verplichting. Daar mag men best voor op de vingers worden getikt.

          Geniet vooral van uw vakantie Otto!

        2. fiederels

          Het inbrengen van het archeologisch belang in het bredere verdrogingsbeleid lijkt me een goede actie. Binnen dit soort beleidstrajecten is communicatie heel belangrijk. Voor de meeste mensen, ook beleidsmedewerkers / uitvoerders / politici, is archeologie tamelijk abstract. We hebben Malta, maar hoe minder specifiek de ‘veroorzaker’ is, hoe minder verantwoordelijkheid gevoeld wordt. De urgentie moet gevoeld worden. Laat zien wat de waarde is, wat het oplevert wanneer we het erfgoed kunnen bewaren voor een toekomstige generatie. Archeologen én leken.

          1. Rob Duijf

            ‘Binnen dit soort beleidstrajecten is communicatie heel belangrijk.’

            Goed gezegd! Daar ben ik het (ont)roerend mee eens..

  5. Rob Duijf

    Hitte en droogte: kans op een tweede hittegolf, waterverbruik iets afgenomen – http://nos.nl/l/2244110

    Het LCW adviseert over het beschikbare water en heeft daarvoor een ‘verdringingsreeks’ opgesteld: veiligheid, nutsvoorzieningen, tijdelijke berekening van gewassen en proceswater, overige economische belangen. Geen woord over het culturele erfgoed dat door het archeologisch bodemarchief wordt vertegenwoordigd. Zorgelijk!

    1. Otto Cox

      Die verdringingsreeks bestaat al heel lang en is voor het laatst op enige schaal toegepast in 1976. Dat geeft ook de uitzonderlijkheid van de huidige droogte aan. Bij de hoogste categorie van de reeks hoort behalve veiligheid ook onomkeerbare schade aan de natuur. Dat biedt mogelijk aanknopingspunten. Overigens is een van de doelen van het project waterbeschikbaarheid dat inzet van de reeks zoveel mogelijk wordt voorkomen.

      1. Rob Duijf

        ‘Bij de hoogste categorie van de reeks hoort (…) ook onomkeerbare schade aan de natuur. Dat biedt mogelijk aanknopingspunten.’

        Dat mag ik hopen Otto! Ik word steeds nieuwsgieriger naar jouw bevindingen…

Reacties zijn gesloten.