Byzantijnse krabbel (7): Walvis

Walvis op een gevelsteen (Elleboogsteeg 12, Amsterdam)

Nee, dat dit Byzantijnse krabbel numero zeven is, wil niet zeggen dat u er zes hebt gemist. De waarheid is dat ik een klein dozijn in de pen heb om later te publiceren, maar dat één ervan ineens actueel is, zodat ik die nu naar voren haal. Het is een geweldige anekdote uit de Geschiedenis van de oorlogen van Prokopios, een zesde-eeuwse hoveling uit de tijd van keizer Justinianus (r.527-565).

In die tijd werd de walvis (κῆτος) gevangen die de inwoners van Constantinopel Porfyrios noemden. Het dier had Byzantium en omliggende steden zo’n vijftig jaar lastig gevallen, hoewel niet aan een stuk. Soms was het er voor enige tijd niet, maar op andere momenten bracht het schepen tot zinken en joeg het de opvarenden van andere schepen zoveel schrik aan dat ze lange omwegen maakten. Het was daarom een punt van aandacht voor keizer Justinianus om het dier te vangen.

Het liep niet goed af met de grote vis. Op een dag achtervolgde hij in de Bosporos een paar dolfijnen maar belandde in een ondiepte, kwam vast te zitten en werd door mensen met bijlen bewerkt en weggesleept. Na te hebben geconstateerd dat het dier een meter of vijftien lang was, aten ze walvisspek op. Tot zover Prokopios’ Geschiedenis van de oorlogen 7.29, die ik uit losse aantekeningen citeer – ik zei al dit ik dit stukje eigenlijk later wilde publiceren.

Eerste kanttekening: dat het dier Porfyrios heet, suggereert een opvallend donkere kleur. Tweede kanttekening: een κῆτος kan in feite elk zeemonster zijn, maar het feit dat Porfyrios strandde suggereert dat we wel degelijk te maken hebben met een walvis. De genoemde afmetingen zijn die van potvissen en noordkapers. Deze identificatie vormt echter ook een probleem, want deze walvissen komen niet voor in de Middellandse Zee.

Toen ik Stad in marmer schreef, stuitte ik op een passage bij Cassius Dio, waarin deze vertelde over een walvis die bij Ostia op het strand was komen te liggen. Het skelet werd uiteindelijk tentoongesteld in wat het Colosseum lijkt te zijn geweest. Ik kon toen nog denken dat het verdwaalde walvis was, maar er zijn meer passages over walvissen in de oude letteren. Aristoteles beschrijft bijvoorbeeld de overeenkomsten tussen walvissen, dolfijnen en bruinvissen zó accuraat dat het moeilijk is aan te nemen dat hij de dieren nooit heeft gezien. Of eventueel een zeer betrouwbare zegsman. Eigenlijk zijn er net teveel geloofwaardige beschrijvingen van walvissen om aan te nemen dat de bewoners van het oude Middellandse Zee-gebied ze nooit hadden gezien.

Ik had mijn Byzantijnse krabbel willen afronden met de constatering dat we het weer eens niet wisten, maar drie weken geleden verscheen dit artikel. Uit de omgeving van de Straat van Gibraltar zijn al enige tijd botten bekend uit Romeinse en pre-Romeinse archeologische sites waarvan wel werd aangenomen dat ze van walvissen afkomstig waren, maar waar wetenschappers nooit echt naar hadden omgezien. Drie daarvan blijken nu inderdaad afkomstig te zijn van noordkapers en drie van grijze walvissen. Die laatsten zijn – u raadt het al – niet zo donker dat ze mensen kunnen hebben geïnspireerd tot de naam Porfyrios, maar de walvis die de scheepvaart op de Bosporos verstoorde zou wel degelijk een noordkaper kunnen zijn geweest.

De acht auteurs van het artikel opperen bovendien dat de Middellandse Zee destijds kan hebben gediend als kraamkamer van walvissen die verder op de Atlantische Oceaan leefden, wat de aan- en afwezigheid van Porfyrios in de wateren rond Constantinopel kan verklaren. Om met een cliché af te ronden: meer onderzoek is wenselijk. Maar leuk is dit wel.

Deel dit:

26 gedachtes over “Byzantijnse krabbel (7): Walvis

  1. jacob krekel

    en Jona in de walvis natuurlijk. Boeiend.
    Nu nog de vraag wanneer en waarom de walvissen uit de Middellandse zee verdwenen zijn.

    1. FrankB

      Het waarom is niet moeilijk te raden – dezelfde reden als vrijwel altijd en overal de laatste pakweg 10 000 jaar JL noemt het zelfs specifiek, zij het zijdelings.
      Voor het wanneer: na ongeveer 550 CE..

    2. Henk Smout

      Helemaal niet waar: gewone vinvis, potvis, zwaardwalvis (orca), dolfijnen komen allemaal in de Middellandse Zee voor. Zelfs de bultrug is de laatste jaren uit het oosten van de Middellandse Zee gemeld.

      1. Ik begrijp dat de opening van het Suezkanaal nogal wat veranderingen heeft veroorzaakt. Dolfijnen zijn er natuurlijk wel altijd geweest. Ik begrijp echter dat tot voor kort werd aangenomen dat noordkapers e.d. in de Oudheid, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd hooguit verdwaald voorkwamen in de Middellandse Zee.

      2. Henk Smout

        Ouder gegeven over de bultrug – maar voor de Oudheid niet van belang – uit de ‘Zoogdierengids / van Europa ten westen van 30 oosterlengte’ door Mr. F.H. van den Brink uit 1955, blz. 192: “Eenmaal in de Middellandse Zee: Frankrijk.”

    3. Bonne Rook

      Jona was niet te verteren en werd uitgespuugd.
      Dit ging als een lopend vuurtje in de mensenwerelden de zeedierenwereld.
      Dat veroorzaakte een massale uittocht.

  2. Manfred

    “Op een dag achtervolgde hij in de Bosporos een paar dolfijnen”

    De noordkaper is een baleinwalvis. Het eet kril en plankton enzo. Zeker geen dolfijn.

  3. Robert Vermaat

    Bultrug?

    Wat me verbaast is dat Procopius schrijft dat het dier (en ik neem aan dat het er net zo goed meerdere kunnen zijn geweest) de scheepvaart ‘lastig viel’. Opgejaagde walvissen kunnen agressief zijn, maar omdat ik er niet van uit ga dat dit soort walvissen (die gewoonlijk rondtrekken over mega-afstanden) hun jongen in de Middellandse Zee grootbrachten, is dit een vreemd gedrag. Misschien nog een teken van walvisjacht?

  4. Ook bij de beschrijving van de belegering door Alexander de Grote van Tyr bij Diodorus (17.41.5) is sprake van een κῆτος dat door een ’tidal wave’ op de door de Macedoniërs geconstrueerde dam wordt geworpen. In de commentaren wordt deze κῆτος als een “walvis” (zonder verdere specificatie) weergegeven. In de mijn vertaling in ‘Semiramis’ Legacy’ heb ook ik in principe voor de neutrale term “whale” gekozen en in de bijbehorende noot aangegeven dat volgens biologen in de (Oostelijke) Middellandse Zee zowel potvissen als vinvissen met enige regelmaat voorkomen/voorkwamen. Je Byzantijnen waren dus bij lange na niet de enigen die walvissen in de regio waargenomen hebben, naar het schijnt…. Het blijft leuk, die oudheid!

  5. Vladimir Stissi

    Toch is het verhaal over Porphyrios niet onproblematisch: zoals hierboven al wordt aangegeven zijn walvissen in het algemeen niet zo agressief, en jagen ze ook niet op dolfijnen. Het zijn vooral orka’s die op dolfijnen jagen, maar of die onder de term porphyrios vallen is twijfelachtig, en ze worden ook geen 15 meter. Potvissen eten vooral inktvis, en jagen veelal in diepe zee, dat lijkt toch ook niet bij het verhaal te passen.

    Als we toch de bronnen niet helemaal kunnen geloven, is er denk ik nog een goede kandidaat: een grote haai. Die worden ook geen 15 meter (althans, de agressieve vleeseters), maar het gedrag van bijvoorbeeld de ‘great whites’ (die ook nu nog regelmatig gespot worden in de Middellandse Zee, en die niet wit maar grijs zijn) lijkt me beter te passen bij Porphyrios. Het is wel weer de vraag of een haai niet als zodanig benoemd zou zijn.

    Overigens kunnen zowel potvissen als haaien meer dan 50 jaar oud worden, dus dat is het probleem niet (als het al om een enkel beest gaat, natuurlijk).

  6. Ben Spaans

    Haaien die schepen tot zinken brengen? Jaws kan misschien een vissersbootje net aan. Ik zou het 2maar op een walvis houden.

  7. Vladimir Stissi

    Walvissen die schepen tot zinken brengen? Heb je daar voorbeelden van? Schepen uit de oudheid waren nogal wrak, maar noch walvissen noch haaien lijken die makkelijk tot zinken te kunnen brengen. Haaien lijken wel betere kandidaten om in ieder geval een poging te wagen.

  8. Frans

    Prokopios schrijft dat het al vijftig jaar aan de gang was. Kan het dan niet zijn dat er verschillende verhalen door elkaar worden gehaald?

  9. Henk Smout

    Porfureos hoeft niet noodzakelijk een kleur te zijn. Althans in het aula-woordenboek van Dr. G.J.M. Bartelink staat tussen haakjes en eindigend met vraagteken “of: onstuimig, woelig, schuimend?”

    1. Henk Smout

      Uit ‘Mehler – Woordenboek op de Gedichten van Homerus’ (1919, geen jaartal gezien van mijn veertiende druk) o.a. “[….] tintelend […] (het purper duidde oorsprkl. niet een kleur aan, maar <> E. Veckenstedt p. 90) […] vand. in ’t alg. donker, somber […]”
      Werkwoord “por-furo […] deinen, eig. van de zee […] overdr., van het hart, bewogen of onrustig zijn. […]”

      1. Henk Smout

        Het onverklaarbaar verdwenenen Veckenstedt-citaat: “nur den Schimmer einer unruhigen Unterfarbe”.

Reacties zijn gesloten.