MoM | De vooringenomen waarneming

Gaston Maspero

Drie weken geleden is in Krommenie het onderzoek hernomen naar een al sinds de jaren zestig bekende vindplaats, waar mogelijk een Romeinse wachttoren heeft gestaan. Mocht dat zo blijken te zijn, zo lezen we, dan moeten de geschiedenisboeken worden aangepast, want dit zou ten noorden van de Romeinse rijksgrens zijn geweest. Twee politieke partijen en Zaanstad hebben zich al voorgenomen de stadswijk in kwestie een Romeins tintje te geven. Of dat gebeurt, is aan de politici, maar het herschrijven van de geschiedenisboeken is aan wetenschappers en ik kan u alvast verklappen dat die toch wel wat meer nodig zullen hebben dan een wachttoren voordat ze hun beeld van Romeins Noord-Holland bijstellen. De wachttoren die in 2014 bij Almere is ontdekt, heeft hen ook niet doen besluiten de geschiedenisboeken aan te passen. Het zijn overdreven claims als die in Krommenie die maken dat veel wat hoger opgeleide mensen de archeologie niet langer helemaal serieus kunnen nemen.

Potje van Lent

En dat is jammer, want soms is er wel degelijk nieuws. Echt nieuws. Een vondst die wel kan leiden tot het het herschrijven van een pagina in de geschiedenisboeken, is het kleine potje dat in Lent is gevonden in een afvalkuil uit de IJzertijd en dat afgelopen donderdag plotseling in het nieuws was. Het opmerkelijke aan het zesentwintig eeuwen oude “potje van Lent” is dat er tekens in staan gegrift. Misschien, zo meent archeoloog Peter van den Broeke, zijn de tekens “aangebracht door iemand die interessant wilde doen en deed of hij kon schrijven, iemand die in zuidelijke streken was geweest of er vandaan kwam, het schrift in zijn hoofd had en het probeerde na te bootsen”. Dat betekent dus dat het allereerste begin van de schriftcultuur – laten we zeggen de fase die we kennen van kleuters die letters natekenen – een eeuw of zes eerder moet worden geplaatst dan we dachten. Tijd voor nieuwe geschiedenisboeken dus.

Het potje van Lent

En toch aarzel ik. Scroll even terug en kijk eens naar het eerste plaatje bij dit artikel, helemaal bovenaan. Beken maar eerlijk dat u hebt gedacht dat de man stond te telefoneren, tot u zich realiseerde dat het een gravure is uit de negentiende eeuw. Het is de Franse egyptoloog Gaston Maspero (1846-1916), die zich in de piramide van Unas in Saqqara achter het oor staat te krabben over enkele piramideteksten. En in 1881 waren er, zoals u weet, geen mobiele telefoons. Mijn punt is: onze uitleg van de waarneming is geconditioneerd door wat we gewoonlijk zien.

Letters? Tekens?

De tekens op het Potje van Lent (© Peter van den Broeke)

Zoiets kán spelen bij de interpretatie van het Potje van Lent. Wij zijn zó gewend aan letters en andere tekens, dat we ze ook herkennen in een abstracte decoratie. Een bevriende archeoloog herinnerde me er dit weekend aan dat een oudheidkundige uit het begin van de twintigste eeuw er heel anders naar zou hebben gekeken: in die tijd waren astronomische verklaringen in de oudheidkundige mode en zou men de hieronder als respectievelijk 2 en 7, 3 en 4 en 5 genummerde tekens hebben uitgelegd als een volle, een afnemende en een wassende maan. De tekens 1 en 8 zouden wellicht zijn uitgelegd als bewijs dat de IJzertijdmensen de schijngestalten van Venus kenden. Of de twee equinoxen.

Vereenvoudigde weergave van de tekens op het Potje van Lent (© Peter van den Broeke)

Seks en formalisme

Verder denkend: een negentiende-eeuwse oudheidkundige, zo eentje die meende dat religie een oude manier was om de natuur te verklaren en die overal tekens van de vruchtbaarheidscultus in herkende, zou ongetwijfeld een manier hebben bedacht om hier een seksueel symbool in te herkennen. Ik beken dat het mij niet lukt, maar die Victorianen stonden voor niets.

Je zou je ook kunnen voorstellen dat een formalistisch ingesteld kunsthistoricus weer een ander kader heeft om naar deze tekens te kijken. Zo iemand herkent vier basisvormen die steeds zijn uitgebreid met een streep en ziet dat die reeks eenmaal van links naar rechts en eenmaal daaraan symmetrisch van rechts naar links is afgebeeld. UΦDC – CDΦU.

Ik beweer niet dat een van deze theorieën beter is dan de door Van den Broeke voorgestelde interpretatie dat we te maken hebben met “iemand die interessant wilde doen en deed of hij kon schrijven”. Voorlopig ken ik niets beters. Wat ik wil tonen is iets anders: dat elke uitleg is bepaald door wat we verwachten te zien.

Het Potje van Lent biedt ons een mogelijkheid hierover na te denken. Zelfs als de geschiedenisboeken niet zullen worden herzien, is dit een heel bijzondere vondst.

PS

En nog een vijfde manier om ernaar te kijken: archeoloog Leo Verhart oppert in een ingezonden brief in De Volkskrant dat het misschien wel is gemaakt door een kind. Er valt een boom op te zetten over miniatuuraardewerk, maar de pointe is: elke waarneming is tegelijk een interpretatie vanuit de kaders van de waarnemer. Het nadenken over die vooringenomenheid is waarvoor we geesteswetenschappen hebben.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

50 gedachtes over “MoM | De vooringenomen waarneming

  1. FrankB

    “het herschrijven van de geschiedenisboeken”
    Uit de eerste link: “moet de geschiedenis wat worden aangepast”. Dat lijkt me nauwelijks overdreven. De kop is dat natuurlijk wel, maar daarvoor is het een kop. En daar kun je de archeologie toch niet verantwoordelijk voor stellen.
    Omdat ik de Zaanstreek een beetje ken begrijp ik het enthousiasme wel. Het heersende beeld was altijd dat in de Gouden Eeuw (de molens bij de Zaanse Schans) en de Industriële Revolutie (de Verkade fabriek in Zaandam, de Adelaar in Wormerveer) de twee bloeiperiodes waren en dat de Zaanstreek overigens niets voorstelde – geen geschiedenis had. Voor de streek is dit dus wel degelijk een verrijking.
    Als je dan toch wilt mopperen, mopper dan dat de andere kant – de Friezen – er bekaaid vanaf komt. Daarom als tegenwicht:

    https://huisvanhilde.nl/verhalen/zaanstreek-vondsten-in-het-moeras/

    En dan blijkt de stadsarcheoloog toch weer heel erg zijn best te doen.

  2. FrankB

    “Beken maar eerlijk dat u hebt gedacht dat de man stond te telefoneren.”
    Sorry, nee, ik dacht meteen aan krabben (zij het niet achter het oor). Ik houd niet zo van mobiele telefoons en laat de mijne meestal thuis liggen. Dus uiteraard ben ik ook geconditioneerd, alleen op afwijkende wijze.

    “elke uitleg is bepaald door wat we verwachten te zien.”
    Je had best even kunnen verwijzen naar Thomas Kuhn en zijn paradigmaverschuivingen. Dus doe ik het maar bij deze.

    1. Frans

      Bovendien was het door de tekenstijl en het kostuum al meteen duidelijk dat dit een 19e eeuwse gravure was. Dus ik heb ook niet aan telefoneren gedacht.
      En wat het potje betreft, ik kijk ernaar met een kunstzinnige blik, dus het kan ook dat de maker niet zozeer probeerde te doen alsof hij kon schrijven, maar ergens een schrift had gezien en de vormen gewoon mooi vond en daardoor geïnspireerd werd ook mooie letter-achtige vormen te maken.

  3. Lennart Quispel

    Zouden het getallen kunnen zijn ? Het eerste schrift in het Midden-Oosten is ook zo ontstaan.

  4. Manfred

    Mensen houden hun mobiel meestal met links vast.

    Was het in die periode op die locatie toen inderdaad al (vroeger) IJzertijd; was er al sprake van enige vorm van productie, bewerking of gebruik van ijzer?

  5. jacob krekel

    Zonder enige context van het plaatje moet een 21e eeuwer wel denken dat Maspero staat te telefoneren: de hele houding is karakteristiek voor iemand die staat te bellen. Wij zien wat wij ons kunnen voorstellen. Een mooi voorbeeeld is ook de vliegende schotel, die voor het eerst in de 20e eeuw in de USA is waargenomen, en vervolgens ook wel elders, maar toch zeer overwegend in de USA. Voor zover ik weet is buiten de USA geen mens ooit ontvoerd door buitenaardse wezens.
    De tekens op het potje hoeven niet meer te zijn dan een abstracte decoratie. Al die “verklaringen” leggen er misschien wel meer in dan er in zit. Dit geheel conform de menselijke neiging om betekenis en patroon te zien waar die afwezig zijn.

  6. Frans

    Aan de hand van de tekenstijl en het kostuum was al duidelijk dat het om een 19e eeuwse gravure ging, dus ik heb ook niet aan telefoneren gedacht.
    En wat het potje betreft, ik kijk ernaar met een kunstzinnige blik en misschien probeerde de maker niet zozeer te doen alsof hij kon schrijven, maar had hij ergens een schrift gezien en vond hij die vormen gewoon mooi en werd hij erdoor geïnspireerd om ook mooie letter-achtige vormen te maken.

    1. jacob krekel

      @frans: u denkt dat het een 19e eeuwer is omdat u een goed beeld heeft van hoe een 19e eeuwer er uit ziet en hoe toen getekend werd. Maar als je er wat abstracter naar kijkt, dan zie je iemand met exact dezelfde houding van benen, armen, lijf en hoofd als die van iemand die staat te telefoneren.
      Verder is het de vraag of wat nu onder een “kunstzinnige blik” wordt verstaan van enig belang is bij het interpreteren van een 2500 jaar oud voorwerp. Misschien bestond “Kunst” als aparte tak van sport daar en toen helemaal niet.
      En als het schrifttekens zijn die geïmiteerd worden dan rijst de vraag: welk schrift wordt hier geïmiteerd?

      1. Roger van Bever

        U hebt meer dan waarschijnlijk gelijk als u zegt dat kunst ‘daar’ nog niet bestond bestond als ‘aparte tak van sport’, zoals u het noemt.

        Maar dat kunst ’toen’ al wel bestond kan niet ontkend worden.
        En er werd toen al druk over gefilosofeerd, voor het eerst door Plato, later door vele anderen. Plato heeft de reputatie van de kunst geen goed gedaan (zie zijn Πολιτεία, Boek X.) . Hij beschouwde kunst als μίμησις,’ een nabootsing van een nabootsing en had van kunstenaars geen hoge pet op. Hij vond zelfs dat kunstenaars geen plaats in een ideale staat hadden.
        Zie ook: https://www.wikiwand.com/nl/Esthetica

  7. Frans

    Kunst om de kunst bestond in de prehistorie misschien niet, maar de neiging om mooie dingen te maken is zo oud als de mensheid. En noch het Volkskrant-artikel, noch ik hebben een antwoord op de vraag welk schrift wordt nagebootst- als het al een schrift was, want ook dat is speculatie.

  8. A. Harmens

    In het artikel in de Volkskrant miste ik eigenlijk nogal wat context, namelijk de context waarin het potje gevonden is (tussen “prehistorisch afval” staat er). Ook naar dat later gedateerde schrift uit Spanje, dat mogelijk op de tekens op het potje zou lijken, ben ik nu wel benieuwd.

  9. Kunnen we die “wachttoren van Almere” alsjeblieft nu eens vergeten? Dat is een dubieuze interpretatie van een houten constructie uit 69 na. Chr. die evengoed (of waarschijnlijker) een aanlegsteiger kan zijn geweest. De opgravers gaven zelf ook aan dat er meerdere interpretaties mogelijk waren, maar het verhaal van de wachttoren klonk natuurlijk lekkerder in het nieuws. Bovendien ligt de site ook nog op het grondgebied van de gemeente Lelystad.

    Zo zie je maar, zelf gewaarde oudheidkundigen gaan weleens de mist in met sensatieberichten.

      1. Jeff

        “Het zijn overdreven claims als die in Krommenie die maken dat veel wat hoger opgeleide mensen de archeologie niet langer helemaal serieus kunnen nemen.”

        Met deze stelling heb ik best veel moeite. Eerlijk gezegd vind ik de stelling een beetje denigrerend.
        Hoger opgeleide mensen met interesse voor archeologie zijn uitstekend in staat om de overdreven claims die in de berichten van de (meestal vluchtige) dagbladjournalistiek verschijnen naar waarde in te schatten.

        Heel fijn dat de gemeentelijk archeoloog van Almere een en ander rond die vermeende wachttoren in het Kotterbos (Lelystad) nuanceert. Maar de hoger opgeleide mensen met interesse voor archeologie hadden dat al lang door.
        Net als ze door hebben dat er nu weer overdreven claims in de pers verschenen zijn over vondsten in Krommenie.
        Die vondsten zijn uiterst interessant, maar totaal niet nieuw. Vanwege geplande nieuwbouw op het terrein van het Provily Sportpark kunnen de vondsten opnieuw onderzocht worden.
        Maar er is al best veel bekend. Zie daarvoor een rapport uit 2017:

        Koning de, J. 2017. 50 jaar later. Terug naar het “Hain”, een vijfhoekige omheining uit de vroeg-Romeinse tijd. Proefsleuvenonderzoek op het Provily Sportpark te Krommenie. Hollandia reeks, nr. 629. Zaandijk.
        http://www.academia.edu/35009749/2017._50_jaar_later._Terug_naar_het_Hain_een_vijfhoekige_omheining_uit_de_vroeg-Romeinse_tijd._Proefsleuvenonderzoek_op_het_Provily_Sportpark_te_Krommenie

        1. Het afhaken van hoogopgeleiden – dat is niet denigrerend bedoeld, maar een ervaringsgegeven. Ik krijg redelijk wat mail van mensen die afhaken als er weer een overdreven claim is. Het grote probleem is het gebrek aan professionaliteit in de oudheidkundige wetenschapsvoorlichting. Het beste voorbeeld is de limes: steeds weer dezelfde boodschap en het totaal ontbreken van een follow-up. (Vgl. https://mainzerbeobachter.com/2017/12/10/limesmoeheid-1/)

        2. Uit het marktonderzoek van een mij bekend museum blijkt ook dat volwassenen met een hogere opleiding geen reden zien naar de archeologische afdeling terug te komen. Het kan aan meerdere zaken liggen, maar het aanbod lijkt scepsis op te roepen.

  10. Roger van Bever

    Zeer boeiende MoM zoals we gewend zijn!

    Enkele opmerkingen:
    – De kop: De vooringenomen waarneming

    Dat woord vooringenomenm vind ik te negatief:
    Definitie van vooringenomenheid: Vooringenomenheid: een oordeel klaar hebben al voordat men de feiten onder ogen neemt. Alas onze waarneming geconditioneerd is door wat we gewoonlijk zien kunnen we er weinig aan doen, want we zijn geconditioneerd. vooringenomenheid duidt meer op een vooroordeel of partijdigheid.

    – Mijn punt is: onze uitleg van de waarneming is geconditioneerd door wat we gewoonlijk zien.

    Dit lijkt heel veel op de Gestaltheorie (Wertheimer en anderen ca. 1930).
    Een van de principes is: het visuele systeem werkt deels door aangeboren eigenschappen maar deels ook op bepaalde verwachtingen in de hersenen, op grond van eerdere ervaringen.
    Een ander principe van de Gestaltheorie is de wet van Prägnanz: minste cognitieve inspanning gaat voor.

    Dus als we de man zien zonder de rest van het beeld te zien, dan zien wij als 21e eeuwers een man die met een mobieltje aan het telefoneren is. Dat is perfect door de Gestaltwetten te verklaren.

      1. Roger van Bever

        Ja, bvb. de naam die thieu1972 hieronder voorstelt, bijvoorbeeld, met dank aan hem. Maar misschien zijn er ook nog andere termen te vinden als je wat langer zou zoeken. In ieder geval vind ik de term vooringenomen, als je naar de principes van van de Gestalttheorie kijkt, te sterk is. Vooringenomenheid kun je zelf beïnvloeden, op de waarneming hierboven beschreven heb je geen invloed. Ik vind het niet gemakkelijk om een andere term te bedenken, ‘geconditioneerde waarneming’ of ‘vertekende waarneming, omdat onze eerste gedachte nu in deze tijd direct het beeld oproept van een man die staat te telefoneren, tot je het hele beeld tot je door laat dringen. Trouwens ik heb alleen maar gezegd: het ‘lijkt heel veel’ op de Gestalttheorie.
        Maar ik heb ook vrede met het woord dat Jona gebruikt, hoor. Maar ik vind het woord van thieu72 misschien nog het beste. Wat voor term zou u gebruiken?

  11. Misschien verveelde de maker van dit potje zich gewoon stierlijk en heeft hij voor de grap wat zitten krassen in die pot. En wij maar ingewikkelde verklaringen zoeken 🙂

  12. A. Harmens

    De tekens doen me een beetje denken aan die op de cover van Led Zeppelin IV. De discussie over wat de tekens aanduiden ook.

      1. A. Harmens

        De term discussie is inderdaad overdreven, maar het gaat me meer om het gegeven dat fans en media meer achter de symbolen zochten dan de bandleden ermee bedoeld hebben. Los van Led Zeppelin, interesseert de vraag me wanneer een serie tekens een gemeenschappelijk schrift wordt (of beschouwd wordt als schrift). Daarom ben ik nog steeds benieuwd naar dat Spaanse “schrift” dat zou lijken op de tekens van het potje van Lent.

  13. Ben Spaans

    Toen ik het plaatje zag dacht ik eerst dat we een Egyptisch onderwerp kregen. Mobiel bellen was niet mijn eerste insteek. Wel zal ik nu nooit meer naar dit soort plaatjes kunnen kijken zonder aan mobieltjes te denken. Net als Thoukudides is de MB misschien soms ook te intelligent om duidelijkheid te scheppen.

  14. Maurits de Groot

    Ik ben er vrij zeker van dat dit potje een religieuze betekenis heeft. Die afvalkuil hoorde natuurlijk bij een tempel. Archeologie is zo simpel.

  15. Johan Overduin

    Waarom gaat men er toch zo vaak vanuit dat archeologische afbeeldingen altijd tot iets moeten dienen
    (de utilitaire verklaring in de ruimste zin van het woord)Zouden ze in de prehistorie nou nooit iets voor het plezier of uit verveling willen krassen.

  16. Jeroen

    Ik doe ook nog de mijn plasje; ik heb sterk het idee dat Maspero door een monocle staat te turen…

    (Maar ik begrijp natuurlijk volkomen waarom je het plaatje heb getoond, Jona)

    1. Jeroen

      Ik doe ook nog ff mijn plasje; ik heb sterk het idee dat Maspero door een monocle staat te turen…

      (Maar ik begrijp natuurlijk volkomen waarom je het plaatje heb getoond, Jona)

  17. H. Stadhouders

    Seksuele symbolen…: nrs. 2 en 7 tonen enige gelijkenis met de vrouwelijke schede; a dirty mind is a joy forever.

  18. M. van Gelder

    Met veel plezier heb ik de plek in Krommenie bezocht. Met dergelijke kopen krijg je mij net als honderden andere toch op de been. De nieuwsgierigheid was in ieder geval gewekt. de vraag Romeins of Fries hielden ze daar ook nog open. Het werk is naar ik weet nu nog niet eens afgerond want ze kregen zeker nog 2 weken extra om onderzoek te verrichten.

    De toren is qua bouw niet gelijk aan die van Almere maar vertoont wel heel sterke overeenkomsten met de “Romeinse” in de Leidse Rijn. De fundering bevat scherf materiaal wat gelijk is aan het de fundering van de forten in Velsen. Eerder gevonden scherven blijken zelfs afkomstig te zijn van dezelfde schaal. Het gebruikte hout voor de palissade is Essenhout en daarmee afkomstig van een boom die rond Krommenie eigenlijk niet voorkomt. Deze groeien wel in het zuiden van ons land. Alleen is de vorm van het terrein zelf niet exact symmetrisch zoals bij de Romeinse bouwsel die we kennen aan de limes.

    Kennelijk weet u al wat de einduitslag is want anders zou u zichzelf ook schuldig maken aan een beetje vooringenomenheid. Maar ja daarmee trekt u toch net iets meer aandacht 🙂

    1. Ik weet niks, helemaal niks, behalve dan wat al bekend was. Het gaat me er ook niet om de vraag wat wordt gevonden. Het gaat me erom dat je, als je begint aan onderzoek, naar buiten moet brengen wat je aan het doen bent. Dat er al wordt gespeculeerd over het herzien van de geschiedenisboeken, is contraproductief: het kan alleen tegenvallen. De lessen van Amfipolis zijn niet getrokken, om het anders te zeggen.

      1. Er zit een verschil tussen de kop en de tekst. In de tekst schrijft men het redelijk genuanceerd: “Als er inderdaad een Romeinse wachttoren gevonden wordt, is dat heel bijzonder en moet de geschiedenis wat worden aangepast.” Hetgeen wordt gevolgd door een uitleg dat het bijzonder zou zijn als het inderdaad een wachttoren was, maar dat het ook om een ander bouwwerk zou kunnen gaan en er dus verder onderzoek nodig is. Dat komt bij mij toch wel aardig genuanceerd over.

        Helaas suggereert de kop dus wél dat de geschiedenis herschreven moet worden. De kop is dus misleidend, want het belooft iets dat niet wordt waar gemaakt in de tekst. Helaas zie je dat vaker bij hijgerige nieuwsredacties: stevige koppen, gevolgd door een tekst waaruit blijkt dat de soep helemaal niet zo heet gegeten wordt……

  19. eduard

    Er bestaat ook de vooringenomen waarneming van iets wat je in de verste verte niet hebt waargenomen. Ik merk dat vaak genoeg aan mijzelf, ik kom iets tegen en lees of zie het eerst door de bril van de standaardopvatting over wat ik lees of zie. Als ik dan later iets tegenkom dat daarmee in strijd is denk ik hoogmoedig een fout te hebben gevonden, omdat ik meen het anders te hebben gezien of gelezen. Er is voor mij vaak een goede, duidelijke en heldere schrijver nodig die het inmiddels onhoudbare idee met verve uitdraagt, voor ik de onhoudbaarheid van die voorstelling zie, vervolgens hetgeen wat ik gezien of gelezen meende hebben weer eens ga opzoeken, en me realiseer dat ik het me altijd fout heb herinnerd. Zo heb ik bijvoorbeeld veel van Robin Lane Fox geleerd, want hij is zo’n begenadigde schrijver die verouderde, onhoudbare ideeën helder en duidelijk verdedigd.

Reacties zijn gesloten.