Herodotos’ programma

Herodotos (Agoramuseum, Athene)

Een tijdje geleden blogde ik over Paul Schnabel, die denkt dat historici zich bezighouden met jaartalletjes en het bracht als iets geweldig nieuws dat in het onderwijs voortaan ook “de samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen” aan de orde zou komen. Dat is natuurlijk kulleklap in het kwadraat. In de geschiedkunde gaat het immers niet om weetjes maar om wetenschap en al sinds mensenheugenis proberen historici de samenhang tussen gebeurtenissen centraal te stellen. Dat heet verklaren. Anders gezegd: wat Schnabel presenteert als ei van Columbus, is dat wat historici per definitie doen.

Hedendaagse historici werken met vijf verschillende verklaringsmodellen.

  • positivistisch (door oorzaken te zoeken in wetmatigheden, zoals de patronen van bevolkingsgroei);
  • hermeneutisch: door je in de actoren in te leven (zie het stukje van gisteren over Droysen);
  • comparativistisch: door middel van vergelijkingen zoeken naar oorzaken;
  • narrativistisch: de verbanden worden pas in het verhaal van de historicus geschapen, waarbij de ambitie van objectiviteit is opgegeven (voorbeeld);
  • physics of society: door middel van de brute rekenkracht van computers patronen doorrekenen (voorbeeld).

In Herodotos’ dagen werden deze modellen nog niet zo onderkend, maar hij zoekt wel naar de samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen, vooral naar oorzaken. Sterker, hij geeft dat meteen aan in de eerste alinea van zijn werk. Hier is de vertaling van Hein van Dolen:

Herodotos is mijn naam, ik kom uit Halikarnassos en maak hierbij het verslag wereldkundig van het onderzoek dat ik heb verricht om de herinnering aan het verleden levend te houden en de grootse, indrukwekkende prestaties van de Grieken en andere volkeren te vereeuwigen. Ik stel bij dit alles voornamelijk aan de orde door welke oorzaak zij met elkaar in conflict zijn gekomen.

En dat doet hij, al is zijn visie op oorzakelijkheid in onze ogen hopeloos naïef. Hij kent in feite alleen personen als bewerker en veronderstelt dat op elke actie een reactie volgt. De Atheners plunderen de Perzische stad Sardes, dus koning Darius besluit de Atheners aan te vallen. De Atheners verslaan dat Perzische leger bij Marathon, dus Darius’ zoon en opvolger Xerxes komt met een nóg groter leger. En zo voort. De beslissingen worden steeds genomen door individuen. We hebben te maken met wat hedendaagse historici aanduiden als methodisch individualisme. Alsof je dus zegt dat de Eerste Wereldoorlog alleen begon omdat er een kroonprins werd doodgeschoten in Sarajevo en de diepere oorzaken negeert.

Toch schemert bij Herodotos door dat hij rekening hield met diepere redenen. Als kind van zijn tijd meende hij dat de goden het historisch proces aanstuurden, desnoods met misleidende orakels. Dat is vanzelfsprekend niet wat moderne historici erkennen. Die raken echter geïnteresseerd als ze zien hoe hun Griekse voorganger zijn stof ordent. Door zijn complexe aanbod van geografische, etnografische en historische informatie op te hangen aan de volgorde waarin de Perzen allerlei volken onderwierpen (Lydiërs, Babyloniërs, Egyptenaren, Thraciërs, Libiërs, Grieken) suggereert Herodotos dat hij wel degelijk in de gaten had dat een diepere oorzaak lag in een bovenindividuele entiteit, namelijk het Perzisch imperialisme. Het zou interessant zijn te weten hoe hij en een Plato hierover zouden hebben gesproken: was er een “idee van het imperialisme” waarvan de concrete oorlogen een schaduwachtige uiting waren?

Ik vermoed – maar het is speculatief einfühlen – dat Herodotos de vraag niet werkelijk heeft doordacht. Natuurlijk was hij geïnteresseerd in oorzaken. Zijn grote voorbeeld, Homeros, was het immers ook: die stelde aan het begin van de Ilias ook de vraag wie van de goden de oorzaak was van alle gedonder.

Er zijn veel punten waar Herodotos de dichter volgt: er zijn citaten, sommige scènes zijn aan de Ilias ontleend (zoals het gevecht om het lijk van Leonidas), hij benut sommige dichterlijke woorden en de stof wordt voortdurend geordend in zogeheten ringcomposities. Classici wijzen er graag op dat het eerste deel van de Historiën moeiteloos in dichtregels valt om te zetten.

Herodotos’ omgang met Homeros is echter niet slaafs. Waar de dichter nog bescheiden de muze aanroept om hem te inspireren, zoals dichters dat destijds nu eenmaal deden, plaatst Herodotos (overigens niet als allereerste) brutaalweg zijn eigen naam aan het begin van de tekst. Dit is een bravoure die alle aandacht van een Schleiermacher of een Droysen zou hebben gehad: door te breken met de verwachting, presenteerde Herodotos zich als méns. Vandaar ook de vertaling van Hein van Dolen:

Herodotos is mijn naam, ik kom uit Halikarnassos en maak hierbij het verslag wereldkundig…

Dat is vrij vertaald want in feite staat er “Herodotos van Halikarnassos maakt hierbij het verslag wereldkundig”. Ik zou echter zo gauw geen andere, laat staan een betere, manier kennen om de provocatie te vertalen waarmee Herodotos de Historiën opent.

Deel dit:

13 gedachtes over “Herodotos’ programma

  1. FrankB

    “al is zijn visie op oorzakelijkheid in onze ogen hopeloos naïef”
    Ja nou, dat die ouwe lui klakkeloos Euclides’ axiomata aanvaardden en zich nooit hebben afgevraagd of ook andere axiomata mogelijk waren is al net zo naïef. Hetzelfde voor het gebrek aan enthousiasme voor het atomisme van Demokritos.
    Wat in onze ogen helemaal erg is is dat die ouwe Grieken zo weinig belangstelling hadden voor het werk van Babylonische astronomen – op bij wijze van spreken op een steenworp afstand!
    Het viel wel mee met Herodotos. Sterker nog, de manier waarop hij expliciet vertelt wat hij gaat doen en waarom hij dat gaat doen daar kan menigeen in de 21e eeuw een voorbeeld aan nemen. Citaten zijn aan mij vaker niet dan wel besteed; ik kan mij niet herinneren ooit meer onder de indruk te zijn geraakt dan vandaag.

    “Hij kent in feite alleen personen als bewerker en veronderstelt dat op elke actie een reactie volgt.”
    Een uitstekend uitgangspunt – geschiedkunde behoort niet voor niets tot de humaniora. En wat het tweede deel betreft, iedereen die bekend is met de Derde Wet van Newton krijgt een glimlach op het gezicht.

    “en de diepere oorzaken negeert”
    Wie aan een onderzoek begint en meteen de diepte induikt loopt grote risico de plank volledig mis te slaan. Herodotos had het juist. Breng eerst de oppervlakte in kaart, kijk daarna nog eens wat verder.

  2. jan kroeze

    Interessante blog vandaag. Vraag:die physics of society, heeft dat al wat opgeleverd en wat bv.?
    Zelf heb ik het niet zo op dit soort gedoe, vaak wordt een hele bende info verzameld waarna met statistische technieken bekeken wordt of er een patroon zichtbaar wordt. Een probleem kan zijn dat het toeval een rol gaat spelen waardoor je meent goede info te hebben ontdekt terwijl een onderliggend patroon misschien veel belangrijker is, maar wat je niet kan zien. Je zult naar mijn mening van tevoren vast moeten leggen wat je wilt weten in je onderzoek en ik vraag me af of bulkonderzoek daarbij van dienst kan zijn.

    1. FrankB

      Bij bulkonderzoek moet je van tevoren ook vast leggen wat je wilt weten, anders krijg je geen antwoorden. Uiteraard is statistisch onderzoek niet zaligmakend. Het is een aanvulling. Het probleem dat u schetst is zeer reëel; de output van statistisch onderzoek hangt nu eenmaal behoorlijk sterk af van de input (niet zozeer van toeval). Geven andere methodes, zoals de vier door JL genoemd, reden tot skepsis dan dient men de input nog eens goed te bekijken.
      Volgens deze pagina

      https://mainzerbeobachter.com/oudheidkunde-is-een-wetenschap/

      staat een link over het onderwerp. Helaas is-ie dood. Dus heb ik gegoogeld:

      https://www.philipball.co.uk/articles/physics-of-society/74-the-physics-of-society
      https://www.cambridge.org/core/series/physics-of-society-econophysics-and-sociophysics/213CDD31B79030DBB530D2C885976F2F

      Een bekende toepassing van physics of society vinden we bij ordehandhaving – het managen van mensenmassa’s, zoals volle voetbalstadions. Er zijn enige overeenkomsten met de Brownse beweging van gasmoleculen.

      https://nl.wikipedia.org/wiki/Brownse_beweging_(natuurkunde)

      Een statistische analyse (dus inclusief toevalscomponent van de afzonderlijke deeltjes) leidt tot voorspelbaar gedrag van het gas als geheel. Omdat er natuurlijk ook verschillen zijn is het raadzaam om eerst te zien en dan pas te geloven.

      1. jan kroeze

        @FrankB: Ik ben geen natuurkundige, maar ik dacht dat we met die Brownse beweging nog lang niet klaar waren?

  3. Roger van Bever

    Jona, het valt me op, ook gisteren bij je stuk over Droysen, dat je bij Schleiermacher ophoudt, w. beiden methodologische hermeneuten. Een van de grootste filosofen van de 20e eeuw H.G.
    Gadamer (1900-2002) vermeld je niet. Komt dat omdat je het niet met hem eens bent?

    Ik heb hem destijds uitvoerig bestudeerd in een filosofiecursus van de OU en zijn standpunten over de ontologische hermeneutiek en ‘Die Horizonverschmelzung’ spraken me erg aan. Ook zijn standpunt dat de waarheid in de geesteswetenschappen nooit te achterhalen omdat de interpreet altijd deel uitmaakt van de hermeneutische cirkel en zijn ‘Verstehen’ van tevoor ingekleurd is door zijn ‘wetenschappelijke horizon’.
    Zijn filosofie steunt zwaar op die van Heidegger.

    Een interessant boek is: Hans-Georg Gadamer: Waarheid en methode. Hoofdlijnen van een filosofische hermeneutiek. Vert. Mark Wildschut, Vantilt, Nijmegen.
    Op Wikipedia is veel over hem te vinden.

    Ik geef hieronder nog een citaat uit de Stanford encyclopedia of Philosophy:

    ” Gadamer views understanding as a matter of negotiation between oneself and one’s partner in the hermeneutical dialogue such that the process of understanding can be seen as a matter of coming to an ‘agreement’ about the matter at issue. Coming to such an agreement means establishing a common framework or ‘horizon’ and Gadamer thus takes understanding to be a process of the ‘fusion of horizons’ (Horizontverschmelzung). In phenomenology, the ‘horizon’ is, in general terms, that larger context of meaning in which any particular meaningful presentation is situated. Inasmuch as understanding is taken to involve a ‘fusion of horizons’, then so it always involves the formation of a new context of meaning that enables integration of what is otherwise unfamiliar, strange or anomalous. In this respect, all understanding involves a process of mediation and dialogue between what is familiar and what is alien in which neither remains unaffected. This process of horizonal engagement is an ongoing one that never achieves any final completion or complete elucidation—moreover, inasmuch as our own history and tradition is itself constitutive of our own hermeneutic situation as well as being itself constantly taken up in the process of understanding, so our historical and hermeneutic situation can never be made completely transparent to us. As a consequence, Gadamer explicitly takes issue with the Hegelian ‘philosophy of reflection’ that aims at just such completion and transparency.”

  4. Roger van Bever

    Correctie zin 2: Droysen en Schleiermacher waren beide methodologische hermeneuten.
    Opmerking: De bovenvermelde vertaling door Wildschut van Wahrheit und Methode is aan de prijzige kant (€ 39,50).

  5. Emgert

    ,, … in feite staat er …”. DE vergissing van vertalers. ,,Van Halicarnassiër Herodotus’ onderzoek de wereldkundigmaking hier … ” benadert de volgorde en de ,,letterlijke” (nog zoiets…) vertaling van het Grieks beter, als je dat al zou willen. Maar ,, … in feite staat er …” en dan een vertaling geven… BRRRRRR. Tradutore traditore, je weet het toch?

Reacties zijn gesloten.