Meer lijkwadegeleuter

 

Crucifix uit 1304, ruwweg even oud als de Lijkwade van Turijn; de makers wisten niet hoe de Romeinen iemand kruisigden (Keulen, St. Maria im Kapitol).

Een gewelddadige dood is meestal een onsmakelijke affaire, waarover je niet moet schrijven. Dat wordt voyeurisme. Als het gaat om kruisigingen, de wrede executiemethode die de Romeinen tot in perfectie (lees: zo langdurig mogelijk) ontwikkelden, moet je helemaal je mond houden. Het was nog veel erger dan de Bobben Smalhout dezer wereld u uitleggen. In feite zijn zulke artikelen een aantasting van het recht op een onverstoord sterven en niet ten onrechte heeft Raymond Brown, de auteur van een belangrijk boek over de Bijbelse lijdensverhalen, opgemerkt dat hij zulk onderzoek misplaatst vindt en hoopt dat er een einde komt aan zoveel smakeloosheid.

Helaas is er de lijkwade van Turijn, die altijd weer opduikt, zelfs als er geen nieuws is. U kent de problematiek: op een in Turijn bewaard stuk textiel staat een fotonegatieve afbeelding van een gekruisigde man. Is dit het doek waarin Jezus begraven is geweest? Het antwoord is een oorverdovend nee: er is C14-onderzoek gedaan en het weefsel dateert uit 691±31BP. Dat wil zeggen dat er, na ijking aan de jaarringcurve, 68% kans is dat het textiel is vervaardigd tussen 1273 en 1288. Er is 95% kans dat het is vervaardigd tussen 1262 en 1312, met nog een piepkleine kans dat het stamt uit het derde kwart van de veertiende eeuw.

Dat is het einde van de discussie. Er zijn insinuaties dat de laboratoria hun werk niet goed hebben gedaan, maar dat zijn precies dat: insinuaties. Ze worden steeds weer gedaan door mensen die een complicatie verzinnen die ze niet zouden hebben verzonnen als het niet was om de lijkwade als geloofsvoorwerp te redden van de wetenschap. Ze verzinnen voor elke oplossing een probleem. Ik ga daar nu niet op in want ik blijf niet aan de gang. Mijn aanleiding is dat de lijkwade in de sociale media de ronde weer doet, ook al gaat het om kwakonderzoek van vijf jaar geleden.

Het frame is elke keer weer hetzelfde: een team onderzoekers vindt een bepaald aspect dat zou kúnnen worden verklaard doordat het lijkt op het lijden van Jezus van Nazaret, en daarna volgt de conclusie dat het dus wérkelijk gaat om het kleed waarin Jezus is begraven. Uiteraard schrijven wetenschappers dat nooit zo. Die formuleren het als “Onze bevindingen zijn consistent met de verwondingen die staan vermeld in de evangeliën” of zoiets, maar alleen een computer herkent niet wat daar feitelijk staat. Een menselijke lezer snapt het wel.

En nu circuleert ineens weer dit artikel, dat wetenschappers hebben vastgesteld dat de man in de lijkwade van Turijn nogal wat verwondingen had. Een link naar de wetenschappelijke publicatie ontbreekt, maar het gaat om “How was the Turin Shroud Man crucified?” in een tijdschrift genaamd Injury, gevolgd door “Do we really need new medical information about the Turin Shroud?”, waarin het masker helemaal wordt afgeworpen: “All the evidence is in favour of the hypothesis that the Turin Shroud Man is Jesus of Nazareth.”

Goed. Verwondingen dus, die consistent zijn met een val bij het dragen van een kruis waarbij je op je gezicht valt. Kan waar zijn, maar duidt niet per se op Jezus. Dan is er een verklaring voor het ontbreken van de duimen, waarvoor de wetenschappers de hypothese opperen dat de gekruisigde tweemaal aan het kruis moest worden genageld. Klungels dus, die beulen. Ik voeg een hypothese toe: Pilatus’ manschappen hadden paasvakantie. En zo gaat het nog even verder, ik ga het allemaal niet samenvatten. Laat ik alleen zeggen: kruisiging was erger dan u denkt, helaas weten we hoe, en de noodzakelijke wonden ontbreken op de lijkwade. De mensen die die maakten, wisten evident niet hoe de Romeinen iemand terechtstelden.

Om nog even terug te keren tot de vraag hoe dat fotonegatief heeft kunnen ontstaan – de middeleeuwers hadden de techniek daarvoor toch niet? Het antwoord is dat die kennis ook helemaal niet nodig is. Ga een uurtje naar de sportschool, droog uw gezicht af met een handdoek en mik die weg. Pak hem twee maanden later op en presto, u heeft uw eigen fotonegatieve gezichtsafdruk.

Wisten ze dat ook in de Middeleeuwen? Geen idee. Maar kruisigingen kwamen voor: wie in islamitisch Andalusië werd veroordeeld wegens geloofsafval en blasfemie, kon zijn leven aan een kruis eindigen, met links en rechts een varken en een hond. Een parodie dus op de kruisiging van Jezus. Het is heel goed mogelijk dat de man in de Turijnse lijkwade zo is overleden.

De impliciete aanname van veel pseudowetenschappelijk lijkwadeonderzoek is dat als de man in de lijkwade van Turijn maar voldoet aan wat we denken dat een Romeinse kruisiging was, het doek antiek is, omdat in de Middeleeuwen geen mensen werden gekruisigd. Dat is dus onzin, het gebeurde wel, en dat willen pseudowetenschappers niet zien. Hun verlangen een foto te hebben van de opstanding is iets te groot.

De gelovige mag. Er is helemaal niets verkeerd aan nadenken over het menselijk lijden. Maar noem het geen wetenschap.

Deel dit:

41 gedachtes over “Meer lijkwadegeleuter

  1. FrankB

    “de makers wisten niet hoe de Romeinen iemand kruisigden”
    Dat is gebaseerd op de veronderstelling dat de makers realisme nastreefden en zich geen artistieke vrijheid veroorloofden.

    “ik blijf niet aan de gang”
    Een mooie samenvatting van Ockham’s Scheermes.

    ““All the evidence is in favour ….”
    Dat is een leugen, want zoals je begon te schrijven levert radiometrie empirisch bewijs tegen de hypothese. Hierom dus is het correspondentieprincipe van Niels Bohr van belang. Deze enthousiastelingen moeten een verklaring bieden voor dit probleem en die verklaring steunen met aanvullend data. Ik wens ze veel succes, geduld en volharding.

    “de hypothese opperen …”
    En daar komt die goeie ouwe William van Ockam weer met zijn snijapparaat. Waar is het empirisch bewijs voor deze extra hypothese?

    “Maar noem het geen wetenschap.”
    Ja, dat is nou net het probleem. Wetenschap heeft enig succes gehad de laatste 250 jaar. Dus om hun gedachtenspinseltjes geloofwaardigheid te verlenen noemen dergelijke enthousiastelingen alles wat ze doen wetenschap. Meeliften heet dat. Het Demarcatieprobleem waar ik het op RK’s blog over had is urgenter dan ooit.
    Elke wetenschappelijke studie aan universiteit en hogeschool – en vooruit, wiskunde en theologie komen er ook niet onderuit, al zijn geen van beide strikt genomen wetenschap naar mijn onbescheiden inzicht – moet verplicht een cursus wetenschapsfilosofie hebben. Inhoud: Ockham, Descartes (voor deductie) en eventueel Euclides (die illustreert het zo mooi), Hume (voor inductie), Popper (de eerste die een synthese formuleerde), Kuhn, Lakatos, Feyerabend (voor de onvermijdelijke kritiek) en Latour (voor de sociologie) en vast nog wel een paar (sorry fans, Kant is nauwelijks relevant meer op dit gebied). Eensluidende antwoorden zijn er niet,zoals gewoonlijik, maar hopelijk vermindert hiermee de hoeveelheid ergerlijke flauwekul in de toekomst.
    Eigenlijk had je dit stukje morgen moeten schrijven, want dit is MoM.

    1. jan kroeze

      @frankb: artistieke vrijheid in die tijd,in dat gebied? Ik denk dat je dat kan vergeten.
      Overigens is het een prachtig kruis!
      Verder ben ik het volkomen met je eens dat op een universiteit colleges wetenschapsfilosofie dienen te worden gegeven.
      Wiskunde geen wetenschap, waarom dat zo? Moet dat vak soms teruggezet naar de kleuterschool?

      1. FrankB

        “Moet dat vak soms teruggezet naar de kleuterschool?”
        Deze non-sequitur komt voor uw rekening, niet voor de mijne. Hebt u ook nog serieuze vragen?

        1. Rob Duijf

          Frank, misschien moet je even uitleggen waarom jij vindt dat wiskunde eigenlijk geen wetenschap is?

  2. Yde Linsen

    Na het lezen van dit bericht en het drie-koningen-epistel raak ik steeds verder van mijn geloof af. U wordt bedankt! 😉

    1. Er is niks mis met geloof overigens. De mens heeft een aantal minder prettige kanten en in de zin dat een religie ons helpt die te disciplineren, is het even respectabel als elk ander Bildungs-ideaal.

      1. Robbert

        Op één punt na dan: je meningen ondersteunen door je te beroepen op een onkenbare hogere macht vind ik niet respectabel.

        1. Zolang mensen daar eerlijk over zijn, heb ik er geen moeite mee dat mensen een irrationele aanname doen. Ik kan het goed lijden als een evangelische christen zegt te geloven dat er een Ster van Betlehem is geweest.

          Wat ik veel erger vind, is als een officiële wetenschapper zoiets zou beweren. Een astronoom bijvoorbeeld. Die is gehouden aan de wetenschappelijke methode; je mag dus van zo iemand verwachten dat hij de Bijbel leest zoals elke antieke bron. Doet zo iemand dat niet, dan is ‘ie een charlatan.

          Dat geldt ook voor de Lijkwade. Ik zal geen enkele gelovige het recht ontzeggen het voorwerp te beschouwen als een aanleiding om na te denken over het lijden dat mensen elkaar aandoen. (Dit is het officiële standpunt van de katholieke kerk; ik denk dat ook de meeste gelovigen het zo zien.) Maar in het lab gaan zoeken naar mogelijkheden waarom het doek, ondanks wetenschappelijk bewijs voor het tegendeel, uit de eerste eeuw zou kunnen stammen, maakt bij mij de meest dierlijke woede los. “En dat van mijn belastingcenten!” (Zie ook de papyrologie: al die fraude vindt plaats met gemeenschapsmiddelen.)

          1. En dat schiet me nog te binnen: hoe lachwekkend sommige wetenschappers zijn. Ter verklaring van de afdruk – die geen verklaring nodig heeft, zie mijn stukje – nemen ze wel aan dat er bij de opstanding een enorme energie is vrij gekomen, waardoor de indruk erin is gebrand. Ze meenden het aan schroeiplekken te herkennen.

            Stel nu dat ze verfsporen zouden hebben gevonden. Zouden ze dan hebben gezegd dat er bij de opstanding verf is vrijgekomen?

            Zoals ik al zei: het is lachwekkend. En het meest lachwekkende zijn de wetenschappers die wél beter weten en er niks tegen doen. Misschien ken je de film Enrico IV van Ettore Scola: wie is de gek, de arme drommel die niet beter weet of de mensen die willens en wetens de komedie meespelen?

            1. jacob krekel

              Natuurlijk is er een ster van Bethlehem geweest. dat staat immers bij een van de profeten: over Behtlehem zal een ster opgaan. Maar wie daar een astronomisch verschijnsel van wil maken is niet alleen wetenschappelijk raar bezig, die snapt ook niets van de argumentatie van Mattheus om zijn medejoden ervan te overtuigen dat dit echt de Messias was, zoals door de profeten beloofd. Zelfs de grootste heidenen die hij kon verzinnen erkenden dat immers. Als Mattheus de Magi nu een naam zou moeten geven zou hij ze wellicht Hutchins en Dawkins noemen.
              En wie een stuk textiel uit de 14e eeuw nodig heeft om te gaan bewijzen dat zijn Heer en Zaligmaker echt gestorven is, staat toch wat wankel in de gelovige schoenen. Over het ware mysterie van Pasen, dat wat we de Opstanding zijn gaan noemen, wordt aan deze doek overigens geen enkele informatie toegekend. Dus ik snap echt niet waarom sommige gelovigen er zo’n rare betekenis aan willen toeschrijven. Als ik van die tak van geloven was zou ik hier de hand van de duivel in zien: maak je maar lekker belachelijk en houd je ondertussen niet bezig met waar het in het geloof wel om gaat..
              Het zou overigens degenen die zelf kennelijk geen enkele ervaring met de aanwezigheid Gods hebben, sieren wat minder de staf te breken over wie deze overweldigende ervaring wel is overkomen. Iets wat bepaald niet zeldzaam is, ook niet cultuurgebonden en dat op vele tijden en plaatsen is voorgevallen.

              1. Rob Duijf

                ‘Het zou overigens degenen die zelf kennelijk geen enkele ervaring met de aanwezigheid Gods hebben sieren wat minder de staf te breken over wie deze overweldigende ervaring wel is overkomen.’

                Hoezo ‘kennelijk’?

                ‘Als Mattheus de Magi nu een naam zou moeten geven zou hij ze wellicht Hutchins en Dawkins noemen.’

                Opmerkelijk! Verklaar u eens nader?

                Uit uw laatste opmerking mag ik opmaken dat u ‘deze overweldigende ervaring’ wel is overkomen?

            2. Klaas

              ‘en presto, u heeft uw eigen fotonegatieve gezichtsafdruk.’. Dan moet je bij het afdrogen niet vegen, hetgeen mij een inefficiënte manier van afdrogen lijkt :-). Misschien moet ik het eens proberen…

      2. Rob Duijf

        Ieder mens is vrij om te geloven wat ie wil en zich zand in de ogen te laten strooien. Voor sommigen biedt geloven troost, al zou het gezonder zijn te leren leed onder ogen te zien.

        Wanneer geloof in de politiek doordringt, kan het echter heel vervelend worden. Dan gaat de arrogantie van de betweterij en dwingelandij bepalen wat voor jou en mij goed is, denk maar aan de vrije wilsbeschikking en de hele LHBT-problematiek.

        Geloof wat je wilt, maar hou het persoonlijk en val mij er alsjeblieft niet mee lastig!

        1. Rob Duijf

          En dan heb ik het nog niet eens over het Christelijk onderwijs, waar kinderen worden geïndoctrineerd met het godsidee i.p.v. te leren zelfstandig, kritisch en vrij na te denken. Dat wordt ook gefinancierd met jouw en mijn belastingcenten…

          1. Rob Duijf

            Wat natuurlijk ook geldt voor het Islamitisch onderwijs en andere vormen van bijzonder onderwijs die aansluiten bij het gedachtengoed van de ouders, want aan kinderen wordt niets gevraagd…

        2. jacob krekel

          @Rob Duijf (en Robbert)
          Als Robbert zegt: “je meningen ondersteunen door je te beroepen op een onkenbare hogere macht vind ik niet respectabel” dan lees ik daarin wat ik schreef. Hoezo onkenbaar, er zijn tal van mensen geweest met een ervaring van die hogere macht. Zijn die niet respectabel? Je naaste liefhebben omdat een hogere macht dat van je vraagt is kennelijk niet respectabel. Hoezo niet? Het lijkt er op, maar men verbetert me maar, dat Robbert de vrijheid van meningsuiting relativeert als het om religieuze meningen gaat.
          M.m. lees ik ook zoiets in de opmerking van Rob Duijf: “Geloof wat je wilt, maar hou het persoonlijk en val mij er alsjeblieft niet mee lastig!” Waarom zou het geloof minder gebruik van de openbare ruimte mogen maken dan – zeg – Coca Cola, of Ajax, of de PVV.

          Ik zal mijn ervaring met de aanwezigheid God –ook al op uw verzoek – persoonlijk houden en u er niet mee lastig vallen. Dit medium leent zich er ook niet voor.

          Wat betreft Mattheus het volgende.
          Zoals we in Israel verdeeld kunnen lezen bleven in het jodendom na de verwoesting van de tempel twee stromingen over: zij die Jezus als de Messias zagen, waaruit de Christenen zijn voortgekomen, en de Farizeeën waaruit het rabbijnse jodendom is ontstaan. Die waren uiteraard met elkaar en debat en het werk van mattheus past daarin. Verreweg de meeste joden zijn de weg van het rabbijnse jodendom opgegaan en mattheus ziet dat tot zijn afgrijzen aan. Hij haalt dus alles uit de kast om zijn opponenten ervan te overtuigen dat Jezus van Nazareth wel degelijk de in het oude testament beloofde messias was. Daar komt b.v. die ster vandaan, de geboorte in Bethlehem, de vlucht naar Egypte en nog een heeboel meer. Ondertussen wonnen de Christenen wel terrein onder de niet-joden. Dat grijpt Mattheus aan om zijn joodse geloofsgenoten voor te houden dat de heidenen wel het inzicht hebben. Waar Lucas met zijn herders aangeeft dat armen en verworpenen als eersten de boodschap kregen en het kind aanbaden, voert Mattheus zijn magi op waar een paar blogs geleden over geschreven is. Daarbij is niet van belang of dat nu perzen of astrologen waren. Want ze hebben uiteraard nooit bestaan, het zijn literaire figuren. Van belang is dat – zoals Carel ter Linden opmerkt – Mattheus de allergrootste heidenen opvoert die hij kan verzinnen.. Heidenser dan magi kan bijna niet. Vandaar mijn veronderstelling dat Mattheus, rondkijkend in de 21 eeuw, de genoemde namen gebruikt zou kunnen hebben

          1. Rob Duijf

            ‘Ik zal mijn ervaring met de aanwezigheid God – ook al op uw verzoek – persoonlijk houden en u er niet mee lastig vallen. Dit medium leent zich er ook niet voor.’

            Dat siert u, maar omdat u het onderwerp zelf ter sprake heeft gebracht, wil ik er toch nog wel even wat dieper op ingaan. Als er iets als een ‘onkenbare hogere macht’ zou bestaan – en dat is niet uitgesloten! – dan is in ieder geval één ding duidelijk en dat is dat we er niets over kunnen zeggen, omdat we er geen kennis van hebben.

            Laten we de zogenaamde spirituele of religieuze ervaring psychologisch eens wat nader beschouwen. U heeft een ervaring, vervolgens is er sprake van interpretatie op basis van vergelijking met kennis die u al heeft. Iets wat u niet kent, kunt u immers niet herkennen. Eens? Waar komt die kennis vandaan? Is het uw cultuur en de godsdienstige opvoeding die u met de paplepel ingegoten heeft gekregen? Pas op: er zijn godsdienstige mensen die met even veel recht zullen beweren dat uw ervaring ‘duivels’ is. Een ander referentiekader, maar hetzelfde psychologische mechanisme.

            ‘Je naaste liefhebben omdat een hogere macht dat van je vraagt is kennelijk niet respectabel.’

            Je naaste liefhebben is zeker respectabel, maar waarom heeft u een hogere macht nodig die u dat vertelt? Bovendien zijn er velen die uit naam van God naastenliefde met mond beleiden, maar het niet door het hart in hun daden tot uitdrukking brengen…

            Dat u vanuit uw perspectief Christopher Hitchens en Richard Dawkins ‘heidens’ noemt, kan ik begrijpen. Ze zeggen immers geen aardige dingen over het geloof. Maar is er een grond van waarheid in wat ze zeggen?

            Uit uw oude vissenbrein is een prachtige cortex geëvolueerd. Die stelt u in staat na te denken, vragen te stellen, te onderzoeken en schijnbare zekerheden in twijfel te trekken. Psychologisch zit daar de crux, want dat betekent, dat u u zelf ter discussie moet stellen. Dat is eng, want u verliest uw houvast. Doet u dat echter niet, dan loopt u het risico op zelfbedrog.

            U heeft gelukkig de vrijheid om te geloven wat u wilt; als u in elfjes en kaboutertjes wilt geloven mag dat ook. Het wordt een andere zaak als u zich inzet om anderen er van te overtuigen dat ze dat ook moeten doen. Het geloof uitdragen is immers van oorsprong de christelijke missie. Wat dat betreft vind ik het nogal armoedig dat u uw geloof op een lijn stelt met Coca Cola, Ajax, of de PVV…

          2. Ben Spaans

            Mattheüs laten rondkijken in de 21ste eeuw is kolder. Hij (die onder zijn zijn naam schreef) gaf niet eens namen van de Wijzen. Wat een zwaktebod om zo een punt te scoren tegen Richard Dawkins en wijlen Christopher Hitchens (en niet Hutchins).

            1. Bert Spaans. wat een ontzettend flauwe reactie. Jacob Krekel verwijst naar Hitchens en Dawkins om ons duidelijk te maken hoe Mattheus volgens hem de Magi gebruikt, niet om iets over Hitchens en Dawkins te zeggen. Ik vond her verhelderend! Dank je Jacob.

              1. Ben Spaans

                Nee, hij zegt iets over Dawkins en Hitchens, en villein. En ik denk niet dat ‘Mattheüs’ de Wijzen op die manier gebruikt.

        3. Dirk

          Als je gelovigen omschrijft als mensen die zich zand in de ogen laten strooien of mensen die op een ongezonde manier met leed omgaan, maak je je dan zelf niet wat schuldig aan de arrogantie van de betweterij?

          Ik ben gelovig, maar ik meen toch dat ik kritisch kan zijn over mijn geloof en heel erg probeer me geen blaasjes te laten wijsmaken (door de MB te lezen, bijvoorbeeld). Ik heb ook niet de indruk dat ik met zulke doodsangsten zit dat mijn geloof me daar overheen moet helpen. Ik kan troost vinden in een kerk, maar evengoed in muziek, een wandeling of een uurtje naar de sterren kijken.

          Ik hoop maar dat ik zonder mijn geloof ook zou proberen een goed mens te zijn. Ik doe het alvast niet uit schrik voor de hel of om mijn hemel te verdienen.

          Dan ga ik nu nog wat lessen voorbereiden, want er staat nog 3 uur indoctrinatie op het programma deze week ;-).

          1. Rob Duijf

            ‘Als je gelovigen omschrijft als mensen die zich zand in de ogen laten strooien of mensen die op een ongezonde manier met leed omgaan, maak je je dan zelf niet wat schuldig aan de arrogantie van de betweterij?’

            Nee, ik ben van mening dat dat niet zo is en ik zal je uitleggen waarom. Ik constateer feiten en ik stel vragen. Feiten zijn wat ze zijn: feiten. Daar hoef je niet in te geloven. Bestaat ‘God’? Op die vraag is geen zinnig feitelijk antwoord te geven; het valt te bevestigen, noch te ontkennen. Toch is het een hele interessante vraag! Het is alleen zo jammer, dat die vraag niet nader en onbevooroordeeld wordt onderzocht en uitgediept. In plaats daarvan creëren we een godsidee, waar we vervolgens in geloven. Ik verzin dit niet, dit is een psychologisch feit. Daarmee zeg ik dus niet dat ‘God’, wel of niet bestaat, maar ik beweer dat het idee niet hetzelfde is als datgene waar het voor staat. Het woord is niet het ding, de beschrijving niet het beschrevene. Volg je me nog?

            Nu is het waar, dat mensen troost menen te vinden in de gedachte, het idee dat er een ‘Almachtige God’ is, die het leed van de gelovige op zich neemt en verzacht of die hun zielenheil zoeken in het geloof. Maar is men daar werkelijk mee geholpen? Waarom lijdt men? Waarom zoekt men? Waarom zijn we zo bang? Waarom bieden we mensen krukken, in plaats van ze te leren lopen? Waarom helpen we mensen geen inzicht te krijgen in hun eigen psychologisch functioneren en bieden we surrogaatoplossingen aan?

            Je zegt dat je kritisch kijkt naar je geloof, maar is dat werkelijk zo? Waarom geloof jij eigenlijk? De hemel en de hel hebben we eerst zelf bedacht en vervolgens zijn we doodsbang dat we er wel of niet in terecht zullen komen en we vrezen de toorn van de Almachtige Vader, die we al evenzeer hebben bedacht en die we desondanks nog liefdevol plegen te noemen. Ik ben blij, dat ik als ongelovige die last niet op mijn schouders hoef mee te torsen!

            Maar laten we nog eens even stilstaan bij die ene, hele interessante vraag. Is er iets dat we door alle eeuwen en culturen heen onder zoveel verschillende namen kennen als God, Universele Waarheid, Liefde, Eeuwige Vrede, de Geliefde, iets dat in zichzelf altijd nieuw en anders is, onaantastbaar, zuiver, heel, iets dat alles omvat en alles doordringt en zo zijn er tal van omschrijvingen? Bestaat dat? Als dat zo is, dan zul je er nooit de vinger van de kennis op kunnen leggen en je zult het in geen geloof kunnen gieten. Je zult moeten beseffen, dat ieder idee daarover te kort schiet. En omdat dat zo is, valt er ook niet over te redetwisten, hoeven we mensen niet te verketteren en hoeven we er geen oorlogen om te voeren.

            Als je op die manier met je leerlingen omgaat en samen begint met onbevoordeeld kijken, vragen, onderzoeken en verwonderen dan zou je misschien kunnen ontdekken wat de waarheid is, zonder die zelf in te vullen. Dan hoef je geen grapjes te maken over ‘3 uur indoctrinatie’ die je nog moet voorbereiden, want daar heeft het niets mee te maken.

            1. Dirk

              Vele gelovigen zijn er zich wel degelijk van bewust dat ze datgene wat ze God noemen, nooit helemaal kunnen vatten en dat alles wat ze erover zeggen, met het grootste voorbehoud is. De anderen noemen we fundamentalisten, dogmatici, fanatici… Ook niet-gelovigen kunnen trouwens zo redeneren.

              Troost zoeken (of krijgen) betekent niet dat je niet bereid bent om problemen op te lossen. De twee acties bestaan naast elkaar. Troost geeft mensen moed. Daarnaast kan niet elk probleem opgelost worden: sommige kan je enkel verdragen en dan is elke hulp welgekomen.

              Ik dacht dat ik duidelijk had gemaakt dat hemel en hel voor mij geen rol spelen bij mijn moraal, dus bij deze nog maar eens. Ik geloof niet in een straffende God, niet in hel en verdoemenis, niet in beloningen.

              Het Vlaamse leerplan godsdienst heeft veel aandacht voor andere overtuigingen en als belangrijk doel kinderen helpen bij het ontwikkelen van een eigen levensbeschouwing. Ik bespaar u de details (we kunnen er alvast hele studiedagen met vullen), maar met indoctrinatie heeft het inderdaad niets te maken. Al was het maar omdat de schoolkeuze vrij is.

              Waarom geloof ik? Geen idee. Omdat ik in een katholiek milieu opgroeide? Ik weet niet hoe katholiek de vorige generatie nog is en uit datzelfde milieu zijn heel verschillende overtuigingen voortgekomen, dus dat wil ik wel relativeren. Ik denk dat het geen keuze is, maar me overkomt – het is hoe ik de wereld aanvoel – en ik sluit niet uit dat ik die op een dag anders aanvoel, of dat ik overtuigd geraak van een andere waarheid.

              Maar dit is allemaal off topic, dus ik hou het hierbij.

              1. Rob Duijf

                Je hebt gelijk, het is off topic. We hadden echter in een vorig blog vastgesteld, dat het mooie van Mainzer Beobachter is, dat het de mogelijkheid biedt om af te wijken, als reacties daartoe aanleiding geven.

                Ik besef ook dat ik weinig anders kan dan in algemeenheden spreken, omdat het volstrekt logisch is dat mensen hun geloof op hun eigen manier beleven en invullen

                Wat ik echter in de eerste plaats belangrijk vind, is niet leven als een kip zonder kop, maar naar jezelf kijken en je er van bewust zijn wat je denkt, doet en waarom en wat de consequenties van je handelen zijn. Dat is wat ik mezelf voorhoud, want als ik dat niet doe, heb ik geen recht van spreken.

                Niet weten is het begin van een ontdekkingsreis die we kunnen ondernemen, een reis die iedere vorm van dogmatisch denken achter zich laat. Dat betekent niet alleen dat we vrij en onafhankelijk zijn, maar ook volledig verantwoordelijk voor ons doen en laten. Niemand kan een ander voorschrijven hoe die reis te ondernemen, maar we kunnen wel samen op weg gaan.

                Ik ben overigens oprecht geïnteresseerd in het Vlaamse leerplan godsdienst en hoe dat kinderen zou kunnen helpen bij het ontwikkelen van een eigen levensbeschouwing.

    1. Roger van Bever

      Correctie: dat La Stampa …..dit publiceert, pleit tegen haar. Helaas heeft deze krant sinds enkele jaren een ‘Vaticaans supplement’. Spreekbuis van het Vaticaan. Goede aanvulling van de Osservatore Romano!

  3. Robert

    “En wie een stuk textiel uit de 14e eeuw nodig heeft om te gaan bewijzen dat zijn Heer en Zaligmaker echt gestorven is, staat toch wat wankel in de gelovige schoenen.”

    Dat is helemaal waar. Wie bewijs nodig heeft, gelooft niet.

    “Geloof wat je wilt, maar hou het persoonlijk en val mij er alsjeblieft niet mee lastig!”

    Woorden die mij uit het hart gegrepen zijn.
    Omgekeerd ook graag – wie niet gelooft, hoeft daar ook geen mensen mee lastig te vallen.

    1. Rob Duijf

      ‘(…)wie niet gelooft, hoeft daar ook geen mensen mee lastig te vallen.’

      Inderdaad! Maar wie apenkool en kletskoek voor waarheid verkoopt, kan kritische vragen verwachten.

  4. Martijn

    Fijn dat medici zich over de Lijkwade buigen, maar die (plotselinge) conclusie dat het dús om een afdruk van Jezus moet gaan, is mij meerdere bruggen te ver. Ten eerste kan het (uiteraard) ook de afdruk zijn van een willekeurig ander gekruisigd persoon; sterker nog, niets wijst er juist op dat het hier specifiek om Jezus gaat, behalve het feit dat we van zijn kruisiging (toevallig) een beschrijving hebben. Dat is mij werkelijk te mager bewijs.
    Ten tweede, en daar is door meerdere commentatoren hier al op gewezen (niet in het minst door Jona zelf), het is een object dat verbonden is met geloof, en moet dus – nadat C14 en soortgelijke methodes de werkelijke leeftijd hebben geconstateerd – ook alleen vanuit dat geloof worden beschouwd. Indien mensen verkiezen de Lijkwade als een afdruk van Jezus te zien, dan is het dat ook. Het gaat dan om de religieuze waarde, en al lang niet meer om de stoffelijke toestand. Prima, maar laten we dan stoppen er wetenschappelijk en methodologisch naar te kijken. Nu alleen nog goedgelovige nieuwsredacties van dit inzicht overtuigen…

  5. Rob Duijf

    ‘(…)het is een object dat verbonden is met geloof, en moet dus (…) ook alleen vanuit dat geloof worden beschouwd.’

    U (en JL) heeft gelijk, maar het blijft een zielige constatering.

  6. John

    Wat een zeldzaam slecht stuk ! Als je de onderzoeken bestudeerd had, zou je weten dat er zaken zijn die voor de echtheid pleiten, en zaken tegen. Zo zijn er dingen gevonden die echtheid suggereren en die een eventuele middeleeuwse vervalser nooit had kunnen weten omdat ze toen nog onbekend waren. Zo is de bloedgroep en rhesusfactor op de lijkwade gelijk aan die op de zweetdoek in Ovieto. Op de lijkwade zijn pollen gevonden van planten uit het heilige land. Het zit vol toevalligheden. Het gaat me er niet om om te bewijzen dat de lijkwade echt is of niet, maar de hautaine toon waarop het in het artikel als kletskoek wordt weggezet past niet bij wetenschap.

  7. Robbert

    Hallo Jacob Krekel: aan de discussie wil ik verlaat nog wat toevoegen om, ten eerste, enkele misverstanden bij u weg te nemen: ik heb gezegd noch bedoeld dat “mensen met ervaring van hogere macht niet respectabel zijn” en evenmin “de vrijheid van meningsuiting te relativeren als het om religieuze meningen gaat”. Lees maar na, ver hierboven.
    Wat ik wel bedoeld heb in mijn korte reactie op Jona is dat niet elke Bildung hetzelfde genoemd kan worden: een beroep op een hogere macht of op (Jona weer) irrationele aannamen is onwenselijk in maatschappelijke en politieke discussies, dat is de kern. Elke krantenlezer weet dat dit dagelijks wereldwijd gebeurt. Voor diegenen die met mij menen dat “elke uitspraak over boven van beneden komt” is dat ergerlijk, onterecht en het slaat de discussie dood. Het is vanzelfsprekend jammer dat mensen die Gods mening over de wereld kennen niet inzien dat dat hun eigen mening is. Het lijkt mij zeer aannemelijk (u dus niet?) dat elke menselijke mening, elke menselijke ervaring, al of niet overweldigend, voortkomt uit het menselijke brein, dat een wonder is van voorstellingsvermogen.
    Dat brengt me op een tweede punt. Uw uitleg over de bedoelingen van Mattheus vind ik zeer helder: er is niets wonderlijks aan de ster van Bethlehem etc., het is, wat plat gezegd, literaire propaganda voor het goede doel. Een dergelijke analyse kunt u breed toepassen en doortrekken naar, ik noem maar een voorbeeld, de beschrijvingen van de roeping van Paulus. Ik neem aan dat u het ermee eens bent dat Paulus zich geroepen voelt zich als apostel te bewijzen.
    Wat ik dan niet begrijp is dat u Pasen en Opstanding als het ware mysterie aanduidt. Er is mi. niets mysterieus aan, het kan heel goed begrepen worden als een menselijke ervaring van een dringende, hoopvolle belofte, in toentertijd begrijpelijke en overtuigende woorden en beelden opgetekend, kortom: literaire propaganda voor het goede doel. Waarbij ik opmerk, ter voorkoming van eventueel toekomstig misverstand, dat ik aan de goede bedoelingen van de schrijvers niet twijfel en dat ik die ervaring van de broeders en zusters van een hoopvolle belofte in het geheel niet wil kleineren of zelfs maar relativeren.

  8. Robbert

    Hallo Jona, zat ik alsnog te zwoegen op een genuanceerd stukje en dan verschijnt het niet in de reacties?

  9. Theo Joppe

    Oh, de Lijkwade! Dat is nu toch wel oude koek. Het doek dook op in 1355 in Lirey. Men wist op zijn laatst in 1389 al dat het ding vals was. Daarna werd het een eeuwenlang interessant politiek spel (met name in Savoye). Pierre d’Arcis, bisschop van Troyes, bericht in dat jaar over een onderzoek van zijn voorganger Henri de Poitiers (die het zaakje al niet vertrouwde):

    “the Dean of the collegiate church of Lirey, deceitfully and wickedly, inflamed
    with the fire of avarice and cupidity, not from devotion but for
    gain, arranged to have in his church a certain cloth cunningly portrayed,
    on which was portrayed with subtle method the double image of a single
    man, that is to say, the front and back, he falsely asserting and pretending
    that this was the actual shroud in which our Saviour Jesus Christ was enfolded
    in the sepulchre, and in which had remained thus impressed the
    whole likeness of the Saviour himself, with the wounds which He bore.
    (…) At length, after diligent efforts and from information taken, at last
    was discovered the fraud and how that cloth had been artificially portrayed.
    It was even proved by the artist who had portrayed it that it was
    made by human skill, and was not made or bestowed miraculously.”

    Dus men heeft zelfs de maker nog gesproken — dat lijkt me einde oefening.

    De vertaling is overigens van Andrea Nicolotti, in een nog te verschijnen bundel die met name gaat over het ‘Nachleben’ van de Lijkwade.

    1. Theo Joppe

      En voor de liefhebber: de bron van deze tekst is

      Memorial of Pierre d’Arcis, ed. Ulysse Chevalier, Étude critique sur l’origine du St. Suaire de
      Lirey-Chambéry-Turin (Paris, 1900), pp. VII-VIII

Reacties zijn gesloten.