Nominatie

Homeros (Glyptothek, München)

Ik heb vorige week het manuscript ingeleverd van Wahibre-em-achet en andere Grieken, het themaboekje van de Week van de Klassieken. Aan de hand van het voorbeeld “migratie” kon ik tonen wat oudheidkunde is. Eerst behandel ik dus de informatie waarover we beschikken – geschreven bronnen, vondsten, isotopen, DNA, inscripties – en vervolgens kom ik tot een conclusie, die ik dan contrasteer met gangbare westerse ideeën.

Van dat contrast kun je denken wat je wil – het is niet de taak van de oudheidkundige stemadviezen te geven – maar de vergelijking is wel zinvol. Je herkent dat jouw visie niet de enig denkbare is en gaat bedenken waarom je denkt zoals je denkt. Dat is immers het doel van de humaniora en ik ben blij nu eens het gehele programma te hebben kunnen tonen.

Dat programma is dus – en dit is cruciaal – pedagogisch: de beoefenaar probeert er wijzer van te worden. Ik zeg niet dat ik daarin slaag. Wat ik wel zeg is dat als deze dimensie wordt opgegeven de humaniora doelloos zijn. Anders geformuleerd: het draait niet om het object maar om het subject. Ik voeg nog toe dat het bezopen zou zijn als uitsluitend diegenen zich mogen ontwikkelen die vanuit de gemeenschapsmiddelen worden gefinancierd. De humaniora functioneren dan en slechts dan als de inzichten professioneel zijn overgedragen.

***

Tot zover de humaniora in het algemeen. De diverse deelgebieden hebben elk hun eigen meerwaarde. Wie zich bezighoudt met Spaans spiegelt Nederlandse of Vlaamse visies aan die van Spanje en Latijns Amerika. Je kunt Multatuli lezen om te doorgronden wat het volgens deze auteur is een waarachtig mens te zijn. Een prehistoricus toont waarom de vooruitgangsgedachte, ondanks momenten van terugval, niet helemaal uit de lucht is gegrepen. En de bestudering van de Romeinse Oudheid, waarmee de humaniora in de Renaissance ooit zijn begonnen, brengt je tot een simpel inzicht: je kunt van anderen leren.

Alle antieke volken namen dingen van elkaar over. Maar waar de Grieken meenden – met een woord van Plato – dat de Grieken beter deden wat de anderen deden, hadden de Romeinen er geen enkele moeite mee te erkennen dat de Grieken in cultureel opzicht groter waren. Het is niet de eerste deugd die je met de Romeinen associeert, maar ze waren op een bepaalde wijze bescheiden.

Die houding gaven ze door aan de christenen en daarvandaan kwam ze terecht bij de middeleeuwers, die meenden – en nu citeer ik Bernard van Chartres – dat ze dwergen waren op de schouders van reuzen. Als ze verder zagen dan de ouden, was het niet door eigen verdienste maar doordat ze door die reuzen tot grotere hoogten werden gebracht. Dat de Renaissance en een Winckelmann dit meenamen, behoeft geen betoog.

Ik weet het: ergens in de zeventiende, achttiende eeuw werd duidelijk dat de Europese cultuur de antieke overtrof. De Europeanen beschikten over meer informatie, doorgrondden de natuurwetten en hadden een grotere welvaart. Ik behoor tot degenen die denken dat meer welvaart betekent dat je ook meer mogelijkheden hebt en daardoor vrijer bent. Nu nog zeggen dat de Grieken en Romeinen beter waren dan wij, is onzin. Te doen alsof wij het allemaal beter weten, is echter even onzinnig. Dat is het inzicht dat een oudheidkundige aan de gemeenschap wil doorgeven.

Je kunt van anderen leren. Daaruit volgt: je kunt nooit tevreden achteroverleunen. De prikkel die we aan de Oudheid toeschrijven, dat ze ons uitdaagt te denken over wat we denken, is permanent. Noem het voor mijn part een humanisme dat je je eigen gelijk altijd kunt relativeren, dat je streeft naar wijsheid en dat je zo jezelf waardevoller wil maken voor de gemeenschap.

Ik denk dat iedere historicus, classicus of archeoloog dit zo ziet. Uiteraard gaan er dagen, weken voorbij dat het niet aan de orde is. Maar dit is de kern van het programma, dit is waarom de gemeenschap onderzoek, onderwijs en overdracht financiert.

***

Daarom voel ik me, om de waarheid te zeggen, een beetje opgelaten nu het Nederlands Klassiek Verbond Vincent Hunink en mij heeft genomineerd voor de Homerusprijs. Begrijp dat niet verkeerd: het is fijn dat mensen ons boekje Het visioen van Constantijn hebben gewaardeerd. Maar wie zich bezighoudt met de Oudheid kan niet met zichzelf tevreden zijn. Dat is nou net het enige wat in deze sector niet kan. (Dat prijzen sowieso bijdragen aan de inperking van het debat over cultuur, laat ik dan nog buiten beschouwing.)

Geen prijzen voor oudheidkundigen: dat geldt zeker nu de academische oudheidkundige disciplines verkeren in een brede crisis. Fondsen werven noemen ze onderzoekbeleid. De opleidingen zijn te kort. De overdracht is ondermaats: classici beperken zich vooral tot gymnasia, archeologen laten zich overschreeuwen door het junk news van de limes. Een professionele tweedelijns-uitleg is nagenoeg afwezig. Geen wonder dat ik onlangs weer aan een journalist moest uitleggen dat oudheidkundigen geen leverancier zijn van leuke feitjes maar dat ze een vorm van Bildung bieden. Er is momenteel weinig prijzenswaardigs.

We mogen niet rusten. We moeten het belang van de oudheidkundige disciplines niet slechts claimen, we moeten het tonen, we moeten – zoals Simone Mooij het eens verwoordde – de idealen leven. Geïnspireerd door de reuzen op wier schouders ook wij staan probeer ik een steentje bij te dragen: mijn websites zijn gratis, de nieuwsbrief is gratis en vrijdag krijg ik een contract waarmee ik 85.000 foto’s in het publieke domein plaats.

Als we het belang van de oudheidkundige disciplines tonen, moeten we niet enerzijds de Oudheid presenteren als permanente prikkel om ons eigen denken te doorgronden en anderzijds zelfvoldaan doen. Voor prijsuitreikingen kan in de klassieken, in de humaniora, in de oudheidkundige disciplines (of hoe je het wil noemen) geen plaats zijn.

Ik heb eerder prijzen aangenomen omdat ik welwillende mensen niet voor het hoofd kon stoten. Pogingen een discussie los te krijgen over dit contraproductieve gebruik, zijn echter nooit gelukt. Dus nu doe ik het anders: beste mensen van het NKV, dank jullie wel, maar we kunnen het belang van de oudheidkunde niet tonen door in het openbaar ontrouw te zijn aan het ideaal dat we de samenleving bieden.

Deel dit:

49 gedachtes over “Nominatie

  1. FrankB

    Je kunt best die prijs accepteren zonder zelfvoldaan te doen. Sporters doen dat regelmatig. En de vraag is of je je gewenste discussie wel loskrijgt als je hem weigert.

    1. Volgens mij staat er niet dat Jona de prijs weigert.

      En hij heeft gelijk dat er eens moet worden gediscussieerd om de geesteswetenschappen beter uit te dragen.

      1. FrankB

        Er staat ook niet dat hij hem accepteert, dus heb ik beide mogelijkheden bekeken.

        “En hij heeft gelijk ….”
        Volgens mij heb ik nergens geschreven dat hij in dit opzicht ongelijk heeft.

  2. René

    Bij het lezen van dit blog zag ik Jona op een houten krat staan met gebalde vuisten.

    Iedereen voelt ergens wel wat de echte kracht van geschiedenis is maar het blijft moeilijk verwoorden en uitleggen. Dit blog maakt me weer scherp, zeker wat nodig is in het voortgezet onderwijs waar we constant het vak moeten verantwoorden.

  3. sara

    Dat jullie boek (terecht) een prijs verdient, wil niet zeggen dat je tevreden met jezelf bent of dat zult (moeten) worden. De angst om zelfvoldaan te worden siert je. Tegelijkertijd toont dit aan dat je dat nooit zult worden.
    Een prijs is vooral een aanmoediging om door te gaan. Veel lezers zien jullie boek als een welkome aanvulling in het continue debat, als een voorbeeld voor anderen.
    Uiteindelijk gaat het niet om de uitkomst van het debat, als die er al is …
    Het gaat om het debat zelf.

  4. Frans

    Ach, je moet ook weer niet te streng voor jezelf zijn. En als je wint, kun je in de toespraak/dankwoord natuurlijk dit onderwerp nog een keer noemen. En dan heb je weer een kans om je boodschap uit te dragen. Succes! En ik ben benieuwd naar het volgende boek.

  5. PG

    Een steentje bijdragen is in jouw geval een ferme hoeksteen leggen. Van de vele dingen die ik dankzij dit blog heb geleerd, was het voornaamste toch dat programma eindelijk eens scherp krijgen. Jammer dat websites niet in aanmerking komen voor de Homerusprijs, want hier gebeurt de overdracht doeltreffender dan met gelijk welk boek.

  6. Anna Minis

    Gefeliciteerd! Als ik u was, zou ik die prijs accepteren, en al mijn gewonnen prijzen breed uitmeten als het zo te pas komt. Bijv. in uw volgend boek: Winnaar van de Homerusprijs (en de andere prijzen). Wie gehoord wil worden, moet zich breed maken. Met bescheidenheid kom je niet ver. Hoe meer tamtam, hoe meer kansen om uw ideeën uit te dragen en gehoord te worden.
    En serieus kritiek te krijgen van hen die het niet met u eens zijn. Dan krijgt u een debat.

    1. Tamtam is prima, als het maar in lijn is met de boodschap. Als de SGP een blote meid gebruikt om reclame te maken, is er zeker reuring, maar het werkt niet echt effectief. Je moet je eigenlijke boodschap scherp in het oog houden. Dat is nu te weinig het geval. Anders gezegd: we moeten discussiëren over de public relations van de oudheidkunde – het is immers ons doel het publiek te bereiken.

      1. Rob Duijf

        Het valt te prijzen dat je de prijzen aan je voorbij wilt laten gaan. Je boodschap is het werk dat je doet en presenteert. Dat staat wat mij betreft in contrast met oppervlakkigheid en kleurloosheid. Jij laat zien wat wetenschap is en zou moeten zijn.

        Rijk de Gooijer deed zijn naam eer aan door zijn Gouden Kalf uit het portierraampje te gooien. Dat hoef jij niet te doen. Eerst maar eens zien of men die nominatie honoreert. Je gaat er vast niet van naast je schoenen lopen…

        https://m.youtube.com/watch?v=zz1XuiysO2o

        1. Dirk

          Sorry Jona, helemaal off topic (al zie ik dit ook als deel van de humaniora) maar ik weet niet hoe ik dit anders kan doorgeven aan Rob:

          leerplan kath. godsdienst lager onderwijs: https://www.kuleuven.be/thomas/page/basisonderwijs-leerplan-lager-onderwijs/. Dit is mijn werkinstrument als leraar in een katholieke lagere school.

          actuele discussie over het recent vernieuwde leerplan voor het secundair onderwijs:

          de krant kadert het: http://www.standaard.be/cnt/dmf20190114_04103028
          een liberaal politicus is tegen: http://www.standaard.be/cnt/dmf20190114_04103059
          een godsdienstleerkracht is voor: http://www.standaard.be/cnt/dmf20190115_04105731

      2. Anna Minis

        De Homerusprijs is toch geen blote meid of iets anders dat in tegenspraak is met uw Oudheidkundige ideaal?
        Waarom zou geen gebruik maken van de aandacht die u krijgt?

        1. FrankB

          Omdat hij betwijfelt of dat gebruik wel effectief is.
          Jammer dat niemand suggesties heeft in die richting. Ik heb ze evenmin, dus dit is geen verwijt.

        2. jan kroeze

          @annaminis: ik ben het met je eens. Trouwens mensen zijn dol op aandacht, alsook ook andere apen en honden bv. (maar misschien vinden sommigen een blote meid als prijs ook wel aardig, voor een bepaalde tijd althans, waarschijnlijk mag je zoiets niet meer zeggen in deze tijd, maar je mag zoveel niet meer zeggen is mijn indruk en daarom zeg ik het maar).

      3. MvdM

        Zeker, Jona. Geluk gewenst met de erkenning van jouw en Vincent’s onvermoeibare inzet. Kwaliteit verloochent zich niet. Belangstelling kweken voor de humaniora – in brede zin – begint met een didactiek waar voldoende tijd en ruimte is. Die valt of staat met een serieuze aanpak, op welke wijze die insteek ook plaatsvindt is aan degenen die dat metier machtig zijn. Dat hoeven lang niet altijd verse MA’ers te zijn met een qualifikatie in ‘Classics’, ook anders ingewijde deskundigen komen daarvoor in aanmerking. Ik heb gemerkt dat de habitus – iets wat hand in hand ging met goed onderwijs op het vwo – de laatste tien jaar ver te zoeken is. Er blijft nog heel veel werk aan de winkel…

        1. FrankB

          De mijne niet. Als ik blote meiden op de kaft zie verwacht ik ze ook binnen de kaft en geen oudheidkunde.

      4. Roger van Bever

        Als de SGP dat zou doen, ben ik er, als inwoner van de Bible Belt, van overtuigd dat ze er geen stemmen zullen mee winnen, maar ook geen stem zullen door verliezen. Het zou hoogstens zorgen voor enige opschudding bij de mannenbroeders, die als moeder de vrouw er niet bij is, er stiekem zullen van genieten. Maar ik ben het eens met je stelling dat je het meest bereikt door telkens weer je boodschap te brengen en in het geval van de SGP zal die boodschap niet veranderen. Het is net zoals in de marketing: Frappez toujours!
        Ik vind die nominatie voor jou en Vincent zeer eervol en hoop dat jullie de prijs winnen!
        Ik ben het eens met A. Minis dat je niet te onbescheiden moet zijn. Als ik op het omslag van een Engels, Frans of wat voor boek dan ook een blurb lees dat het boek genomineerd is voor de Pulitzerprijs, de Man Bookerprijs of voor wat voor prijs dan ook is mijn belangstelling groter dan als dat niet het geval is. Je ideeën verdienen verspreiding en de nominatie voor of het winnen van die prijs vergroot je autoriteit!

    2. @Anna Minis: ´Wie gehoord wil worden, moet zich breed maken´. Daar sluit ik me bij aan. Bescheidenheid is een groot goed, maar je komt er in deze maatschappij niet erg ver mee.
      Die prijs is meer dan verdiend, ik zou daar niet te moeilijk over doen. Gefeliciteerd!

      1. Ik heb een blog die voldoende wordt gelezen door de mensen die haar moeten lezen. Ik heb het boekje geschreven voor de Week van de Klassieken. Streven naar meer aandacht zou aandachtshoererij zijn.

  7. Dirk

    Voor wat je hier allemaal doet, verdien je zeker waardering. Of dat dan die prijs moet zijn, laat ik in het midden.

    1. Het NKV zou, denk ik, meer doen voor de klassieken door een tweedelijnsvoorlichting op te zetten dan door prijzen uit te reiken.

      Ik ben overigens geen lid van die vereniging omdat ik onafhankelijk wil zijn.

  8. Ellen

    Al je mooie woorden ten spijt Jona, je wilt aandacht en waardering van je werk.
    Nu krijg je dat en je denkt te moeten kiezen.
    Het is natuurlijk ook mogelijk om voor beide tegelijk te kiezen.
    Zo’n prijs helpt zeker ook om “jouw Oudheid” meer bij de mensen te brengen en ik weet dat dat een van je doelstellingen is.

        1. Rob Duijf

          Zo is dat.

          Een felicitatie voor iemand die laat zien hoe je oudheidkunde als wetenschappelijke discipline dient te benaderen. Niet alleen door het schrijven van boeken, maar ook door de actieve link te leggen naar wetenschapsfilosofie en -communicatie. Stokpaardje van JL (‘daar heb je hem weer…’), dus laten wij dat dan maar voor hem doen.

  9. Marga de Boer

    Jona, ik las je leeslijst. Bij de fictie valt me op dat je nog niets van (Valerio Massimo) Manfredi hebt gelezen. Doen hoor, het is spekkie voor jouw bekkie. Bv HET LAATSTE LEGIOEN. Marga

  10. Manfred

    Jona, je hebt de Homerusprijs als eens gewonnen, in 2011 met Arjen Bosman voor ‘De rand van het Rijk. De Romeinen en de Lage Landen’.
    https://www.nkv.nl/homerusprijs

    Wat heb je er toen mee gedaan, geaccepteerd?

    Je zou het kunstwerkje kunnen aannemen en het vervolgens veilen. De opbrengst kun je dan weer steken in Livius.

    1. Rob Duijf

      Hmmm. 🤔 Stort het dan in een fonds, dat zich inzet voor de communicatie dat de limes méér is dan Romeinen. Bijvoorbeeld. Kan hoor. In Duitsland heeft men daar veel ervaring mee….

    2. Arjen en ik hebben de prijs destijds geaccepteerd en ik heb een mooie herinnering aan de elegante toespraak die we kregen. Het heette toen nog geen Homerusprijs overigens.

      Mijn punt is ook niet dat ik niet dankbaar en het niet zou waarderen. De crux is dat de klassieken ons permanent kritisch op onszelf moeten doen zijn. Een goede studie van de Oudheid, schrijven de Vlaamse oudheidkundigen Van Hoof en Van Nuffelen, stelt tevens zichzelf in vraag. We kunnen niet tevreden zijn over wat we hebben bereikt, omdat dat nu net datgene is waar de klassieken zich tegen richten met “je bent een dwerg op de schouders van reuzen”.

      De oudheidkunde kan niet de ene norm uitdragen en het andere doen. Daarover – en eigenlijk over de vraag wat we willen met de Oudheid nu de universiteit zich uit de maatschappij heeft teruggetrokken – wil ik een discussie. Ik heb dat, na overleg met Vincent (die dit bezwaar niet deelt maar wel een andere tegenwerping heeft), ook geschreven aan het NKV. Het NKV kan schitterend de lacune vullen die de universiteit nalaat: de tweedelijnsvoorlichting.

        1. FrankB zocht suggesties voor dingen die het NKV kon doen en MvdM verweet het Verbond volgers en geen leiders te zijn. Het NKV zou positief de toon kunnen zetten door, als Meijer weer eens pseudowetenschap uitslaat over Archimedes of de vloek van de farao, zich openlijk te distantiëren .

  11. Jan Smit

    “De crux is dat de klassieken ons permanent kritisch op onszelf moeten doen zijn.”
    En dan zou je een prijs niet mogen accepteren?

    Je bent doorgaans glashelder maar in deze kan ik je gedachtegang niet volgen.

    1. Het is zoiets als “Denker des vaderlands”. Wie denkt, neemt zo’n titel niet aan en wie het aanneemt, heeft niet gedacht.

      Zo redeneert ook Jona.

Reacties zijn gesloten.