Oog op de Oudheid 2019

De Oudheid is een fascinerende tijd en de oudheidkundige disciplines zijn al even fascinerend. Om ook dat laatste te tonen, organiseerde het Rijksmuseum van Oudheden in 2018 voor het eerst “Oog op de Oudheid”. Vier avonden lang vernam u wat onderzoekers nu eigenlijk doen. Omdat dat een succes was, zijn er in 2019 opnieuw vier avonden, gewijd aan het thema DATA en onder hetzelfde motto als vorig jaar: “Geen weetjes maar wetenschap”.

Elke avond “Oog op de Oudheid 2019” begint om 19:30 (zaal open 19:00), wordt ingeleid door brandende journalistenvragen van Marcel Hulspas, kent een pauze met “antieke” wijnen van Eet!Verleden en sluit met een korte discussie tot 22:00 onder leiding van presentator Richard Kroes.

Dinsdag 2 april: Oog op oude teksten

Antieke literaire teksten zijn overgeleverd in middeleeuwse handschriften vol kopiistenfouten. Gerard Boter (VU) legt uit hoe filologen die fouten gebruiken om de oorspronkelijke tekst zo goed mogelijk te reconstrueren en Tazuko van Berkel (LEI) vertelt dat het desondanks toch redelijk problematisch is. Wat zijn data eigenlijk? Is er wel een grens met interpretatie?

Dinsdag 9 april: Oog op migratie

Dankzij het nieuwe onderzoek naar isotopen en antiek DNA is er een stortvloed aan nieuwe informatie over de oude wereld, die ons in staat stelt migratie te documenteren. Tegelijk zijn die nieuwe gegevens ook niet zonder problemen. Lisette Kootker (VU) beschrijft het isotopenonderzoek, Rens Tacoma (LEI) vertelt over de mogelijkheden en problemen in de historische interpretatie van de nieuwe data.

Dinsdag 16 april: Oog op digitale data

De brute rekenkracht van computers schept nieuwe mogelijkheden om informatie uit ruwe data te distilleren. Miko Flohr (LEI) bestudeert de antieke economie, experimenteerde met data-analyse en stelt de vraag wat digitalisering tot nu toe heeft opgeleverd. Mladen Popović (RUG) houdt zich bezig met de Dode Zee-rollen en werkt samen met andere onderzoekers aan een AI-programma om de computer de hand van antieke kopiisten te laten herkennen en handschriftstijlen te laten onderscheiden.

Dinsdag 23 april: Oog op de toekomst

De wetenschappelijke neiging tot scoren is vaak schadelijk voor onze kennis van het verleden. Lucas Petit (RMO) beschrijft overdreven archeologische claims die veel aandacht krijgen terwijl de retractie wordt genegeerd, Jona Lendering beschrijft dat het menselijkerwijs noodzakelijk is in een overaanbod aan nieuwe data te selecteren, waarbij het gevaar van manipulatie levensgroot is.

***

Data: dinsdag 2, 9, 16, 23 april 2019

Tijd: 19.30 uur (zaal open vanaf 19.00 uur)

Entree: € 5 per avond (passe-partout voor vier avonden: € 15 )

Locatie: Tempelzaal, Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, Leiden

Hashtag: #OodO19

(Het plaatje dat ik hierboven gebruikte was een detail van dit mooie reliëf uit Palmyra, nu in het RMO.)
Deel dit:

6 gedachtes over “Oog op de Oudheid 2019

  1. FrankB

    “Is er wel een grens met interpretatie?”
    Nee. Het is een onderscheid, maar de twee zijn onlosmakelijk verbonden. Het is een heel aardige gedachtenoefening om allerlei data te interpreteren vanuit de hypothese dat de Aarde plat is.
    Wanneer worden deze lezingen in Groningen Stad gehouden?

  2. jan kroeze

    Dit relief heeft ogen met oogjes. Hoe is de verdeling bij weergegeven ogen (ik zeg het maar zo) bij sculpturen uit de oudheid? Is daar so wie so iets over bekend?

    1. Jeroen

      Bedoelt u ogen met pupillen?
      Ik weet niet hoe de verhoudingen zijn, maar het wordt (al enige tijd) steeds duidelijker dat antieke (i.i.g. Griekse en Romeinse) sculptuur en architectuur veelvuldig bont gekleurd was.

      Bij uitgehakte pupillen is het bestaan ervan dus duidelijk aantoonbaar, maar ook bij ‘gladde’ oogballen is het zeer wel mogelijk dat hier in eerste opzet met verf een pupil op was aangegeven.

  3. Willem van Bentum

    De iris en pupil werden inderdaad geverfd. In de tijd van Trajanus begint men ook heel voorzichtig de iris in de steen uit te hakken. In de loop der tijden worden de ogen steeds gedetailleerder uitgehakt en komt in het portret de nadruk steeds meer te liggen op de ogen. Zie b.v. de ogen van de portretten van Constantijn en die van Arcadius en diens tijdgenoten.

  4. jan kroeze

    @jeroen en vanbentum: mijn hartelijke dank. Ja , dat schilderen wat jullie aanvoeren had ik glad over het hoofd gezien, niet aan gedacht. Het is nu wat duidelijker geworden voor mij. Ik heb wel eens koppen gemaakt van klei en daarbij drukte ik soms met m’n vinger een pupil in het oog. Zoiets moet je dan voorzichtig doen. Bij schilderen ligt dat anders, kleur oogwit en tikje glans in de pupil ,etc.

Reacties zijn gesloten.