De bloggersparadox

Ik heb nu ruim 3200 blogstukjes en ruim twee miljoen woorden geschreven, meestal over de Oudheid. Daarbij kan ik me weleens vergissen, maar trouwe lezers van deze blog weten dat ik ook weleens terugkom op een eerder oordeel en mezelf verbeter. U weet dat ik daarbij geen werkelijke agenda heb, of het moest zijn dat ik wil tonen waarom oudheidkunde een wetenschap is. Volmaakt ben ik allerminst, maar ik probeer naar eer en geweten te schrijven over het onderwerp dat me dierbaar is.

Gek genoeg is het problematisch. U vertrouwt me, maar alleen eerlijke mensen zijn zulk vertrouwen waard. Helaas moet ik, om zo nu en dan een bepaald punt te maken, van tijd tot tijd oneerlijk zijn. Daarin zit iets paradoxaals. En ik kom er niet werkelijk uit.

Professionele oneerlijkheid

Eén voorbeeld is dat ik al selecties aanbreng in mijn onderwerpen en daardoor geen representatief beeld geef van wat er speelt in mijn vak. Opmerkelijk genoeg hangt die oneerlijkheid samen met een verlangen naar eerlijkheid. Zo werd ik gisteren geattendeerd op een nieuwe Herodotosvertaling. Ik heb meegewerkt aan een vorige uitgave en heb uitgesproken ideeën over hoe antieke historische teksten moeten worden aangeboden in een tijd waarin mensen online informatie zoeken: alleen de Landmarkreeks heeft inhoudelijk meerwaarde boven het digitale aanbod. Die standaard zal nu niet zijn gehaald, dus ik weet nu al dat ik negatief moet oordelen. Als ik bovendien verneem dat Tom Holland, een classicus die zich uitgeeft voor historicus maar dat bepaald niet is, het nawoord schrijft, weet ik zeker dat ik deze vertaling onbesproken moet laten. De vertaler, die ik oprecht aardig vind, verdient een onbevangener recensent (vergelijk dit stuk). Hier maak ik dus bewust een selectie in de onderwerpen waarover ik schrijf en ben ik minder onbevangen en oprecht dan u met uw vertrouwen verdient.

In de tweede plaats laat ik het achterste van mijn tong niet altijd zien. Zo was er de Karthago-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden, die ik erg goed vond, terwijl ik de catalogus erg zwak vond. Ik heb pas over dat boek geschreven toen de tentoonstelling voorbij was, omdat ik bang was dat u, als u mijn stukje over de catalogus had gelezen, de tentoonstelling niet meer zou bezoeken. Er zat dus bewust een voorbehoud in mijn oordeel over de expositie en ik was, opnieuw, minder onbevangen en oprecht dan u verdient.

Het derde voorbeeld zou ik willen omschrijven als terughoudendheid. Ik krijg regelmatig mail van mensen die schrijven blij te zijn dat ik enkele problemen benoem. Er is veel woede maar ik wil meer zijn dan alleen een spreekbuis van andermans ergernis. Niet alleen is het saai élke man en élk paard te benoemen, maar soms weet ik waarom dingen verkeerd zitten en zie ik vooral de goede menselijke inzet. De re-enactors die, als het gaat over Romeins Nederland, door het publiek worden beschouwd als de betrouwbaarste voorlichters, laten weleens een steekje vallen maar ik zal nooit mensen afvallen die vrijwilligerswerk doen. Zeker niet als het is een veld waarin de universiteiten het laten afweten en de limes een stoorzender is. Er zit dus bewust een terughoudendheid in mijn stukjes en ik ben minder oprecht dan u verdient.

Het vierde voorbeeld is het eenvoudigst: oververeenvoudiging. Ik had het eergisteren over “de” christelijke uitleg van het verhaal over het offer van Abraham. Het stukje naderde de 800 woorden, wat ik te lang vind, en dus heb ik wat slagen om de arm achterwege gelaten. Er zat dus bewust een gebrek aan nuance in dat stukje.

De bloggersparadox

Kortom, u vertrouwt erop dat ik u eerlijk vertel over wat er zoal speelt en ik zou dat vertrouwen waard zijn als ik een representatief beeld kon geven, maar ik kan mijn werk niet altijd in volledige oprechtheid doen. Toen ik deze kwestie aanstipte op de recente bijeenkomst van wetenschapsbloggers,  voegde iemand scherpte toe aan deze paradox door erop te wijzen dat de persona die ik neerzet binnen mijn veld redelijk zichtbaar is.

Ik wil dit alles niet dramatischer maken dan het is. Ik denk dat iedereen in het onderwijs deze paradox herkent en voor zover ik weet slaapt geen docent daar minder om. Een enkele keer speelt het echter wél een rol, want als een wetenschapsblogger aan zijn publiek verplicht is zo eerlijk mogelijk over wetenschap te schrijven, volgt daaruit dat hij een vijg een vijg, een trog een trog en mislukt onderzoek mislukt onderzoek te noemen. Tegelijk kan de wetenschapsblogger voor zijn informatie afhankelijk zijn van die mislukte onderzoekers, kan hij tactisch terughoudend worden en verandert de paradox in een serieus dilemma.

En wie bent u?

Ik zou ook nog eens kunnen schrijven over de “u” voor wie ik schrijf, want die is net zo onecht als de “ik”. Ik wil mensen die niet als oudheidkundigen zijn opgeleid tonen dat oudheidkunde een wetenschap is, maar ik weet dat er classici, archeologen en historici zijn die deze stukjes eveneens lezen, en soms houd ik daar rekening mee. Wie is dan de “u”?

De vorige alinea was trouwens het vijfde voorbeeld van een bewuste onoprechtheid: ik doe alsof ik de ene doelgroep bedien maar schrijf tevens voor een andere. En voorbeeld numero zes is dit stukje zelf, want laten we eerlijk zijn: bloggen over bloggersdilemma’s is ook nogal gekunsteld en onoprecht.

Deel dit:

60 gedachtes over “De bloggersparadox

  1. Zoals Yuri Visser jou ervan overtuigde dat je Fik Meijer wel moest bespreken, zou ik je adviseren Herodotus wél te bespreken. Je kent de tekst en begrijpt hoe hij te werk gaat als historicus.

  2. FrankB

    “Opmerkelijk genoeg hangt die oneerlijkheid samen met een verlangen naar eerlijkheid.”
    Dit is dan ook een schijnparadox. Je hebt immers net toegegeven dat je stukjes onvolledig zijn. Nou, dat zijn alle wetenschappelijke teksten ook. De schijnparadox is alleen op te heffen als je een blogstuk schrijft dat het equivalent is van een boek van minstens 10 000 pagina’s (waarschijnlijk een lage schatting).

    “ben ik minder onbevangen en oprecht dan u met uw vertrouwen verdient.”
    Sorry dat ik je moet teleurstellen. Ik heb je nooit genoeg vertrouwd om dergelijke onbevangenheid en overdreven oprechtheid te verwachten. Reden: je bent lid van de soort Homo Sapiens en lijdt dus onder allerlei beperkingen.

    “mensen afvallen die vrijwilligerswerk doen”
    Je kunt iemand de grond in schrijven of mild op verbeterpunten wijzen, nadat je alle verdiensten uitgebreid hebt benoemd. De keus is altijd aan jou. Dus dit is ook al een schijnparadox.

    “verandert de paradox in een serieus dilemma.”
    Tja, ook het werk van een wetenschapsvoorlichter gaat niet over rozen. Doe nou maar gewoon een beetje je best, dan maak ik me er iig niet druk om.

    “bloggen over bloggersdilemma’s is ook nogal gekunsteld en onoprecht.”
    Gekunsteld OK – op mij komt je stukje wellicht gekunstelder over dan je zelf denkt. Maar onoprecht? Neuh, ik ga je niet het plezier doen je op dit punt gelijk te geven.

      1. Het probleem is dat sommige dieren dingen willen weten die andere dieren weten, en dat die laatste dieren weleens piekeren of ze goed bezig zijn. Zoals in alle educatie is er een vertrouwensband, maar daar zitten wat wonderlijke kanten aan. En ik wil geen dwaallicht zijn.

        Bedenk: in mijn veld wemelt het van de mensen die denken dat ze het weten en het verkeerd doen.

        1. Rob Duijf

          ‘En ik wil geen dwaallicht zijn.’

          Uitstekend! Maar je hoeft ook geen gidslicht te zijn. Dat je daarbij begint met zelfreflectie is evident.

          Het allerbelangrijkste is dat mensen leren om onafhankelijk en kritisch te zijn, en niets voor zoete koek aan te nemen. Dat betekent dat ze moeten leren de juiste vragen te stellen. Dat is het ‘gereedschap’ dat je aan je lezers kunt meegeven. Ze zullen het echter zelf moeten leren gebruiken en toepassen.

      2. FrankB

        Die vraag heb ik in mijn reactie al beantwoord. De halve zin begint met “en lijdt dus ….” Meldt het me als u het niet kan vinden.

  3. Marcel Meijer Hof

    Een aardig, goedbedoelend, waardevol mens niet frontaal, en plein public wijzen op tekortkomingen waartegen zij/hij zich op dat moment, op die plaats niet teweer kan stellen acht ik een uiting van goede manieren. Wellevendheid geeft de mogelijkheid iemand in zijn of haar waarde te laten en vormen zo een belangrijke voorwaarde voor een prettig en constructief maatschappelijk verkeer, nietwaar ? Het doen van gemotiveerde aanbevelingen behoort natuurlijk tot de mogelijkheden. Dat is naar ik meen de kunst van een goed didacticus.

    Gelukkig ben ook ik, kunsthistoricus met klassieke archeologie in de bagage, niet volmaakt. De befaamde scheldkanonades van de jonge Gerrit Komrij, daar kon en kan ik zeer van genieten. Ook het fijnzinnig fileren, en daarbij de conclusie overlatend aan de toehoorder, kunnen een bijzondere ervaring opleveren. Goede humor is eveneens een machtig wapen, de tekenpen aan haar zijde.

    Voorlopig is U vooral bemoeid om het zeer brede veld van de Ouderdomskunde op heldere wijze toegankelijk te maken, waarbij U ‹ als vanzelf › anderen laat zien hoe het wèl kan [en moet].
    Ik weet haast zeker: Er is een plaatsje voor U in de hemel gereserveerd, een beetje aan de rand, daar waar het gezellig is :-]

    En avant !

    1. Rob Duijf

      ‘(…) een beetje aan de rand, daar waar het gezellig is (…)’

      Maar niet al te druk en van serene rust, anders moet hij zijn vleugeltjes over zijn oren doen… 😉

  4. “U vertrouwt me”. Absoluut niet, voor geen meter!

    Maar:
    1) Je onderbouwt je stukjes goed
    2) Je laat zien hoe je aan je resultaten komt
    3) Je hebt vaak interessante onderwerpen
    4) Je schrijft het vaak heel onderhoudend op
    5) Je hebt vaak interessante linkjes naar achtergrondinformatie

    Dus nee, geen blind vertrouwen, maar wel kritisch volgen, plezier, mogelijkheden tot verder onderzoek en inzicht hoe een historicus werkt (zou moeten werken…). Daar doe ik het voor., en hopelijk jij ook!

    1. Ik zit niet te tobben hoor. Het is meer dat ik probeer iets te doorgronden.

      Ik heb mezelf proberen op de mouw te spelden dat “als je onoprecht bent met een goed doel is het niet erg”. Maar kun je van jezelf weten of je doel wel goed is?

      En kijk nog even naar die opmerking: mensen die me erop wijzen dat ik wel opvallend begin te worden. Ik was me daarvan niet zo bewust, maar dan moet je wel nadenken over de vraag of je niet schadelijk wordt. Dan is het goed een stukje als dit te schrijven en te zien wat de reacties zijn.

      1. Soms vind ik je wel wat voorspelbaar (= consistent?), bijvoorbeeld met betrekking tot de limes, maar schadelijk…? Neuh. Afgezien daarvan heeft de lezer ook nog een eigen verantwoordelijkheid.

      2. Rob Duijf

        Zelfrelativering is gezond. Dat mag van de schrijver, maar ook van de lezer worden verwacht.

        Dat je op een verjaardagsfeestje niet het achterste van je tong laat zien om de sfeer niet te bederven, kan ik me voorstellen. Dat heet takt.

        In een wetenschapsblog (ook die met een persoonlijke ’touch’) mogen man en paard echter best worden genoemd, ook al is dat voor sommige lezers misschien vervelend of zelfs pijnlijk om te lezen. Die zullen wellicht afhaken, dat is dan maar zo. Anderen zullen het daarentegen waarschijnlijk doorvertellen.

        Punt is, dat je laat zien wie je bent en waar je voor staat. Dat nog wil zeggen dat je per sé gelijk hebt, maar je laat wel zien dat het anders kan en hoe dat moet. Dat heet opbouwende kritiek en daar is niets mis mee.

      3. jan kroeze

        Nogmaals, wat is het probleem? Ga je vaker dit soort stukjes schrijven? Ik zou zeggen schrijf wat je wilt, ik lees ze toch wel! Ik vind de blog leuk!

  5. sara

    De omgang met de medemens vraagt af en toe om fluwelen handschoentjes.
    Soms is in het sociale verkeer ‘een waarheid’ vertellen schadelijker dan deze (tijdelijk) achterhouden.
    Iets achterhouden is hier dus ethischer dan iets vertellen. ‘Ethischer’ in de zin van minst schadelijk voor de ander.
    Men is zodoende eerlijk naar zichzelf toe, en de ander onbeschadigd.

    1. Rob Duijf

      Zeker! Je hoeft in het dagelijks sociale verkeer niet altijd alles te zeggen, wat je mag zeggen. Een blog komt echter niet naar de lezer toe, de lezer komt naar het blog toe…

    2. jan kroeze

      @sara: af en toe fluwelen handschoenen. De reacties op deze blog zijn in het algemeen redelijk keurig. Een enkeling wil wel eens te ver gaan naar mijn mening maar daar reageer je dan niet op, gewoon laten lullen. Wat ik zou willen is dat deze blog ook toegankelijk zou kunnen zijn voor mensen met belangstelling voor geschiedenis maar misschien niet altijd het niveau van Jona begrijpen. Let wel dit is geen kritiek op Jona’s manier van schrijven. Maar ik vermoed dat het niet veel anders kan dan de wijze waarop ie schrijft.

      1. Frans

        Ik denk dat ik wel in die categorie val. Als het bijvoorbeeld gaat over hoge en lage chronologie van de Bronstijd wordt het me iets te specialistisch. Maar zoals ik even verderop zeg, je hoeft niet alles even aandachtig te lezen en dat soort droge kost zie ik hier nou ook weer niet zo vaak. Over het algemeen biedt deze blog een uitstekende kruising tussen het wetenschappelijke en het alledaagse.

  6. Anna Minis

    Man en paard noemen mag natuurlijk best en een goed onderbouwde negatieve recensie schrijven ook. Maar bezig blijven als het punt allang en meer dan eens gemaakt is, dat is in de ogen van sommige lezers niet sjiek.
    Waarom besteedt u zoveel tijd aan dit soort overpeinzingen? U doet uw best en richt heus geen schade aan. Schrijf maar weer eens een boek, bijvoorbeeld over Athanasius van Alexandrië. (Zijn Fik Meijer heette Arius). Een hoogst interessante figuur waar veel over te schrijven valt. Ik zou dat op prijs stellen want mijn kat heet Athanasius.

    1. Ja, ik snap het verwijt: sommige dingen herhaal ik wel vaak. Ik heb een verzoek liggen wéér over de limes te schrijven en ik stel het een paar dagen uit zodat het niet te snel volgt op het vorige stukje.

      Probleem is natuurlijk: de meeste stukjes worden gelezen door mensen die hier met Google komen. De vaste lezers zijn een minderheid.

      1. Frans

        Die herhaling lijkt me onvermijdelijk als je iedere dag wat schrijft. Bij sommige passages denk ik inderdaad: ja, ik weet het nu wel (en ik volg de blog nog geen jaar), maar daar kan ik overheen lezen tot het weer interessant wordt.

  7. Dirk

    Ik heb te weinig bagage om te achterhalen of de inhoud van je stukjes mijn vertrouwen waard is. Interessant dat je de keuzes toelicht die je maakt – de blogstukjes die je niet schrijft. Misschien dat ik het daar niet altijd mee eens zou zijn, maar je verdient mijn vertrouwen wel omwille van je motieven.
    Het kan geen kwaad soms wat terughoudend te zijn. Ben je zeker dat er niet ergens een beetje Vlaming in de Amsterdammer zit?

    1. Rob Duijf

      ‘(…) je verdient mijn vertrouwen wel omwille van je motieven.’

      Nee, Dirk! Jona verdient het om kritisch te worden gevolgd en aan scherp de tand te worden gevoeld. Om dat te kunnen doen, moet je onafhankelijk zijn en niet ergens bij een vermeend weten voor anker liggen. Daar waar de schrijver zou moeten beginnen met zelfreflectie, geldt dat immers ook de lezer…

      1. FrankB

        Onafhankelijk zijn is nogal lastig voor iedereen, want eenieder zeult door het tranendal genaamd Aarde steeds toenemende bagage mee, waarin.heel wat vermeend weten. Het blijft dus altijd voor iedereen behelpen.
        Zoals ik al schreef – laat eenieder nou maar zijn/haar best doen. Dat begint inderdaad met zelfreflectie. Heb alleen niet de illusie ooit de Eeuwigdurende Ware Perfectie te kunnen bereiken. Ook zelfreflectie zal nooit alle inconsequenties uit kunnen bannen. Bovendien zeggen onze oosterburen het fraai: Jeder Konsequenz führt zum Teufel. Dat geldt ook voor ultiem konsequente oprechtheid.

        1. Henk Smout

          Lees aflevering ‘Ergerlijke goedheid’ van 6 januari nog maar eens terug, zie daar ook partij waarin Averbach in Siciliaanse Draak consequent maar foutief d6-d5 speelt. 16… d6-d5, tegen de analyses van Vukovic uit de jaren 50 (zie aflevering ‘Leeuwarden’ van 10 augustus – en daar gegeven links – en nog enkele latere afleveringen) de decennialang onbekend gebleven beste zet (16… Le6xg4 kreeg van Sapi/Schneider 1990 en Chris Ward 1994 een uitroepteken, Tiviakov 1995 maakte daar eind aan door zijn met 17.Pc3-d5 beginnende tegenanalyse), is zet later in verder zelfde stelling maar met witte koning op b1 en niet op c1 niet goed, dat van de acht mij ermee bekende partijen Zwart er vier wint en Wit maar twee verandert daar niets aan.

      2. Rob Duijf

        ‘(…) eenieder zeult door het tranendal genaamd Aarde steeds toenemende bagage mee, waarin heel wat vermeend weten.’

        Daar heb je natuurlijk helemaal gelijk in Frank! De vraag is wat we met die constatering doen, nog afgezien van de vraag of er wel zoiets bestaat als Eeuwigdurende Ware Perfectie en zo ja, wat dat dan is.

        Daar ligt iets moois in, namelijk het vermogen om vragen te stellen en te onderzoeken, in plaats van klakkeloos aan te nemen en slaafs te volgen. Helaas is dat iets, dat niet wordt onderwezen, als het al onderwezen kan worden, omdat onze opvoeding vooral bestaat uit conditionering. De opvoeders – wij dus – zijn immers ook geconditioneerd, vaak ingesleten als de groeven van een grijsgedraaide grammofoonplaat.

        De enige manier om de naald uit de groef te krijgen, is een hengst tegen de draaitafel te geven. Dat kan gebeuren, wanneer er ernstige, schokkende gebeurtenissen plaatsvinden die ons de schellen van de ogen doen vallen. Doorgaans likken we echter onze wonden en vallen we terug in de oude patronen die het menselijk aandeel veroorzaken van ‘het tranendal genaamd Aarde’.

        Kan het ook anders? Is dat geen fantastische vraag? Bewustzijn begint bij zelfreflectie, bij het inzicht in wie en wat wij zijn en de consequenties daarvan. We zouden samen plaatsen kunnen creëren, waar we samen kunnen leren en inzien wat conditionering is en hoe dat alle aspecten van ons leven bepaalt. In ieder geval staat dit blog ons toe er over na te denken en van gedachten te wisselen. Dat is geweldig!

        1. Frans

          Niet zo’n goeie beeldspraak, Rob. Op mijn ziel mogen best wat krassen komen, maar niet op mijn platen!😉

  8. Jeroen

    Je moet altijd blijven streven naar de utopische “perfectheid”, je moet je altijd realiseren dat die per definitie onmogelijk bereikbaar is, en vervolgens moet je accepteren dat dat het is….haal adem, bindt het aan een ballonnetje en laat het gaan 🙂

    Een element mis ik nog.. Je hebt het blogger-reageerder contact genoemd, maar er is ook het reageerder-reageerder contact.
    Ik lees dit blog op de allereerste plaats om de Oudheid niet mijn specialisme is, en ik er iets over wil leren. Uiteraard is dat selecitief; hoe wil iemand de levens van miljoenen mensen over een periode van zo’n 2000 jaar integraal leren kennen.
    Daar kàn niet anders dan een subjectieve selectie in zitten

    Mááár…. ik lees hem stiekem ook voor de reacties van de lezers…soms wordt ik ontroerd, soms leer ik wat bij…. soms erger ik me aan het licht-autistische karakter van de Homo Humaniorus (d.w.z.; niet kunnen kakken zonder een definitie van een drol te hebben gevormd) …soms irriteer ik mij aan het duizendste olifantindeporseleinkast-stukje van FrankB, en soms ben ik het roerend met hem eens.
    Soms vind ik Rob Duijf de plank volledig misslaan, en soms timmert hij zijn verhaal waterdicht.

    Heerlijk….: reacties

    1. Rob Duijf

      Streven naar de utopische ‘perfectheid’ is niet meer dan het najagen van een hersenschim. Het komt immers voort uit de idee van imperfectheid (evenzeer een hersenschim) en draagt dus het zaad van zijn ontstaan in zich mee. We leven als een kip-zonder-kop. In plaats van zelf te begrijpen wie wij zijn en waarom we doen wat we doen, laten we ons de Waarheid voorkauwen…

    2. Rob Duijf

      Het kan zijn dat ik de plank volledig missla en uit mijn nek klets. In dat geval stel ik het bijzonder op prijs als je me daarop wijst, zodat ik kan zien waar ik een denkfout maak. 🤗

      1. Jeroen

        Zal ik doen 🙂
        (andersom is er ook genoeg aan te merken. Ben ik me volledig van bewust).

        Ik gebruikte jou en FrankB maar als voorbeeld van regelmatige reageerders; volgens mij is de “reageerder” een niet te onderschatten onderdeel van een medium als de blog. Je weet wat aanslaat, wat reacties losmaakt, wat werkt en wat niet werkt.

        Het grote voordeel boven bijv. een boek. Weliswaar hoor je dan ook wel eens reacties, maar meestal minder, later en veel minder vanuit de tenen.

    3. Perfectie is niet alleen onmogelijk, het is denk ik ook onwenselijk. Want aan perfectie valt niets af te dingen, niet te morrelen, niets te veranderen. Immers: perfect, dus onaantastbaar en houden zo. Daar ketst elke verandering, iedere bevraging op af.
      Een schrikbeeld, volgens mij.

  9. henktjong

    “een vijg een vijg, een trog een trog noemen”. Het is nu al de tweede keer dat ik dit lees. De eerste keer was in je recensie van mijn boek. Ik kende die uitdrukking niet, om met Ds. Gremdaat te spreken. Waar komt die vandaan? Heeft het iets te maken met Romulus en Remus in de trog die in de Tiber door een vijgenboom werd tegengehouden toen hij dreigde te zinken, waardoor Rome dus niet zou zijn ontstaan? Maar waarom zou je die zaken dan niet mogen benoemen? Is dit een oudheidkundigen dingetje?

  10. Anna Minis

    Zelfreflectie is een groot goed, zonder dat is het leven niet waard geleefd te worden, nietwaar?
    Maar je kunt alles overdrijven, ook zelfreflectie.

    1. Rob Duijf

      Wie leeft zonder zelfreflectie, leeft als een kip zonder kop, onbewust van denken, doen en laten.

      Laten we het vooral niet groter maken dan het is, maar overdrijven? Hoezo?

  11. Anna Minis

    We overdrijven als we het groter maken dan het is. Dan dreigt het spook van piekeren en twijfelen.
    Alles met mate, ook zelfreflectie.

    1. Rob Duijf

      Dat heeft niets met zelfreflectie te maken. Zelfreflectie is niet meer dan naar jezelf kijken en zien wie je bent of hoe je je voordoet.

      Wat is dat ‘spook van piekeren en twijfelen’? Waar komt het vandaan? Hoe ontstaat het? Wat gaat er aan vooraf en waar wordt het door gevolgd? Daar kun je natuurlijk een psychologisch antwoord op verzinnen, maar dat is theorie. Je kunt er echter ook naar kijken op het moment dat het zich voordoet en zien wat het is.

      Dat is feitelijk begrijpen en heeft niets met overdrijven te maken, maar met inzicht. We overdrijven juist, omdat we onszelf niet begrijpen…

      1. Anna Minis

        Teveel naar jezelf kijken leidt tot piekeren. En alles wat je doet op een goudschaal leggen leidt tot twijfel. Ingewikkelder is het in mijn ogen niet, maar dat zal wel aan mij liggen.

          1. Rob Duijf

            Dus stel je jezelf de vraag: doe ik het wel goed? Dat wil zeggen, dat je niet vasthoudt aan je eigen opvatting, maar dat je je kwetsbaar opstelt, je mogelijke ongelijk toelaat en dus andere mogelijkheden openlaat. Niks mis mee…

        1. Rob Duijf

          Nee. Piekeren en twijfelen (in de zin van zoeken naar zekerheden) komen voort uit psychische onzekerheid. Dat is angst en het kan zich op vele manieren manifesteren. Aan die verklaring heb je overigens niets. Wil je het begrijpen, dan moet je het onder ogen zien en dat kan alleen maar door naar jezelf te kijken…

          Overigens is twijfelen nog iets anders, namelijk het loslaten van het idee dat er zoiets als psychologische zekerheid bestaat. Daaraan ontlenen we namelijk ons gevoel van veiligheid, maar dat is schijn.

          Dus blijft de vraag: waarom pieker je eigenlijk? Het feitelijke antwoord kan ik je niet geven, dat ligt besloten in het kijken, het nauwkeurig en zonder (voor)oordeel observeren…

  12. A. Harmens

    Het sparen van de kool en de geit komt niet alleen in bloggersland voor. Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo verkeerd. Een hele scherpe toon past ook niet zo bij dit blog, naar mijn mening dan. Wel komt het mij voor dat ik op dit blog vaker kritiek op instanties, instituties, groepen personen en “-ismes” lees (“oudheidkundigen”, “de universiteit”, “de limes voorlichting”) dan kritiek op specifieke personen. Dat maakt de kritiek erg algemeen en zwart-wit. Ik denk dan vaak: wie bedoel je precies, Jona?

    1. Goed punt.

      Ik heb met Fik Meijer de ervaring dat als je man en paard niet noemde, er niets verbeterde omdat er geen klachten waren. Toen ik man en paard wel noemde, veranderde er niets omdat ik het nest zou bevuilen. Later bleek dat het zo voor anderen wel gemakkelijker werd iets te zeggen.

      Je zou zeggen: noem dus man en paard maar. Maar ik heb er moeite mee. Ik blijf hopen dat, door het algemeen te houden, ik de condities laat bestaan waaronder verbetering mogelijk is.

      1. Anna Minis

        U vindt dat Fik Meijer slechte boeken schrijft, en u geeft ook duidelijk aan waarom u dat vindt.
        Tot zover begrijp ik de zaak. Ik begrijp eerlijk gezegd niet goed wat voor gevolgen u daarvan had verwacht, wat voor verbetering.

        1. De zaak is aanhangig gemaakt door een collega-hoogleraar (https://mainzerbeobachter.com/2016/02/24/de-voorlichting-in-het-gedrang-1/). Je zou hebben verwacht dat de academische collega’s van Meijer, zoals in dit soort situaties gebruikelijk is (zie bijv. de affaire-Vermeeren in Delft), een begeleidingscommissie zouden hebben ingesteld: een menselijke manier om zowel je collega te sparen als de door hem aangerichte schade in te perken. Ik had goede hoop dat dat zou gebeuren en heb nooit vernomen waarom men anders heeft gehandeld dan gebruikelijk.

          1. A. Harmens

            Treurig dat het zo werkt. Wel denk ik dat je verschillende soorten kritiek hebt. Je kunt kritiek hebben op de inhoud of de methode die iemand hanteert (en daarover kun je met elkaar in debat gaan en het oneens blijven), maar het lijkt in dit geval vooral om de kritiek op de mankerende kwaliteit van iemands werk te gaan. Dan is het meer voer voor een commissie, inderdaad.

  13. Roger van Bever

    Jona, ik vind dat je je nodeloos zorgen maakt over je betrouwbaarheid en het niveau van je blogs.

    Mijn antwoord op jouw overpeinzingen:

    1. Bij mijn weten ken ik geen blog waar de lezers zo betrokken zijn. Ik volg een paar andere blogs en discussieer zo nu en dan ook mee op een paar kranten. waaronder bvb. Le Monde, het NRC, etc.

    2. Natuurlijk weten we niet of jouw meningen altijd betrouwbaar zijn. Geen mens, hoe belezen hij/ zij ook, is kan alles lezen en bijhouden op zijn vakgebied! Door te verwijzen naar andere sites onderbouw je echter iedere blog goed en laat dus ook een stuk verantwoordelijkheid aan de lezer over om het verder uit te zoeken. Je steekt dus je nek behoorlijk uit richting lezer.

    3. Uit de reacties van je lezers zou je behoren te weten dat je blogs van hoge kwaliteit zijn, maar ook de reacties erop. Een tijdje geleden wees ik jou erop dat die reacties voor mij ook vaak een spin-off opleverden, waarop je antwoordde dat dit ook voor jou geldt.

    4. Je gaat ook andere (maatschappelijke) onderwerpen niet uit de weg.

    Enkele vragen en aanmerkingen (misschien een paar verbeterpunten), daarbij:
    Beaumarchais citerend: ‘Sans la liberté de blâmer, il n’est point d’éloge flatteur.’

    1. Je ‘staat’ voor een bepaalde zaak: de humaniora en goede communicatie en integratie van de betrokken disciplines, promotie als wetenschap van de archeologie en informatie over en toegankelijkheid van (weg met de betaalmuren!) de oudheidkunde in den brede voor het niet-professioneel publiek. Die zaak is voor mij geen punt meer en hoef je in principe niet te herhalen. Het roept bij mij soms een lichte ergernis op. Desniettegenstaande (wat een leuk oud woord!) denk ik dan maar: ‘bis repetita placent’. Als je voor een zaak ‘staat’, kan het geen kwaad het principe ‘Frappez toujours’ te omhelzen. Daarin ben je overigens consequent.

    2. Je zegt dat je in jouw blogs met drie professies ‘rekening’ houdt.
    Als de lezer geen classicus, oud-historicus of archeoloog is, hoort die er dan ook bij?

    3. Ik vraag me af of de frequentie van je blogs niet lager moet. Je blogt, doordat je zoveel weet en kwijt wil wel (zo ervaar ik het tenminste) met de snelheid van het licht, figuurlijk gesproken. Als ik jouw onvolprezen MoM’s wil bijhouden, kost me dat enige tijd, want ik wil ze grondig lezen en een aantal dingen controleren voor mezelf.

    4. Ik heb de indruk dat – door je enorme kennis van de Bijbel en het Jodendom- je tamelijk vaak blogt over onderwerpen die hierover gaan, maar – en nu spreek ik op persoonlijke titel – voor mij als voormalig katholiek, thans agnost, niet gepokt en gemazeld in de kennis van dit boek, levert dit veel naspeuringswerk op. Enerzijds zijn deze blogs voor mij minder interessant, anderzijds moet ik toegeven dat het mij aanspoort om dat boek eens grondig te gaan lezen. Geen kritiek dus, maar een vaststelling. Ik heb je boek ‘Israël verdeeld’ dus ook met veel belangstelling maar met enige moeite gelezen, maar het heeft mij veel geleerd. Ik vraag mij af of ditzelfde gevoel bij andere lezers van dit forum aanwezig is.

    5. Ik vind het jammer dat veel participanten bij hun avatar geen profiel voegen. Dat mensen niet onder hun eigen naam reageren, vind ik absoluut niet erg. Enige kennis echter van de achtergrond van de forumleden zou helpen om sommige reacties beter te begrijpen. Ikzelf heb een tijdje mijn profiel op deze site gezet, heb het er vervolgens weer afgehaald, maar overweeg het er nu weer op te zetten. Bovendien reageer ik onder mijn echte naam. ‘Nicknames’ vind ik geen enkel probleem, maar een kort profiel zou nuttig zijn.

    1. frayek

      Punt 5 Roger, klopt, dat maakt het gesprek toch wat makkelijker. Ik heb er niks op tegen er wat bij te zetten. Maar voor computeranalfabeten is dat allemaal zo eenvoudig niet, ik kom tot waar Avatar en WordPress in de knoop raken. Misschien eens, ooit.

  14. frayek

    In alle vier de gevallen zou ieder ander, hoop ik, net zo te werk gaan. Maar er zijn werkwijzes die zeker oneerlijk zijn. Eén is me als afschrikkend voorbeeld altijd bijgebleven; er zal best een term voor zijn maar die ken ik dan niet. Namelijk, eerst iets onschuldigs zeggen waarmee iedereen in kan stemmen, om een heel eind verder in het betoog onder die vlag iets veel discutabelers te debiteren. Gevonden bij een theoloog, op p. 36: het geloof is geen individuele zaak maar krijgt vorm in een gemeenschap. En dan op p. 185: zoals gezegd krijgt het geloof gestalte in het leven van de kerk. Daarna nog vaak gezien in allerhande discussies maar gelukkig nauwelijks bij blogs –het heeft zijn voordelen dat die kort zijn.

  15. Jan Albert Smit

    *De* blog, ik raak er maar niet aan gewend maar *de* blog gaat het wel winnen, vrees ik.

    Met Google zoeken:

    “het blog”: 692.000 resultaten
    “de blog”: 45.300.000 resultaten

    1. henktjong

      Bij mij blijft het gewoon: het blog. Ik trek me niks aan van wat de meerderheid denkt dat correct is.

      1. Roger van Bever

        Je hoeft je sowieso niets van die meerderheid aan te trekken, Henk, want ‘het’ is goed omdat het komt van een logboek op het web en logboek is onzijdig en het dus het blog. De laatste tijd viert het gebrek aan elementaire kennis van de Nederlandse grammatica hoogtij. Naast de ‘haar’-ziekte: (het museum heeft haar directeur ontslagen) krijg je tegenwoordig ook nog dat media en ook data als enkelvoud beschouwd worden door veel onbenullen van radio en televisie: ‘de media heeft’, ‘de data is’, etc. Ik probeer me er niet meer aan te ergeren.

Reacties zijn gesloten.