Zo’n dag waarop het geluk je toelacht (2)

Dat u het maar weet: ze halen bier gewoon uit een beekje.

Ik had u achtergelaten langs de weg vanuit Tervuren naar het oosten, op een kasseienweg. Zonder dat er werkelijk veel spectaculairs viel te zien, was het landschap absoluut prachtig. Ik reed dwars door de glooiende velden, met een lichte wind in de rug, op een stralend zonnige dag maar zonder dat het al te warm was. Wat wil een mens nog meer?

Bij Loonbeek dook ik een dal in, zodat ik meteen weer een stevige helling op moest, maar daarna wachtte een stuk asfaltweg waarop ik probleemloos naar Sint-Joris-Weert reed. (Heerlijke plaatsnaam overigens, Vlaamser kan het nauwelijks.) Er was daar een spoorwegviaduct dat me trof als het soort industriële monument waar ik erg van houd. Via Nethen reed ik door een beekdal verder naar Hamme en ik kon alleen maar denken dat het mooi was.

Op weg van Nethen naar Hamme

Na Deurne wilde ik verder naar Bevekom maar ik zag alleen bordjes naar Beauvechain en het duurde even voordat het muntje bij me viel. Ik deed wat inkopen – een mens kan niet zonder cola – en fietste verder over de Rue des Anges, waarna ik op de meest horribele kasseienstrook kwam die ik van mijn leven heb meegemaakt. Maar wat was het hier mooi!

Ik had eigenlijk via Hoegaarden en Neerwinden naar Landen willen gaan, maar het begon inmiddels laat te worden. Van een bezoek aan Hasselt of het museum in Tongeren kon sowieso al geen sprake meer zijn, maar als ik Maastricht nog wilde bereiken voor de laatste trein zou vertrekken, moest ik zo zoetjesaan voort gaan maken. Via Honsem, Willebringen peddelde ik naar Kumtich, waar ik op de grote weg naar Tienen kwam. Hier kon ik tempo maken.

Tienen oogde leuk en ik was er graag wat langer gebleven, maar ik besloot toch verder te gaan. De cola deed zijn werk: in drie kwartier reed ik over de kaarsrechte steenweg naar Sint-Truiden. Ik ben geen wielrenner, maar ik vind het fijn om in cadans te rijden en hier kon ik gewoon lekker doortrappen. Het spreekwoordelijke “blik op oneindig, verstand op nul”. Wat overigens het heerlijke bijeffect heeft dat je gedachten alle kanten op springen en je het ene leuke idee na het andere hebt, zodat ik in Sint-Truiden nogal wat had in te spreken op mijn voice-recorder.

Opnieuw een leuke stad, waar ik nog eens terug wil komen, maar ik besloot toch verder te gaan. Het stuk naar Tongeren was wat lastiger. Drie vervelende klimmen haalden het ritme eruit, maar een goed uur later was ik er toch. Het was inmiddels donker. Fietsen is dan anders, maar gek genoeg overvalt me op zulke momenten, zelfs als ik langs een drukke weg rijd en regelmatig last ondervind van de te heldere koplampen van tegemoetkomende auto’s, een enorm gevoel van sereniteit.

Tongeren

Ik dacht dat het nog dertig kilometer was naar Maastricht en dat vond ik eigenlijk teveel, dus ik overwoog een hotel te nemen, maar het bleek maar twintig kilometer, wat ik weer wel aanvaardbaar vond. De klim uit Tongeren viel me zelfs reuze mee.

Ik had even willen neerstrijken bij een frietkot ter hoogte van Genoelselderen waaraan ik goede herinneringen had, maar het bleek onvindbaar. Het bordje “Genoelselderen” dat ik graag had gefotografeerd om naar mijn zakenpartner te appen, zag ik in het donker ook niet. (Twee weken geleden kon ik hem “Aalst” sturen en als u het grapje niet snapt, moet u die twee plaatsnamen maar even googelen. In Peutie kom ik nog weleens, Zwevezele ligt wat uit de richting.)

Enfin. Het werd koud en bij de brug over het Albertkanaal trok ik mijn jas weer aan. Ik rolde Maastricht binnen en realiseerde me wat de dag zo heerlijk had gemaakt: dat ik in België vrijwel nergens de verkeersdrempels had gezien die in Nederland bij werkelijk iedere zijstraat overbodig lijken te liggen zijn. Ik overwoog nog even een vriend te bellen of ik langs kon komen, maar het was eigenlijk al wat te laat, dus ik reed naar het station, kocht sushi en sinaasappelsap, zocht een plek in de trein naar Amsterdam, deed mijn oordoppen in en zette mijn koptelefoon erover heen, en verdiepte me in een boeiend boek.

Je bent achttien uur de stad uit en als je thuis bent, denk je dat je een week op vakantie bent geweest. Ik zal al met al een kleine 120 kilometer hebben gefietst. Het had niet veel meer moeten zijn, maar dit was precies binnen de grenzen van wat ik aankon zonder me te forceren. Heerlijk, zo’n dag waarop het geluk je toelacht in alle gedaanten: een aardige conducteur, zon, een boeiend museum, een mooi landschap, charmante stadjes, verkeersdrempelloze wegen en een fijn boek.

Deel dit:

17 gedachtes over “Zo’n dag waarop het geluk je toelacht (2)

  1. Patrick Boucneau

    De tentoonstelling in Tongeren over Stonehenge is erg de moeite en Sint-Truiden is (ook) een stad met een geweldige geschiedenis. Kom zeker nog eens terug naar Limburg! 😉

  2. Dirk

    Dat is een meer dan respectabele afstand op de fiets: chapeau. Ik hoop dat je met de bovenstaande foto niet bedoelt dat Hoegaarden een abdijbier is. Omdat het in de portefeuille van InBev zit, zullen sommige bierliefhebbers het laten staan. Ik merkte op mijn vorige job dat het heel populair was bij de Nederlandse collega’s.

      1. “Een kleine 120 kilometer” fietsen? Leuk! Dat zit vrij nauwkeurig ook op mijn gebruikelijke max voor een dag. Hoewel,18 uur van huis? Nee, bij mij zit die als ik ga fietsen max rond 10 uur minder. Hier in Cal zijn er niet de genoegens van even snel op de trein kunnen springen met je fiets. Waarom gebruik je de Strava app niet, dan kun je al je tochten vastleggen, en weet je het precies? Ik zal dan je eerste volger zijn, ik ben een actieve Strava gebruiker.
        Alle Achtung voor je frequente stukjes en stukken. Ik broed meestal maar een paar keer per jaar een groot ei uit. 🥚‬

        Zwevezele? Jaloersmakende plaatsnamen!

  3. Jeroen

    In 2006 werd (inderdaad door InBev) het brouwen van Hoegaarden verplaatst naar de Luikse brouwerij (Stella Artois en Jupiler), met ook een andere waterbron als resultaat.
    Na een ware volksopstand (ja… ze zijn er nog in Noord-West Europa; volksopstanden met een ware, nobele doelstelling) werd uiteindelijk besloten om de het brouwproces weer terug te brengen naar het dorp Hoegaarden, waar de brouwerij zich nu nog bevindt.
    Chapea… neen, Petje Af voor onze Zuiderburen!

    1. De Beck Stephan

      Niet door een volksopstand maar vooral omdat de kwaliteit totaal niet lukte heeft iets met de lucht enz. te maken – het productieproces lukte totaal niet en voorts gelukkig kan er zelfs nog in Vlaanderen gestaakt worden – bij ons waait de wind nog een klein beetje toch uit Wallonië – toch nog een beetje zuid Europa in ons denkpatroon.

      1. Jeroen

        Wat ik had begrepen was dat het in hoge mate door het gebruik van een andere waterbron kwam dat men er niet in slaagde om de typische Hoegaarden-smaak vast te houden.
        En door de vele klachten van trouwe Hoegaarden-drinkers dat men besloot weer terug te keren naar de oude brouwerij… er was zelfs een protestdemonstratie met een paar duizend man (!).

    1. FrankB

      Het helpt soms om eerst de pagina te vernieuwen. WordPress is nogal eigenaardig. Bij The Sensuous Curmudgeon schrijven we dergelijke capriolen toe aan de nukken van mindere goden; in nood is er altijd de Grootse Hand die Van Boven Komt om hen tot de orde te roepen.

  4. Dirk

    Crash course:
    “Erkend Belgisch Abdijbier”: band met een abdij. Maar ook bieren van grote concerns zitten hierbij: Leffe (InBev, komt hier niet binnen) en Grimbergen (Heineken, godbetert).
    “Belgian Family Brewers”: authentiek, lokaal bier. Een soort Rebel Alliance.
    “Authentic Trappist Product”: lokaal, eerlijk en je steunt er een goed werk mee. Een aflaat eigenlijk, maar dan lekker.

    Helaas geen van alle te verkrijgen in het voetbalstadion waar ik nu heen trek, maar we zijn niet zo snobistisch dat we een Maes (ook al Heineken) zullen afslaan.

Reacties zijn gesloten.