Twee soorten eruditie

Het Renaissance-ideaal van algemene ontwikkeling, maar dan op z’n middeleeuws: de Zeven Vrije Kunsten. Afbeelding uit de Hortus Deliciarum, ca.1180.

Soms komt dezelfde vraag van verschillende kanten op je af. In de mooie biografie die Annet Mooij wijdde aan Gisèle van Waterschoot van der Gracht en waarover ik nog zal bloggen, kwam ook de culturele kring van haar huisgenoten aan de orde, mannen die graag samen teksten lazen. Mooij geeft verschillende keren een overzicht van hun lectuur en dat is dan voornamelijk poëzie van Stefan George, Friedrich Hölderlin en William Shakespeare. Niks mis mee, maar ik was verbaasd over de eenzijdigheid van dit programma. Echt erudiet kan ik het namelijk niet noemen, terwijl deze mannen toch streefden naar culturele groei.

Wat me brengt bij de vraag wat eruditie is. Die vraag kwam impliciet ook aan bod in een stuk dat mijn collega Marcel Hulspas onlangs schreef op de weblog van de VWN: vijf redenen waarom er een nonfictie-prijs moet komen. Nu ben ik zelf niet zo van de prijzencircussen, maar dat belet me niet te zien dat Hulspas een punt heeft. Hoewel er veel literaire prijzen zijn, is nonfictie stiefmoederlijk bedeeld, al worden pogingen ondernomen dat te repareren. Hulspas doet ze af als halfwassen:

Onlangs maakte de Bookspot-prijs (dat was ooit de AKO-literatuurprijs) bekend dat ze voortaan ook een nonfictie-prijs willen uitreiken. Daarvoor is de literaire jury uitgebreid met één (1, one, uno) historicus, die blijkbaar geacht wordt chemie, wiskunde, theologie, biologie, sociale wetenschappen, natuurkunde en rechtswetenschappen er ‘even bij te doen’.

Die onderschatting van het belang van de eigenlijke kennis trof ook mij als vreemd. Elk literair genre heeft zijn kenmerken: van een detectiveroman verwacht je een puzzel, van reisverhalen verwacht je vreemde culturen en van nonfictie verwacht je dat de feiten kloppen. De Bookspot-prijs kijkt daar echter niet naar, terwijl de juryleden de cultuur toch een goed hart toedragen.

Derde voorbeeld. Een tijdje geleden kreeg ik een boek cadeau over receptiegeschiedenis, dat wil zeggen de wijze waarop latere generaties hebben gekeken naar de Griekse, Romeinse en andere antieke culturen. Het zou een erg erudiet boek zijn, zei de gulle gever. Ik mag natuurlijk een gegeven paard niet in de mond kijken, maar voor de zoveelste keer bleek receptie te zijn gereduceerd tot literatuur en de beeldende kunsten. De natuurwetenschappen, de sociale wetenschappen, de politiek en het maatschappelijk leven bleven buiten beeld. Ik ervaar die eenzijdigheid niet als erudiet, terwijl degene die me mijn geschenk gaf, niet de enige was die van dit boek onder de indruk was.

Ik heb de indruk dat er twee definities van eruditie zijn.

  1. Het Renaissance-ideaal: algemene ontwikkeling, waarbij je kennis neemt van alle aspecten van de menselijke cultuur, omdat je weet dat alle kennis vervlochten is en we als maatschappij alleen verder komen door alle inzichten te mobiliseren.
  2. Een literaire definitie: spreken over poëzie en niets anders, oordelen over nonfictie met opschorting van een oordeel over de eigenlijke inhoud, de invloed van een voorbije cultuur op latere samenlevingen alleen analyseren door te kijken naar het artistieke. Het streven hier is persoonlijke groei.

Het eerste spreekt mij meer aan dan het tweede. En dit is misschien wel waarom ik zo ben geschrokken van het besluit van de minister van OCW om geld weg te halen bij de alfa- en gamma-wetenschappen en over te hevelen naar de technische universiteiten. Door wat verbonden is tegen elkaar op te zetten, belet ze kennisverwerving en schaadt ze het in de eerste definitie bedoelde culturele ideaal, dat natuurlijk in één woord valt samen te vatten als Bildung.

Deel dit:

24 gedachtes over “Twee soorten eruditie

  1. Of denk eens aan al die musea die hun inhoudelijke collecties verwaarlozen ten opzichte van moderne kunst. Om dichtbij huis te blijven: Fries Museum, Gronings Museum, Bonnefantenmuseum hebben geen noemenswaardige archeologie-collecties meer en het wordt voor het Valkhof gevreesd.

    Alles voor de kunst, niets voor algemene ontwikkeling.

    1. FrankB

      Klinkt alsof die potjeslatinist met zijn Uil van Minerva en zijn boreale nonsens nog zijn zin krijgt ook. Dit verontrust mij niet alleen, maar schokt mij bovendien. Culturen die alleen nog maar reflecteren op een deels geïdealiseerd verleden hebben nogal eens de neiging ten onder te gaan (aan stagnatie) – precies wat die potjeslatinist en de Geblondeerde Roerganger beweren te willen vermijden.
      Dit zou in een patroon passen dat ik al jaren herken, maar ik had niet gedacht dat het zich al zover zou uitstrekken.

  2. FrankB

    “Ik ervaar die eenzijdigheid niet als erudiet”
    Nou nee. Terecht als men natuurwetenschappers de maat neemt die domme dingen roepen over alfazaken. Maar potverdrie, Geschiedenis van de Natuurwetenschappen is toch echt een vak en Nederland heeft iemand die er iets van af weet: Wout Kranendonk, die jarenlang bij de samenstelling van de beroemde BINAS betrokken is geweest (misschien is hij het nog).

    “Het eerste spreekt mij meer aan dan het tweede.”
    Mij ook. Ik snap dat de Homo Universalis definitief verleden tijd is, maar daarom kan eenieder toch wel gezellig buiten het eigen keurig aangeharkte tuintje gaan rondkijken, al is het maar een beetje?
    Wat literatuur betreft – die ouwe Grieken en Romeinen schreven nogal wat over natuurfilosofie; er zijn ook wel een paar Middeleeuwse scholastici te vinden. Hoe kun je daarover lezen zonder belangstelling te krijgen voor receptiegeschiedenis? En dus tot de wijze waarop die schrijfsels zich tot de moderne natuurwetenschappelijke inzichten verhouden? Nooit van Pythagoras, Archimedes en Euclides gehoord, beste mensen? Geen belangstelling voor wat zij allemaal schreven, hoe dat in de context van hun tijd en plaats paste? Of hebt u nou echt het zotte idee dat zij eenlingen waren die leefden in oases in een woestenij van onwetendheid? U had er niet minder naast kunnen zitten. In het licht van de moderne natuurwetenschappen waren Buridan en Oresme van minder belang, maar durft u werkelijk te concluderen dat zij daarom domme jongens waren?
    En nee, je hoeft er geen Quantummechanics for Dummies voor door te nemen, al levert dat wel interessant vergelijkingsmateriaal op. Waar ik laatst enige kritiek had op het Bildungsideaal als manier om onbeschaafde mensen enige goede manieren bij te brengen stel ik me nu vierkant, inclusief ongemanierde grote mond, achter JonaL op. Met veel plezier roeptoeter ik: op geen enkel gebied is het menselijk denken zo ingrijpend veranderd (en laat het vooral even luidkeels weten als u het hier mee oneens bent – dan komen we ergens) als in de natuurwetenschappen. En dat kan men pas ten volle beseffen als men moeite heeft gedaan het vroegere denken te vergelijken met het 21e eeuwse denken – receptiegeschiedenis van de natuurwetenschappen zou dus minstens dezelfde aandacht moeten krijgen als die van de literatuur en de beeldende kunsten (muziek zou er trouwens ook bij moeten horen – opmerkelijk weer dat die niet tot de kunst gerekend wordt).
    Er is maar één soort eruditie. Die tweede soort mag dan naar persoonlijke groei streven, het kan nooit verder gaan dan een boom die aan één kant in volle bloei staat, maar aan de andere kant alleen maar dode takken heeft. Zulke bomen worden topzwaar en vallen uiteindelijk om.

  3. jacob krekel

    “Al wat in boeken steet, is in dat hoofd gevaren” zou Vondel over Hugo de Groot gezegd hebben. Dat kon toen nog. Maar dat kan allang niet meer, En dat maakt het op zich mooie renaissance ideaal onhaalbaar. Eruditie is misschien niet meer dan dat je goed beheerst wat in de bubbles waarin je vertoeft als gemeenschappelijke kennis wordt ervaren. Als ik aan een pub-quiz meedoe scoor ik b,v.in de rubriek herexamen meestal moeiteloos een 10 uit 10, maar bij de muziekvragen- die steevast over muziek van na 2000 gaan – weet ik er soms wel eens één, terwijl mijn teamgenoten die weer zonder veel moeite voor hun rekening nemen. Omdat ik zelden TV kijk zijn de meeste BN-ers voor mij grote onbekenden.
    Kortom, het is niet zo eenvoudig aan te geven wat er onder eruditie zou moeten vallen. Kennis van sport wordt er b.v. zelden toe gerekend, terwijl dat voor heel veel mensen heel belangrijk is. Er zit – zeker in de literaire definitie zoals in het blog genoemd – naar mijn smaak ook iets snobistisch. Het is “beschaafder” om poëzie uit het hoofd te kunnen voordragen dan te weten wie er bij de formule 1 op kop gaat.
    Ik zou niet zo gauw een aantal criteria kunnen noemen om te bepalen wat wel en niet onder eruditie valt. Maar wel is het belangrijk dat een gemeenschap voldoende gemeenschappelijke kennis heeft. Daarom vond ik indertijd de verplichte boekenlijst in het voortgezet onderwijs helemaal niet zo’n slecht idee.

    1. Ik weet ook niet wat wél onder eruditie valt, want niemand kan alles weten. Maar je kunt wel weten – en daar gaat mijn stukje over – dat je wetenschappelijke inzichten niet terzijde moet schuiven, zoals in deze drie voorbeelden het geval is.

      1. jacob krekel

        Zo had ik het niet begrepen, ik dacht dat de voorbeelden een aanloopje waren naar de hoofdvraag van dit stukje: wat is eruditie.
        Wetenschappelijke inzichten terzijde schuiven is inderdaad wat slordig. Maar in veel gevallen zijn er helemaal geen wetenschappelijke inzichten, b.v. over de vraag hoe wij moeten leven is wetenschappelijk weinig te zeggen. In veel andere gevallen lopen de wetenschappelijke inzichten wijd uiteen. In mijn studie kwam ik het voorbeeld tegen van een samenleving die wordt bestudeerd door politicologen en door sociologen, De politicologen treffen daar wedijver, rivaliteit en strijd om de macht aan, de sociologen harmonie en samenwerking. Ik kan er nu aan toevoegen: de ene econoom zal uitbuitingsmechanismen zien en de andere een schitterende werking van het marktmechanisme.
        Is erudiet dan dat je al deze perspectieven kent? Dat leidt er misschien wel toe dat je zelf minder uitgesproken standpunten inneemt omdat je zoveel kanten van dezelfde medaille ziet. Een kenmerk van eruditie is dan dat je niet te snel een standpunt inneemt, en zeker niet over iets waar je weinig van weet. Minder, minder, minder standpunten over zaken waar men niets van weet zou een zegen voor dit land zijn

  4. A.Minis

    Die ene historicus die al die takken van wetenschap ”erbij” neemt, die is toch hartstikke erudiet? het is ook nooit goed!
    Zoals Jacob Krekel al zei, er zijn nogal wat definities van eruditie te verzinnen, en helemaal sluitend is het waarschijnlijk nooit. En mooie beeldspraak over halfbloeiende bomen klinken wel aardig maar houden geen steek. Als iemand zich tot zijn eigen vakgebied beperkt in een publicatie, is daar niets mis mee. Dat wil nog niet per se zeggen dat hij zich niet interesseert voor andere zaken, zoals moderne natuurkunde.
    Dat definiëren van ”eruditie” is wat mij betreft te vergelijken met het definiëren van ”muzikaliteit”: het heeft weinig of geen zin.
    Mocht u David Rijser bedoelen: die mag zich erudiet noemen, al beperkt hij zich in dat boek tot de zaken waar hij met autoriteit over kan praten.
    Maar misschien bedoelt u een ander.

    1. Het gaat niet om die ene historicus die die andere takken erbij neemt. Die doet zijn best. Het gaat erom dat Bookspot meent dat één historicus wel voldoende is.

    2. Nee, het was een vervelend Amerikaans boek. Rijser verbaasde me overigens onlangs met een stuk over de limes, waaruit blijkt dat hij zich niet beperkt tot zaken waarover hij met autoriteit kan praten.

      Op zich is breedheid van ambitie overigens te prijzen.

  5. Tommy Heyman

    Twee voorbeeldjes van het belang van een zekere mate van ‘holisme’:

    Ik las laatstleden “thinking big”, dat handelt over het belang van de “sociale evolutie” voor de toename van het hersenvolume bij onze ‘ancestors’… Het is een verbazingwekkend boekje, maar vooral louter door de ‘synthetiserende neerslag op papier’ getuigt het van de kracht van interdisciplinair onderzoek en welke rasse schreden daarmee genomen kunnen worden… Het was namelijk voortgesproten uit een ‘wedstrijd’ van het Britse fonds voor wetenschappelijk onderzoek en waarbij de drie auteurs met het voorgestelde project ‘lucy’ een beurs wonnen, waarbij in een interdisciplinair onderzoek tot veelbelovende constateringen is gekomen over het belang van onze socialisering als mens en hoe dat een motor was voor evolutie doordat kort door de bocht sociale vaardigheden de kans op voortplanting vergrootte, omdat de hominiden in steeds grotere groepen -zij het in losse verbanden- leefden ter bescherming tegen het vaak vijandige landschap.. Een aanrader!

    Mijn neef, voedselingenieur met een PhD. in biologie werd vaak getroffen door het schabouwelijk en armoedig taalgebruik in dissertaties van in hun vakgebied voortreffelijke studenten. Hij is zelf een eloquent persoon en vindt dat ook

  6. Tommy Heyman

    …belangrijk dat in het curriculum van bèta’s noodgedwongen een deeltje ‘alfa’ zou zitten, want hij ziet de verenging als verarming. En bovendien is wetenschapsfilosofie, en met name bio-ethiek onvoorwaardelijk nodig bijvoorbeeld om een antwoord te bieden op de maatschappelijke weerslag die wetenschappelijke evoluties kunnen hebben…

  7. A.Minis

    Breedheid van ambitie is zeker te prijzen. Als iemand de capaciteit heeft om andere vakgebieden bij zijn betoog te betrekken, is dat zonder meer winst. Maar dat wil niet zeggen dat iemand die zich beperkt tot zijn vakgebied geen recht van spreken heeft.

    1. Dat is het punt van mijn stukje ook niet. Mijn probleem is dat de huisgenoten van Gisèle, de Bookspot-prijs en veel receptiegeschiedenis een cultuurconcept hanteren dat geen oog heeft voor wetenschap.

  8. FrankB

    “Ik weet ook niet wat wél onder eruditie valt, want niemand kan alles weten.”
    Ik stel voor: beperk je niet tot één gebied. Daar krijg je Nobelprijswinnaars van die Vitamine C in willen zetten tegen kanker en AIDS (Linus Pauling) of racisme “wetenschappelijk” bewijzen (William Shockley).Zulke figuren zijn mi niet erudiet.
    Dan krijgen we een geleidelijke schaal. Hoe meer vakgebieden iemand onder de knie heeft hoe erudieter. Richard Kroes bv. is erudiet – die heeft verstand van archeologie, Gregoriaanse zang en nog wel een paar dingen.

    1. Misschien is er een simpele definitie: een erudiet verlangt naar kennis en weet dat hij onvoldoende weet. Een niet-erudiet weet het allemaal allang.

      Richard is inderdaad een goed voorbeeld van iemand die werkelijk erudiet is. Hij blijft studeren, vragen stellen.

      1. Roger Van Bever

        Dat kan ik volledig beamen, Jona. Vaak zijn echte erudiete mensen bescheiden figuren, die niet altijd te koop lopen met hun kennis. Ze nemen ook niet meteen een standpunt in en kunnen in het algemeen ook goed luisteren. Zij blijken zich ook meestal beter te realiseren hoeveel ze nog niet weten, terwijl wel meestal bij velen bekend is dat ze veel weten.
        Het merkwaardige is dat je vaak aanvoelt of iemand erudiet is.

  9. Frans

    Stel je eens even voor dat een kind zou vragen: wat is eee…ruu… diet??
    Dan zou ik waarschijnlijk antwoorden: dat betekent dat je heel geleerd bent. En misschien, als het kind even bijdehand is als ik: geleerden gebruiken graag moeilijke woorden om iedereen te laten merken hoe geleerd ze zijn. Dat zie ik hier ook een beetje.
    Nu even naar de kern: die twee vormen van eruditie, ik zie het niet zo. De eerste is dus een brede belangstelling en maatschapppelijk belang terwijl de tweede gaat over persoonlijke ontwikkeling. Maar dat kan toch prima samengaan? Volgens mij is dit gewoon een schijntegenstelling.

      1. Persoonlijk vind ik de definitie van de Engelse Wikipedia nog niet zo gek:

        ” Erudition is the depth, polish and breadth that education confers. The Latin word educāre means to bring out or train; hence an educated person has come to think critically and logically. An erudite person has both deep and broad familiarity with general subjects and is usually knowledgeable in a particular subject, by virtue of study and extensive reading of the subject’s literature.”

        Het hele artikel is trouwens de moeite waard om te lezen.

        Dus: 1. Educare, zo breed mogelijk
        2. Dan kritisch en logisch leren denken
        3. Tenslotte het stadium van eruditie (erudire:minder ruw maken, beschaven)

  10. Jeroen

    De vijand van Eruditie is Lauwering (mijn mening).
    Krijg een opleiding, maar promoveer niet.
    Ontdek iets geniaals, maar net te laat.
    Schrijf een goed boek, dat ongeprezen blijft.

    Anders wacht een dwaling in lof, luister en lezingencircuit.
    Rust niet, en blijf hongerig.

    Het vorige werk was kennelijk niet goed genoeg?
    Dan wordt het volgende beter.

    1. Ik denk dat je gelijk hebt, al zou ik over het lezingencircuit niet zo negatief denken. Ik loop er zelf in rond en ervaar het niet als een vorm van lauwering; eerder als een kans blijdschap om iets moois te delen. Met eruditie of lof heeft het weinig van doen.

Reacties zijn gesloten.