De bevolking van Rome

Het grafveld langs de Via Severiana tussen Portus en Ostia, een van de onderzochte begraafplaatsen

Er staat momenteel een leuk stuk van Hendrik Spiering in het NRC Handelsblad over de herkomst van de bevolking van de stad Rome in de keizertijd. Het onderzoek, gepubliceerd in Science, bestond uit de analyse van het DNA van 127 mensen vanaf de laatste IJstijd tot op heden. Het gaat om resten die zijn gevonden op negenentwintig begraafplaatsen rond de stad.

Het blijkt daarbij dat in de eeuwen vóór onze jaartelling acht van de elf onderzochte paleogenomen (zeg maar antieke DNA-profielen) een Europese signatuur hadden, dus de gebruikelijke erfenis van de eerste landbouwers en Bronstijd-steppebewoners (die we gewoonlijk identificeren met de eerste sprekers van het Indo-Europees). Is in deze vroege tijd dus ruim driekwart van de mensen afkomstig uit de wijde omgeving, in de keizertijd is dat veel minder. Begrijp ik het stuk in het Handelsblad goed – het artikel in Science zit achter een academische betaalmuur – dan zijn er van de achtenveertig onderzochte paleogenomen uit het Rome van de keizertijd slechts twee lokaal en hebben tweeëndertig mensen voorouders uit het oosten. Wat overigens niet uitsluit dat ze zélf in Latium geboren kunnen zijn, zoals blijkt uit isotooponderzoek.

Bevestiging en nuance

Dit onderzoek is leuk. Grotere aantallen zouden natuurlijk fijn zijn, maar deze uitkomst past goed bij wat we al vermoedden: dat Rome vooral door immigratie een grote stad is geworden. Niet zo vreemd natuurlijk met een stad die slaven importeert. Een aanzienlijk deel van de inscripties is in het Grieks gesteld en in onze bronnen wordt vaak verwezen naar oosterlingen. Zo voert de dichter Juvenalis in zijn derde Satire een Romein op die het niet langer ziet zitten en daarom een tirade afsteekt zoals Amsterdammers kunnen klagen over toeristen (“Nu al Happy Xmas bij het Centraal Station! Het is nog niet eens Sinterklaas! Ze hebben de hele stad cadeau gedaan aan die toeristen!”).

Het nut van het in het Handelsblad beschreven onderzoek is enerzijds dat het bevestigt wat we al weten en anderzijds dat het dat nuanceert.

Helemáál vanzelfsprekend is het hoge aandeel van “Grieken” en “Syriërs” in de “Eeuwige Stad” niet. Want zoals de onderzoekers schrijven, in dezelfde tijd werden uit de westelijke gebieden (Spanje, Gallië, Germanië) veel slaven aangevoerd, en er was ook veel handel.

Westerlingen zijn echter een stuk minder goed vertegenwoordigd. En nu wordt het interessant want als er werkelijk minder westerlingen zijn geweest dan oosterlingen – de onderzoekers verklaren het door aan te nemen dat er meer oosterlingen waren – krijgen we een verklaring voor een ander verschijnsel.

De aan- en afwezige goden van Rome

Voor mijn boek De rand van het Rijk heb ik ooit een goden-top-15 gemaakt voor drie delen van het Romeinse Rijk, zoals die stonden vermeld in inscripties. Het ging me erom te tonen dat de bewoners van de Lage Landen slechts een handvol top-goden hadden en dat de rest eigenlijk niet aan bod kwam, terwijl het pantheon in Midden-Italië veel breder was.

Er is in deze tabel nog iets anders te zien. Of beter: het is niet te zien. Terwijl er wel allerlei oosterse goden zijn genoemd (Mithras, Kybele, Isis), ontbreken de westerse. Waar is bijvoorbeeld de in Gallië populaire Lug?

Eén verklaring voor de afwezigheid is dat Lug onder een andere naam wordt vereerd en inderdaad staat Mercurius hoog genoteerd in Germania Inferior en Belgica. Dit zal vast een juiste verklaring zijn, maar we kunnen nu ook gaan overwegen of de afwezigheid van Lug in Rome zou kunnen samenhangen met een betrekkelijk gering aantal westerse landverhuizers.

Van heinde en verre

Er is nog een belangrijker punt. Dit onderzoeksresultaat is, zelfs als we eigenlijk wat meer skeletmateriaal onderzocht zouden willen zien, in lijn met de conclusie van eerder DNA- en isotoop-onderzoek: mensen waren in de Oudheid heel, heel erg mobiel. Migratie was niet voor niets het thema van de Week van de Klassieken.

Deze enorme mobiliteit betekent dat ook ideeën makkelijk reisden, veel makkelijker dan we tot nu toe hebben aangenomen. De impact van de DNA-revolutie zal het meest worden gevoeld bij de bestudering van de antieke teksten: classici en andere filologen zullen hun netten veel wijder gaan werpen. Als iemand in bijvoorbeeld een Latijnse tekst stuit op een wonderlijke passage, zal eerder dan nu het geval is gekeken gaan worden naar wat er staat in pakweg een Aramese of Sogdische tekst. Wat we de komende jaren zullen zien veranderen is uit de aard der zaak nog niet te zeggen maar dat de klassieken momenteel meer dan ooit het potentieel hebben zich te vernieuwen, staat buiten kijf.

Envoi

Tot slot: het Handelsblad zijnde het Handelsblad sloeg de bijgevoegde illustratie, een scène uit een Romeinse oorlog in de Karpaten, weer eens als een tang op een varken. Ik verwacht dat de krant berichtgeving over de luchthaven van Lelystad voorziet van een plaatje van een montgolfière.

Deel dit:

21 gedachtes over “De bevolking van Rome

  1. Frans

    Nou ja, de zuil van Trajanus staat in Rome, komt uit het besproken tijdperk en ze noemen Rome tenminste niet de stad der steden.😉

  2. Geert

    Welke afbeeldingen van migranten zijn er dan wel in Rome te vinden, Jona? Of had je zelf eerder een ander soort plaatje gebruikt?

  3. Werden slaven, of meer i.h.a. minder bedeelden wel altijd op officiële begraafplaatsen begraven? Anders zou de herkomst van de data, “begraafplaatsen rond Rome”, een bias richting rijken, wellicht meer uit het Oosten afkomstig, kunnen hebben.

  4. Je denkt toch niet echt dat de classici hun vak gaan vernieuwe? Met Anchoring Innovation keren ze terug naar de negentiende eeuw. Het zijn religieuze fundamentalisten.

    1. Ook een religie, losgezongen van de wetenschap en gebaseerd op aannames uit een voorbije eeuw, kan waardevol zijn. Ik ben er op zich niet tegen, al denk ik dat je je mag afvragen of het hoort aan een universiteit.

  5. Robert

    Kan het aantal ‘ontbrekende Westerse goden’ misschien ook terug te voeren zijn op de sociale status van de gelovigen? Als er vooral slaven uit Westelijke streken werden aangevoerd, zou ik ook niet een evenredig aantal tempels verwachten voor hun goden.

  6. jacob krekel

    Je kunt er van alles van vinden, maar alleen heel voorlopig, gelet op de kleine aantallen. 48 paleogenomen uit de keizertijd, dat is om de tien jaar één, en dan daar ook nog onderverdelingen in willen zien is statistische lichtzinnigheid, om het vriendelijk te zeggen.
    Je kunt deze analyses ook anderszins relativeren Volgens de Engelse wikipedia had Rome in het midden van de 2e eeuw vC ca 400.000 inwoners. Dat zullen nog veelal mensen geweest zijn uit de omgeving. En in de keizertijd niet veel minder. Als die 400.000 enigszins betrouwbaar is – het lijkt me wat veel – , dan moet de autochtone bevolking in de keizertijd toch minstens ongeveer de helft van de totale bevolking geweest zijn. Dus bij een steekproef met 2 van de 48 lokaal past enige skepsis

    1. FrankB

      Skepsis is altijd gezond en vooral in de statistiek. Laten we die dan ook op uw tweede invalshoek toepassen. U vernauwt het tijdsinterval bewust tot 100 jaar. Waarom niet tien dagen? Een halve minuut? Als men de statistische klassen maar klein genoeg maakt worden de conclusies vanzelf absurd. Wat er binnen een kleiner tijdinterval gebeurt zegt dus niets over een grotere. Daarmee is uw tweede invalshoek valide voor het door u gekozen tijdsinterval, maar niet voor het gehele onderzoek en zelfs niet voor de kleine 500 jaar van het Keizerrijk. Bovendien betwist u de waarde van onderzoeksresultaten ook nog eens met een aanname die voor de methode niet relevant is (het percentage mensen uit de omgeving) en puur natte-vingerwerk (hoezo zouden we die helft moeten accepteren?). Tenslotte bestrijdt u data middels deductie en dat gaat meestal ook fout. Data zijn er voor inductie.
      De data zijn wat ze zijn. Wat enkelen zich terecht afvragen – en ik heb er geen antwoord op – is hoe representatief ze zijn. Daarnaast (en in uw eerste alinea suggereert u dat) moeten we er rekening mee houden dat mobiliteit in een jaartje of tienduizend beslist niet constant hoeft te zijn geweest. Maar dat betekent niet (en gelukkig gaat u niet zo ver) dat we de data terzijde kunnen schuiven. De mensen waren mobiel, wat door allerlei ander onderzoek bevestigd wordt en door geen enkele weersproken. Daar zal men iets mee moeten doen.

    2. FrankB

      Laat ik bovenstaande illustreren met het voorbeeld van voetbalkampioenen. Kiezen we er uit elk decennium vanaf 1988 t/m 2018 een volstrekt willekeurige dan is de kans groot dat Ajax (helaas) toch het vaakst tevoorschijn komt. U betwijfelt die conclusie door te beredeneren dat van 1920 tot 1930 Ajax helemaal geen kampioen hoeft te zijn geworden. Zelfs als uw redenering tot een juiste conclusie zou leiden (wat inderdaad zo is) zegt dat maar heel weinig tav de gehele steekproef.

    3. pouilly-fuissé

      Een paleogenoom is niet een enkele entiteit. Het is een product van vele voorouders. Dus kan je er meer conclusie uit trekken. Bijvoorbeeld, we zien uit een drietal paleogenomen uit Abusir uit het Nieuwe Rijk, de Ptolemeïsche Tijd en de Romeinse Tijd geen verandering. Dat kan geen toeval zijn. Immers, dezelfde verhoudingen in DNA kan alleen maar zo lang blijven bestaan als constant mensen met dezelfde genetische patronen kinderen krijgen. Er moet wel sprake zijn van langdurige continuiteit.

      Met andere woorden, als de rest van Rome zo ontzettend ander was in genetisch opzicht, of als zelfs maar een substantieel deel zo anders was, zou dat in 48 genomen naar voren moeten komen. En de paleogenetici gebruiken (open source) software die zulke inmenging makkelijk eruit halen. De genomen zouden verder verspreid zijn over die PCA.

  7. pouilly-fuissé

    “Grotere aantallen zouden natuurlijk fijn zijn”

    Als ik het goed heb staat er nog een onderzoek met DNA uit Italië op stapel. Daar zouden meer Etrusken tussen zitten. Die (Noord-)Afrikaanse affiniteit van de Etrusken is zeer interessant gezien de banden tussen de Etrusken en de Punische staten.

  8. Klaas

    ‘Grotere aantallen zouden natuurlijk fijn zijn’
    Dit is dus precies de zwakte van elke analyse van deze gegevens; de samples zijn veel te klein om conclusies te trekken over de samenstellingen de bevolking van Rome in de onderzochte periode.

    1. Volgens mij is dat niet de pointe van het onderzoek. Als Ik iets van 50 samples heb, is het inderdaad niet heel veel om uitspraken te doen over de samenstelling van de bevolking. Maar als het eerdere deel opvallend anders is samengesteld dan het tweede, is het wel een sterke aanwijzing voor een omslag. Anders gezegd: je kunt een verandering constateren, zelfs als de aard van de verandering onduidelijk is.

  9. Rudmer Koopal

    Het onderzoek van Science zit overigens niet achter een betaalmuur. Gewoon aanmelden via AAAS. Vervolgens krijg je het artikel in Science, inclusief allerlei data. Meest interessante data, namelijk de haplogroepen, staat keurig in een excelbestand.
    Je zult wel de ISOGG Haplogroup Tree er bij naast moeten leggen om iets te moeten snappen van de conclusies, die overigens wel erg grof zijn. Ik bedoel met name periode ‘late antiquity’ en middle ages waar aantal haplogroepen wordt vereenzelvigd met aantal Germaanse stammen op
    basis van een tiental y-dna. Als er iets gecompliceerd is, dan zijn het wel de haplogroepen van de de diverse Germaanse stammen. Akkoord, de haplogroepen komen voor bij de Germanen, maar per stam zijn die niet aan te wijzen/ te duiden. Althans nog geen onderzoek hier van/ over gezien.
    Een bepaalde gevonden haplogroep koppelen aan bijvoorbeeld de Longobarden of Goten koppelen is historiseren. De gevonden haplogroep kan net zo goed toebehoren aan individu van een stam die geen beduidende rol heeft gespeelt of nakomeling van een slaaf die er al vele generaties woont.

    1. pouilly-fuissé

      Het gaat over Crypta Balbi, een plaats waar Lombardische juwelen zijn gevonden. Verder is het niet slechts de y-dna I1 maar ook ChromoPainter wat een verband gaf met Lombardische graven uit Noord-Italië. Dat is een programma wat haplogroepen vergelijkt en wat meer “genealogisch” resultaat oplevert.

Reacties zijn gesloten.