Sybota (2)

Portret van Thoukydides uit de Romeinse villa bij Welschbillig (Rheinisches Landesmuseum, Trier)

[Tweede deel van een serie van vier over het uitbreken van de Archidamische Oorlog. Het eerste deel, waarin ik het ontstaan van het Atheense imperium beschreef, is hier.]

Athene was de onbetwiste meester van de Egeïsche Zee. Het bleef echter moreel verplicht de oorlog tegen de Perzen voort te zetten en daarom voerden de Griekse triëren van tijd tot tijd aanvallen uit op de Perzische havensteden, waar men de Atheners moet hebben ervaren als hinderlijke piraten. Toen ze zich zelfs in de Nijldelta waagden, betaalde Perzië de Spartanen om de Atheners aan te vallen, opdat die hun troepen uit Egypte zouden terugtrekken. Wat volgde was een complexe oorlog waarin Athene zich staande hield tegen diverse vijanden tegelijk maar uiteindelijk werd gedwongen vredesonderhandelingen aan te knopen.

Het verdrag tussen Athene en Sparta werd getekend in 445 en staat bekend als het Dertigjarig Bestand. Beide partijen verplichtten zich tot wat grenscorrecties en beloofden dat ze toekomstige geschillen zouden oplossen door arbitrage. Atheners legden de eden van trouw af namens hun bondgenoten in het Egeïsche Zee-gebied en Spartanen deden hetzelfde namens de hunne op de Peloponnesos. De Atheense alliantie, die was ontstaan “door angst voor de Perzen” en was blijven bestaan “omwille van de eer”, was nu uitgegroeid tot een imperium dat was gebaseerd op een ook door Sparta erkend “eigenbelang”. Het is geen toeval dat vanaf dit moment in inscripties sprake is van “de steden waarover de Atheners heersen”.

Beide partijen wilden oprecht de vrede bewaren. Toen Athene kort daarop werd uitgenodigd een nieuwe stad te stichten in zuidelijk Italië, maakte het er een gemeenschappelijke Griekse volksplanting van om ergernis in Korinthe en Sparta te voorkomen, die traditioneel grote invloed hadden in het westen. (De Griekse onderzoeker Herodotos zou een van de kolonisten kunnen zijn geweest.) De geste werd gewaardeerd; toen in 440 de Perzische gezaghebber Pissouthnes een anti-Atheense opstand op het eiland Samos steunde, wezen Korinthe en Sparta een Samisch verzoek om hulp af.

Zo ontstond in Griekenland een machtsevenwicht dat bestand leek tegen verstoringen van buitenaf. Toch zouden zeven jaar later de Atheners en Korinthiërs elkaar bestrijden in een enorme zeeslag, en zou slechts twee jaar later een oorlog uitbreken waarin Athene en Sparta tegenover elkaar kwamen staan: de Archidamische Oorlog (431-421), die werd gevolgd door de Dekeleïsche Oorlog (413-404) en de Korinthische Oorlog (395-387).

Het verslag van het eerste van deze conflicten is geschreven door de Athener Thoukydides, wiens geschiedwerk heel anders van aard is dan alles wat eraan voorafgaat. De Assyrische vorsten en de auteur van Koningen presenteerden het verloop van een oorlog in religieuze termen. De goden beloonden of straften de leiders van de verschillende volken en de gewone mensen ondervonden de gevolgen. Deze opvatting is ook bij Herodotos aan te treffen. Ik blogde onlangs over de dood van Artayktes, die bij Herodotos een straf is voor een grafschennis. Het spreekt bij de Griekse onderzoeker vanzelf dat de goden het patroon desnoods reguleerden met een misleidende droom of orakel.

Niets van dit alles bij Thoukydides, die wellicht atheïst was en in elk geval niet bereid de gruwelen van een oorlog te presenteren als de wil der goden. Oorlog was mensenwerk en dat betekende dat, zolang de menselijke aard dezelfde bleef, oorlog normaal was en zich voltrok volgens door mensen te begrijpen patronen. Zijn moeilijk geschreven, deprimerende geschiedwerk is zó indrukwekkend dat het lang heeft gegolden als het laatste woord over dit conflict.

Oudhistorici vinden het nog altijd lastig alternatieve verklaringen te formuleren voor de gebeurtenissen. In menig modern handboek oude geschiedenis is de paragraaf over de genoemde oorlogen niet veel meer dan een samenvatting van Thoukydides’ geschiedwerk, wat misschien het beste blijkt uit het feit dat de twee eerstgenoemde conflicten doorgaans met de Siciliaanse Expeditie samen worden genomen als één Peloponnesische Oorlog. Dat Thoukydides het derde conflict niet heeft meegemaakt en dus niet heeft beschreven, bepaalt dus nog altijd onze beeldvorming.

Thoukydides presenteert het uitbreken van de oorlog als het herstel van een weerzinwekkende maar niet abnormale situatie. Het was alleen maar natuurlijk dat zich in vredestijd problemen voordeden die zo complex waren dat mensen kozen voor geweld om ze op te lossen.

[Wordt overmorgen vervolgd. Voor wie in Maastricht of Haspengouw woont: ik spreek vanavond in Riemst.] 

Deel dit:

23 gedachtes over “Sybota (2)

  1. Henk Van Straten

    Ha Loes, Ik onthou me van zware maaltijden. Groeide in december/januari weer teveel dicht. Dus nog ff niet. X Henk

    >

  2. Blijkbaar is oorlog (een uit de hand gelopen ruzie) de normale manier van doen tussen de verschillende volken. Zo nu en dan hoor ik nog de kreet nooit meer oorlog. In mijn ogen een onzinnige uitspraak. Het is een wonder dat er in Europa al sinds WO2 geen oorlog is geweest. Pardon, weer vergeet ik de uitbarstingen in het oude Yoegoslavie. Wat ik altijd vreemd heb gevonden is dat in 1945 meteen een leger naar Indonesie werd gestuurd. Daarna Korea, Vietnam, bevrijdingsoorlogen in Afrika etc. enz. mometeel zit China te klieren in de Gele Zee en ruzie in Syrie en omstreken. Nou ja, lamaar, er komt nooit een end aan dat gedoe.

    1. Indië verloren, rampspoed geboren. Kennelijk geloofde men dat echt.
      Evengoed zijn wij boomertjes enorm verwend met het ontbreken van oorlogsgeweld dicht bij huis. Vrede, daar raak je aan gewend en je kunt je niet voorstellen dat wat zo stabiel lijkt, in feite zo fragiel is. Ook de politiek heeft na de val van de muur louter gedacht in termen van soft power, vandaar dat het nu in de krijgsmacht, na bezuiniging op bezuiniging, een zooitje is. Ik heb vroeger niet gedacht dit ooit te zullen beamen, maar inderdaad, en met enige tegenzin: if you want peace, carry a big stick. Soft power alleen is niet voldoende.

      1. Rob Duijf

        ‘Evengoed zijn wij boomertjes enorm verwend met het ontbreken van oorlogsgeweld dicht bij huis.’

        We zijn inderdaad tot op het bot verwend. We verschuilen ons tot de tanden bewapend achter onze muren en zolang we elkaar niet naar de strot vliegen, geloven we dat dat ‘vrede’ is. Het lijkt er op, dat het uiteindelijk toch gelukt je zand in de ogen te laten strooien, want je vraagt je inmiddels niet meer af of het wel klopt. Je mekkert braaf na, wat je wordt voorgekauwd. Met ‘if you want peace, carry a big stick’ praat je kromme bananen retorisch recht en ben je een geweldig ambassadeur van hen die zich schaamteloos verrijken aan het leed van anderen. Bravo!

        Conflict ligt niet buiten ons, we creëren het zelf en houden het in stand door ons af te scheiden van de ander en het andere. Als het je werkelijk interesseert wat er in de wereld gebeurt, dan zou je je af kunnen vragen wat je er zelf aan bijdraagt en dan zou je wellicht kunnen inzien hoezeer je zelf de wereld verdeelt door te blijven denken in termen van ‘wij’ versus ‘zij’. Zo binnen, zo buiten…

        1. Robbert

          Na een dag vind ik het nog wel de moeite waard om te reageren. Ik ben het eens met de teneur van saskia sluiter en niet met die van Rob Duijf’s reacties. Ik ben egalitair ingesteld, kan het ook gemakkelijk zijn in een beschermde omgeving en heb geen enkele affiniteit tot populistisch tromgeroffel en wat dies meer zij. Maar ik denk ook: mensen leven bij wij/zij, dat verandert niet. Mensen zijn goed in machtsuitoefening en geweld maar minstens zo goed in samenwerking. Ofwel machtsuitoefening versus regels en machtsevenwicht. Het gaat om de balans. Die is nu beter dan in het verleden, de meeste mensen leven tegenwoordig zonder veel geweld. Maar regionaal en plaatselijk gaat het ook na ’45 te vaak op afschuwelijke wijze mis en dat zal wellicht verminderen maar niet ophouden. Het kan(n) en moet beter, maar niet door onze januskop te ontkennen. “Steeds weer” houd je alerter dan de verzuchting “nooit meer”. In 1995 (50 jr herdenking) hoorde ik het gloedvolle pleidooi van een Engelse veteraan voor vrede maar aan het eind zei hij: gaat het toch verkeerd zorg dan dat je een goed geweer bij de hand hebt.

          1. Rob Duijf

            Beste Robbert,

            Ik waardeer het, dat je het na een dag toch nog de moeite waard hebt gevonden om te reageren.

            ‘Maar ik denk ook: mensen leven bij wij/zij, dat verandert niet.’

            Het verandert niet, omdat we geen verandering toelaten en we laten geen verandering toe, omdat we niet bewust zijn van wat we doen. Als je het over ‘mensen’ hebt, dan ga ik er vanuit dat je over jezelf spreekt, want jij bent een mens en daarmee vertegenwoordig jij de mensheid.

            We zijn inderdaad in staat tot samenwerking. Het woord ‘samen’ veronderstelt eenheid, bijvoorbeeld eendrachtig samenwerken om op praktisch niveau een probleem op te lossen, een prestatie te verrichten, of een doel te bereiken. Mannetjes op de maan laten lopen, was een fantastische prestatie die alleen kon slagen door eendrachtig samen te werken. Dat lukt wanneer we hetzelfde belang hebben. Als we echter tegenstrijdige belangen hebben, dan werken we elkaar tegen en bestrijden we elkaar en ook dat doen we eendrachtig. Dat is wat er in de wereld gebeurt, in het groot, maar ook in het klein en tot in het meest subtiele.

            Omdat we geestelijk verdeeld zijn, komen we aan werkelijk praktische samenwerking helemaal niet toe. En toch is dat op dit moment buitengewoon urgent – urgenter dan ooit tevoren – als je je er tenminste van bewust bent met welke enorme problemen de mensheid op dit moment wordt geconfronteerd. Dus wat is samenwerking nu echt? Dat is pas mogelijk wanneer je de verdeeldheid beëindigt. Zo is Vrede niet de tijdelijke afwezigheid van conflict, maar de oplossing van de verdeeldheid die het conflict veroorzaakt.

            ‘Het kan(n) en moet beter, maar niet door onze januskop te ontkennen.’

            Inderdaad. We moeten niet ontkennen, we moeten begrijpen. We zullen ons eerst moeten  realiseren dat we verdeeld zijn en hoe die verdeeldheid ontstaat. Die verdeeldheid bestaat namelijk niet buiten jezelf, maar je bènt het zelf. Als je dat niet feitelijk inziet, dan hou je de verdeeldheid in stand en ben je niet tot echte samenwerking in staat.

            Je kunt je ook afvragen wat de relatie is tussen verdeeldheid en psychologische angst. De ander en het andere bestaan alleen, omdat in het denken het ‘ik’ zich van ‘de ander’ en ‘het andere’ afscheidt en zich indentificeert met de ogenschijnlijke delen. Dat roept angst op. Door de verdeeldheid in stand te houden, houden we de angst in stand. Dat is niet, omdat ik dat beweer, maar omdat het zo is en als je er even de moeite voor neemt, dan kun je waarnemen hoe het feitelijk werkt als je naar jezelf kijkt. Afgezien van de basale behoefte aan veiligheid die ieder levend wezen heeft, is psychologische angst de grote drijfveer achter het menselijk handelen. In onze behoefte aan psychologische veiligheid, doen we juist het omgekeerde: we creëren onveiligheid.

            Dit alles overziende dringt de vraag zich op, of dat niet anders kan. Ècht anders. Dat is een lastige vraag om te beantwoorden, omdat we helemaal niet weten wat verandering werkelijk is. Je zou het kunnen vergelijken met voor het eerst van de hoge duikplank afspringen. Dat is heel eng, want het is nieuw en je hebt het nog nooit gedaan. Springen betekent de veiligheid van de duiktoren achter je laten en het onbekende tegemoet gaan. Een geestelijke sprong maken, betekent het onbekende, het nieuwe toelaten. Dat is verandering.

            1. robbert

              Beste Rob Duijf: zeker, onze verdeeldheid zit in ons zelf, dat is de januskop, waar weinig aan te begrijpen is, behalve dat ik die zie bij mezelf en in wisselende mate bij anderen, maar dat sluit beheersing van eigen belangen enerzijds en praktische samenwerking anderzijds in het geheel niet uit en van de duikplank springen is niet nodig. Onze filosofieen verschillen, zoveel is duidelijk!

              1. Rob Duijf

                Beste Robbert,

                ‘(…) dat sluit beheersing van eigen belangen enerzijds en praktische samenwerking anderzijds in het geheel niet uit (…)’

                Dat is nou precies wat we al duizenden jaren doen en het heeft ons gebracht tot de wereld waarin we nu leven en dat ziet er niet best uit… Als jij daar tevreden mee bent, moet je er vooral mee doorgaan, maar het geheel ontgaat je volkomen.

      2. FrankB

        “Indië verloren, rampspoed geboren. Kennelijk geloofde men dat echt.”
        Klopt – en zo ongeveer het tegenovergestelde is waar. Sinds Indië verloren ging verwierf Nederland een ongekende welvaart. En dat is niet het enige voorbeeld. Voor de zuiderburen die de Mainzer Beobachter lezen: België had vanaf de onafhankelijkheid in 1830 (we gaan niet zeuren over een teleurgestelde Van Oranje-Nassau die zijn verlies niet kon verkroppen) één van de snelst groeiende economieën van Europa en viel terug zodra het Kongo verwierf ….

        https://en.wikipedia.org/wiki/Paul_Bairoch

    2. Robbert

      Geheel eens met Jan Kroeze. Miljoenen en miljoenen doden, in wat je WO III zou kunnen noemen, sinds 1945. Oorlogen, burgeroorlogen, terreur, ook genocides. “Es ist geschehen, und folglich kan es wieder geschehen. Darin liegt der Kern dessen, was wir zu sagen haben (Primo Levi, in vertaling aan de muur Holocaust Informatiecentrum Berlijn. Mijn gedachte bij 4 mei is: “Wieder, steeds weer”. Gelukkig de mens die het geweld bespaard bleef.

      1. Rob Duijf

        ‘Es ist geschehen, und folglich kann es wieder geschehen. (…)’

        Sta vooral even stil bij ‘kann’: het kàn, maar het hoeft niet… Dat impliceert, dat het wellicht anders zou kunnen. Wat is daar voor nodig?

        Nu we weer worden geconfronteerd met wat er 75 jaar geleden aan monsterlijke absurditeit in nazi-Duitsland aan het daglicht kwam, wordt die vraag weer gesteld. We lijken echter niet verder te komen, dan het in stand houden van het ‘wij/zij’-denken en het al maar weer creëren van nieuwe vijandbeelden. Anno 2020 is dat de klank van het populistisch tromgeroffel.

        Als we ons er niet van bewust zijn, dat we daar zelf aan bijdragen, zal er ook niets veranderen, want we zijn in wezen conservatief in denken, doen en laten. De betekenis van verandering is echter verandering toelaten en dat betekent het oude achterlaten om het nieuwe te kunnen omarmen.

    3. Rob Duijf

      ‘Nou ja, lamaar, er komt nooit een end aan dat gedoe.’

      Zolang je zelf dat gedoe in stand houdt zeker niet.

      1. FrankB

        Houdt JanK dat gedoe in stand dan?
        Dat is een serieuze beschuldiging, die serieuze onderbouwing nodig heeft.
        Vertel er dan ook even bij wat hij (of ik) hadden kunnen doen om het gedoe in het voormalige Joegoslavië en in Rwanda/Burundi en niet te vergeten Cambodja van eind jaren 1970 te verhinderen. Beter nog, vertel eens wat u gedaan hebt en welke resultaten u hebt geboekt.
        Zo niet, dan ben zo vrij om te concluderen dat ook u dat gedoe in stand houdt, net als JanK en ik. Gevalletje pot en ketel, dus.

        1. Rob Duijf

          ‘Dat is een serieuze beschuldiging, (…) Gevalletje pot en ketel, dus.’

          Nee Frank, dat is geenszins een beschuldiging noch een verwijt. Het is een constatering en het is inherent aan het menselijk denken. Aangezien ik een mens ben en alszodanig de mensheid vertegenwoordig, geldt dat dus ook – en in de eerste plaats – voor mijzelf.

          Het heeft dan ook niets te maken met dat jij direct betrokken zou zijn bij enig gewelddadig intermensenselijk conflict. Dat is ridicuul en slaat een waardevol gesprek dood. Als we echter niet inzien hoe ons denken verdeelt en hoe we ons vervolgens identificeren met de delen, dan veroorzaken we in potentie conflict, want dat verdeelde denken bepaalt bijvoorbeeld onze keuzes: partij kiezen vóór het een, tegen het ander, ook al slaan we elkaar niet direct de hersens in. Die identificaties zijn overigens nog het meest eenvoudige om in te zien, want het psychologische mechanisme is vele malen subtieler.

          ‘Beter nog, vertel eens wat u gedaan hebt en welke resultaten u hebt geboekt.’

          Je opmerking laat zien hoe afhankelijk je bent van wat andere mensen doen of laten, gewend als je bent aan politieke en geestelijke autoriteiten en andere schreeuwlelijkerds, alsof die de maat der dingen bepalen. Je leidt aan geestelijke luiheid, want het is veel gemakkelijker om aan anderen te vragen wat ze wel of niet doen of gedaan hebben en je daaraan te spiegelen, in plaats van jezelf af te vragen of en in hoeverre je zèlf verantwoordelijk bent. Dat is heel begrijpelijk, want van kind af aan ben je gevoed met wat anderen denken, heb je geleerd het ene aan te nemen en het andere te verwerpen, maar je hebt niet geleerd wat het betekent om werkelijk onafhankelijk het ene en het andere te beschouwen, zonder daarin enige stelling te nemen. Dat is niet verwijtbaar, want het is een ernstige tekortkoming in onze opvoeding. Als jouw geestelijke kwaliteit echter ongedeeld is, dan ligt het voor de hand dat de kwaliteit van jouw handelen ongedeeld is, niet waar?

          Aan mij hoef je daarvoor geen verantwoording af te leggen en evenzeer wens ik enig voorbeeld te zijn. Of ìk de boel in stand houd, is in de eerste plaats mijn eigen verantwoordelijkheid en ik kan je verzekeren dat ik de consequenties daarvan niet uit de weg ga. Jij hebt echter niets aan die bewering.

          Met andere woorden: je zou eens de moeite kunnen nemen om wezenlijk kritisch naar jezelf te kijken? Als je dat doet, dan zul je ook weten of een ander dat doet.

  3. Toen ik mijn reactie hier opschreef dacht ik dat wordt vast weer klop van Rob.
    maar veel is onduidelijk wat Rob schrijft, althans ik kan hem vaak niet volgen. Waarom ingewikkelde gedachtenconstructies? Rob kan je een en ander wat simpeler uitleggen? Je bent geen voorbeeld weliswaar, maar wat moet met een psychologisch middel waarover je verder niks vertelt? Waarom tegen anderen vertellen dat ze iets moeten doen, maar intussen onduidelijk blijft? Meer heb ik niet te vertellen.
    Laat ik het zo zeggen; ik ben benieuwd naar de rest van Jona’s verhaal.

    1. Rob Duijf

      ‘(…) dat wordt vast weer klop van Rob. (…) Waarom tegen anderen vertellen, dat ze iets moeten doen (…)’

      Beste Jan, ik heb geenszins de intentie om jou of wie dan ook ‘klop’ te geven. Ook ga ik jou niet vertellen wat je wel of niet moet doen. Daarmee zou ik me een autoriteit aanmeten die me niet toekomt en die ik ook niet wil hebben.

      Het probleem is dat we niet inzien hoe ons gedrag – afgezien van onze basale driften en instincten – wordt aangestuurd door ons denken, wat de drijvende kracht daarachter is en hoe we daarmee de wereld om ons heen direct beïnvloeden. Het denken verdeelt, identificeert en houdt verdeelt, en omdat we ons daar niet van bewust zijn – letterlijk geen  besef hebben van wat we eigenlijk doen – creëeren we conflict. Zaken als politieke en godsdienstige ideologieën, het nationalisme, de idee van superioriteit en alles wat daaruit voortvloeit – om maar een paar actuele verschijnselen te noemen – komen allemaal uit datzelfde psychologische mechanisme van verdeling en identificatie voort. En dat is dan nog het meest duidelijk en eenvoudig in te zien, want het mechanisme is vele malen subtieler en vraagt om grote aandacht.

      Zijn we nu zo tot op het bot geconditioneerd en afgestompt dat we door blijven gaan zoals we al duizenden jaren doen, of is er nog iets van een glimpje critische beschouwing, een greintje compassie met alles wat er op dit moment in de wereld gebeurt en waar we dus zelf aan bijdragen? Als we werkelijk de urgentie voelen, dan vraagt dat om een radicale verandering. Dat is niet hetzelfde als het wijzigen van het oude – de spreekwoordelijke ‘oude wijn in nieuwe zakken’, maar het toelaten van het nieuwe, door het oude te beëindigen. Doen we dat niet, dan zullen we voortmodderen, zoals we tot nu toe hebben gedaan.

      NB: Ik opper hier een mogelijkheid om die cirkel van conflict feitelijk te doorbreken. Kan dat? Aangezien we het hier over iets nieuws hebben, iets wat we dus niet kennen en nog nooit gedaan hebben, kun je die vraag niet bij voorbaat met ja of nee afdoen. Je zult het zelf moeten onderzoeken om er achter te komen. Dat is verder aan jou.

  4. A.Minis

    Ik denk dat Duijf best goed te volgen is; alles wat wij denken en waarnemen bestaat. En er zijn talloze manieren van denken en waarnemen die allemaal bestaan. Als je geen onderscheid meer maakt tussen wat daarvan deugt of niet deugt, bekijk je het op een afstand, dan zie je dat al die waarnemingen en gedachten een geheel vormen. Die van jezelf en al de anderen. En dat schept verantwoordelijkheid. Althans, als ik goed begrijp wat Duijf zegt. Ik vind het interessant. Het staat dicht bij wat de godin in de onderwereld tegen Parmenides zegt, althans als je Parmenides op een bepaalde manier interpreteert (te vinden in Peter Kingsley: “‘Reality”).

    1. Rob Duijf

      Je zegt iets heel belangrijks, namelijk: afstand nemen, zodat je het geheel kunt overzien. Van een briljant geslepen diamant kun je ieder facet op zich bekijken; de schittering zie je pas, wanneer je afstand neemt. Dat is precies wat de diamantslijper doet, wanneer hij zijn zijn slijpsel van een afstandje bekijkt.

      Omdat kennis beperkt is, is het denken beperkt; het denken is zijn eigen inhoud. Het denken brengt onderscheid aan. Dat moet ook, anders kunnen we niet praktisch functioneren. Het denken is in zijn aard echter ook egocentrisch: het creëert ‘ik’ (ego) en ‘niet-ik’. Dat ego lijkt een op zichzelf staande entiteit te zijn die los staat van ‘zichzelf’ en de wereld. Dat is een illusie. Het ego is door het denken in elkaar geknutselt, als een verzameling beelden en ideeën. Dat zijn we ons echter niet van bewust. We hebben ons ‘losgedacht’. Daarom bouwen we uiteindelijk fysieke en psychologische muren tussen onszelf en de ander, keren we ons van de ander af, drukken we de ander naar marge. De verbinding – het verbonden zìjn – ontgaat ons, omdat het geheel ons ontgaat.

      Het beperkte denken – kennis dus – kan ‘dat wat is’, ‘het geheel der dingen’, het ‘zichtbare en het onzichtbare’, de ’totaliteit van alles’ of hoe je het ook maar wilt noemen, helemaal niet bevatten. Je kunt een emmertje in de oceaan gooien, maar onmogelijk beweren dat de oceaan in het emmertje zit, want daar is het te klein voor. Toch is dat wat we doen…

      Het brein – en dat is meer dan de neocortex – is een fantastisch orgaan. We weten er nog lang niet alles van, maar we zijn in staat om steeds dieper in het brein door te dringen, tot op cel- en potentiaalniveau. Het denken is een onderdeel van alle processen die zich in het brein afspelen. Mits goed verzorgd, gezond en onbeschadigd, is het brein een buiten gewoon gevoelig orgaan, dat door vele zintuigen wordt gevoed.

      Het brein neemt waar. Het denken infiltreert echt voortdurend en verstoort de waarneming, het brengt onderscheid aan, waardoor er een ‘waarnemer’ (ego) lijkt te zijn die ‘iets waarneemt’. Als we dat echter doorzien, dan krijgt het denken niet de overhand, maar neemt het zijn normale, praktische plaats in. Het is er, wanneer het nodig is en wanneer het niet nodig is, houdt het zich stil. Dan is het brein ‘waarnemende’, ‘wetende’, ‘begrijpende’, maar dat is wezenlijk anders dan wat er zich op het beperkte kennisniveau afspeelt. Die gevoeligheid van het brein is compassie met wat is.

      Het draait dus om bewustzijn, waarin er geen ‘ik’ is die zich ‘ergens van bewust is’, maar waarin het brein bewust is. Bewustzijn begint met aandacht, met kijken naar die schijnbaar eindeloze stroom van gedachten die dagelijks over elkaar heen buitelen, niet worden uitgedacht, die allerlei gevoelens en emoties oproepen en reacties veroorzaken, die weer leiden tot nieuwe gedachten etc.

      Ga een lekkere boswandeling maken en weg van het dagelijkse rumoer op een bankje zitten en ga dan eens kijken wat er zich allemaal in je bolletje afspeelt. In die aandacht komt het denken tot rust en staat het brein volledig open voor ‘dat wat is’. Kennen zullen we het echter nooit, we zullen er nooit de hand op kunnen leggen.

Reacties zijn gesloten.