Bedrieglijk echt

Ze zijn als Dr Jekyll en Mr Hyde, als zon en schaduw, als de noord- en de zuidpool van een magneet: het een impliceert automatisch het ander. Roep “oudheidkunde” en de echo is “vervalsing”. De discipline dankt er haar bestaan zelfs aan, min of meer. De teksten van Renaissance-fraudeur Giovanni Nanni (1432-1502) vormden ooit de aanleiding om te onderzoeken hoe echt en onecht waren te herkennen en zo werd een wetenschappelijk vakgebied geboren.

Vervalsingen waren dus ooit de prikkel tot de verwetenschappelijking van de oudheidkunde en sindsdien zijn vakgebied en antivakgebied verstrengeld. Als wetenschappers ontdekken waarop ze moeten letten om een vervalsing te herkennen, weten hun tegenstanders het immers ook. Toen oudheidkundigen in de negentiende eeuw door kregen hoe ze modern van antiek schrijfmateriaal konden onderscheiden, schakelden vervalsers over op antiek perkament. We weten zelfs wie op dat idee kwam: Konstantinos Simonides (1820-1890).

Valse papyri

Een oudheidkundige is dus vanouds alert op vervalsingen, zeker als het gaat om een fraudegevoelige data-soort als papyri. Ik heb op deze plaats al vaker uitgelegd dat het niet moeilijk is een vervalsing zó te maken dat die in het lab niet valt te herkennen. Daarom was ik nogal verbaasd toen de ontdekster van het Evangelie van de Vrouw van Jezus, Harvard-onderzoeker Karen King, toen duidelijk werd dat ze een vervalsing in handen had, beweerde dat het lab wel uitkomst kon brengen. Voor wie het niet heeft gevolgd: de vervalser is geïdentificeerd.

Sindsdien zijn er meer vervalsingen ontmaskerd, zoals de Artemidorospapyrus en diverse groepen fragmenten van de Dode Zee-rollen. Wat opvalt, is hoe slecht de ontmaskerde vervalsingen waren: de Artemidorospapyrus vertoonde sporen van zink (dat in de Oudheid zelden werd gebruikt), enkele snippers van de Dode Zee-rollen waren bewerkt met keukenzout, de vervalser van het Evangelie van de Vrouw van Jezus had een zetfout uit een teksteditie overgenomen. Wat wordt ontmaskerd, zijn alleen de slechte vervalsingen. We moeten overwegen dat goede vervalsingen de status hebben gekregen van authentiek.

Anders gezegd: de basis van data waarop oudheidkundige inzichten zijn gebaseerd, kan wankeler zijn dan wordt aangenomen. In mijn boek Bedrieglijk echt pleit ik er daarom voor een ruime selectie als echt erkende papyri naar het lab te brengen om te zien of ze tests met moderne apparatuur kunnen doorstaan. Goede vervalsingen zullen we zo nog steeds niet herkennen, maar in elk geval weten we dan meer over de slechte.

Resterende vragen

Hoewel het boek deze week verschijnt, heb ik op allerlei vragen nog geen antwoord. Ik weet bijvoorbeeld nog altijd niet wat ik moet denken van de reactie van de ontdekster van het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat het lab wel uitsluitsel zou geven. Het is ondenkbaar dat ze niet heeft geweten dat dit onzin was.

Het is eveneens ondenkbaar dat ze niet heeft geweten dat wetenschap transparantie en controleerbaarheid veronderstelt en dat de uitgave van schimmig verkregen papyri dus niet aan de orde is. In de museale en de archeologische depots ligt voldoende materiaal om nog een eeuw lang mensen aan het werk te zetten. Tot slot is ondenkbaar dat King niet zou hebben geweten dat ze, door zo’n schimmige papyrus uit te geven, het risico nam namens een oplichter de prijs op te drijven. In het laatste nummer van Skepter en in dit filmpje leg ik het verdienmodel van de vervalser uit.

In het geval van het Evangelie van de Vrouw van Jezus is de fraude snel herkend, maar King had ook vervolgd kunnen zijn wegens medeplichtigheid. Dat vervolging van oudheidkundigen niet langer denkbeeldig is, toont de affaire rond Dirk Obbink uit Oxford, die wordt verdacht van diefstal en bedrog. De kern van de problemen is dat het illegale circuit te groot is geworden en de bovenwereld is binnengedrongen.

Bedrieglijk echt

Dat begint me steeds meer te verontrusten. Ik begon Bedrieglijk echt te schrijven met een soort geamuseerde verbazing – hoe kon King nou zulke rare dingen zeggen? – maar het bleek dus niet te gaan om een eenling maar om een structureler probleem, dat zich niet beperkt tot Harvard en Oxford. In mijn boek noem ik ook gevallen uit Italië, Duitsland, Nederland en Noorwegen.

Bedrieglijk echt zou aanstaande vrijdag zijn gepresenteerd in het Rijksmuseum van Oudheden. Ik zou wat leuke papyri hebben voorgelezen en het filmpje hierboven hebben getoond. We waren bezig ook een demonstratie van ramanspectroscopie voor te bereiden toen de coronacrisis uitbrak. Ik had erg gehoopt met die presentatie de aanwezigen wat bewuster te maken van de leuke en minder leuke kanten van de papyrologie en hoop nu dat u mijn boek koopt, leest, in uw boekenclub bespreekt en oudheidkundigen tegenspreekt die smoesjes ophangen. Slecht functionerende wetenschap gaat de hele samenleving aan.

U kunt het boek bestellen bij de Amsterdamse Athenaeumboekhandel. Die levert over het hele land en mijn aardige boekverkoper verzekert me dat de postafdeling ook in tijden van corona zal functioneren. Maar u kunt natuurlijk ook naar pakweg boekhandel De Groene Waterman in Antwerpen, boekhandel Van Piere in Eindhoven, boekhandel Broekhuis in Enschede, boekhandel Van der Velde in Leeuwarden, boekhandel De Tribune in Maastricht, boekhandel Roelants in Nijmegen, boekhandel Donner in Rotterdam, boekhandel Plukker in Schagen, boekhandel Van Someren & Ten Bosch in Zutphen of een andere plaatselijke boekhandel.

Deel dit:

65 gedachtes over “Bedrieglijk echt

  1. Otto Cox

    “En bespreekt in uw boekenclub “: dat doet me er aan denken dat ik nog op zoek ben naar een boekenclub over geschiedenisboeken. Ik ben ooit bij een introductie van zo’n club geweest maar die had te weinig diepgang. Zijn er suggesties?

    1. Gefeliciteerd! Ik ga het snel lezen. Het leek me lange tijd geen erg boeiend onderwerp maar je blogs toonden dat het wel de moeite waard is.

      Wat zijn je nieuwe plannen?

  2. FrankB

    “Ik weet bijvoorbeeld nog altijd niet wat ik moet denken”
    Dan houd ik het, zoals altijd in zulke gevallen, op de eenvoudigste verklaring: het menselijk vermogen tot zelfbedrog. Ik heb er zelf een paar keer last van gehad, wat ik uiteraard pas achteraf besefte. Zoals jij het beschrijft is Karen King er een schoolvoorbeeld van. Natuurlijk kent ze het belang van transparantie en controleerbaarheid. Alleen zijn mensen er heel erg goed in zichzelf wijs te maken dat hun speciale geval nou net een uitzondering is.
    Vandaar drukke markten en stranden. En ja, ik heb met al mijn moeite mij ook niet volledig strikt aan alle voorzorgsmaatregelen te houden.

    “Dat begint me steeds meer te verontrusten.”
    Terecht. De enige remedie is de 21e eeuwse versie van de schandpaal, vergezeld van de waarschuwing dat ieder van ons er toe in staat is. Ik heb hem al vaker aangehaald:

    “The first principle is that you must not fool yourself, and you are the easiest person to fool.”
    Zij die denken “wat King en Obbink is overkomen zal mij niet gebeuren” doen eveneens aan zelfbedrog en zetten dit principe het snelste aan de kant.

      1. Martin

        Dat kon Feynman wel zeggen, maar hoe stel je vast of je jezelf voor de gek houdt? Het belangrijkste principe is dat je bereid moet zijn om eerlijk met de data om te gaan. En soms zijn de data gewoon niet goed genoeg, of zelfs afwezig, zodat je geen geloofwaardige conclusie kunt trekken. Maar dat kunnen veel mensen niet. Dat zie je ook in foundational physics: string theory en quantum gravity etc. Wiskundige mensen houden zich daarmee bezig; velen willen coûte que coûte met die theorieën bezig blijven ook al is er geen enkele empirische bevestiging in zicht.

        1. Rob Duijf

          ‘(…) maar hoe stel je vast of je jezelf voor de gek houdt?’

          Bij twijfel niet oversteken.

          1. Martin

            Dat gaat over het risico van twijfel. Oversteken als er een vrachtauto aankomt en al dichtbij is: toch maar niet. Maar niet altijd wordt het risico niet zo groot ingeschat. Dat zie je ook in de politiek: men doet gewoon maar wat, tot het fout gaat. Dus het goed inschatten van het risico is ook wel belangrijk.

            1. Otto Cox

              Uit de psychologie is bekend dat mensen in het algemeen slecht zijn in het omgaan met risico’s. Kleine risico’s met concreet voorstelbare gevolgen worden overschat (zoals een ongeluk met een trein vol chemische stoffen), grotere risico’s met moeilijk voorstelbare gevolgen worden onderschat (zoals klimaatverandering maar ook een pandemie). Zie bv Kahneman. Dat komt, als we de theorieën mogen geloven, voort uit de reacties van onze voorouders op de savanne: geristel in de struiken kan een muis zijn, maar ook een leeuw, dus wegrennen, better safe than sorry. Maar dat is lang niet altijd een goede reactie. Hans Rosling (die behalve statisticus en briljant presentator ook jarenlang tropenarts was) geeft een aantal voorbeelden waaruit blijkt dat het vaak beter is eerst even rustig de situatie in beeld te brengen voor je tot actie overgaat.

              1. Ja,Tversky en Kahneman! Ik volg ze al vanaf de jaren 80.
                De zwarte zwanen van Taleb, ook uitstekend.
                Jezelf voor de gek houden is normaal, hoort bij dieren, mensen doen dat dagelijks.

            2. Rob Duijf

              Dat is ook zo. Twijfel betekent ook oplettendheid, alertheid. Psychologisch gesproken is ons brein alert, maar gooit onze cognitie voortdurend roet in het eten.

              Als het gaat om het onderkennen van wat praktisch gesproken echt of onecht is, zoals de papyri, moeten we het doen met expertise die op het moment aanwezig is. Je moet ook hier altijd voorzichtig, alert zijn, voor je uitspraken doet. Er bestaat nog zoiets als voortschrijdend inzicht, waardoor vermeende zekerheden achteraf toch op zijn minst twijfelachtig blijken te zijn. Een mooi voorbeeld is het ‘Rembrandt Researche Project’ waarbij expertise met moderne technologieën werd ingezet op het werk van Rembrandt. Dat veroorzaakte nogal wat opschudding in de internationale kunstwereld…

              https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Rembrandt_Research_Project

              Al is de wens vader van de gedachte, je moet altijd voorzichtig zijn voordat je iets als echt of onecht bestempelt. Achteraf moeten toegeven dat je er naast zat, is als kunstkenner niet zo goed voor je reputatie, tenzij je een verstandige slag om de arm hebt gehouden.

        2. FrankB

          “maar hoe stel je vast of je jezelf voor de gek houdt?”
          Daar zijn allerlei trucs voor. Bijvoorbeeld zijn de meeste mensen in staat zich tot op zekere hoogte te verplaatsen in de positie van anderen. Je kunt jezelf dus afvragen: wat voor kritiek kan ik verwachten? Maak ik gebruik van drogredenen (er zijn allerlei websites die daar hele lijsten van hebben gemaakt)? Enz. enz.
          En daar is empirische onderbouwing voor. Psychologie verkeert in de crisis van niet-reproduceerbare resultaten. Maar dat is geen algemeen probleem. Keer op keer blijkt uit onderzoek dat mensen te rooskleurig, te optimistisch zijn over zichzelf. Daar is ook weer een theorie voor, dus het is wetenschappelijk allemaal keurig verantwoord. Uit dezelfde onderzoeken blijkt dat andere mensen veel realistischer zijn over jou (en dus ook mij) dan jezelf.
          Daar volgt een nog simpeler truc uit. Doe niet als vele machthebbers (met Donald the Clown als actueel voorbeeld) maar omring je met mensen die tegen je ingaan in plaats van je bevestigen.
          Mijn aanbeveling aan u: studeer wat eenvoudige psychologie. Er is op internet heel wat te vinden.

          1. Martin

            Ik weet over de replicatie crisis in de psychologie. Ik vind dan ook dat er aan de universiteiten van alles gebeurt wat niets met wetenschap te maken heeft. Dat is ook het thema: het gaat er niet om dat wetenschappers niet links zouden mogen zijn, het gaat er om of hun conclusies uit onderzoek wel voldoende onderbouwd zijn.

      2. Ben Spaans

        Meneer B, in plaats van af te geven op mensen die in paar dagen tijd in een totaal andere wereld zijn terecht gekomen en zich daar niet meteen bij kunnen neerleggen of dat kunnen bevatten, waarvan de leider van dit land van 17 miljoen totaal verschillende mensen binnen een paar dagen een totaal andere levensstijl verlangt – ik weet niet of dat jezelf voor de gek houden is. Sommige mensen beleven de ergste identiteiscrisis in hun bestaan. En zeg niet schamper dat dit zelfmedelijden is.

        En je hebt ook domme mensen ja.

      1. Martin

        Ik moet maar weer eens naar de stelling van Bayes verwijzen: hoe schatten wij de waarschijnlijkheid van een hypothese in? Het idee dat er een evangelie zou zijn van de vrouw van Jezus is voor veel mensen natuurlijk zeer aantrekkelijk. Dan is het moeilijk om rationeel te blijven. Dat zie je ook bij religies: er worden wat sprookjes gepropageerd en vervolgens slaat men elkaar de hersenen in. Huppetee, op de brandstapel met die ketters en ongelovigen. Wat ook niet helpt, is dat gegoochel met Gaussianen, waarbij steeds weet de twee verschillende conditionele waarschijnlijkheden met elkaar verward worden. Het probleem met dit soort discussies is dan ook dat te veel mensen niet genoeg van statistische data analyse begrijpen. Dan krijg je dus oeverloos gezwets.

        1. FrankB

          “hoe schatten wij de waarschijnlijkheid van een hypothese in?”
          Meestal is de stelling van Bayes totaal onpraktisch, omdat de a priori waarschijnlijkheden het resultaat van natte-vinger-werk zijn.

          1. Martin

            Het is een herhalend proces. Als er nieuwe data zijn dan krijg je een nieuwe a posteriori waarschijnlijkheid, die voor de volgende nieuwe dataset dan weer de nieuwe a priori waarschijnlijkheden wordt. Een leerproces dus. Zo werkt de wetenschap: je werkt met een theorie totdat je merkt dat dat niet meer goed gaat. En dan ga je een nieuwe theorie verzinnen. Dus had Pauli het over “not even wrong”, dat gaat over theorieën die helemaal niets voorstellen: niet eens fout.

            Maar inderdaad, Bayes gebruiken om een fantasie te rechtvaardigen heeft niets met wetenschap te maken. Inderdaad proberen sommigen om zo string theory te rechtvaardigen, bv http://philsci-archive.pitt.edu/11873/1/Dawid_review.pdf

            1. FrankB

              “Het is een herhalend proces.”
              Pas dat toe op RobD’s voorbeeld van de straat oversteken en je bent langer bezig met rekenen dan met het oversteken zelf of het wachten op een goede gelegenheid.
              Verder vind ik uw reactie een tikkeltje naief ten aanzien van de menselijke aard, wat gegeven uw conservatieve voorkeuren opmerkelijk is. Een uitstekend voorbeeld van de wijze waarop Bayes faalt (wat niet aan de beste man, nog aan zijn stelling te wijten is) is Richard Carrier en zijn Jezusmythologie.

              https://www.richardcarrier.info/archives/12742

              Een typisch geval om Feynman’s Eerste Principe te illustreren.

              1. Martin

                Nee, ik bedoel dat kinderen moeten leren om goed te kunnen inschatten of ze veilig kunnen oversteken. Soms gebeurt het dat je denkt: dat ging maar net goed, en daar leer je dan weer wat van. Ik ken Bayes uit de techniek.

                Inderdaad is dat de moeilijkheid van historische wetenschap: er gebeurt niets nieuws meer. Je kunt alleen maar proberen zoveel mogelijk data te verzamelen, en daar een interpretatie van geven. Dus proberen velen, bv in de USA, vol te houden dat geschiedschrijving slechts een narratief zou zijn, een verhaaltje dat ook anders had kunnen luiden, om zo politieke invloed te kunnen hebben. Men eist dan “representatie” in de geschiedschrijving, etc. Dat zie je ook bij die Jezusmythologie. Er is in vroeger tijden zoveel uit de duim gezogen, dat er geen wetenschap over mogelijk is.

              2. Martin

                Mijn blik op de menselijke aard: een groot deel van de mensheid is gewoon te dom om informatie rationeel te verwerken.

            2. jan kroeze

              @Martin: hoe weet je dat de meerderheid van de mensheid te dom is om rationeel info te verwerken? Ik denk niet dat je dat zomaar mag veronderstellen.

            1. Martin

              Ja, ik ook. Bayes is een leerproces, je begint met ruwe a priori waarschijnlijkheden, en die verbeter je dan op de basis van verdere ervaring. Dus je gaat je vooronderstellingen aanpassen. Zo groeit een mens ook op.

            2. Martin

              Bij een spel kaarten is het triviaal: P(aas|harten)*P(harten)=P(harten|aas)*P(aas), dus (1/13)*(1/4)=(1/4)*(1/13). Dat je steeds je a priori waarschijnlijkheden aanpast heet recursive Bayesian estimation.

    1. Bert Schijf

      Zelfbedrog is niet ongewoon en soms ook niet schadelijk. De kwestie is hoe kunnen we het corrigeren. Een leerzaam voorbeeld is het schilderij De Emmaüsgangers dat in 1937 op de markt kwam. Het zou een Vermeer moeten zijn maar was een vervalsing van Han van Meegeren. De grote kunstkenner Bredius meende onmiddellijk dat het schilderij echt was. Hijzelf had altijd beweerd dat er een Vermeer uit diens Italiaanse periode moest zijn. De vervalser Van Meegeren is niet zo interessant, maar het zelfbedrog van Bredius daar draait het om. De socioloog Den Hollander heeft ooit geschreven: de mens wil de wereld niet, hij wil zijn visie op de wereld.

  3. Pieter

    Een dezer dagen zou je nieuwe boek hier in de brievenbus moeten vallen. Ik kijk er al naar uit!
    Wel jammer van de presentatie; ik was van plan er een uitstapje van te maken naar het verre Nederland, maar dat zal, helaas, zoals veel dingen, moeten wachten.
    Veel goede moed aan iedereen in deze vreemde tijden!

  4. Rob Duijf

    @JanKroeze

    ‘Jezelf voor de gek houden is normaal, hoort bij dieren, mensen doen dat dagelijks.’

    Nee, dat is NIET normaal en ja, het hoort bij mensen en die doen dat dagelijks.

    1. jan kroeze

      @Rob: als mensen zichzelf niet meer voor gek zouden houden zou de wereld een hoogst vervelend oord worden, ergo blijf dat doen en vindt het volstrekt normaal.

      1. Rob Duijf

        We kunnen natuurlijk wel om onze eigen stompzinnigheid lachen. Dat is nog iets dan anders dan het weglachen…

  5. jan kroeze

    @Martin, ik snap wel wat je bedoelt, maar je kop in het zand steken werkt verstikkend. Ik heb het fenomeen overigens nooit kunnen aanschouwen.

      1. Beste Martin, IQ zegt vaak niet zoveel. Beter gezegd IQ is dat wat deze IQ-test zegt. Je weet dus nog heel weinig Iemand die hard doorleert kan een hoger IQ verkrijgen, maar dat hoeft nog niets te zeggen over wat ie kan of waar ie geschikt voor is.
        Overigens gaan scores in de loop van de tijd. Omlaag gaat de rekentest, die vaak zwaar meeweegt. Verder is het zo dat je in tests moet geloven, voor hen die mee werken is het een instrument en dat vaak ook wel anders heb je weinig in je handen.

        1. Martin

          De correlatie tussen IQ en schoolsucces is ongeveer 80%, wat wel een flink positieve correlatie is. En dat verbaast niet, als je om je heen kijkt.

            1. Martin

              Heb ik van een psycholoog gehoord die zich met IQ bezig houdt. De meeste kinderen die het op de basisschool heel goed doen gaan dan ook naar het VWO. Er zijn altijd wel enige uitzonderingen die aan de drugs gaan ofzo.

  6. Rob Duijf

    @Otto Cox

    ‘Dat komt, als we de theorieën mogen geloven, voort uit de reacties van onze voorouders op de savanne (…)’

    Of het theorie is, hangt af van de interpretatie. Die reacties zijn een stuk ouder dan je opa op de savanne. Ze komen voort uit de ‘amygdala’, het ‘vissen- of krokodillenbrein’, zeg maar ons oerbrein, dat we gemeen hebben met alle zoogdieren, de vogels, hagedissen, schildpadden, amfibieën en natuurlijk vissen, want daar zijn we uiteindelijk allemaal uit ontstaan. Die acteert direct op accuut gevaar: vechten, vluchten of bevriezen – met alle stressverschijnselen die bij vegetatieve angst horen – anders word je opgepeuzeld door de leeuw. Ook al blijkt het achteraf maar een muisje te zijn… Is het gevaar geweken, dan gaat ieder dier weer over tot de orde van de dag.

    Dat vissenbrein is doorgeëvolueerd en wij mensen hebben een primatenbrein met een neocortex ontwikkeld waarbij de cognitie in de frontale of voorhoofdskwab zetelt (‘Tok, tok, tok, rare jongens…’). We kunnen nadenken over wat ons is overkomen en van daaruit projecteren we wat ons eventueel te wachten zou kunnen staan op de toekomst. Daar is niets theoretisch aan, je kunt het bij jezelf waarnemen wanneer het zich voordoet.

    Zo kan het gebeuren dat je volkomen veilig en gezond op de bank in thuisisolatie zit en je bedenkt dat het coronavirus je te grazen gaat nemen: je cognitie stuurt de amygdala aan: de adrenaline spuit door je lijf, je hartslag gaat omhoog, het zweet breekt je uit, je haren gaan recht overeind staan, je piest en poept in je broek van angst. Dat is dus een psychologische angstreactie in een volstrekt veilige situatie. Of je bedenkt dat er morgen geen eten meer is en je propt nog even gauw twee winkelwagentjes vol met houdbare zooi. Als er een gaat rennen, gaan we allemaal rennen en dat noemen we paniek. Niets aan de hand, we hebben allemaal bedacht.

    Als Hans Rosling stelt dat ‘het vaak beter is eerst even rustig de situatie in beeld te brengen voor je tot actie overgaat’, wat bedoelt hij daar dan mee? Als je de straat oversteekt en de vrachtwagen van Martin komt er aan, dan spring je weg, daar is niets cognitiefs aan; het gebeurt zonder er bij na te denken, anders ben je plat. Een uitzondering is misschien de dappere Massaï-krijger die de confrontatie met een leeuw niet uit de weg gaat, maar ook bij hem staat de amygdala op scherp en die leeuw ‘weet’ dat. Ook zijn amygdala staat op scherp.

    Om de situatie ‘rustig in beeld te brengen’ is aandacht nodig. Zeg maar de ’tien tellen bedenktijd’ voor je uit het raam springt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat ongeveer de tijd is die emoties nodig hebben om uit te doven zonder dat ze tot fysieke respons leiden (tenzij ze cognitief worden herkauwd). Overigens is ook dat geen theorie, je kunt het feitelijk bij jezelf waarnemen.

    1. Otto Cox

      “Als Hans Rosling stelt dat ‘het vaak beter is eerst even rustig de situatie in beeld te brengen voor je tot actie overgaat’, wat bedoelt hij daar dan mee? ”
      Rosling beschrijft onder andere een paar van zijn eigen ervaringen/fouten uit zijn artsenpraktijk. Onder andere een noodgeval toen hij als jong co-assistent op een eerstehulpafdeling werkte (en dacht dat de 3e wereldoorlog was uitgebroken) en een beslissing om tijdens een mogelijke epidemie in een afrikaanse regio besloot een weg te laten afsluiten (waarna dorpelingen met een bootje langs de kust naar de markt gingen omdat ze anders geen inkomen hadden en vervolgens verdronken). Hij noemt het het urgentie- en angstinstinct.

      1. Rob Duijf

        Dank je wel Otto!

        In zijn boek ‘Factfulness, ten reasons we’re wrong about the world and why things are better than you think’, beschrijft Hans Rosling (1948-2017) tien verschillende ‘instincten’. Instincten zijn aangeboren gedragspatronen, d.w.z. dat deze niet door ervaring zijn opgedaan. Van al die door Rosling benoemde instincten is basale angst een echt instinct, waarbij een directe responsie volgt op een concreet gevaarlijke impuls: vechten, vluchten of bevriezen. Is het gevaar geweken, dan keert de rust terug.

        Wanneer we gaan nadenken over wat ons in die concrete situatie is overkomen dan leggen we die gebeurtenis vast als ervaring en worden we bang dat het een volgende keer weer zal gaan gebeuren. Zo kunnen we bang worden van talloze scenario’s die we zelf bedenken en op de toekomst projekteren. Dat is een cognitief proces en zo ontstaat psychologische angst.

        Lastiger wordt het wanneer Rosling het heeft over ‘urgentie-instict’, want dit heeft te maken met het gevoel dat het urgent is om direct in actie te komen, maar dit gevoel wordt door het denken opgeroepen, niet zelden ten spijt van eerdere ervaringen. Dat is dus cognitief en geen instinctief gedrag volgens de gangbare opvattingen.

        Dat neemt niet weg dat we door dit gevoel van urgentie de realiteit (dat kan concreet gevaar zijn!) uit het oog verliezen en overgaan tot impulsief en ondoordacht handelen, waardoor we de verkeerde beslissingen nemen. Dat wordt nog versterkt wanneer we daarbij ook naar anderen kijken. We hebben het gevoel dat alles veel negatiever is, dan feitelijk het geval is en praten elkaar in de put.

        Basale of vegetatieve angst verdwijnt op het moment dat het gevaar geweken is.  Psychologische angst houdt aan omdat we deze cognitief blijven herkauwen. Als in concreet gevaarlijke situaties die twee systemen in een split second door elkaar gaan lopen, raakt de elektrochemische balans in het brein verstoord en kan het helemaal mis gaan. Dat kan leiden tot verwarring, paniek en massahysterie.

    2. jan kroeze

      Bij ons aan de overkant is een zebrapad, zelfs vrachtwagens stoppen daar als je wil oversteken
      jan kroeze( Iets vreemds gebeurd met mijn tikgedrag)

  7. Roger Van Bever

    Boek al lang bij Atheneum besteld.

    Vraag: Als er een geval is van fraude, maar ook van ‘fake news’ dat niet over de oudheid, maar over de laatste eeuw gaat, is het dan gemakkelijk te herkennen? De sinoloog Sir Edmund Backhouse (1873-1944) (was een beruchte vervalser, lijdend aan ‘Pseudologia phantastica’ (zie: https://www.wikiwand.com/nl/Pseudologia_phantastica) die uiteindelijk door de mand is gevallen.
    Hij is uiteindelijk ontmaskerd door de befaamde, maar zelf niet onomstreden historicus Hugh Trevor-Roper. Hugh heeft een buitengewoon boeiende biografie van Backhouse geschreven. Ik momenteel het boek aan het lezen: The Hermit of Peking. Overigens trapte Trevor-Roper zelf in een vervaslsing, nl de Dagboeken van Hitler, die hij voor echt verklaarde.

  8. Rob Duijf

    @Martin @Jan Kroeze

    Een IQ-test kan iets zeggen over iemands mentale capaciteit of afwijking, waarbij niet uit het oog mag worden verloren dat een mens altijd meer is dan het beeld dat uit de test naar voren komt. Maar wat is intelligentie? Dat kun je op verschillende manieren theoretisch benaderen. Meestal gaat men daarbij uit van iemands cognitieve vermogens, wat een heel complex geheel is, of simpelweg hoe slim iemand is. Daar vallen allerlei vraagtekens bij te zetten: bestaat er bijvoorbeeld zoiets als universele intelligentie die voor iedereen geldt of is intelligentie erfelijk en/of cultureel bepaald?

    Je kunt de vraag wat intelligentie is ook op een andere manier benaderen, namelijk het vermogen om ‘de wereld’ (en daar staan we niet los van) te zien zoals deze is en niet zoals we denken dat deze is cq aan ons wordt voorgespiegeld. Ons brein heeft zijn eigen natuurlijke intelligentie. Het wordt voortdurend gevoed door onze zintuigen – en dat zijn er veel meer dan de klassieke vijf – waarmee we de wereld waarnemen.

    Dan blijkt dat onze cognitie de waarneming eerder belemmert, waardoor we gekke dingen gaan doen en tegenstrijdig handelen. We zeggen het een, maar doen het ander. We praten bijvoorbeeld over vrede maar houden er staande legers op na en als we elkaar al niet voor de raap schieten, praten we over veiligheid, terwijl we onze wereld steeds onveiliger maken. Dat is niet erg intelligent…

    Die intelligentie vraagt om mentale vrijheid en die is er niet, want we worden vanaf onze geboorte geconditioneerd op alle niveaus van ons leven. Daar kunnen we ons echter wel van bewust zijn, maar dat betekent dat we naar onszelf moeten kijken. Ik ga er niet over, maar als het aan mij ligt zou ‘zelfkennis’, in de zin van feitelijk ‘zelf kennende zijn’ hoofdvak zijn op alle niveaus van onderwijs. Daar zitten autoriteiten niet op te wachten, die willen volgzame mensen in plaats van vrije, intelligente mensen. We zullen het dus zelf moeten organiseren.

    1. Martin

      Intelligentie is duidelijk erfelijk. Dat wil niet iedereen horen want dat betekent dat je DNA er iets mee te maken heeft. Daar kan geen middenschool tegenop.

      IQ gaat inderdaad over het cognitieve vermogen, dus het vermogen om bv een academische studie te kunnen doen, zoals bv wiskunde. Dat kan niet iedereen. Je kunt vinden dat kunnen stofzuigen belangrijker is, en wie dat vindt moet dat vooral gaan doen. Maar ik vindt dat niet. En volgens mij word je vrij door veel te lezen, bv geschiedenis en wiskunde en natuurkunde. En deze blog, natuurlijk.

      1. Rob Duijf

        ‘Je kunt vinden dat kunnen stofzuigen belangrijker is (…)’

        Dat vind ik niet, maar het moet wel gebeuren. En als jij het niet doet, moet een ander het doen, want anders wordt het een klerezooi. Toch waarderen we IQ hoger dan de mensen die onze rotzooi opruimen.

        ‘En volgens mij word je vrij door veel te lezen, bv geschiedenis en wiskunde en natuurkunde. (…)’

        Je kunt historicus worden, wiskundeleraar, of wetenschapsjournalist, maar vrij worden kun je niet. Je bent vrij of je bent het niet en dat is een kwestie van bewustzijn. Dat is overigens geen exclusief voorrecht voor mensen met een hoog IQ en het staat ook niet in het boekje ‘Vrijheid voor dummy’s’, maar lees vooral veel, daar is niets op tegen.

      2. Rob Duijf

        ‘Intelligentie is duidelijk erfelijk.’

        Zeker, maar daar is niet alles mee gezegd. Er is onder meer onderzoek onder tweelingen gedaan en er zijn verschillende uitkomsten, die uiteenlopen van 50 procent tot 80 á 90 procent erfelijkheid, waarbijvoor het overige omgevingsfactoren van invloed zijn. Dat wil overigens helemaal niet zeggen dat slimme kinderen dus ook slimme ouders hebben. Veel hoogbegaafden hebben ouders met een gemiddelde intelligentie. Omgekeerd heeft meer dan de helft van de kinderen van hoogbegaafde ouders een gemiddeld IQ. Het hangt er maar net vanaf hoe je genenpakketje is samengesteld en dat is een kwestie van toeval.

        1. Martin

          Ja, OK, ik ga hier geen ruzie over maken (en ben niet van FvD), ik bedoel alleen dat je capaciteiten bij je geboorte al vast liggen. Ik heb gezien dat velen dat niet willen horen. En stofzuigen en toilet schoon maken doe ik ook. In mijn gezin (ik, vrouw, drie kinderen) is iedereen academisch, dus ik ben wel wat verwend.

          1. jan kroeze

            @martin: waarom liggen je capaciteiten snoeihard vast bij je geboorte? Iemand als denkt dat ook.
            Bert Keizer schreef over dit onderwerp een lezenswaardig boek:Waar blijft de ziel.

        2. jan kroeze

          @Rob: die onderzoeken zijn vaak gedaan vanuit een bepaald perspectief en ze zijn meestal al oud. 2-lingen -onderzoek klinkt prima, maar er zijn er meestal niet zoveel van.En verder zal je zien dat tweelingen later heel divers worden, ze gaan verschillende beroepen kiezen en als bv. gaan trouwen doen ze dat niet met dezelfde vrouw om eens wat te noemen.

      3. jan kroeze

        @martin: tegenwoordig is men het redelijk met elkaar eens dat die zgn. intelligentie voor zo’n 50% is aangeboren en de rest is omgeving. Zonder omgeving kun je niet eens bestaan.

    1. Martin

      Ik houd er ook over op. Het kwam door de vraag waarom mensen zich voor de gek laten houden. Ik heb in het verleden wel eens over IQ gedebatteerd, maar dat is zo’n gevoelig onderwerp dat ik mij er nu zo weinig mogelijk mee bemoei. De markt selecteert toch wel de slimmeren eruit.

  9. @ Martin “ik bedoel alleen dat je capaciteiten bij je geboorte al vast liggen”
    Maar dat is nu juist het punt: dat is helemaal niet zo. Of je genetische aanleg tot uitdrukking komt is volledig afhankelijk van omgevingsfactoren.

  10. @ Martin: “ik bedoel alleen dat je capaciteiten bij je geboorte al vast liggen”
    Maar dat is nu juist het punt: of je genetische aanleg ook tot uitdrukking komt, is volledig afhankelijk van omgevingsfactoren.
    Literatuurtip: “Behave” van Robert Shapolsky.

    1. Rob Duijf

      Geen speld tussen te krijgen, Richard. Je leestip onderschrijf ik. Er staan overigens veel interviews en lectures met Sapolsky op YouTube.

  11. Martin

    Dat argument heb ik vaak gehoord. Je kunt het door slechte behandeling en ondervoeding onderdrukken, maar omgekeerd komt er ook niet uit wat er niet in zit. Dat ziet toch iedereen?

Reacties zijn gesloten.