Misverstand: Carrhae

Parthische boogschutter (Altes Museum, Berlijn)
Parthische boogschutter (Altes Museum, Berlijn)

De Romeinse Republiek breidde zich aanvankelijk gestaag uit over Italië, annexeerde na de Eerste Punische Oorlog de eilanden Sicilië, Sardinië en Corsica en ook de Povlakte en de Dalmatische kust, nam na de oorlog tegen Hannibal ook de Spaanse kusten in bezit, en gebruikte vervolgens enkele decennia om alles te consolideren. Na het midden van de tweede eeuw v.Chr. ging het sneller: Macedonië, Africa, Griekenland, het Pergameense Rijk, de Meseta, de Provence, Numidië.

Daarna was het de tijd van de grote generaals. Sulla, Lucullus en Pompeius veroverden gebieden in het oosten, Caesar annexeerde het westen van het Iberische Schiereiland, Gallië en nog meer Numidië. Ze zouden allemaal worden overtroffen door keizer Augustus. En dan waren er nog de evidente mislukkingen, zoals generaal Crassus, die zich aan zijn stand verplicht voelde naar het oosten te trekken om te strijden tegen de Parthen, die woonden in Irak en Iran. Dat had hij beter niet kunnen doen, want in 53 v.Chr. werd hij bij Carrhae, ook bekend als Harran, verslagen.

De Griekse auteur Ploutarchos presenteert het gebied als een droge woestijn vol zandduinen waarin de legionairs niet goed uit de voeten konden (meer). Dat landschap staat in veel publicaties nog altijd vermeldt als de verklaring voor de Romeinse nederlaag. En eerlijk is eerlijk: de huidige weg richting Şanli Urfa, even ten noorden van Harran, is inderdaad door een dodenrijk.

In werkelijkheid ligt Harran echter aan de rivier de Balikh, iets wat Ploutarchos, anders dan zijn hedendaagse volgelingen, wel degelijk vermeldt. (Niet ver stroomafwaarts ligt de door Nederlandse archeologen onderzochte Tell Sabi Abyad, waarvandaan in de Assyrische tijd leiding werd gegeven aan de agrarische exploitatie van het rivierdal.)

Het zou overdreven zijn de omgeving van Harran te rekenen tot de vruchtbaarste gebieden van het Nabije Oosten, maar woestijnzand was niet de oorzaak van de Romeinse nederlaag. De werkelijke reden is enerzijds de Parthische zware cavalerie, waarover ik morgen zal bloggen, en het vermogen van de Parthische boogschutters om honderdduizenden pijlen te lossen. Onderschatting van de militaire capaciteiten van de oud-oosterse legers is de reden waarom oudhistorici Crassus’ mannen een niet-bestaande woestijn in lieten marcheren.

Deel dit:

9 gedachtes over “Misverstand: Carrhae

  1. jacob krekel

    Op school heb ik geleerd dat de nederlaag van Crassus lag aan onkunde en overmoed. En dat iemand het terrein als oorzaak opvoert is nogal onbegrijpelijk. Het zou voor de Parthen even droog zijn geweest als voor de Romeinen.
    Een voorbeeld van stereotypering? Zoiets als: die oosterlingen zijn allemaal woestijnbewoners een die kunnen heel goed tegen de droogte. Dat heb je zo met het woestijn-dna.

    1. Ja, als het in de woestijn was geweest, was het voor de Parthen even droog als voor de Romeinen. Alleen: de Romeinen waren infanteristen, de Parthen waren ruiters. De laatsten konden snel toeslaan. Dus compleet irrationeel is de redenering niet: op de steppe heeft de ruiter het voordeel.

      Maar er was dus water; de redenering houdt geen steek.

      1. Robert

        ” Alleen: de Romeinen waren infanteristen, de Parthen waren ruiters.”

        Ja en nee. De Romeinen hadden ook cavalerie, en zoals latere veldslagen hebben bewezen ben je als gedisciplineerde zware infanterie niet per se in het nadeel tegen bereden boogschutters, en er zijn voorbeelden geweest waarin een minderheid van Romeinse infanterie het alleen aflegde tegen (Sassanidische) cavalerie toen die ten langen leste afsteeg en door numeriek overwicht de strijd besliste.

        1. Rudmer Koopal

          Ja en nee ook wat jouw opmerking betreft. Maar laten we even wachten op de blog van morgen voordat we op zaken vooruitlopen .

  2. Rudmer Koopal

    De overwinning van de Parthen bij Carrhae is niet alleen een kwestie van het hebben van zware cavalerie en boogschutters. Er zijn meerdere factoren die een rol speelden en de doorslag gaven. Tijdens de daarop volgende poging tot veroveren van Syria hebben de Parthen twee keer klop gehad van de Romeinen ondanks zware cavalerie en boogschutters.
    Ik verheug me op de blog van morgen.

  3. Martijn N.

    Nu ben ik eerlijk gezegd wel nieuwsgierig welke oudhistorici de nederlaag van Crassus dan aan het landschap wijten? Er zijn er denkelijk toch niet veel die de Parthen niet als tamelijk formidabele tegenstanders zien. Dat een gevecht met een ruiterleger voor een grotendeels uit zware infanterie bestaande strijdmacht een tactisch dilemma oplevert is nu niet echt verrassend en zal door veel oudhistorici toch ook wel worden opgepikt? Ik ben benieuwd naar het vervolg.

Reacties zijn gesloten.