Driemaal goed en kwaad

Mesopotamisch gebed: degene die iets bij de goden gedaan wil krijgen, links, roept zijn beschermgodin aan, die een tweehoofdige godheid laat spreken tot de wijsheidsgod Enki. Achter Enki een van de Zeven Wijzen. Rolzegelafdruk, nu in het Louvre, Parijs.

Ex Oriente Lux (“het licht komt uit het oosten”) is de vereniging die de inzichten die oriëntalisten en egyptologen opdoen, wil delen met het grote publiek. Ze doet dat onder meer met een tijdschrift, Phoenix, en met lezingen. Afgelopen zaterdag waren er drie in Rotterdam, gewijd aan het thema van goed en kwaad. Ondanks alle coronamaatregelen was het even boeiend als het gezellig was.

Het jodendom

De eerste spreker was Klaas Smelik, die ons vanuit Gent toe-zoomde over goed en kwaad in de Bijbel. Zoals iedereen weet – en anders kijkt u maar naar het klassieke filmpje hieronder – constateert God in het scheppingsverhaal bij herhaling dat de wereld goed, ja zeer goed was. Tov, op z’n Hebreeuws. Nu kan het Opperwezen dat wel zeggen van zijn eigen werkstuk, maar het is natuurlijk ook waar dat het bestaan van het kwaad een spijkerhard gegeven is. Heeft God dat dan ook geschapen?

Smelik kapte wat misverstanden weg. Nee, het kwaad kwam niet in de wereld door de slang, die ook een goed schepsel was. Listig, zeker, maar niet de duivel die er later van is gemaakt. Even verderop in Genesis: het verhaal van de Zondvloed gaat niet over de bestraffing van zonde maar om vergelding – een noodzakelijke voorwaarde voor gerechtigheid. Collectieve vergelding is echter geen oplossing, zo stelt God vast. Het oordeel moet individueel zijn.

De joodse literatuur biedt verschillende antwoorden. Kijk naar het levenseinde van de zondaar, lijkt het soms, maar Prediker constateert dat het niet uitmaakt. Of: wat je denkt dat kwaad is, blijkt bij nader inzien goed te zijn (Ruth). Of er is een tegenstrever voor God, de satan, en de mens heeft de vrijheid te kiezen. Die keuzevrijheid doet afbreuk aan Gods almacht, maar de almacht Gods komt dan ook niet voor in de Bijbel, die immers – met een woord van Klaas Veenhof – te lezen is als “het boek van Gods mislukkingen”.

Mesopotamië

De tweede spreker was Theo Krispijn, die de Sumerische tekst besprak die bekendstaat als “Een mens en zijn god”, geschreven rond 1800 v.Chr. en overgeleverd in kopieën uit Nippur en Ur. Het eerste deel van zijn betoog bestond uit een beschrijving van de Mesopotamische gebedspraktijk. Men bad destijds liever niet zelf tot de goden, maar liet dat over aan een deskundige priester. Ook een zus of moeder konden de boodschap overbrengen, desnoods schreef je een brief aan de god. Alleen in uiterste nood sprak je zelf de goden aan. En zelfs dan deed je het indirect. Er waren allerlei middelaarsfiguren met namen als “woordvoerder”, “genius/potentie”, “heraut” of je persoonlijke godheid, die je pleit bezorgde bij hogere goden. Het plaatje hierboven toont de hiërarchie.

Pleitbezorger – of advocaat. Als het je tegenzat – als het kwaad je trof – was het alsof er een rechtszaak tegen je liep. Zo conceptualiseerden de Mesopotamiërs het. Aan de andere zijde in het geding stonden allerlei demonen, met namen als “dondergeest”, “dolkdrager” en “verlamming”.

“Een mens en zijn god” is te lezen als een gebedsbrief. Een jonge man is getroffen door Verlamming – een soort depressie. Iemand lijkt hem bij de hogere machten te hebben belasterd en hij voelt zich geïsoleerd. Vrouwen moeten maar namens de verlamde jonge man gaan bidden om een openbaring van een onbekende fout. Een mens kan, ongeweten, iets verkeerd hebben gedaan: een soort erfzonde – wat wij het dinosaurusdeel van ons brein zouden noemen. Na zo’n openbaring, als het herstel intreedt, zal de jonge man de goden prijzen, zoals het natuurlijk hoort.

Egypte

Petra Hogenboom was de laatste spreker over Maät, het Egyptische begrip om aan te geven dat de schepping in balans was – in orde, letterlijk. De tegenpool van deze godin is Isfet, die staat voor onrecht, chaos en geweld. De koning is de door de oppergod Ra aangewezene om Maat voort te brengen en Isfet te verdrijven. Concreet wil dit zeggen dat de vorst de vijanden van Egypte moet verslaan en de continuïteit van de eredienst moet garanderen.

Dit wil ondertussen niet zeggen dat het kwaad alleen maar het kwaad is. Het kan worden benut om het goede te beschermen, Hogenboom wees op Seth, die in verschillende mythen een heel negatieve rol heeft maar ondertussen wel een rol speelt bij de bescherming van Ra als deze zonnegod in de nacht onder de wereld door van de westelijke horizon terugkeert naar het oosten, bedreigd door de krachten van de chaos. Een ander voorbeeld van de toepassing van het kwade ten gunste van het goede is de foeilelijke god Bes, die met zijn lelijkheid alle andere lelijkheden verjaagt en dus de ideale beschermgod is.

Jihad

Was dit de kosmische strijd tussen goed en kwaad, ook op individueel niveau bestaat het kwaad. De strijd om Maat te bevorderen en Isfet te verdrijven vindt ook in het hart plaats – een mens moet zich onthouden van zaken als ontucht, omkoping, diefstal en geweld. De nastrevenswaardige eigenschappen zijn zelfbeheersing, gematigdheid, vriendelijkheid, vrijgevigheid, rechtvaardigheid en waarheidszin.

Een interessante opmerking kwam van de dame die naast me zat en het vergeleek met de Arabische jihad, “inspanning”, om jezelf en de wereld te verbeteren. Daarover heb ik in de trein naar huis nog even nagedacht.

***

Tot slot: beste wensen voor een mooie verjaardag voor mijn oud-docent Bert van der Spek, tevens voorzitter van Ex Oriente Lux. A gut yohr!

Deel dit:

14 gedachtes over “Driemaal goed en kwaad

  1. Ben Spaans

    ‘Collectieve vergelding is echter geen oplossing, zo stelt God vast. Het oordeel moet individueel zijn.’ Een experimenterend opperwezen – de horror, de horror…😒

      1. FrankB

        De oplossing is toch zo simpel, al wil het grootste deel van de wereldbevolking er (nog?) niet aan. Ziet u haar? Of hebt u het dáár moeilijk mee?

  2. FrankB

    “gaat niet over de bestraffing van zonde maar om vergelding”
    Ik ben maar een simpele ongelovige, maar ik zie het verschil niet en al helemaal niet als ik aan het verdrinken ben tijdens een (zond)vloed. Wat die met gerechtigheid te maken heeft begrijp ik dus al helemaal niet. Wat dit betekent voor de pretentie van goddelijke almacht, daar zal ik me maar niet over uitlaten.
    Om het in termen te gieten die JonaL ook wel eens gebruikt: ik herken van deze denkwijze helemaal niets, behalve ordinaire wraakzucht (wat het blijkbaar niet was volgens de auteurs destijds). Om nog even naar Tom Holland te verwijzen – de Bijbel heeft ongetwijfeld een rol gespeeld in de vorming van mijn geest, maar dit deel toch beslist niet. Als kind begreep ik het denken en handelen van de Olympische goden al een stuk beter.

  3. Martin

    “jihad, “inspanning”, om jezelf en de wereld te verbeteren.”

    Dat hangt er dan vanaf wat je onder “verbeteren” verstaat. Dat is net zoiets als “rechtvaardigheid” of “eerlijk”; bla bla.

      1. Martin

        Ja, in de zin dat morele waarden niet objectief zijn.

        Als een leeuw een hert doodt dan is dat niet immoreel, zij het dat het voor het hert wel onplezierig is.

        In de Tien Geboden staat bv

        “Pleeg geen moord.
        Pleeg geen overspel.
        Steel niet.
        Leg over een ander geen vals getuigenis af.
        Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort”

        Dat zijn op zich lovenswaardige aanbevelingen, maar niet in objectieve zin, en het is wel duidelijk waarom deze aanbevelingen in de Bijbel staan.

        1. FrankB

          “Ja, in de zin dat morele waarden niet objectief zijn.”
          Moreel subjectivisme is niet hetzelfde als moreel nihilisme, net zo min als kg de eenheid van gewicht is. Men kan heel goed moreel subjectivist zijn zonder “verbeteren”, “rechtvaardigheid” en/of, “eerlijk” af te doen als “bla bla”.
          Bedankt dat u me geen antwoord hebt gegeven.

  4. De Hebreeuwse Bijbel bevat inderdaad veel gruwelijkheden. De vergelding treft vaak mensen die niks misdaan hebben. De Bijbel is echter niet één boek met één opvatting. Meerdere opvattingen strijden met elkaar (o.a. over Gods barmhartigheid, die er ook is; zorg voor vluchtelingen). De Bijbel is geschreven na de Babylonische ballingschap (586 v. Chr.) toen Juda een enorme klap te verwerken kreeg: De Babylonische ballingschap. Jeruzalem verwoest en een groot deel van de bevolking gedeporteerd. Bijbelschrijvers probeerden daarmee in het reine te komen. Wat ging er mis? Hun antwoord: de Yahweh-Alone Party (term van Morton Smith) had gelijk: er is maar één God en die moet je eren. Doe je dat niet dan gaat het fout. En goed fout. Bedenk dat de wereld waarin de Bijbel geschreven werd kogelhard was. Lees de Assyrische koningsinscripties, waarin de folteringen van vijanden in geuren en kleuren beschreven worden; lees de Ilias, waar het bloed spat op elke bladzijde, goden waren vooral gevaarlijke machten die je te vriend moest zien te houden door offers, gebeden en geloften; lees over de Romeinse idee van eer: een Romeinse politicus kon een triomftocht krijgen, maar dan moest hij wel tenminste 5000 doden hebben gemaakt (een consul brandde daarom maar een paar extra dorpen af om aan zijn aantal te komen), na de slavenopstand van Spartacus werden 6000 mensen langs de weg (de Via Appia) gekruisigd. Daarom was de boodschap van Jezus: ‘Heb je vijanden lief’ wel vernieuwend.
    Overigens wordt God in de Bijbel niet beschreven als almachtig (dat hebben latere christenen ervan gemaakt). Hij is vooral onmachtig. De Bijbel is het boek van Gods mislukkingen. Hij schept een goede wereld, maar die raakt toch verdorven; na de zondheid probeert Hij het opnieuw, maar het helpt niet, God sluit een verbond met Abraham en met het volk Israel, maar het volk loopt andere goden na -> ballingschap. Het volk mag terugkeren en de tempel herbouwen (515 v.Chr.) , maar de tempel wordt in AD 70 toch weer verwoest. “Overwin het Kwade door het Goede” (Romeinen 12: 21) is de lijfspreuk van de Pauluskerk in Rotterdam. Zij probeert dat door daklozen en vluchtelingen op te vangen. Dat lijkt me een goede attitude t.o.v. het Kwade. Het Kwade als een demon afschilderen is eigenlijk wel makkelijk. Hoef je het niet in jezelf te zoeken.

  5. Martin

    U stelde de verkeerde vraag. Ik bedoelde uiteraard dat wie het over “verbeteren” heeft zonder te zeggen wat hij of zei daarmee bedoelt, alleen maar blabla produceert. Ik zie op het Internet mensen die argumenteren dat de welvaart “eerlijk” verdeeld zou moeten worden, maar wat betekent dat? Men blablaat maar een eind aan.

Reacties zijn gesloten.