Geliefd boek: De zwarte met het witte hart

De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik. Er is een dag geweest waarop ik een verkleuring gewaarwerd. Later, toen ik dan eenmaal zwart wás, ben ik weer verschoten.

Zo begint De zwarte met het witte hart, Arthur Japins prachtige vertelling van een wonderlijke geschiedenis. Twee Ashanti-prinsen, Kwasi en Kwame, werden in 1837 cadeau gedaan aan onze koning Willem I. De Trans-Atlantische Slavenhandel was afgeschaft, maar de Nederlanders misten de inkomsten. Generaal-majoor Verveer sloot namens onze regering een deal met de Ashanti: zij zouden jaarlijks duizenden soldaten leveren aan het Nederlands-Indisch leger. De Ashanti-koning leverde slaven en krijgsgevangenen uit de omliggende regio’s die van de Nederlanders een voorschot kregen waarmee ze zichzelf vrij konden kopen. Dit voorschot dienden ze uit hun soldij terug te betalen. Omdat hun soldij hiervoor niet toereikend was, bleven ze vaak tot hun al dan niet voortijdige dood in Nederlandse dienst. Als onderpand voor deze verkapte slavernij werden de beide prinsjes geschonken aan onze koning. In Nederland kregen zij een opleiding.

Japin heeft ervoor gekozen Kwasi het woord te laten doen. Het boek leest dan ook als zijn memoires. Na een lang leven kijkt de voormalige prins vanuit zijn theeplantage op Java terug op hun levens. Het is het begin van de twintigste eeuw. Met weemoed kijkt Kwasi terug op hun verschillende keuzes. De opleiding in Delft moest Hollanders maken van beide prinsen. Kwasi ‘verhollandste’, vergat zijn moedertaal, werd in veel opzichten wit. Kwame hield vast aan zijn roots, kon niet wennen in het onmiskenbaar racistisch Holland. Beide prinsen bewogen zich in koninklijke kringen. Kwame reisde terug naar Afrika, Kwasi zou daar nooit weer komen. Geen van beide werd ooit echt toegelaten als Nederlander.

De trieste levensverhalen van deze neven zijn een spiegel voor ons. We zijn er in Nederland trots op dat we bij de eerste landen hoorden die de slavernij afschaften. We laten ons erop voorstaan dat in dit land waarlijk gelijke kansen gelden voor iedereen, ongeacht huidskleur. Deze geschiedenis laat zien hoe we werkelijk omgingen met de slavernij. Het afschaffen gebeurde vooral onder internationale druk maar zodra Nederland haar kans schoon zag, ging ze er vrolijk mee door. Het heette anders, de aangeleverde slaven en krijgsgevangen waren ‘rekruten’ en ze konden zich op papier vrijkopen, maar het kwam op hetzelfde neer. Ons land werd rijk ten koste van zwarte levens. De zwarte mensen zelf, al waren zij dan prinsen en van koninklijk bloed, werden nooit echt geaccepteerd, hun levens en carrières gedwarsboomd en verwoest. Want ze waren toch niet echt ‘ons soort mensen’, al hadden ze hun opleiding dan ook genoten in Delft.

Dit boek is een goede les voor de geschiedenis van het racisme in ons land. Racisme dat nooit ver weg is. Nog steeds horen zwarte mensen er pas bij als ze een wit hart hebben en zelfs dan nog niet echt. Arthur Japin beschrijft één van de zwarte bladzijdes in onze geschiedenis vanuit het oogpunt van de slachtoffers en doet dat met veel liefde en toewijding. Tien jaar onderzoek vertaalt zich in een zeer menselijk boek, dat eigenlijk iedereen gelezen moet hebben.

[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging ook Ellen Kluit in. Dank je wel Ellen!]

Deel dit:

11 gedachtes over “Geliefd boek: De zwarte met het witte hart

  1. “We zijn er in Nederland trots op dat we bij de eerste landen hoorden die de slavernij afschaften.”
    Huh? Ongeveer alleen Brazilië was nog later (de Verenigde Staten waren een jaar eerder, al konden ze dat niet meteen overal doorvoeren wegens burgeroorlog). En toen Nld. de slavernij afschafte waren de voormalige slaven in Suriname nog tien jaar verplicht om op hun plantages te blijven werken, als overgangsregeling voor de plantage-eigenaren. Het werkelijke jaar van afschaffing was dus 1873, na Spanje en Portugal. Als u onze landgenoten ervan beschuldigt een nog groter historisch bord voor de kop te hebben dan ik toch al dacht verdient u een groot compliment.
    Ik twijfel niet aan de goede intenties van Arthur Japin en het boek zal heus goed zijn – maar we hebben wel weer een witte man die schrijft over het leed van niet-witte slaven. Daarom beveel ik bij deze aan:

    Anton de Kom, Wij Slaven van Suriname (1934).
    Frank Martinus Arion, Dubbelspel (1973).

    Dat laatste boek is naar mijn onbescheiden oordeel één der drie beste ooit in het Nederlands geschreven, samen met Meneer Visser’s Hellevaart en De Avonden.

    1. Robbert

      Het is zeker een goed boek, deze geschiedenis in romanvorm is inderdaad iedereen aan te raden. Ik vind het jammer dat gesuggereerd wordt dat er iets mis mee is dat een (zg) witte man zo’n boek schrijft. Doe mij maar liever kleurenblindheid.

      1. Frans

        Dat niet alleen, als je zo doorgaat, ga je wel erg in hokjes denken: dan mag een Nederlandse man alleen maar schrijven over Nederlandse mannen en een Chinese vrouw alleen maar over Chinese vrouwen en een jonge man alleen maar over jonge mannen: dan was Pieter Bas ook nooit geschreven. En Winnetou ook niet. Terwijl het werk van Karl May juist een prachtig inzicht geeft in het beeld van de Indiaan als nobele wilde dat we hier in Europa zo lang gekoesterd hebben. Hmm, misschien doe ik er één dezer dagen ook weer eentje.

        1. “Karl May juist een prachtig inzicht geeft in het beeld van de Indiaan als nobele wilde dat we hier in Europa zo lang gekoesterd hebben.”
          Precies mijn punt. Op dezelfde manier is de kans groot dat dit boek van Japin een prachtig inzicht geeft in het beeld dat moderne Nederlanders hebben van 19e eeuwse slaven. Vandaar mijn twee aanbevelingen – ter aanvulling en correctie, zeg maar. Maar ja, de kleurenblinde zal er niet aan willen, want noch De Kom, noch Arion zijn kleurenblind. Integendeel, zij verkiezen doelbewust en uitgesproken hun eigen gezichtspunt.
          Juist aan Karl May is een aardige anecdote verbonden. In Duitsland zijn er allerlei Winnetou-reenactment verenigingen. Die nodigen soms authentieke Indianen uit de Verenigde Staten en Canada uit. Enkele zeer betrokken Duitsers leggen die Indianen vervolgens uit waarom zij zichzelf geen Indians mogen noemen maar iets als Indegenous Americans.
          Ook met de beste bedoelingen heeft de witte man (en ook wel eens de witte vrouw) nogal eens de neiging het beter te weten dan de mensen zelf, vooral als hij/zij de voorkeur geeft aan kleurenblindheid. Bovendien: waarom zou mijn witte, mannelijke perspectief een probleem moeten zijn? De gekleurde mannen/vrouwen die ik de laatste tijd wegens corona te weinig spreek zien dat evenmin. Ze willen alleen maar dat ik serieus naar hen luister. Dat dan weer tot ergernis van die zogenaamde kleurenblinde witten.
          Kan Japin´s boek nog steeds goed zijn.
          En “alleen Chinezen mogen over Chinezen schrijven” toont vooral aan hoe snel kleurenblinden stropoppen in elkaar kunnen knutselen.

      2. En ik vind het jammer dat u mijn regels naar eigen voorkeur interpreteert ipv zich te houden aan wat ik gewoon schrijf.
        Ook vind ik het treurig dat u met “doe mij maar liever kleurenblindheid” de voorkeur geeft aan wensdenken boven wetenschappelijke conclusies.

        1. Frans

          Precies mijn punt! We hebben hier in Europa een bepaald beeld van de buitenwereld, dus laat schrijvers er maar over schrijven! En dat hebben ze elders in de wereld ook over ons, dus laat die Chine(e)s(e) maar over ons schrijven! Ik zat aan Lulu Wang te denken toen ik dat schreef, maar verder maakt het niet uit. Kader Andollah schreef ooit een Boekenweekgeschenk waarin hij verwees naar Max Havelaar (makelaar in koffie). Dus laat die Iraniër en die Chinese maar over Nederland schrijven en laat die Duitser maar over zijn gefantaseerde Indianen schrijven en laat die witte (donder op!) Nederlandse schrijver maar over de Ashanti schrijven!

  2. Huibert Schijf

    Het boek van Japin staat al jaren ongelezen in mijn boekenkast. Gezien de positieve bespreking en de meeste commentaren negerend, wordt het duidelijk tijd om het boek te lezen. Bekeek daarnet de verantwoording. Het is gebaseerd op degelijk onderzoek en dat spreekt me altijd aan.

Reacties zijn gesloten.