Popović over de Dode-Zee-rollen

Een commentaar op Jesaja: een fragment van een Dode-Zee-rollen, nu in het Jordan Museum in Amman.

Over de Dode-Zee-rollen zijn honderden boeken geschreven in tientallen talen. Het boek dat de Groningse hoogleraar Mladen Popović in 2013 presenteerde bij de expositie in het Drents Museum in Assen is een van de betere. Het biedt geen schijnzekerheden, zoals de “conclusie” dat het zou gaan om de bibliotheek van de sekte van de essenen. Dat is op zich een respectabel idee, ooit door Géza Vermes naar voren gebracht, maar het is zeker niet bewezen.

In een filmpje in mijn bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast” haal ik het boek van Popović uit die kast, leg ik iets uit over die rollen, noem ik nog wat andere boeken over het onderwerp, en vertel ik ook nog iets over digitale paleografie. Er is meer te vertellen, dus u moet De Dode Zee-rollen. Nieuw licht op de schatten van Qumran maar lezen.

Deel dit:

17 gedachtes over “Popović over de Dode-Zee-rollen

  1. Theo de Graaff

    Goedemorgen Jona, een helder overzicht.
    De tentoonstelling in Assen heb ik niet bezocht, spijtig achteraf, maar 20 jaar geleden heb ik het museum van Amman bezocht waar een dode zeerol te zien was.
    Voor digitale paleografie is tegenwoordig ook Transkribus beschikbaar , ontwikkeld in Wenen met Europese fondsen. Ik heb het geprobeerd en er is goed mee te werken. Ik ben echter blijven steken bij het transcriberen zelf want ik had nog geen tekst die in aanmerking komt.

  2. Koos Linders

    Eveneens goede morgen Jona,
    dit blog was voor mij aanleiding om het boek van Garcia Martinez en Van der Woude (i.s.m. Popovic) De rollen van de Dode Zee nog eens uit mijn boekenkast te trekken om nog eens door te bladeren op een redelijk onbewolkte zondagmorgen.
    Voor mij waren de teksten van belang omdat het hier ging om primaire tekstbronnen over Jodendom en eerste Christendom (ook al wordt Jezus niet genoemd natuurlijk) die, niet ‘vermeubeld’ door kopiisten, tot ons gekomen zijn om direct inzicht te geven in die periode. Het lijkt mij verplichte literatuur voor iedere exegeet en godsdienstwetenschapper.
    De tentoonstelling in Assen heb ik indertijd bezocht, samen met een collega Klassieken. Vier uur in de trein, maar het was de moeite waard: een verbijsterend goede tentoonstelling. Het binnengaan van de ruimte waar de fragmenten ten toon gesteld waren, was als het betreden van een heiligdom.

    1. Han Borg

      Het was inderdaad een prachtige, zeer verhelderende tentoonstelling, daar in Assen. Als je weet dat het onderzoek naar de Dode Zee-rollen zich in Nederland voornamelijk afspeelt in Groningen, dan was Assen niet zo’n gekke keuze voor een tentoonstelling (immers maar 25km van Groningen gelegen). Maar waarom nou weer die opmerking over ‘vier uur reizen per trein’? Wij noorderlingen zijn niet anders gewend: als we naar -bijvoorbeeld- het RMO of het Allard Pierson Museum willen kost ons dat ook vier uur reizen (2 x 2uur op en neer), en daar hoor je hier nooit iemand over ‘piepen’. Soms moet je het ‘verum, bonum, pulchrum’ even wat verderop zoeken. Zou u dezelfde tekst gebruikt hebben als u bijvoorbeeld naar Antwerpen of Keulen had moeten reizen? Vier uur sporen biedt u de gelegenheid om op de heenweg te genieten van het landschap, en op de terugweg van de aangeschafte literatuur. En de afstand tussen Amsterdam-en Noord-Nederland is echt groter dan die tussen Noord-Nederland en Amsterdam, of toch niet…?

  3. Kees Huyser

    Er staat me iets bij dat de eerste complete versie van de rollen een ‘illegale’ uitgave was van een stel Amerikaanse computerwetenschappers die met kunstmatige intelligentie en patroonherkenning snippers aan elkaar wisten te plakken.
    Is daar meer over bekend?

    1. Ja, dat klopt. Er was een openbare concordantie, dwz een woordenlijst waarin de plaats van een woord staat genoteerd. Zeg maar “Er staat ‘Kees” in document 6, regel 4, tweede woord.” Met een computer kun je vrij eenvoudig Document 6 reconstrueren als je alle woorden en hun positie kent. Dat is dus gedaan.

      De klus werd geklaard door een academicus met een vaste aanstelling en een student. Die laatste – ik ben zijn naam even vergeten – heeft nooit ergens een aanstelling gekregen. Gevalletje academische omertà.

            1. Huibert Schijf

              Hier gaat iets mis. Kees Huyser vindt dat de naam van de assistent Martin G. Abegg Jr is. De Wikepedia bladzijde vermeldt dat Abegg als programmeur bij de reconstructie was betrokken. JLendering zegt dat dat die asssistent Michael Wise heet. Kees Huyser vindt dan een specialist op het gebied van de dode zeerollen die Michael Wise heet. Ik weet niet of dit persoon is die JLendering in zijn hoofd heeft. Over diens betrokkenheid bij de reconstructie vind ik echter niets.

  4. Willem Visser

    Speciaal voor de tentoonstelling in Assen hebben mijn vrouw en ik toen een midweekje in een hotel daar in de buurt geboekt. De tentoonstelling was geweldig, en er was ook aan educatie voor de jeugd gedacht. Zelf kwam ik terug met een tas vol interessante boeken, die daar tegen eveneens interessante prijzen te koop werden aangeboden. Veel van de tentoonstelling deed mij terug denken aan wat te zien was in het archeologisch museum van Amman, dat ik een paar jaar daarvoor bezocht.

  5. Koos Linders

    Ach, het was geen piepen, gewoon een opmerking… Vier uur heen en vier uur terug, in aangenaam gezelschap en met een mooi boekje op de terugweg. We zijn het gewend. Naar Antwerpen is drie uur heen en drie uur terug. Ook geen piepen, ook geen probleem. We ‘genieten’ ook een voordeel: het Römisch-Germanisches in Keulen ligt naast de deur… En naar de Thermen in Heerlen, het toekomstige Romeins museum Nederland, loop ik in acht minuten…

Reacties zijn gesloten.