De visualisering van samenhang

In deze reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, blogde ik tot nu toe vooral over de politieke geschiedenis van het antieke Nabije Oosten. Daarover gaan immers de eerste hoofdstukken, culminerend in de gestage groei naar eenheid tijdens de IJzertijd. Lang leek het alsof Assyrië de wereld zou verenigen, maar na een Babylonisch intermezzo waren het de Perzische koningen Cyrus, Kambyses en Darius die het Nabije Oosten omsmeedden tot één vroege staat. Op dit punt aangekomen onderbreken De Blois en Van der Spek de politieke geschiedenis met drie hoofdstukken over religie, economie en staatsbestuur.

Je kunt dit drietal en het politieke verhaal beschouwen als vier aspecten van het verleden. Of als vier manieren om over geschiedenis te vertellen: politieke geschiedenis, godsdienstgeschiedenis, sociaal-economische geschiedenis, institutionele geschiedenis. Door ze te scheiden, zoals onvermijdelijk is, doe je echter tekort aan hun onderlinge samenhang.

Subsystemen

Hoe conceptualiseren we die samenhang? Hoe zijn de zaken functioneel op elkaar aangesloten? Dit is een belangrijke kwestie. Niet alleen didactisch, ook inhoudelijk. Geschiedenis is immers een sociale wetenschap.

Idee één. We kunnen de antieke cultuur voorstellen zoals in het plaatje hierboven. Het gaat terug op David Clarke, een voorloper van de New Archaeology. Oudheidkundigen gebruiken zijn model zo vaak dat het bijna onbewust is; ik kom daarop terug als ik archaïsch Griekenland behandel.

Clarke beschouwde een samenleving als een systeem dat evolueerde door de tijd. Zie de pijl onderaan. Er is verder een buitencirkel van de langzaam wijzigende omgeving (wat historici de longue durée noemen), met daarbinnen de sneller veranderende cultuur, waarin dus enkele subsystemen zijn te onderscheiden. Ik zou De Blois en Van der Spek aanraden bij een herdruk een plaatje als dit op te nemen, eventueel zonder die rare Sn links van het midden. Het representeert de relatie met een aangrenzende samenleving. Dat is in deze visualisatie een wat verwarrend element.

Clarkes plaatje helpt de samenhang van de diverse aspecten van het verleden te conceptualiseren. Het nadeel is echter dat het nog altijd de indruk wekt dat je religie, economie, materiële cultuur etc. kunt beschouwen als iets zelfstandigs. Weliswaar benadrukt Clarke zo de wisselwerkingen, maar het oogt nog steeds alsof je bij de bestudering van het ene subsysteem kunt abstraheren van de andere.

Belichting

Een creatievere en betere visualisering van de samenhang zou een plaatje zijn zoals op het omslag van Gödel, Escher, Bach. Het gaat om die tweemaal afgebeelde zwevende kubus. Die is zó uitgezaagd dat je, door die vanuit een andere hoek te belichten, andere beelden krijgt. Belicht je van boven, dan zie je onder een B. Belicht je van linksvoor, dan krijg je rechtsachter een E. En belicht je van rechtsvoor, dan krijg je linksachter en G.

Als we de antieke samenleving zou zouden conceptualiseren, blijf je het idee hebben dat economie, religie, de sociale verhoudingen en wat dies meer zij, in feite alleen maar andere manieren zijn om hetzelfde te belichten. Misschien moeten we het dan ook maar belichting noemen. In elk geval: volgens mij kan de uitgever van Een kennismaking met de oude wereld makkelijk een blok hout zó laten bewerken dat een vergelijkbare visualisering ontstaat.

Het belang van een goede visualisering

Zoals het handboek nu is ingericht, wekken de drie ingelaste hoofdstukken de indruk dat je over economie of religie kunt spreken alsof die te scheiden zijn van de rest van de oude wereld. En dat is inhoudelijk niet waar en didactisch onverstandig.

Nogmaals: dit alles is geen kritiek. Ik zou niet weten hoe ik de geschreven tekst anders moest ordenen, al denk ik wel dat die drie hoofdstukken op een andere plek in het boek horen. Het gaat me er vandaag om dat studenten moeten leren dat het een keuze is de dingen gescheiden te beschrijven. We maken die keuze om de onderwerpen te scheiden omdat wij ze ervaren als gescheiden, terwijl men toen dat onderscheid niet maakte. Wat wij “de economie” noemen werd lange tijd niet als apart iets ervaren, en dat gold zeker voor wat wij “religie” noemen. Dat concept kende men destijds niet. Een goede visualisering helpt studenten dit beter te begrijpen.

Deel dit:

16 gedachtes over “De visualisering van samenhang

  1. Karel van Nimwegen

    Een van je sterkere stukken. Ik denk dat je kracht zit in het doorzien van de informatie: deels hoe die zelf in elkaar zit, waar dan een advies uit voorkomt om de breuk rond de Zeevolkencrisis te gebruiken om over andere onderwerpen te gaan vertellen, deels hoe die informatie overgedragen moet worden, met als advies de samenhang visueel te presenteren.

    Je zou een handboek kunnen schrijven met mensen die inhoudelijk voldoende weten, dus toegang hebben tot de academische literatuur. Kun je niet samenwerken met het RMO? De collega’s daar hebben de middelen én voldoende brede belangstelling.

  2. Jort Maas

    Het is al even geleden dat ik De Blois en Van der Spek heb gelezen, maar ik herinner mij niet dat er veel methode in stond. Dat zou op zich wel goed zijn.

  3. Klaas Krab

    Dat schema van Clarke is een misbaksel. Die 10 bolletjes kunnen samen 45 dubbele pijlen genereren, waarvan er 26 in de figuur staan. Het is volstrekt onduidelijk waarom sommige verbindingen ontbreken. Bijvoorbeeld: is er geen relatie tussen religieus subsysteem en fauna? Dat zal de heilige koeien verbazen… Ook interessant in het “psychisch subsysteem” is dat er geen enkele input is, en alleen een herkenbare output naar “Sn”. Of het moet zijn dat het bijvoorbeeld een essentiële intermediair is tussen de Economische en Materiële subsystemen? Heel vreemd. Maar zonder dollen, hier is een bos gegenereerd dat door de bomen volledig onzichtbaar is geworden.
    Een Gödel Escher Bach type illustratie zou inderdaad prima geschikt zijn om de relatie tussen een historisch ‘ding’ en de verschillende perspectieven van waaruit het bestudeerd kan worden (economisch, politiek etc.) duidelijk te maken.

    1. Huibert Schijf

      “Die 10 bolletjes kunnen samen 45 dubbele pijlen genereren,” Inderdaad. Voor wie dat niet onmiddellijk ziet. De formule is: 1/2 (n. (n-1)).

    2. Een misbaksel, dat vind ik wat al te scherp. Nadelen zijn er echter zeker. Maar het toont tenminste dat er verbanden zijn. Bij DBvdS komt dat niet aan bod. Eén plaatje zou een wonder aan extra inzicht bieden.

      1. Martin van Staveren

        Het valt bv wel op dat er van “geologie” geen pijl gaat naar “sociaal subsysteem”. Zo’n pijl zou correct hebben geïmpliceerd dat de mens niet boven de natuurwetten uitstijgt. Dat is dus het probleem als je een reductionistisch model wilt opstellen, maar dat eigenlijk ook weer niet wilt.

  4. FrankB

    “We kunnen de antieke cultuur voorstellen zoals in het plaatje hierboven”
    Toevallig ben ik een visueel ingesteld mens; een plattegrond werkt voor mij veel beter om de weg te vinden dan een mondelinge uitleg.
    Maar van Clarke’s plaatje ben ik beslist niet onder de indruk. Wat is de meerwaarde ervan? Wat maakt het duidelijk dat niet of minder goed middels een stukje tekst uitgelegd kan worden? Het enige dat ik er uit haal is dat bijna alles met bijna alles samenhangt; nou, daar heb ik dat plaatje niet bij nodig. Dat die pijl onderaan evolutie door de tijd moest aangeven had ik nooit zelf bedacht.
    Pas na een paar keer kijken merkte ik op dat sommige elementen niet samenhangen met sommige andere elementen. In sommige gevallen spreekt dat voor mij niet vanzelf, dus is er evengoed een toelichting nodig om dat uit te leggen.

    “Clarkes plaatje helpt de samenhang …..”
    Daar zou iemand eens een dubbelblind onderzoekje op moeten loslaten. Want ik betwijfel dat wel, maar ben natuurlijk ook niet representatief.

      1. Martin van Staveren

        Maar waarom mogen er in de K-schil maar twee elektronen? Dat is het Pauli exclusion principle (geen wet maar een principe) dat gewoon ingevoerd werd om de atomaire spectra te kunnen verklaren. Dat is het positivistische van de quantummechanica. Je formuleert gewoon principes die nodig zijn om de data te “”verklaren.” Dat die principes zelf dan een beetje onbegrijpelijk worden moet dan maar geaccepteerd worden.

  5. Intrigerend plaatje bij Hofstadter, maar dat werkt zeker niet voor alle lettercombinaties, zie https://math.stackexchange.com/questions/2389560/cover-of-g%C3%B6del-escher-bach .

    “Hofstadter’s examples work because already in the vertical bar of the E, there is so much material in the B (its lower line with final arc) that the G is guaranteed to work; and similarly, in the lower bar of the E, there is so much material in the G (its almost straight lower line) that the B is guaranteed to work; and finally the vertical bar of the B and the left end of the G are material enough to guarantee the E to work. So in a way, the trick is that the B and the G are less round than you might normally write them.”

  6. Huibert Schijf

    De pijl voor tijd onder het plaatje suggereert voor mij dat er een tijdsvolgorde is. Met andere woorden er sprake is van een causaal model. Het is echter helemaal geen causaal model met die wederzijdse pijlen. Het vierkantje met subsystemen in het midden doet sterk denken aan het LIGA-schema van Talcott Parsons. Maar dat schema worstelt ook met het weergeven van dynamiek. Het weergeven van dynamiek lukt misschien alleen in driedimensionale figuren. Wel zou je kunnen zeggen dat die paren wederzijdse pijlen om een theorie vragen die dat verband uitlegt en toetsbaar maakt. Anders blijft het bij een holistische redenering die niets uitlegt. Nog een puntje. Braudel was van huis uit geograaf. Zijn lange duur gold voor geologie. Bijvoorbeeld bergen en rivieren. Fora en fauna vielen daar niet onder. Klimaat eventueel wel, misschien.

    1. Huibert Schijf

      Braudel was zich natuurlijk bewust van klimaatzones en seizoenswisselingen. In zijn boek over de Middellandse Zee maakt hij de mooie opmerking dat een Noordeling het in de winter nergens zo koud heeft als in Italië.

Reacties zijn gesloten.