Griekse politicologie

Een beautycase (“pyxis”) versierd met paarden: een typisch aristocratisch voorwerp (Agoramuseum, Athene)

Bert van der Spek, samen met Luuk de Blois auteur van het handboek dat wij inmiddels zo goed kennen, wil nog weleens benadrukken dat Griekenland en Rome dienen te worden bestudeerd met het Nabije Oosten. Het is helaas nodig dit te benadrukken. De bijdragen van de Akkadisch- en Arabischsprekende culturen aan de westerse cultuur zijn nog altijd onderschat. Terwijl de Griekse creativiteit wordt overschat.

Dat wil vanzelfsprekend niet zeggen dat er nooit iets origineels gebeurde in Griekenland. Van der Spek attendeerde me er bijvoorbeeld eens op dat er nergens in de spijkerschriftliteratuur iets is gepubliceerd dat in de verte leek op de Politika van Aristoteles. Of, iets algemener, op het Griekse denken over staatsvormen. Zeg maar de politicologie.

Ons jargon gaat terug op de discussies in het democratische Athene, die op hun beurt zijn gevoed door ervaringen uit de Archaïsche Periode. Simpel samengevat onderscheidde men drie staatsvormen:

  • de monarchie of heerschappij van een eenling,
  • de aristocratie of heerschappij van de adel,
  • democratie ofwel heerschappij van het volk.

Daarop kende de Griekse politicologie evenveel varianten.

  • Tegenover de legitieme monarch stond de niet legitieme tyran,
  • tegenover de aristocraat, die zijn invloed dankte aan zijn afkomst, stond de oligarch, die vooral heel rijk was,
  • en tegenover de democratie stond de ochlocratie, de heerschappij van het gepeupel.

Democratisch debat

Deze typologie is, als ik het wel heb, ontstaan in de vijfde eeuw, toen de democratie doorbrak in Athene. De vraag die daar steeds terugkeerde, was hoe tyrannie viel te vermijden. Ook het schervengericht, waarover ik al eens schreef, past daarbij. De ervaring met de niet-legale alleenheerschappijen van de late Archaïsche Periode was traumatisch geweest. (Ik zal het volgende week hebben over tyrannie.) Om het probleem te bespreken, was een instrumentarium nodig en zo lijkt de driedeling te zijn ontstaan.

Een van de eerste discussies over de verdiensten van de drie/zes systemen is te vinden bij Herodotos van Halikarnassos. De Griekse onderzoeker beweert dat de Perzische adel eens had gesproken over het ideale staatsbestel en citeert het debat zelfs. De opgevoerde sprekers overwegen de voordelen en nadelen van elke staatsvorm en proberen te ontdekken welke de beste is. Dat wordt dan de monarchie, want we zijn in Perzië. In de Atheense discussie, waaraan Herodotos zijn argumenten ontleende, zal de uitkomst vanzelfsprekend een andere zijn geweest.

Invloed

In de klassieke en hellenistische tijd begon men er anders naar te kijken. De drie soorten heerschappij ontaardden, meende men, vroeg of laat allemaal in de negatieve vorm. Er kon daarom geen ideaal staatsbestel bestaan. Er was een cyclus: een goede monarch zou ongetwijfeld vroeg of laat worden opgevolgd door een incompetente, waarna de aristocraten – noblesse oblige – de macht zouden nemen. Dat ging ook verkeerd en als de bevolking de oligarchen zat was, ontstond de democratie, die automatisch ook zou ontaarden. In een ochlocratie klonk de roep om een sterke man en dan was het tijd voor een competente nieuwe alleenheerser. Om deze cyclus te doorbreken, redeneerde men, was een stabiele gemengde staatsvorm nodig. Karthago en Rome waren daar voorbeelden van: ze combineerden, dacht men, het beste van de drie regeringstypes.

Ik liep in de vorige alinea wat op de stof vooruit. Dat de politicologie in de tweede eeuw v.Chr. nog debatteerde met de termen waarmee men in de vijfde eeuw reflecteerde op de ervaringen uit de voorafgaande zesde eeuw, illustreert de invloed van deze typologie. Sterker nog, ze illustreert hoe traumatisch men de tyrannieën had ervaren.

[Een overzicht van deze reeks is hier.]

Deel dit:

3 gedachtes over “Griekse politicologie

  1. Huibert Schijf

    Toen ik politicologie studeerde volgde ik een vak Politieke Theorie met als handboek A History of Political Theory “a book by George Holland Sabine on the history of political thought from Ancient Greece to fascism and Nazism in the 1930s. First published in 1937, it propounds a hypothesis that theories of politics are themselves a part of politics. That is, they do not refer to an external reality but are produced as a normal part of the social milieu in which politics itself has its being.” De Griekse politicologie kan een proto-politicologie worden genoemd. Het werd pas spannend met Thomas Hobbes die met zijn the Lethian als de grondlegger van de moderne politieke theorie wordt beschouwd.

    1. FrankB

      Eens, behalve met het woord spannend. Zoals wel vaker wisten die Ouwe Grieken de juiste vragen te stellen – met name hoe een stabiel politiek systeem in te richten. Dat hun antwoorden niet voldoen, OK – maar die van Hobbes en tijdgenoten doen dat ook niet.

  2. Dirk Zwysen

    Met een tiran, omringd door oligarchen en gesteund door het gepeupel, hebben ze in Rusland echt wel de jackpot gewonnen (sorry, meldpunt voor cliché-overlast).

Reacties zijn gesloten.