Griekse goden

Goden op het Schathuis van de Sifniërs (Delfi)

De Griekse religie behoort tot de beroemdste delen van de antieke cultuur. De namen van de goden en hun beleidsterreinen zijn algemeen bekend. Om die reden begrijp ik niet goed waarom het eerstejaars-handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, een overzichtstabel bevat. Wie heeft die nodig? Wie een letterenstudie gaat doen, weet wel dat Artemis gaat over de jacht en dat de zee ressorteert onder Poseidon. Een eerstejaars-handboek, dat dus wordt gebruikt in het onderwijs, dat het desondanks uitlegt, onderschat het niveau van de lezer. Dat is jammer. De didactische handeling komt er immers op neer dat je, als je iemand niet net bóven zijn niveau aanspreekt, dan toch aanspreekt óp zijn niveau.

Ter zake. De enorme bekendheid is wat problematisch. Althans, ik ervaar het als ingewikkeld. Naarmate ik langer met de Oudheid bezig ben, begrijp ik minder van de antieke religies. Vandaag dus een stukje over onduidelijkheden en onzekerheden, vooral ingegeven doordat ik almaar niet los kom van dat algemeen bekende standaardbeeld.

Systematiek

Dat de diverse goden hun eigen beleidsterrein hadden, veronderstelt in elk geval een systematiek die (als je het mij vraagt) een gewone Griek zou hebben verbaasd. Diverse onderzoekers – u kunt Emma Brunner-Traut kennen – hebben erop gewezen dat de mensen destijds allerlei uiteenlopende aspecten samenvoegden tot één godheid. Daarbij bekreunden ze zich weinig om consistentie van dat samenraapsel. Apollo bijvoorbeeld veroorzaakte epidemieën, inspireerde muziek, beschermde boogschutters en gaf orakels. Een bizar mengsel waar later (zwaankleefaan) de zon nog bij kwam. De godheid die de meeste aspecten in zich verenigde zou uiteindelijk de meeste vereerders vinden en de grootste verspreiding krijgen. Ik verklap niets als ik u vertel dat de winnaar van deze antieke wedstrijd Jahweh zou zijn.

Door het zwaankleefaankarakter van de oude goden, waarbij ook regionale variatie bestond, lijkt het me weinig zinvol ze te associëren met specifieke verantwoordelijkheden. Die te bekende systematiek zegt volgens mij meer over de receptie van de Griekse godsdienst dan over de Griekse godsdienst. Mij lijkt het beter bij de behandeling van de antieke religies de nadruk te leggen op de rituelen en gebeden. Ze zijn in zichzelf betekenisvol en de verwijzing naar een hogere macht was, als ik het goed zie, secundair. (Vergelijk het met iemand in onze tijd die niet gelooft in god maar wel gehecht is aan klokgebeier.) Als je een tabel met goden en functies plaatst, zet er dan ook een dikke streep doorheen, zou ik suggereren, om duidelijk aan te geven dat we dit westerse clichébeeld in het eerstejaars-onderwijs meteen in de prullenmand mikken.

Wat is een god?

Even goed hadden de Griekse goden enkele gedeelde kenmerken. Vrijwel steeds was naast andere vormen een menselijke gedaante verondersteld. Ze hadden macht en konden de mensen dus helpen. En beschadigen, dat ook. Je kon er dus maar het beste voorzichtig mee omgaan. Het in mythologieboeken vaak gemaakte onderscheid tussen hoge goden (zoals de Olympiërs) en lage goden (zoals nimfen, satyrs, najaden…) lijkt mij hierbij niet zo relevant. Ook het onderscheid tussen goden en personificaties (Tyche, Hygieia, Nike…) lijkt me niet van belang. Dat wij het Noodlot, Gezondheid en Overwinning beschouwen als abstracties, wil niet zeggen dat de Grieken er geen goden in hebben herkend.

Wat ik met dit alles zeggen wil: ik begrijp wat in het handboek staat, maar op een of andere manier wringt het. Ik kan, zoals u merkt, niet precies uitleggen waar en waarom. Ik heb echter de indruk dat wat het handboek meldt over de Griekse goden, vooral iets zegt over een Europese traditie die misschien is ontstaan in de Renaissance, die zeker is voortgezet in het gymnasiaal onderwijs en die algemeen bekend is. Over de wijze waarop de Grieken met de Griekse goden omgingen, zegt het echter weinig.

Maar dat, lieve lezers, is natuurlijk een waarheid als een koe voor álles wat we denken te weten over de Oudheid. We worden nu eenmaal van het verleden gescheiden door een garstige, breite Graben. Wat wij begrijpen, is wat we begrijpen kunnen, en we kunnen dingen alleen begrijpen omdat we ze zien in onze tijd en herkennen in het verre verleden.

[Een overzicht van deze reeks is hier.]

Deel dit:

39 gedachtes over “Griekse goden

  1. FrankB

    Wat ik nog mis in dit stukje is het psychologische aspect. De Griekse goden zijn de menselijkste goden die ik ooit ben tegengekomen. Eris die als wraak de boel lekker opstookt door een begerenswaardige appel uit te delen, dat heb ik ook wel willen doen.

  2. Bert van der Spek

    Je wordt oud, Jona. Als jij denkt dat eerstejaarsstudenten geschiedenis de namen van de Griekse goden kennen, heb je het contact met deze groep mensen wel verloren. Dit is wensdenken (dat ik graag met je deel). Inderdaad valt er over goden nog veel meer te zeggen. Wat is een god eigenlijk. Wij zijn vaak geneigd te denken in de christelijke traditie van de almachtige en uiteindelijk goede God. In de oudheid waren goden machtig en over het algemeen rotzakken die je maar beter een beetje rustig kon houden met offers en tempels. Overigens is ook de almachtige god in de Bijbel niet te vinden. Theos pantokrator is een Griekse vertaling van het Hebreeuwse El Sjaddaj dat waarschijnlijk, maar niet zeker, god van de bergen betekent. En ook de Bijbelse god kan behoorlijk streng zijn. En almachtig is de Bijbelse god al helemaal niet. De Bijbel is het boek van Gods mislukkingen (goede schepping mislukt, zondvloed had geen effect, verbond met Abraham werkte niet, de ballingschap hielp niet, Jezus aan het kruis genageld en zou spoedig terugkomen, maar kwam in elk geval niet ‘spoedig’. Maar juist daarom is de Bijbel zo fascinerend en dichtbij.

    1. Frans Buijs

      Dat zat ik ook te denken. Niet iedere aankomende student kent alle Griekse goden uit z’n hoofd. Ik ook niet. En het christendom is een hele overzichtelijke godsdienst: één God, één boek. Misschien projecteren we dat terug op de oude godsdiensten? Eén God voor dit, één God voor dat…

      1. Ben Spaans

        Ze hadden natuurlijk wel een bepaalde taakomschrijving.
        Of in ieder geval iets waar ze goed in waren.

        1. Maar net zo makkelijk namen ze er iets bij. Vergelijk het met de heilige Corona, die eigenlijk de beschermvrouwe is van de muntmeesters maar er drie jaar geleden een beleidsterrein bij kreeg.

      1. Martijn Nicasie

        Als je 42 niet bevredigend vindt als antwoord op de vraag wat de betekenis van het leven, het universum en alles is heb je behoefte aan een alternatief, Robbert.

        1. Robbert

          Een alternatief is door Jona genoemd: rituelen en gebeden. Daar hoef je geen goden bij te verzinnen.

      2. Ik denk dat dat de verkeerde vraag is. Of beter, een vraag die een christelijk godsbeeld veronderstelt. De ouden hadden diverse onsamenhangende dingen waar ze ontzag voor hadden (koningschap, natuurkrachten, oorlog…) en harkten de diverse uitingen daarvan samen. Dat noemden ze een godheid. Het was niet iets wat ze nodig hadden; het is eerder iets wat conceptueel makkelijk was.

        1. Arjen Dijkgraaf

          Ik denk dat ze het wel degelijk nodig hadden. ‘Makkelijk’ is te zwak uitgedrukt: de meeste mensen kunnen het geestelijk helemaal niet aan om zelf over al die dingen te moeten nadenken.

    2. Martijn Nicasie

      Helemaal eens met de reactie van de heer Van der Spek. Wij zijn ongeveer even oud, Jona, en als geschiedenisstudent met in elk geval Grieks en latijn in het examenpakket (ook toen al een rariteit) denk ik toch niet dat ik echt alle goden al goed kende. Mijn medestudenten zeker niet, en het zal er sindsdien niet beter op geworden zijn.

      1. Je hoeft ze niet allemáál te kennen, maar Zeus, Hera, Athena, Ares, Afrodite: zelfs mijn vriendinnetje E kent ze. Die is tien. (Ze zit wel op een school die Neptunus heet.)

        1. Arjen Dijkgraaf

          Heel nuchter: als de god der christenen voor veel mensen alleen nog anekdotische waarde heeft, waarom zou je de god der oude Grieken dan wél moeten kennen?

          1. In beide gevallen hoort het bij ieders intellectuele bagage. En het wordt uitgelegd op de bassischool en de middelbare school. Dus de universiteiten hoeven dat niet te doen.

            Als een student het niet weet, moet ‘ie zijn talenten maar ergens anders gaan ontplooien. En niet de reden zijn van de verlaging van de kwaliteit van de opleiding van studenten die wel wat bagage hebben.

            1. Arjen Dijkgraaf

              Dat van die intellectuele bagage heb ik ook zo meegekregen. Maar dat was in de jaren 70. En achteraf denk ik dan: waarom deze goden wel en die van bijvoorbeeld de Chinezen, de Indiërs en de Egyptenaren niet? Om van Allah en zijn profeet nog maar te zwijgen?
              Misschien wordt het tijd dat de universiteiten er van uitgaan dat studenten bepaalde capita selecta niet per se in hun koffertje hebben zitten.
              Waarom studenten überhaupt voor bepaalde studierichtingen zouden kiezen als ze niet volkomen verslingerd zijn aan de desbetreffende capita selecta, is wel een terechte vraag.

    3. Karel van Nimwegen

      Theo Toebosch attendeerde er onlangs op dat de archeologen in Herwen het taalkundig bewijs hadden genegeerd.

      https://www.nrc.nl/nieuws/2022/06/20/unieke-romeinse-tempel-voor-hercules-magusanus-lag-vlak-bij-de-rijn-a4134027

      Zulke lacunes in de basiskennis waarover een wetenschapper moet beschikken, groeien onvermijdelijk als het academisch onderwijs het peil almaar naar beneden bijstelt. Een universiteit moet zich daar niet aan aanpassen. In Herwen zien we nu waar het toe leidt.

  3. Arjen Dijkgraaf

    Katholieke heiligen hebben ook allemaal hun specialiteiten. Als gelovige respecteer je ze allemaal als zodanig maar je kunt er maar één tegelijk aanroepen en uitkiezen als schutspatroon. Uiteraard kies je daarvoor de heilige met de meest toepasselijke specialiteit.
    Zou het met Griekse goden ongeveer net zo hebben gewerkt, met het verschil dat die vrijwel autonoom opereerden onder een oppergod wiens gezag de facto niets voorstelde? Dus als je visser bent respecteer je Zeus en Hera, maar je tempel wijd je aan Poseidon omdat je aan die ouwe schurk het meeste hebt? En zo ben je als klassieke Griek een stuk monotheïstischer bezig dan ze 2500 jaar later zullen denken?

    1. Ben Spaans

      Maar heiligenverering was natuurlijk de oude goden via een achterdeur weer naar binnen loodsen.

      1. Een gangbare theorie uit de polemiek van het protestantisme. Ik denk dat het argument overigens wel hout snijdt, maar niet veralgemeniseerd kan worden.

        1. Ben Spaans

          God alleen bleek hoe dan ook niet genoeg voor de behoefte aan hulp in het leven. (En daarna.)

          1. Dirk Zwysen

            Het is niet Hij niet genoeg is, maar nogal anders. De heiligen zijn middelaars en middelaressen. We kunnen ons meer identificeren met deze mensen. God mag dan al Liefde zijn, een geplaagde moeder zal meer steun vinden bij lotgenoten Maria.

  4. Merit

    Wel gek, als je in de huidige tijd de Griekse goden niet kent. Zeker als je bedenkt dat leerlingen -anders dan vroeger- verre reizen maken, zoals schoolreisjes naar Rome of Parijs, waar in het park van Versailles onmiddellijk een prachtige Artemis in het oog valt.
    Nog daargelaten de mobiel, waar iedere leerling aan verslaafd is en waar je in een handomdraai alles te weten kan komen over Griekse of andere goden.
    Lijstjes met eigenschappen van goden lijken mij dus nogal geestdodend. Je ziet al aan haar boog dat Artemis over de jacht gaat.
    En wat Jona betreft: die blijft eeuwig jong: hij is grappig, heeft humor, is belerend etc, maar het belangrijkste is m.i. zijn openheid in zaken, zoals bijv. de financiering van de reis naar Byblos.
    Zijn enthousiasme maakt dat ik nu al uitzie naar de tentoonstelling over Byblos in het RMO.

      1. Arjen Dijkgraaf

        Als die Artemis tenminste nog blote t**ten had gehad… ja sorry, zo werkt dat.

  5. Arjen Dijkgraaf

    Een schoolreis naar Rome (per trein!) zou ik in 1978 al hebben gemaakt. Maar omdat daar eerder een paar meisjes waren aangerand gingen we per KLM naar Griekenland, twee weken klassieke ruïnes kijken. Niks nieuws onder de zon, dus. Was bij veel gymnasiumopleidingen een traditie.
    En in Versailles is wel meer te zien dan versteende Griekse goden. Mijn favoriet was jarenlang de kazerne van de spoorwegtroepen (5ème Genie), met een heus ovaaltje à la Märklin maar dan op ware grootte. Lag vlak naast de paleistuin en had eens in de paar jaar een open weekend annex feestje voor spoorliefhebbers… ik vermoed dat ik, op weg terug naar het station, een paar keer straal langs die Artemis ben gelopen zonder haar op te merken.
    Waarmee ik maar wil zeggen dat de adoratie voor de klassieken echt niet aangeboren is. iedereen kan de Griekse goden kennen, maar waarom zou je?

  6. Dirk Zwysen

    Al in 1994 kregen de eerstejaarsstudenten taal- en letterkunde in Antwerpen een lijstje met bijbelverhalen en mythen om door te lezen omdat de proffen vaststelden dat de kennis ervan, noodzakelijk voor het begrijpen van heel wat literatuur, te wensen overliet.

    Er zijn ook mensen die hun goden/God niet nodig hebben, maar toch geloven.

    1. O ja, dat soort dingen, die hadden ze aan de VU ook. Inclusief een docent die vertelde dat in de Ilias het verhaal van het Houten Paard stond.

      Het waren de studenten die uitlegden dat dat niet waar was.

      Moraal: onderschat nooit een student.

      1. Arjen Dijkgraaf

        Dé studenten? Hoeveel studenten zaten er tussen die daadwerkelijk wisten dat het niet waar was?

        1. Iedereen. Een man/vrouw of twintig uit diverse studierichtingen (geschiedenis, Nederlands, kunstgeschiedenis, Frans…). Ik weet dat zo zeker omdat ik de docent was die een groep verontwaardigde studenten moest opvangen en het moest aankaarten bij de decaan.

            1. Studenten zijn doorgaans ook erg gemotiveerd. Je gaat geen letterenstudie doen als je er niet in gelooft.

              De Nederlandse oudhistorici in die tijd een smakeloos grapje dat er ooit een student was geweest die zou hebben gezegd “Nu gaat me een licht op, die Jezus en die Christus, dat zijn dezelfde!”

              Los van het feit dat je niet publiekelijk lacht om de onhandige opmerkingen van studenten: die student zou in de banken hebben gezeten bij én een docent in Utrecht, én een docent aan de UvA én een docent in Leiden. Allemaal hadden ze die student.

              Maar echt: studenten hebben voldoende motivatie en voorkennis. Het probleem zit bij de didactische vaardigheden van de docenten. Lange tijd zijn ze aangenomen op onderzoeksvaardigheden. Dat is inmiddels verbeterd.

              1. Arjen Dijkgraaf

                Dat van die motivatie zal zeker gelden voor studies die niet zo voor de hand liggen, zoals oudheidkunde of theoretische natuurkunde. Maar of het ook geldt voor massastudies zoals rechten, economie of (voor twijfelkontjes) ‘Politics, Psychology, Law and Economics’?

                De verbetering van de didactische vaardigheden zal zich ook wel beperken tot bepaalde vakgebieden. Zie de weerstand die met name binnen de moleculaire wetenschappen bestaat tegen ‘Erkennen en Waarderen’. Velen zien daar het liefst dat alleen onderzoekssuccessen (lees: publicaties) blijven tellen omdat ze gewend zijn elkaar dáár wereldwijd op af te rekenen. Zal ze in de VS worst wezen dat een NL vakgenoot een goeie docent is, als hij/zij Nature maar vaak genoeg haalt…

      2. FrankB

        Okéééé …. dat dacht ik dus ook. Nou voel ik me aardig dom. Dat is goed tegen ongepaste onbescheidenheid.

  7. Ben Spaans

    Ach, dit soort lijstjes blijven altijd handig. Gewoon een extra geheugensteuntje desnoods. Kan nooit kwaad.

    1. De beste manier om het in een eerstejaarshandboek te presenteren, is de tabel wel geven maar met een dikke streep er doorheen, om aan te geven dat studenten hun algemene kennis (Renaissance-kennis, zeg maar) achter zich moeten laten.

      Een alternatief is dat docent dikke viltstiften uitdeelt en opdracht geeft die streep te zetten. Dan blijft de les goed bij.

Reacties zijn gesloten.