Archeologie in het Ottomaanse Rijk (3)

Hormuzd Rassam

Laten we accepteren dat de redactie van Scramble for the Past te veel uit specialisten bestond om de goedbedoelde poging een groot publiek te bereiken, met succes te bekronen. Is het dan wel een succes als een wetenschappelijke bundel? Slaagde men erin het ontstaan van de archeologie in het Ottomaanse Rijk niet als “an alien western imposition upon the east” te beschrijven maar als “a process that emerged out of a interaction between Europe and the Ottoman world”?

Een collectie wetenschappelijke artikelen

Helaas: ook vanuit dit perspectief bezien is de bundel een beperkt succes. Zo staan in de eerste acht artikelen Europese avonturiers centraal en maakt de eerste niet-westerse geleerde, Hormuzd Rassam, zijn opwachting pas op een derde van het boek. Pas in de tweede helft begint Scramble for the Past zijn beloftes waar begint te maken.

Simpel gezegd: dit is de zoveelste academische bundeling van losstaande artikelen, die ieder voor zich prima in een wetenschappelijk tijdschrift hadden kunnen worden gepubliceerd. Ze zijn zeker niet slecht, maar de bundeling voegt niets toe. Om Scramble for the Past een succes te laten zijn als boek, had de redactie het storend grote aantal doubletten moeten verwijderen en onvoldoende ter zake doende passages moeten schrappen. Zoals de collectie er nu ligt, komen de artikelen waarin Ottomaanse archieven worden benut, onvoldoende tot hun recht. Nooit wordt het geheel meer dan de som der delen.

De scepticus aan het woord

Palmyreense graven; opstelling in het Archeologisch Museum te Istanbul

Stelt u zich eens voor dat u op reis gaat naar een van de landen in het voormalige Ottomaanse Rijk. U bent, zoals een derde van de Nederlandse bevolking, hoog opgeleid maar u bent geen historicus, archeoloog, ottomanist of kunsthistoricus. U wil de redactie het krediet geven dat ze tenminste heeft geprobeerd het grote publiek te bereiken. Kortom, u staat even welwillend tegenover Scramble for the Past als de huidige recensent. Hoe lang leest u verder?

Te vrezen valt dat u afhaakt. U vraagt zich af waarom de redactie een platvloerse parallel tussen het negentiende-eeuwse imperialisme en de Amerikaanse inval in Irak niet heeft geschrapt. U stoort zich aan de onwetenschappelijke sneer naar

the pretentious excesses of contemporary museum architecture, for example in the vanity of the outsized new Acropolis Museum in Athens, where sculptures, deprived of their original scale and context, are dwarfed in a giant mausoleum in which the importance of the container seems to outweigh that of the content.

U zult concluderen dat het ontbreekt aan wetenschappelijke objectiviteit. U leest desondanks verder, maar omdat u het HBO heeft afgemaakt, herkent u zinledige termen als “paradigm”, “cross-disciplinary” en “recontextualization”. U vraagt zich af waarom de redactie de platitude heeft gehandhaafd dat “archeologische esthetiek dient te worden gesitueerd in het oriëntalistische discours”. U begrijpt best dat wetenschappelijke auteurs jargon nodig hebben, maar u herkent de gebakken lucht als iemand opmerkt dat

Within the memory theater of the collection, antiquity’s material fragments restore the essential connection and, according to the definition of Krysztof Pomian, function as ‘semiophores’, semiotic bridges between present and past, the visible and invisible.

En u wordt niet vrolijk van

The narrative of Mesopotamian discovery is a tightly woven tale, which best yields its meanings when it is unwound and read against the grain.

Dit laatste is natuurlijk een poëtische manier om te zeggen dat we hetzelfde materiaal steeds anders behoren te bekijken en dat je, door een beetje recalcitrant te zijn, het snelst ziet wat sterk of zwak is aan een historische reconstructie.

Gemengd succes

Ernest Renan, de ontdekker van het oude Fenicië

De feitelijke kwestie is echter niet dat we het verleden steeds anders bekijken, maar dat we het ook beter zien. Een levende wetenschappelijke discipline streeft naar methodische en theoretische vernieuwing. Sterker nog, vernieuwing is wat de gezondheid van een vak definieert. En hoewel Scramble for the Past 500 bladzijden dik is, is er niet één poging tot innovatie.

Scramble for the Past is dus een gemengd geslaagd boek. Het onderwerp is belangrijk en verdient aandacht. U zult van de lectuur geen spijt krijgen. Tegelijk is dit het risicoloze product van een gebureaucratiseerde universiteit. De medewerkers hebben aan hun publicatieplicht voldaan, er kan een vinkje op een subsidieformulier worden gezet, de kwaliteit is redelijk en voor specialisten is het boek de moeite waard. Opwindend wordt het echter nooit. Je zou hebben verwacht dat het enorme intellectuele avontuur van de ontdekking van de Ottomaanse oudheden de inspiratie was geweest voor een avontuurlijker boek.

Deel dit:

10 gedachtes over “Archeologie in het Ottomaanse Rijk (3)

  1. Fried Deelen

    Daar valt de term dan toch, en wel in een citaat: oriëntalisme. Na een beetje tussen de lijntjes proberen te lezen, is de indruk dat voor althans sommige oosterse wetenschappers die richting nog springlevend is, terwijl het voor westerse (nou ja, JL temniste) afgedaan heeft.

  2. Fried Deelen

    ‘Orientalisme’ (1978) van de Palestijn Edward Said. Je weet dat ik meer met andere contreien bezig ben, maar toch moet ik het snel eens lezen. Als tweede optie is er nog altijd wat anderen erover schreven. Orientalisme is de westerse bemoeienis met het Midden-Oosten, en dan vooral de romantiserende beelden in de negentiende eeuw, en de wetenschappelijke in de twintigste, die het kolonialisme en de overheersing van dienst zijn. Het veroorzaakte indertijd nogal wat discussie (en werd een lieveling van anti-Israelisch links); bij een onderwerp als ‘Archeologie in het Ottomaanse Rijk’ ligt die context op de loer. Het vermoeden dringt zich op dat gewauwel als “archeologische esthetiek dient te worden gesitueerd in het oriëntalistische discours” daar thuishoort. Ik meende in eerdere blogs van je een gezonde afstand van die denkwijze te signaleren. Maar misschien overschat ik het belang dat het boek van Said vandaag nog heeft.

    1. Oké, ik begrijp je nu. Oriëntalisme is in de archeologie een wat oudere term, die samenhangt met het oriëntalisme in de kunstgeschiedenis: de verbeelding van het oosten in het westen. Die verraadt in de eerste plaats belangstelling, niet meteen bemoeienis. Romantisering speelt wel een rol; het is in die zin niet anders dan de schilderijen van Alma Tadema e.d.

      Ik denk dat de neiging bij een bezoek aan een vreemd land vooral het andere te herkennen, algemeen menselijk is. Ik denk ook dat het westelijke beeld van het oosten voor een fors deel is gevormd door negentiende-eeuwse sjabloons. Tom Holland is hier mijn favoriete voorbeeld. De andere kant van het verhaal is dat het inderdaad, zoals je schuift, een stok lijkt om de Grote Boze Westerling te slaan. Die heeft ook wel het een en ander misdaan, maar de discussie schiet niet op door alles meteen in een bepaald daglicht te stellen.

      Ik zou overigens graag eens een boek lezen over hoe Arabieren en Turken kijken naar westerlingen. De gedachte dat wij allemaal bulken van het geld en totaal hedonistisch leven is een karikatuur. Maar wel een frequente.

      1. Fried Deelen

        Er werd hier in de panelen eens gesteld, ik meen dat het over Grenfell en Hunt ging, dat archeologen als goede kolonialisten de plaatselijke boeren voor een halve stuiver voor hen lieten graven. Daarop antwoordde je met een verwijzing naar O. Hamdi en H. Rassam: archeologie is niet alleen een westers bedrijf. Ik was nu dus blij meer over hen te vernemen.
        Inderdaad heeft de westerling zich niet altijd voorbeeldig gedragen -in deze uithoek kan men daarvan meepraten. Maar niets is vermoeiender en sterieler dan voortdurend anderen de schuld van de eigen ellende te geven. Tegelijk was Said natuurlijk wel een handige jongen. Genoot alle voordelen van het leven in het Westen terwijl hij het schuldgevoelen (postkoloniaal of wat dan ook) magistraal wist te exploiteren. Nogmaals, was er maar tijd om hem te lezen.

  3. Ben Spaans

    Nee hoor.
    Saïd was overigens een Amerikaans staatsburger. ‘Palestijn’ is toch een beetje een simplificatie.

Reacties zijn gesloten.